Verordening begraafplaatsrechten 2016 gemeente Zandvoort
De raad van de gemeente Zandvoort:
 
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 september 2015 ;
 
gelet op de overwegingen van de commissie Bestuur en Middelen van 13 oktober 2015
 
gelet op artikel 216 en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;
 
besluit de volgende verordening, inclusief toelichting en tarieventabel vast te stellen:
 
Verordening begraafplaatsrechten 2016.
 
 
1.1 BEGRIPSBEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
  • a.
    de begraafplaats: de algemene begraafplaats van de gemeente Zandvoort aan de Tollensstraat 67;
  • b.
    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
    • I.
      het doen begraven en begraven houden van lijken;
    • II.
      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
    • III.
      het doen verstrooien van as.
  • c.
    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;
  • d.
    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
    • I.
      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
    • II.
      het doen verstrooien van as.
  • e.
    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
  • f.
    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
  • g.
    urn: een voorwerp ter berging van één of meerdere asbussen;
  • h.
    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;
  • i.
    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;
  • j.
    grafkelder: betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;
  • k.
    algemeen kindergraf: een graf bij de gemeente in beheer, waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken van kinderen tot de leeftijd van 12 jaar;
  • l.
    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer, waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;
  • m.
    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, urnennis, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;
  • n.
    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zandvoort;
  • o.
    ambtenaar belast met de heffing: de gemeenteambtenaar die door het college is aangewezen als ambtenaar belast met de heffing van de gemeentelijke belastingen.
1.2 NORMSTELLING
Artikel 2 Belastbaar feit
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats, en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.
Artikel 3 Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
  • 1.
    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
  • 2.
    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 5 Belastingjaar
  • 1.
    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
  • 2.
    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 1 artikel 1.1.1 tot en met 1.1.4 en 1.1.9 en hoofdstuk 4 artikel 4.1.2 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.
Artikel 6 Wijze van heffing
De rechten genoemd in de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag, met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
  • 1.
    De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4 artikel 4.1.1, 4.1.3, 4.1.4 en 4.1.5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
  • 2.
    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat geen aanspraak op ontheffing voor de onderhoudsrechten als bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 9 Termijnen van betaling
  • 1.
    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
  • 2.
    Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.
  • 3.
    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 10 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begraafplaatsrechten.
Artikel 11 Kwijtschelding
Bij de invordering van de begraafplaatsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.
1.3 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 12 Bevoegdheden
De ‘ambtenaar belast met de heffing’ is belast met de uitvoering van deze verordening.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.
    De “Verordening Begraafplaatsrechten 2015” vastgesteld bij raadsbesluit van 10 november 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
  • 2.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
  • 3.
    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
  • 4.
    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening begraafplaatsrechten 2016”.
     
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 5 november 2015

De griffier,

De voorzitter,

1.4 TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING BEGRAAFPLAATSEN 2016
 
Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten
 
2015
1.1
De kosten voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf, particulier urnengraf en het recht op een particuliere urnennis inclusief de onderhoudsbijdrage voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de graven, gedenktekens en de begraafplaats, als bedoeld in artikel 20 van de “Beheersverordening algemene begraafplaats Zandvoort 2014” bedragen:
 
1.1.1
Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf van 2 x 1 meter voor een periode van 10 jaar of een veelvoud daarvan per periode van 10 jaar:
1617,20
1.1.2
Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier urnengraf van 1 x 1 meter voor een periode van 10 jaar of een veelvoud daarvan per periode van 10
jaar :
760,70
1.1.3
Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particuliere urnennis (honingraat) voor een periode van 10 jaar of een veelvoud daarvan per periode van 10 jaar:
687,30
1.1.4
Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particuliere urnennis (in een zuil) voor een periode van 10 jaar of een veelvoud daarvan per periode van 10 jaar:
923,70
1.1.5
Voor het tussentijds verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.1 in verband met een bijzetting, per jaar:
154,30
1.1.6
Voor het tussentijds verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.2 in verband met een bijzetting, per jaar:
68,60
1.1.7
Voor het tussentijds verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.3 in verband met een bijzetting, per jaar:
61,20
1.1.8
Voor het tussentijds verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.4 in verband met een bijzetting, per jaar:
84,90
1.1.9
De rechten als bedoeld in onderdeel 1.1.1 tot en met 1.1.4 kunnen na het verlopen van de periode van het (uitsluitend) recht worden verlengd voor een periode van minimaal 10 jaar of een veelvoud daarvan. De kosten bedragen het vastgestelde tarief genoemd in de onderdelen 1.1.5 t/m 1.1.8 vermenigvuldigd met de factor 10 of een veelvoud daarvan,
 
 
Hoofdstuk 2: Begraven, gebruik aula en condoleanceruimte
 
 
2.1
In de kosten voor het begraafrecht wordt vanaf aankomst op de Algemene Begraafplaats Zandvoort een eerste uur berekend. Een gedeelte van een uur als bedoeld in artikel 2.1.1 tot en met 2.1.3 of een gedeelte van een half uur als bedoeld in artikel 2.2.1 en 2.2.2 wordt als tijdsduur van 1 uur resp. half uur berekend.
 
2.1.1
Begraafrecht, overledene 12 jaar en ouder, tijdsduur 1 uur:
814,40
2.1.2
Begraafrecht, overledene tussen 1 en 12 jaar, tijdsduur 1 uur:
383,60
2.1.3
Begraafrecht, overledene 1 jaar of jonger, tijdsduur 1 uur:
162,90
2.2
Toeslagen begraven:
 
2.2.1
Voor verlenging van de in 2.1.1 tot en met 2.1.3 aangegeven tijdsduur van 1 uur van maandag tot en met zondag van 09.00 uur tot 15.00 uur geldt een toeslag per half uur van:
91,40
2.2.2
Bij vertrek van de begraafplaats na 15.00 uur van de in 2.1.1 tot en met 2.1.3 aangegeven tijdsduur van maandag tot en met zondag geldt een toeslag per half uur van:
137,00
2.2.3
Op zaterdag en zondag geldt voor het begraafrecht genoemd in 2.1.1 tot en met 2.1.3 een toeslag van:
525,50
2.3
Gebruik aula en condoleanceruimte
 
2.3.1
Het tarief voor het gebruik van de aula en/of de condoleanceruimte zonder dat er wordt begraven op de begraafplaats, van maandag tot en met zondag van 9:00 uur tot 15:00 uur bedraagt per half uur of een gedeelte daarvan:
91,40
2.3.2
Bij vertrek van de begraafplaats na 15:00 uur van de in 2.3.1 aangegeven tijdsduur van maandag tot en met zondag geldt een toeslag per half uur of een gedeelte daarvan van:
137,00
2.3.3
Op zaterdag en zondag geldt een toeslag van:
182,70
Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen, urnen en verstrooien van as
 
 
3.1
In de kosten van een bijzetting van een asbus/urn en het verstrooien van as wordt vanaf aankomst op de Algemene Begraafplaats Zandvoort een eerste uur berekend. Een gedeelte van een uur als bedoeld in artikel 3.1.1 tot en met 3.1.3 of een half uur als bedoeld in artikel 3.2.1 en 3.2.2 wordt als tijdsduur van 1 uur resp. half uur berekend.
 
3.1.1
Voor bijzetting van een asbus/urn in een urnengraf, tijdsduur 1 uur:
289,00
3.1.2
Voor bijzetting van een asbus/urn in een urnennis, tijdsduur 1 uur:
131,40
3.1.3
Voor het verstrooien van as op de verstrooiingsplaats, tijdsduur 1 uur:
101,90
3.2
Toeslagen bijzetten asbussen, urnen en verstrooien van as:
 
3.2.1
Voor verlenging van de in 3.1.1 tot en met 3.1.3 aangegeven tijdsduur van 1 uur van maandag tot en met zondag van 9.00 uur tot 15.00 uur geldt een toeslag per half uur van:
91,40
3.2.2
Bij vertrek van de begraafplaats na 15.00 uur van de in 3.1.1 tot en met 3.1.3 aangegeven tijdsduur van maandag tot en met zondag geldt een extra toeslag per half uur van:
137,00
3.2.3
Op zaterdag en zondag geldt voor het bijzetting van een asbus/urn genoemd in 3.1.1 tot en met 2.1.3 geldt een toeslag van:
525,50
Hoofdstuk 4 Grafbedekking en onderhoud
 
 
4.1
De onderhoudsbijdrage voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de graven, gedenktekens en de begraafplaats, als bedoeld in artikel 20 van de “Beheersverordening algemene begraafplaats Zandvoort 2014” bedragen:
 
4.1.1
Voor een particulier graf 90X190 cm, bij voortzetting van het voldoen van de jaarlijkse onderhoudsbijdrage inclusief de algemene onderhoudsbijdrage (niet zijnde een tussentijdse verlenging in verband met een bijzetting) per jaar:
81,20
4.1.2
Voor een algemeen graf, algemeen urnengraf, en algemeen kindergraf voor 10 jaar:
367,70
4.1.3
Voor een particulier graf met alleen een staande steen, een particulier urnengraf en een particuliere urnennis bij voortzetting van het voldoen van de jaarlijkse onderhoudsbijdrage inclusief de algemene onderhoudsbijdrage per jaar:
40,60
4.1.4
Voor een particulier graf als bedoeld in hoofdstuk 1, waarop geen gedenkteken is aangebracht, bij voortzetting van het voldoen van de jaarlijkse algemene onderhoudsbijdrage (niet zijnde een tussentijdse verlenging in verband met bijzetting) per jaar:
20,70
4.1.5
Voor een particulier graf, particulier urnengraf,of een particulier urnennis als bedoeld in hoofdstuk 1, waarop een gedenkteken is aangebracht, waarvoor meerjarig afkoop van het onderhoud van het gedenkteken heeft plaatsgevonden en de algemene onderhoudsbijdrage jaarlijks wordt voldaan,  bij voortzetting van het voldoen van de jaarlijkse algemene onderhoudsbijdrage (niet zijnde een tussentijdse verlenging in verband met bijzetting) per jaar:
20,70
4.2
Voor bestaande particuliere graven, particuliere urnengraven of particuliere urnennissen met een jaarlijks onderhoudsrecht zoals bedoeld onder 4.1.1; 4.1.3; 4.1.4 en 4.1.5 bij een bijzetting in; verlenging; tussentijdse verlenging of overschrijving van de rechten  van het graf of de nis, vindt een automatische afkoop van  de onderhoudsbijdrage inclusief de algemene onderhoudsbijdrage plaats tot einde huurtermijn of voor de periode van minimaal 10 jaar.
 
Hoofdstuk 5 rechten verwijderen en plaatsen van voorwerpen
 
5.1
Verwijdering en herplaatsing van ornamenten en groenbedekking op een particulier graf:
210,70
Hoofdstuk 6 Opgraven, ruimen, herbegraven
6.1
Samenvoeging per stoffelijk overschot, voorafgaande aan een bijzetting:
315,30
6.1.1
Opgraven / ruiming per stoffelijk overschot, op verzoek:
367,80
6.1.2
Opgraven / herbegraven per stoffelijk overschot:
735,60
 
Behorend bij raadsbesluit van 5 november,
 
De griffier van Zandvoort,
Naar boven