Bomenverordening gemeente Mill en Sint Hubert 2015

 

De raad van de gemeente Mill en Sint Hubert

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders 25 augustus, 2015.

besluit

Vast te stellen de navolgende verordening:

BOMEN VERORDENING gemeente Mill en Sint Hubert 2015

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • a.

    boom: een houtige opgaande plant met één of meerdere stammen

  • b.

    beschermde boom/bomen: een boom die is vermeld op de kaart “beschermd groen”.

  • c.

    monumentale boom: beschermde boom met een leeftijd van minimaal 60 jaar.

  • d.

    potentieel monumentale boom: beschermde boom met een leeftijd tot 60 jaar.

  • e.

    boomgroep: minimaal 3 bomen op geringe afstand van elkaar, die zijn opgenomen op de kaart “beschermd groen”.

  • f.

    structuurbomen: een verzameling beschermde bomen, die samen een, al dan niet onderbroken, lijn of andere verbindingsstructuur vormen door het gebied.

  • g.

    boomzone: een begrensd gebied van beschermde bomen met een specifieke waarde of kwaliteit dat een samenhangend geheel vormt.

  • h.

    kaart “beschermd groen” topografische kaart, met daarop aangegeven boomzones, structuurbomen, boomgroepen of (potentieel) monumentale bomen, met bijbehorende lijst/register. Indien er een verschil is tussen de kaart en de lijst/het register dan is de kaart doorslaggevend.

  • i.

    hakhout: boomvormers of andere houtachtige gewassen die, na te zijn

geknot, tot bij de grond opnieuw op de stronk uitlopen.

a.vellen: rooien; kappen; verplanten; het snoeien van meer dan 20

procent van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen; het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van de beschermde boom ten gevolge kunnen hebben.

a.dunnen: een velling die uitsluitend als een verzorgingsmaatregel ter

bevordering van de groei van de overblijvende bomen beschouwd moet worden.

  • a.

    monetaire boomwaarde: de financiële waarde van een beschermde boom zoals getaxeerd volgens de meest recente richtlijnen van Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen.

  • b.

    bomen effect analyse (BEA): een standaard beoordeling van de gevolgen van voorgenomen

    activiteiten rond een beschermde boom, op basis van landelijke

richtlijnen van de Bomenstichting.

  • o.

    bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • n.

    vergunning: vergunning als bedoeld in hoofdstuk 2 van de Wet algemene

bepalingen omgevingsrecht.

Artikel 2: Kaart “beschermd groen”

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stelt een kaart “beschermd groen” en register met daarop beschermde bomen vast. De kaart met bijbehorende lijst/ register kan periodiek, naar oordeel van het bevoegd gezag, worden geactualiseerd. De kaart en het bijbehorende lijst/register bevat een samenhangend geheel van:

    • boomzones;

    • structuurbomen;

    • bomen uit het landelijke register van monumentale bomen van de bomenstichting;

    • lokale potentieel monumentale en monumentale bomen en/of boomgroep.

  • 2.

    De kaart bevat de volgende gegevens:

    • eenduidige inmeting van de beschermde boom/bomen;

    • indeling naar categorieën beschermde boom/bomen (boomzone (vlak), structuurboom (lijn), lokaal of landelijk potentieel monumentale en monumentale boom/boomgroep (punt));

    • legenda met toelichting.

  • 3.

    Het bijbehorend register van beschermde boom/bomen bevat minimaal de volgende gegevens:

    • redengevende beschrijving;

    • soort boom of bomen;

    • standplaats;

    • kadastrale gegevens;

    • eigendomsgegevens;

    • foto’s

  • 4.

    Het bevoegd gezag stelt een bijdrageregeling vast voor een tegemoetkoming in de kosten die noodzakelijk zijn voor het duurzaam in stand houden van een beschermde boom.

Artikel 3: Kapverbod

  • 1.

    Het is verboden beschermde boom/bomen te vellen of te doen vellen.

  • 2.

    Het bevoegd gezag kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3.

    Het in het eerste lid bedoelde verbod behoudens ontheffing geldt verder niet voor:

    • a.

      een beschermde boom/bomen die moet worden geveld krachtens de Plantenziektenwet of krachtens een aanschrijving van burgemeester en wethouders, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 10 van deze verordening;

    • b.

      het periodiek vellen van beschermd hakhout ter uitvoering van het reguliere onderhoud;

    • c.

      het periodiek knotten of kandelaberen als noodzakelijke beheermaatregel bij beschermde knotbomen, gekandelaberde bomen of leibomen ter uitvoering van het reguliere onderhoud;

    • d.

      het dunnen van de beschermde boom/bomen, met het doel de overblijvende houtopstand te bevoordelen en dunnen van structuurbomen ter behoud van de structuur;

    • e.

      wegbeplantingen en eenrijige beplantingen op of langs landbouwgronden, beide voor zover bestaande uit populieren of wilgen, tenzij deze zijn geknot, en zijn gelegen buiten de bebouwde kom-boswet;

    • f.

      vruchtbomen (vruchtdracht met aantoonbaar economisch doel) en windschermen om boomgaarden, die zijn gelegen buiten de bebouwde kom-boswet;

    • g.

      fijnsparren, niet ouder dan twaalf jaar, bestemd om te dienen als kerstbomen en geteeld op daarvoor in het bijzonder bestemde terreinen;

    • h.

      kweekgoed;

    • i.

      buiten de bebouwde kom-boswet staande beschermde bomen, welke deel uitmaken van boomzones/bosgebieden, die een zelfstandige eenheid vormen, en een grotere oppervlakte beslaan dan 10 are;

    • j.

      buiten de bebouwde kom-boswet gelegen beschermde boom/bomen, welke deel uitmaken van rijbeplanting, die gerekend over het totaal aantal rijen, uit meer dan 20 bomen bestaat, met uitzondering van linde, paardenkastanje, treurwilg en Italiaanse populier, behoudens lid 3.e..

Artikel 4: Criteria

  • 1.

    Het bevoegd gezag kan de ontheffing om te vellen weigeren of onder voorschriften verlenen.

  • 2.

    Een ontheffing voor het vellen van een beschermde boom kan, slechts bij uitzondering worden verleend indien:

    • a.

      een zwaarwegend algemeen maatschappelijk belang opweegt tegen duurzaam behoud van de beschermde houtopstand en alternatieven voor behoud uitputtend zijn onderzocht of;

    • b.

      naar boomdeskundige maatstaven instandhouding niet langer verantwoord is ter voorkoming van letsel of schade;

    • c.

      als gevolg van duurzame meervoudige ernstige overlast, een persoonlijk zwaarwegend belang opweegt tegen duurzaam behoud van de beschermde boom/bomen en alternatieven voor behoud uitputtend zijn onderzocht of;

    • d.

      het kwijnende monumentale bomen of kwijnende bomen binnen de structuurbomen betreft.

  • 3.

    Het bevoegd gezag kan toestemming geven tot direct vellen indien sprake is van acuut gevaar of vergelijkbaar spoedeisend belang van openbare orde en veiligheid.

Artikel 5: Aanvraag

  • 1.

    De ontheffing moet schriftelijk en gemotiveerd worden aangevraagd, door of namens dan wel met toestemming van degene, die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de beschermde boom/bomen te beschikken.

  • 2.

    Indien vanwege een project of ander werk van zwaarwegend maatschappelijk belang ontheffing aangevraagd wordt, maakt een bomen effect analyse (BEA) onderdeel uit van de aanvraag. Deze analyse is opgesteld door een onafhankelijke en gecertificeerde boomdeskundige. Ook een overzicht van overige toestemmingen, ontheffingen en vergunningen, die nodig zijn voor de uitvoering van het project, maakt onderdeel uit van de aanvraag.

  • 3.

    Indien voorkoming van schade of letsel, overlast of kwijnende monumentale bomen, de reden van de aanvraag is, maakt een boomkundig rapport opgesteld door een gecertificeerd boomdeskundige, onderdeel uit van de aanvraag.

Artikel 6: Intrekking of wijziging

De ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

  • a.

    indien onjuiste of onvolledige gegevens ter verkrijging ervan zijn verstrekt;

  • b.

    indien na het verlenen, op grond van verandering van inzichten of omstandigheden opgetreden na verlening, wijziging of intrekking noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan ontheffing is vereist;

  • c.

    indien beperkingen, die aan de ontheffing of vergunning zijn gesteld, zijn of worden vervuld;

  • d.

    indien van de ontheffing of vergunning geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of indien deze termijn ontbreekt, binnen een redelijke termijn.

Tevens is het mogelijk op grond van artikel 2.33, eerste lid onder e Wabo de vergunning die van rechtswege is verleend in te trekken indien deze betrekking heeft op een activiteit die ontoelaatbaar ernstige nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving heeft of dreigt te hebben en het opleggen van voorschriften daar geen oplossing voor biedt (art. 2.31, eerste lid, aanhef en onder c, Wabo). Bij wijziging of intrekking van de omgevingsvergunning dient wederom de reguliere of indien voorgeschreven de uitgebreide procedure te worden gevolgd.

Artikel 7: Vervaltermijn

  • 1.

    De ontheffing vervalt indien niet binnen maximaal één jaar na het onherroepelijk zijn van de omgevingsvergunning gebruik is gemaakt, tenzij een langere termijn noodzakelijk is vanwege de voorzienbare langere uitvoeringstermijn van een project.

  • 2.

    In het geval het een ontheffing voor het vellen van meer dan één beschermde boom betreft, is de ontheffing/vergunning voor alle beschermde bomen slechts één jaar geldig, ook als in fasen geveld wordt of één of enkele beschermde bomen al geveld zijn, behoudens de in het eerste lid gestelde bevoegdheid tot het voorschrijven van een langere termijn.

Artikel 8: Bijzondere ontheffingsvoorschriften

  • 1.

    Aan de ontheffing/vergunning wordt het standaard voorschrift verbonden dat niet tot vellen mag worden overgegaan tot de dag nadat de bezwaar- of beroepstermijn is afgelopen. Indien gedurende de bezwaar- of beroepstermijn een bezwaar of beroep is ingediend, wordt de ontheffing/vergunning pas van kracht één week nadat op dat bezwaar of beroep is beslist.

  • 2.

    Tot de aan de ontheffing te verbinden voorschriften kan in uitzonderlijke gevallen het voorschrift behoren dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door burgemeester en wethouders te geven aanwijzingen moet worden herplant.

  • 3.

    Indien niet ter plaatse kan worden herplant, kan aan de vergunning het voorschrift worden verbonden dat een geldelijke bijdrage gestort dient te worden in het gemeentelijk herplantfonds.

  • 4.

    In het voorschrift als bedoeld in het tweede lid wordt telkens bepaald binnen welke termijn na de herplant en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen.

  • 5.

    Tot de aan de ontheffing/vergunning te verbinden voorwaarden kan het voorschrift behoren dat pas tot vellen van de beschermde boom/bomen op en bij bouw- en aanlegwerken of andere ruimtelijke herinrichting of reconstructie mag worden overgegaan, indien andere vergunningen of ruimtelijke ordeningsprocedures onherroepelijk geworden zijn, of de feitelijke en financiële voortgang van de werken voldoende gewaarborgd is.

  • 6.

    Degene aan wie een voorschrift of een verplichting als bedoeld in dit artikel is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen.

Artikel 9: Beleidsregels

Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van deze regeling nadere beleidsregels vaststellen.

Artikel 10: Herplant-/instandhoudingplicht

  • 1.

    Indien een beschermde boom of deel daarvan waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder ontheffing van het bevoegd gezag is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de beschermde boom bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzing binnen een door hen te stellen termijn.

  • 2.

    Indien niet ter plaatse kan worden herplant wordt een financiële bijdrage gestort in het gemeentelijk herplantfonds.

  • 3.

    Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan wordt telkens bepaald binnen welke termijn na de herplant en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen.

  • 4.

    Indien een beschermde boom, waarop het verbod tot vellen van toepassing is, in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de beschermde boom bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen of vergunning verlenen om:

  • a.

    overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen en;

  • b.

    een Bomen Effect Analyse (BEA) op te stellen en aan te bieden aan het bevoegd gezag.

  • 5.

    Degene aan wie een voorschrift of een verplichting als bedoeld in dit artikel is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen.

Artikel 11: Schadevergoeding

Het bevoegd gezag beslist op een verzoek om schadevergoeding bij weigering van een vergunning tot vellen op grond van artikel 17 van de Boswet.

Artikel 12: Afstand tot erfgrenslijn

De afstand als bedoeld in artikel 5:42 Burgerlijk wetboek is vastgesteld op 0,5 meter voor bomen, en op nihil voor heggen en heesters in privaat eigendom en op nihil voor bomen, heggen en heesters staande op openbaar terrein.

Artikel 13: Bestrijding van boomziekten

  • 1.Indien zich op een terrein één of meer bomen bevinden die, naar het oordeel van het bevoegd gezag, gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het bevoegd gezag is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:

  • a.

    de boom te vellen;

  • b.

    conform richtlijnen van de gemeente de gevelde boom direct zodanig de behandelen dat verspreiding van de boomziekte wordt voorkomen.

    • 1.

      Het is verboden gevelde bomen of delen daarvan voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren, indien het een boomsoort betreft die de desbetreffende boomziekte kan verspreiden.

    • 1.

      Het bevoegd gezag kan vergunning verlenen van het onder het tweede lid van dit artikel gestelde verbod.

    • 1.

      Het niet voldoen aan de in het eerste lid bedoelde aanschrijving biedt een basis voor de toepassing van bestuursdwang, waarbij de noodzakelijke werkzaamheden, voor risico en voor rekening van aangeschrevene, door of namens de gemeente kunnen worden verricht.

Artikel 14: Bescherming publieke bomen

  • 1.

    Het is verboden om bomen die publiek eigendom zijn:

  • te beschadigen, te bekladden of te beplakken;

  • te snoeien, behoudens door het bevoegde gezag opgedragen boomverzorgende taken.

  • 1.

    Het is verboden om een of meer voorwerpen in of aan een openbare houtopstand aan te brengen of anderszins te bevestigen, behoudens vergunning van het bevoegd gezag.

Artikel 15: Strafbepaling

  • 1.

    Degene aan wie een voorschrift als bedoeld in deze verordening is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is gehouden dienovereenkomstig te handelen.

  • 2.

    Hij die handelt in strijd met artikel 3, eerste lid, dan wel een voorschrift onderscheidenlijk een verplichting als bedoeld in het vorige lid niet na komt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie. Tevens kan een rechterlijke veroordeling op grond van dit artikel openbaar gemaakt worden. Bij de strafmaatbepaling kan rekening worden gehouden met de boomwaarde.

  • 3.

    Degene, die handelt in strijd met het bij of krachtens artikel 13 tweede lid, of artikel 14 eerste en tweede lid bepaalde wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een boete van de tweede categorie. Tevens kan een rechterlijke veroordeling op grond van dit artikel openbaar gemaakt worden. Bij de strafmaatbepaling kan rekening worden gehouden met de boomwaarde.

Artikel 16. Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van Burgemeester en wethouders of burgemeester aangewezen personen.

Artikel 17: Verstrekking ontheffing

1.In het geval van gemeentelijke bomen wordt de verleende ontheffing verstrekt aan de aanvrager en tegelijkertijd een kopie van de ontheffing aan de beheerder van de boom/bomen.

Artikel 19: Slotbepaling

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Bomenverordening gemeente Mill en Sint Hubert 2015.

  • 2.

    Zij treedt in werking met ingang van de dag na de dag van bekendmaking. Op datzelfde tijdstip vervalt de voorgaande, in december 2009 vastgestelde, Bomenverordening 2010.

  • 3.

    De vergunningsaanvragen die zijn ingediend vóór de in artikel lid 2 van dit artikel genoemde datum van inwerkingtreding, vallen onder het recht van de bomenverordening, die van kracht was voorafgaand aan deze verordening.

  • 4.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, treft het bevoegd gezag de nodige voorzieningen en/of neemt zij de nodige beslissingen, één en ander mede in overleg met de belanghebbende.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Mill en Sint Hubert in zijn openbare vergadering

van 01 oktober, 2015.

 

De raad voornoemd,

 

 

 

Drs. M.J.H.N. Collombon

Ing. A.A.M.J. Walraven

griffier

voorzitter

BOSWET

Artikel 17: Boswet

Indien de gebruiker of eigenaar van een houtopstand ten gevolge van een krachtens provinciale of gemeentelijke verordening genomen besluit, houdende een verbod tot vellen van een houtopstand of een weigering tot ontheffing van een verbod tot vellen van een houtopstand, schade lijdt, welke redelijkerwijs niet of niet geheel voor zijn rekening behoort te blijven, kennen de in de provinciale, onderscheidenlijk de gemeentelijke verordening aangewezen organen hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding uit de provinciale, onderscheidenlijk de gemeentekas toe.

Naar boven