Iedereen doet iets terug voor zijn uitkering
In Zaanstad vinden we het van belang dat iedereen naar vermogen iets terug doet voor zijn uitkering en iets betekent voor de samenleving. Wát iemand doet staat zoveel mogelijk in het teken van terugkeer naar de arbeidsmarkt. Voor mensen met mogelijkheden op de arbeidsmarkt betekent dat: alles doen wat bijdraagt aan terugkeer naar de (reguliere) arbeidsmarkt. Zelf werk zoeken, deelnemen aan re-integratie-activiteiten, eventueel aangevuld met stages of vrijwilligerswerk. Steeds kijken we of het bijdraagt aan iemands kansen op werk. We gaan uit van ieders eigen verantwoordelijkheid. Waar nodig ondersteunt Zaanstad zijn burgers daarbij. Of en welke ondersteuning geboden wordt verschilt per persoon. Niet iedereen krijgt een voorziening aangeboden omdat niet iedereen dat nodig heeft. We doen een beroep op het eigen initiatief van de kandidaat en maken afspraken over deelname aan re-integratie-activiteiten, het zoeken naar werk en het verrichten van onbetaalde werkzaamheden als opstap naar betaald werk. Iedere kandidaat maakt samen met een casemanager concrete afspraken die vastgelegd worden in een plan van aanpak. Hierbij kan, afhankelijk van de omstandigheden van de kandidaat, het hele spectrum aan re-integratie-instrumenten worden ingezet. Dat kan bijvoorbeeld ook door kandidaten direct aan het werk te zetten, bijvoorbeeld in Werk in de Wijk. Omdat het afspraken zijn in het kader van re-integratie is het maatregelenbeleid van toepassing: als iemand zijn/haar afspraken niet nakomt kan er een maatregel worden opgelegd.
Als betaald werk geen optie is, kan iemand naar vermogen een maatschappelijke bijdrage leveren. Dit kan vrijwilligerswerk zijn, maar ook mantelzorg of een participatieplaats (tijdelijk werk met behoud van uitkering als mogelijke opstap naar regulier betaald werk op lange termijn). Ook hier gaan we uit van het eigen initiatief van burgers. We sluiten aan bij hun mogelijkheden en belangstelling. De gemeente ondersteunt mensen die op eigen kracht niets passends vinden. En passend is: passend bij iemands mogelijkheden. We maken daar op basis van wederzijds vertrouwen afspraken over en ook deze afspraken worden vastgelegd in het plan van aanpak. Als blijkt dat afspraken moedwillig niet worden nagekomen is het maatregelbeleid van toepassing.
Nieuwe wettelijke verplichting: maatschappelijke tegenprestatie
In 2012 is de maatschappelijke tegenprestatie ook in de wet vastgelegd, voorzien van een aantal voorwaarden. Deze wettelijke verplichting staat náást de verplichting om alles te doen om aan het werk te komen. Tot nu toe was de gemeentelijke invulling van de tegenprestatie vrijblijvend, per 1 januari 2015 moet elke gemeente beleid ontwikkeld hebben. Het wettelijke instrument ‘tegenprestatie’ zetten we in als sluitstuk van de aanpak om “iedereen naar vermogen iets terug te laten doen voor zijn/haar uitkering”. Het wettelijke instrument ‘tegenprestatie’ is een wettelijke verplichting waarvan de gemeente de duur en de hoogte mag bepalen.
Het wettelijke kader is dat de tegenprestatie bestaat uit onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden met een additioneel karakter. Deze werkzaamheden:
- •
zijn niet gericht op toeleiding naar de arbeidsmarkt;
- •
zijn niet bedoeld als re-integratie instrument;
- •
worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid in de organisatie waarin ze worden verricht;
- •
mogen niet leiden tot verdringing.
Tegenprestatie als sluitstuk
Omdat we de prioriteit leggen bij re-integratie naar de reguliere arbeidsmarkt én omdat we uitgaan van de eigen verantwoordelijkheid van iedereen, zetten we het wettelijk instrument tegenprestatie alleen in als een sluitstuk.
Dat wil zeggen dat we beginnen met afspraken over re-integratie met de mensen die naar de arbeidsmarkt kunnen terugkeren. Of met afspraken over maatschappelijke participatie met mensen voor wie dat (nog) niet aan de orde is. Het wettelijke instrument ‘tegenprestatie’ wordt pas ingezet als mensen niet uit zichzelf , naar vermogen, op een of andere wijze participeren en daarmee iets terug doen voor hun uitkering.
De kandidaat heeft zelf invloed op de inhoud en de vorm van re-integreren en participeren. Hiermee willen wij de eigen verantwoordelijkheid en eigen initiatief stimuleren: wat doe ík terug voor mijn uitkering? En het is de beste manier om aan te sluiten bij wat iemand kan en wil. De omvang van de activiteiten hangen af van iemands vermogen. Als er een goed plan ligt en de kandidaat komt zijn/haar afspraken na, dan hoeven we het wettelijke instrument ‘tegenprestatie’ niet in te zetten.
Als we het wettelijke instrument ‘tegenprestatie’ wel in (moeten) zetten hanteren we de volgende uitgangspunten: het wordt opgedragen voor maximaal 16 uur per week en maximaal 208 uur in 6 maanden. Als minimum hanteren we in beginsel 8 uur per week. We hanteren daarbij maatwerk: het aantal uren kan ook minder zijn op basis van de individuele situatie en mogelijkheden. De wettelijke tegenprestatie wordt binnen een periode van een jaar bovendien slechts eenmaal opgedragen.
Bij het opdragen van de tegenprestatie wordt rekening gehouden met diverse factoren. Het zijn werkzaamheden die additioneel zijn op reguliere arbeid, dat wil zeggen dat het werkzaamheden zijn die anders niet gedaan zouden worden. De werkzaamheden worden afgestemd op de individuele situatie én de mogelijkheden van de kandidaat.
De werkzaamheden kunnen heel divers zijn. Denk bijvoorbeeld aan het aanvullend schoonhouden van de wijk, extra handen op school, verzorgingshuis of vereniging of andere activiteiten die bijdragen aan de leefbaarheid in de buurt. We zullen de soort activiteiten samen met de Sociale Wijkteams en de sector Uitvoering ontwikkelen . Indien er geen werkzaamheden voorhanden zijn die kunnen worden ingezet als tegenprestatie, wordt de tegenprestatie niet opgedragen.
Er wordt geen tegenprestatie opgedragen indien een kandidaat op een andere wijze iets terugdoet voor zijn of haar uitkering in de vorm van deelname aan re-integratie activiteiten, vrijwilligerswerk en/of mantelzorg, zoals afgesproken in het plan van aanpak. Ook als iemand volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is wordt geen tegenprestatie opgelegd.