Verordening op de heffing en de invordering van leges 2015
De raad van de gemeente Kaag en Braassem;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;
besluit:
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2015 (Legesverordening 2015)
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
  • a.
    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
  • b.
    week: een aaneengesloten periode van 7 dagen;
  • c.
    maand: een tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n – 1)e dag in de volgende kalendermaand;
  • d.
    jaar: een tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n – 1)e dag in het volgende kalenderjaar;
  • e.
    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2. Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
  • a.
    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
  • b.
    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3. Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4. Vrijstellingen
  • 1.
    Leges worden niet geheven voor:
    • a.
      diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
    • b.
      diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een dergelijke vergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
    • c.
      het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;
    • d.
      het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van stukken, vereist voor de uitbetaling van pensioenen, gagementen, wachtgelden en lijfrenten;
    • e.
      het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.3.3.4 en titel 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, inclusief de van een aanvraag deel uitmakende aanvragen voor vergunningen/ ontheffingen zoals bedoeld in de Wegenverkeerswet, de Zondagswet, de Wet op de Kansspelen, de Brandbeveiligingsverordening, etc. Deze vrijstelling betreft alleen een aanvraag om een vergunning gedaan door in de gemeente gevestigde non-profitinstelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij deze activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers zonder dat gebruik wordt gemaakt van de medewerking door een zakelijk/commercieel bedrijf;
    • f.
      het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning ingediend door een bestuursorgaan van de gemeente Kaag en Braassem;
    • g.
      de stukken en legalisaties van handtekeningen betreffende militaire zaken;
    • h.
      de stukken en inlichtingen, door openbare besturen, ambtenaren of instellingen in het openbare belang verzocht, met uitzondering van die in de hoofdstukken 4 en 5 van de tarieventabel;
    • i.
      de stukken en inlichtingen, waarvan de kosteloze afgifte of verstrekking bij enig wettelijk voorschrift aan de gemeentebesturen is opgelegd;
    • j.
      het verstrekken van openbare stukken aan de pers behalve in de gevallen als bedoeld in de onderdelen 1.1.2.8 en 1.1.2.11 van de tarieventabel;
    • k.
      het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een vergunning als bedoeld in de Huisvestingswet ten behoeve van:
      • degenen, die door de overheid worden verplicht woongelegenheid te ontruimen of na de opheffing van zodanige maatregelen hun vroegere woongelegenheid weer te betrekken;
      • ongehuwde kinderen, die in de ouderlijke woning als hoofdbewoner terugkeren.
  • 2.
    In afwijking van het gestelde onder het 1e lid, c tot en met e, worden de kosten van derden wel doorberekend aan de aanvrager.
Artikel 5. Tarieven
  • 1.
    De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
  • 2.
    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
  • 3.
    Daar waar in de tarieventabel wordt gesproken over een wettelijk tarief treedt bij wijziging van het wettelijk tarief het alsdan gewijzigde tarief in de plaats van het in de tarieventabel vermelde bedrag.
  • 4.
    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
  • 5.
    Het college van burgemeester en wethouders is gemachtigd de tarieventabel aan te passen in verband met de wijziging van wettelijke tarieven en tekstuele wijzigingen van ondergeschikte aard.
Artikel 6. Wijze van heffing
De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.
Artikel 7. Termijnen van betaling
  • 1.
    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
    • a.
      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
    • b.
      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
  • 2.
    De heffingsambtenaar kan in de gevallen genoemd in het vorige lid onder b bepalen, dat een voorlopig bedrag wordt betaald. Het bedrag wordt vastgesteld tot ten hoogste het bedrag dat vermoedelijk aan leges is verschuldigd.
  • 3.
    Het voorlopig betaalde bedrag wordt in mindering gebracht op het vastgestelde bedrag van de verschuldigde leges.
  • 4.
    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 8. Kwijtschelding
Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9. Teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10. Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening indien de wijzigingen:
  • van zuiver redactionele aard zijn;
  • een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking in Staatsblad of Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de Tarieventabel betreft :
    • 1.
      hoofdstuk 3 (basisregistratie personen, Wet bescherming persoonsgegevens en verklaringen omtrent het gedrag);
    • 2.
      hoofdstuk 6 (akten burgerlijke stand);
    • 3.
      hoofdstuk 7( rijbewijzen);
    • 4.
      hoofdstuk 8 (reisdocumenten);
    • 5.
      hoofdstuk 10 (Kansspelen).
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12. Hardheidsclausule
Indien strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot onvoorziene onbillijkheden van overwegende aard kan het college van burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in deze verordening.
Artikel 13. Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel
  • 1.
    De "Legesverordening 2014", vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 16 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
  • 2.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van de bekendmaking.
  • 3.
    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
  • 4.
    Deze verordening kan worden aangehaald als "Legesverordening 2015".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Kaag en Braassem gehouden op 15 december 2014

de griffier,

drs. B.S.M. Sepers

de voorzitter,

mr. K.M. van der Velde-Menting

Bijlagen: Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2015
 
 
Tarief 2015 (€)
TITEL 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING
Hoofdstuk 1 Algemeen
 
1.1.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
 
1.1.1.1
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen
49,80
1.1.2.1.
een afdruk van een WOZ-beschikking
20,00
1.1.2.2.
fotokopieën, dan wel gescande opnamen in diverse formaten, van openbare stukken, voor zover niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina,
0,55
1.1.2.3.
afdrukken op A4 formaat
0,55
1.1.2.4.
afdrukken op A3 formaat
1,05
1.1.2.5.
afdrukken vanaf A3 tot A0 formaat, voor de eerste pagina
15,70
1.1.2.6.
afdrukken vanaf A3 tot A0 formaat, voor elke volgende pagina
7,35
1.1.2.7.
waarmerken van door de belanghebbende zelf overgelegde stukken, per pagina
12,35
1.1.2.8.
stukken of uittreksels, die op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen
16,30
1.1.2.9.
een uittreksel, verklaring of anderszins op grond van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (Wkpb)
10,65
1.1.2.10
Voor het mondeling of telefonisch verstrekken van inlichtingen uit hiervoor genoemde stukken wordt het recht van inzage geheven, per kwartier
20,05
1.1.2.11
gegevens uit het gemeente- of streekarchief waarvoor door of vanwege de gemeente nasporing moet worden gedaan, ongeacht het resultaat, naar de in het gemeente- of streekarchief berustende stukken door een ambtenaar, per kwartier of gedeelte daarvan
20,05
1.1.3.1.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
 
1.1.3.2.
Voor het legaliseren van een handtekening, per handtekening
8,15
1.1.3.3.
Voor het legaliseren van een foto, per foto
8,15
1.1.3.4.
Voor het ter legalisatie zenden van stukken naar een andere gemeente in Nederland, in het persoonlijk belang van de aanvrager
8,15
1.1.4.1
Het tarief voor het gebruik van de vleugel bij concerten etc. bedraagt per activiteit
267,55
Algemeen tarief kosten van derden
1.1.5.1
De kosten van derden en van wettelijke publicaties worden voor 100% doorberekend voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen
 
Hoofdstuk 2 Bestuursstukken
1.2.1
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een papieren exemplaar van
 
1.2.1.1.
De programmabegroting
46,05
1.2.1.2.
De programmarekening
46,05
1.2.1.3.
De bestuursrapportage
39,75
1.2.4.
Een exemplaar van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente
53,55
1.2.5.
Een exemplaar van de Bouwverordening van de gemeente zonder de daarbij behorende toelichting
333,45
1.2.6.
Een exemplaar van de Bouwverordening van de gemeente, met de daarbij behorende toelichting
399,25
1.2.7.
Een exemplaar van een andere niet in deze tarieventabel genoemde verordening van de gemeente
23,35
1.2.8.
Een exemplaar van een bestemmingsplan met bijbehorende plankaart (-en): de aan de gemeente doorberekende kosten van het stedenbouwkundig bureau, verhoogd met een opslag van 10% ter dekking van de gemeentelijke kosten.
 
Hoofdstuk 3 Basisregistratie personen
 
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de Basisregistratie personen moet worden geraadpleegd
 
1.3.1.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag
 
1.3.1.1.
zonder abonnement voor elke inlichting met beperkte inhoud (naam, geboortedatum, -plaats en adres)
6,00
1.3.1.2.
zonder abonnement voor elke uitvoerige inlichting (meer dan beperkte inhoud)
11,95
1.3.1.3.
van een bewijs van opneming in de Basisregistratie personenbasisregistratie personen, betrekking hebbend op een persoon
10,15
1.3.1.4.
van een bewijs van opneming in de Basisregistratie personen, betrekking hebbend op een gezin
10,15
 
Voor de toepassing van onderdeel 1.3.2 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de Basisregistratie personen.
 
1.3.2.
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking
6,30
1.3.3.
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag
 
1.3.3.1.
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag (wettelijk bedrag)
30,05
1.3.3.2.
tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn
10,15
1.3.3.3.
een bewijs van Nederlanderschap, niet bedoeld als reispapier
10,15
1.3.4.
tot het verstrekken van elke andere in deze tarieventabel niet uitdrukkelijk genoemde verklaring, die in het bijzonder belang van de betrokken personen wordt opgemaakt
23,20
1.3.5.
tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar, per 25 verstrekkingen
55,20
1.3.6.
Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doornemen van de Basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier
20,20
1.3.7.
Indien, tengevolge van de aard van de aanvraag tot het verstrekken van een of meer gegevens of tengevolge van de gegevens op grond waarvan een aanvraag tot het verstrekken van een of meer gegevens wordt gedaan, een of meer kaartverzamelingen of registers geheel of gedeeltelijk moeten worden doorgenomen, bedraagt het tarief naast het gevorderde ingevolge de voorgaande paragrafen, voor ieder daaraan besteed kwartier
20,20
1.3.8.
Indien het abonnement als bedoeld onder 3.5 tussentijds wordt beëindigd en deze tussentijdse beëindiging vindt plaats voordat de helft van de geldigheidsduur ervan verstreken is en het abonnement is verbruikt voor ten hoogste voor het aantal verstrekkingen, waarop het tarief betrekking heeft, wordt ontheffing verleend van 50% van de geheven leges.
 
1.3.9.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bericht, als bedoeld in artikel 35 en 40 van de Wet Bescherming Persoonsgegevens, per pagina
0,30
1.3.9.1.
met een maximum van
4,85
1.3.9.2.
Indien meer dan 100 pagina's dan wel indien het bericht bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verstrekking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking bedraagt het tarief
42,80
Hoofdstuk 4 Kiezersregister
1.4.1.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer, bedoeld in artikel D4 van de Kieswet
8,60
Hoofdstuk 5 vervallen
Hoofdstuk 6 Burgerlijke stand
1.6.1.
Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap, het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, indien daarbij gebruik wordt gemaakt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte:
 
1.6.1.1.
maandag om 08.30 en om 09.00 uur
kosteloos
1.6.1.2.
maandag van 09.30 uur tot 17.00 uur
360,00
1.6.1.4.
dinsdag van 11.30 uur tot 17.00 uur
360,00
1.6.1.5.
woensdag van 9.00 uur tot 17.00 uur
360,00
1.6.1.6.
donderdag van 11.30 uur tot 17.00 uur
360,00
1.6.1.7.
vrijdag van 9.00 uur tot 12.00 uur
360,00
1.6.1.8.
vrijdag van 12.00 uur tot 17.00 uur
489,80
1.6.1.9.
zaterdag van 9.00 uur tot 17.00 uur
1135,80
1.6.2
Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een flitshuwelijk/geregistreerd partnerschap
Een dergelijk huwelijk/partnerschap kan worden voltrokken op:
dinsdag om 10.30 uur en 11.00 uur
donderdag om 10.30 uur en 11.00 uur
150,00
1.6.3.
Het tarief - ter zake van de voltrekking van een huwelijk dan wel de registratie van een partnerschap - als genoemd onder 1.6.1.2 en 1.6.1.4 tot en met 1.6.1.9, ter zake van de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, wordt verhoogd met
80,05
1.6.4.
Het tarief - ter zake van de voltrekking van een huwelijk dan wel de registratie van een partnerschap - als genoemd onder 1.6.1.2 en 1.6.1.4 tot en met 1.6.1.9 wordt verhoogd met, indien de voltrekking plaats vindt op een andere, door het college aangewezen, locatie niet zijnde het gemeentehuis of het in 5.4 aangehaalde bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek
116,15
1.6.4a
Het tarief - ter zake van de voltrekking van een huwelijk dan wel de registratie van een partnerschap - als genoemd onder 1.6.1.2 en 1.6.1.4 tot en met 1.6.1.9 wordt verhoogd, indien de voltrekking plaatsvindt op een andere, eenmalig door het college aangewezen, locatie niet zijnde het gemeentehuis of het in 5.4 aangehaalde bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek, met de werkelijke meerkosten in de sfeer van inspectie en vooropname van de betrokken locatie
 
1.6.5.
Het tarief als genoemd onder 1.6.1.2 en 1.6.1.4 tot en met 1.6.1.9, ter zake van het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk dan wel een huwelijk in een geregistreerd partnerschap in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek, wordt verhoogd met
80,05
1.6.6.
Het tarief bedraagt ter zake van het verzoek tot het eenmalig benoemen van een Buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand zonder beëdiging door de rechtbank
152,10
1.6.7.
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een boekje voor huwelijk en voor geregistreerd partnerschap
23,85
1.6.8.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een lijst, waarop zijn vermeld:
 
1.6.8.1.
alle in een maand geborenen en overledenen, voor zover voor plaatsing op die lijst toestemming is verleend, voor elk op die lijst vermelde aangifte
6,00
1.6.8.2
alle in een maand ondertrouwde en gehuwde paren alsmede geregistreerde paren voor elk op die lijst vermeld paar
6,00
1.6.9..
Het tarief bedraagt voor het afsluiten van een abonnement op het een maal per maand verstrekken van een opgave omtrent
 
1.6.9.1.
geboorten
71,40
1.6.9.2.
huwelijksaangiften of aangifte geregistreerd partnerschap
40,05
1.6.9.3.
huwelijken of geregistreerd partnerschap
40,05
1.6.9.4.
overlijden
31,35
1.6.9.5.
voor de vier opgaven tezamen
166,60
1.6.9.6.
Deze tarieven worden, indien toezending van de opgaven door middel van de posterijen wordt verlangd per periode van een jaar, verhoogd met
32,55
1.6.10.
Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen in de registers van de Burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier
20,10
1.6.11.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand gelden de tarieven zoals die zijn opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand of zoals dit Besluit laatstelijk is vervangen of gewijzigd
 
1.6.11.1.
Afschrift akte burgerlijke stand en (meertalig) uittreksel burgerlijke stand en Attestatie de vita (wettelijk bedrag)
12,70
1.6.11.2.
Verklaring van huwelijksbevoegdheid (wettelijk bedrag)
22,60
1.6.12.
Indien, ten gevolge van de aard van de aanvraag tot het verstrekken van één of meer inlichtingen of ten gevolge van de gegevens op grond waarvan een aanvraag tot het verstrekken van één of meer inlichtingen wordt gedaan, één of meer kaartverzamelingen of registers geheel of gedeeltelijk moeten worden doorgenomen, bedraagt het tarief naast het gevorderde ingevolge de voorgaande paragrafen, voor ieder daaraan besteed kwartier
20,05
1.6.13.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor naturalisatie (enkelvoudig, hoog tarief, wettelijk bedrag)
829,00
1.6.13.1.
Indien sprake is van naturalisatie bedraagt het tarief (enkelvoudig, laag tarief, wettelijk bedrag)
617,00
1.6.13.2.
Indien sprake is van naturalisatie bedraagt het tarief voor een meenaturaliserende minderjarige (wettelijk bedrag)
122,00
1.6.14.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een gezamenlijke aanvraag voor naturalisatie (gemeenschappelijk, hoog tarief, wettelijk bedrag
1058,00
1.6.14.1.
Indien sprake is van naturalisatie, bedraagt het tarief (gemeenschappelijk, laag tarief, wettelijk bedrag)
847,00
1.6.15.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag
 
1.6.15.1.
ter verkrijging van het Nederlanderschap (enkelvoudige optie, wettelijk bedrag)
177,00
1.6.15.2.
ter verkrijging van het Nederlanderschap (gemeenschappelijke optie, wettelijk bedrag)
301,00
1.6.15.3.
ter verkrijging van het Nederlanderschap (medeopterende minderjarige, wettelijk bedrag)
21,00
1.6.16
ter verkrijging van een Internationaal bewijs van in leven zijn
12,35
Hoofdstuk 7 Rijbewijzen
1.7.1.
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs (wettelijk maximum bedrag)
38,45
1.7.2.
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen
7,25
1.7.3.
Indien bij de aanvraag als genoemd in 1.7.1 een eerder verstrekt rijbewijs niet kan worden overgelegd, worden de leges verhoogd met
29,80
1.7.4.
Het tarief als genoemd in onderdeel 1.7.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van (wettelijk bedrag)
34,10
Hoofdstuk 8 Reisdocumenten
1.8.
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:
 
1.8.1
van een nationaal paspoort:
 
1.8.1.1
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
67,10
1.8.1.2
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
51,20
1.8.2
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):
 
1.8.2.1
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
67,10
1.8.2.2
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
51,20
1.8.3
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):
 
1.8.3.1
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
67,10
1.8.3.2
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
51,20
1.8.4
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen
51,20
1.8.5
van een Nederlandse identiteitskaart:
 
1.8.5.1
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
53,05
1.8.5.2
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
28,45
1.8.6
voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.8.1 tot en met 1.8.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van
47,30
Hoofdstuk 9 Vervallen
Hoofdstuk 10 Wet op de kansspelen
1.10.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de Kansspelen:
 
1.10.1.1.
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat (wettelijk bedrag):
56,50
1.10.1.2.
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten
 
 
een bedrag van (wettelijk bedrag)
34,00
 
en per kansspelautomaat (wettelijk bedrag)
22,50
1.10.1.3
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd (wettelijk bedrag)
226,50
1.10.1.4
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, een bedrag van (wettelijk bedrag)
136,00
 
en per kansspelautomaat (wettelijk bedrag)
90,50
1.10.1.5
De subonderdelen 1.10.1.1 en 1.10.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden
 
1.10.2
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de Kansspelen (loterijvergunning), mits de prijzen en premies niet meer bedragen dan € 4.500 (Voor hogere bedragen aan prijzen en premies gelden wettelijke bedragen, zie Kansspelenbesluit)
29,80
1.10.3
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de Kansspelen (prijsvraagvergunning)
19,45
Hoofdstuk 11 Winkeltijdenwet en -verordening
1.11.1.
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:
 
1.11.1.1
voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet
58,55
1.11.1.2
tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.11.1.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander
19,45
1.11.1.3
tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.11.1.1 bedoelde ontheffing
19,45
Hoofdstuk 12 Leegstandwet
1.12
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
 
1.12.1
tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet
78,40
Hoofdstuk 13 Schepenverordening
1.13.1.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
 
1.13.1.1
tot het verkrijgen van een vergunning op grond van de Schepenverordening
181,85
1.13.1.2
tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van de Schepenverordening
58,10
Hoofdstuk 14 Snelle motorboten
 
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
 
1.14.1
tot het afgeven van een ontheffing ingevolgd de "Regeling snelle motorbootsport Braassemermeer" met een geldigheidsduur van één jaar
686,05
1.14.1.2.
tot het afgeven van een ontheffing ingevolgd de "Regeling snelle motorbootsport Braassemermeer" met een geldigheidsduur van één dag
41,15
1.14.2
Voor het afgeven van een ontheffing in verband met een wijziging van de motorboot
23,85
Hoofdstuk 15 Parkeerverordening
 
1.15.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: om een vergunning zoals bedoeld in de Parkeerverordening
24,90
Hoofdstuk 16 Vervallen
Hoofdstuk 17 Vervallen
Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer
1.18.1.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag
 
1.18.1.1.
tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken, op grond van artikel 18, eerste lid, van de Wegenverkeerswet (WVW)
79,55
1.18.1.2.
tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49, eerste lid, van BABW
37,30
1.18.1.3.
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 10 van de Wegenverkeerswet voor het houden van een wedstrijd met voertuigen voor alle wegen die bij de gemeente in beheer of eigendom zijn.
23,30
1.18.1.4
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 7.1 van het Voertuigreglement
42,30
1.18.1.5
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor een voertuig zoals bedoeld in de afdelingen 7, 8 en 14 van hoofdstuk 5 van de Regeling Voertuigen
30,85
1.18.1.6
tot het verkrijgen van een ontheffing per voertuig als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor de overige gevallen
42,30
1.18.1.7
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen
 
 
voor een eenmalige ontheffing
154,45
 
voor een langdurige ontheffing (maximaal 3 jaar)
231,65
Hoofdstuk 19 Gemeentearchief
1.19.1.
Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen in het gemeentelijk kadaster voor ieder daaraan besteed kwartier
20,25
1.19.2.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen omtrent de kadastrale, dan wel de plaatselijke aanduiding, per inlichting (uit het geautomatiseerde bestand)
20,25
1.19.3.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om inlichtingen met bijstand van een ambtenaar in het (geautomatiseerde) kadaster betreffende
 
1.19.3.1.
de objecten, per perceel/appartement, per kwartier
20,25
1.19.3.2.
de subjecten, per rechthebbende ongeacht het aantal percelen/appartementen, per kwartier
20,25
1.19.3.3.
Het kadastrale plan, per kaart, per kwartier
20,25
Hoofdstuk 20 vervallen
Hoofdstuk 21 vervallen
Hoofdstuk 22 Telecommunicatiewet en -verordening
1.22.1.1.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.2, derde lid, van de Telecommunicatiewet
358,20
1.22.1.2.
Het in 1.22.1.1 genoemde bedrag wordt
 
1.22.1.2.1.
indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, per strekkende meter sleuf vermeerderd met
1,60
1.22.1.2.2.
indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, per strekkende meter sleuf vermeerderd met
1,60
1.22.1.2.3.
indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met
596,30
1.22.1.2.4.
verhoogd met de werkelijke beheerskosten (degeneratievergoeding) welke in rekening worden gebracht aan de hand van de straatwerkbon(nen) conform de door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en KPN Telecom gemaakte overeenkomst d.d. 21-12-1988.
 
1.22.2
Het tarief bedoeld in onderdeel 22.1 wordt verminderd met de van de melder verkregen of te verkrijgen privaatrechtelijke vergoeding voor beheerskosten in verband met de werkzaamheden, met dien verstande dat de uitkomst van de vermindering niet minder dan nihil kan bedragen.
 
TITEL 2 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER FYSIEKE LEEFOMGEVING/OMGEVINGSVERGUNNING
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
2.1.1
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
 
2.1.1.1
aanlegkosten:
 
 
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft
 
2.1.1.2
bouwkosten:
 
 
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft
 
2.1.1.3
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
 
2.1.2
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld
 
2.1.3
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld
 
Hoofdstuk 2 Principeverzoeken en omgevingsvergunningen
 
Principeverzoeken
 
2.2.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om beoordeling van een principeverzoek om een omgevingsvergunning
334,45
2.2.2
Indien een principeverzoek buiten behandeling wordt gelaten of wordt ingetrokken, bedraagt het tarief
62,70
2.2.3
Indien ten behoeve van de beoordeling van een principeverzoek een milieutoets door de Omgevingsdienst benodigd is wordt het onder 2.2.1 bedoelde tarief verhoogd met
522,55
 
Omgevingsvergunningen
 
2.3
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd
 
2.3.1
Bouwactiviteiten
 
2.3.1.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief
 
2.3.1.1.1
5,2% van de bouwkosten indien de bouwkosten niet meer dan € 2.500,-- bedragen
 
 
zulks met een minimum van € 100,--
 
2.3.1.1.2
5,1% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 2.500,- en minder dan € 5.000,- bedragen
 
2.3.1.1.3
5,0% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 5.000,- en minder dan € 7.500,- bedragen
 
2.3.1.1.4
4,9% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 7.500,- en minder dan € 10.000,- bedragen
 
2.3.1.1.5
4,8% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 10.000,- en minder dan € 12.500,- bedragen
 
2.3.1.1.6
4,7% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 12.500,- en minder dan € 15.000,- bedragen
 
2.3.1.1.7
4,6% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 15.000,- en minder dan € 17.500,- bedragen
 
2.3.1.1.8
4,5% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 17.500,- en minder dan € 20.000,- bedragen
 
2.3.1.1.9
4,4% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 20.000,- en minder dan € 22.500,- bedragen
 
2.3.1.1.10
4,3% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 22.500,- en minder dan € 25.000,- bedragen
 
2.3.1.1.11
4,2% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 25.000,- en minder dan € 27.500,- bedragen
 
2.3.1.1.12
4,1% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 27.500,- en minder dan € 30.000,- bedragen
 
2.3.1.1.13
4,0% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 30.000,- en minder dan € 32.500,- bedragen
 
2.3.1.1.14
3,9% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 32.500,- en minder dan € 35.000,- bedragen
 
2.3.1.1.15
3,8% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 35.000,- en minder dan € 37.500,- bedragen
 
2.3.1.1.16
3,7% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 37.500,- en minder dan € 40.000,- bedragen
 
2.3.1.1.17
3,6% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 40.000,- en minder dan € 42.500,- bedragen
 
2.3.1.1.18
3,5% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 42.500,- en minder dan € 45.000,- bedragen
 
2.3.1.1.19
3,4% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 45.000,- en minder dan € 47.500,- bedragen
 
2.3.1.1.20
3,3% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 47.500,- en minder dan € 50.000,- bedragen
 
2.3.1.1.21
3,2% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 50.000,- en minder dan € 52.500,- bedragen
 
2.3.1.1.22
3,1% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 52.500,- en minder dan € 55.000,- bedragen
 
2.3.1.1.23
3,0% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 55.000,- en minder dan € 57.500,- bedragen
 
2.3.1.1.24
2,9% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 57.500,- en minder dan € 60.000,- bedragen
 
2.3.1.1.25
2,8% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 60.000,- en minder dan € 62.500,- bedragen
 
2.3.1.1.26
2,7% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 62.500,- en minder dan € 200.000,- bedragen
 
2.3.1.1.27
2,6% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan € 200.000,- bedragen
 
 
Verplicht advies commissie ruimtelijke kwaliteit
 
2.3.1.2
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1, 2.3.3 en 2.3.6.1 bedraagt het tarief, indien krachtens de welstandsnota en/ of erfgoedverordening een toets van de commissie ruimtelijke kwaliteit noodzakelijk is, per oordeel, c.q. advies
182,95
2.3.1.2.1
indien het gaat om een aanvraag voor toekenning van de monumentstatus, dan wel het aanwijzen van een beschermd dorpsgezicht
52,25
2.3.1.2.2
indien het gaat om een aanvraag tot doorhaling van de status van monument dan wel beschermd dorpsgezicht
209,05
 
Verplicht advies agrarische deskundige
 
2.3.1.3
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 worden, indien krachtens een bestemmingsplan, een gemeentelijke verordening of naar het oordeel van het gemeentebestuur (in het kader van een afwijkingenprocedure of een principeverzoek) voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van een agrarische deskundige noodzakelijk is, de kosten voor 100% doorberekend.
 
2.3.1.3.1
Indien de agrarische deskundige adviseert op regiebasis worden de kosten voor 100% doorberekend.
 
 
Advisering door de brandweer
 
2.3.1.4
Het verschuldigde bedrag overeenkomstig het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1, onderdeel 2.3.3 (Planologisch strijdig) enonderdeel 2.3.5.1 wordt, indien ter zake door de brandweer een brandpreventief advies wordt uitgebracht, verhoogd met 10% tot een maximum van € 4.000,-.
10%
 
Aanlegactiviteiten
 
2.3.2
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief
519,45
 
Planologisch strijdig gebruik
 
2.3.3
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, b en c, van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1
 
2.3.3.1
indien het betreft artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo (binnenplanse afwijking)
278,00
2.3.3.2
indien het betreft artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo (buitenplanse afwijking)
501,65
2.3.3.3
indien het betreft artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo (uitgebreide planologische afwijking)
4614,15
2.3.3.4
indien het betreft artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo (tijdelijke afwijking)
501,65
2.3.3.5
indien het betreft artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)
417,65
2.3.3.6
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en indien het betreft artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo (afwijking van provinciale regelgeving)
522,35
2.3.3.7
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving)
522,35
2.3.3.8
indien het betreft artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo (afwijking van voorbereidingsbesluit)
333,35
2.3.3.9
Indien ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag zoals bedoeld in onderdeel 2.3.3 een milieutoets door de Omgevingsdienst wordt uitgevoerd wordt het bij de onderdelen 2.3.3.1 tot en met 2.3.3.8 bedoelde tarief verhoogd met
522,55
2.3.4
Buiten behandeling stellen aanvraag
 
2.3.4.1
Indien besloten wordt de aanvraag buiten behandeling te stellen bedraagt het tarief
156,75
 
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
 
2.3.5.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief
 
2.3.5.1.1
bij een vloeroppervlakte t/m 100 m²
525,90
2.3.5.1.2
bij een vloeroppervlakte van 101 t/m 500m²
670,90
2.3.5.1.3
bij een vloeroppervlakte van 501 t/m 5.000m²
957,55
2.3.5.1.4
bij een vloeroppervlakte van 5.001 t/m 50.000m²
1461,85
2.3.5.1.5
bij een vloeroppervlakte boven 50.000m²
2819,30
2.3.5.2
Indien de aanvraag betrekking heeft tot het aanbrengen van een beperkte wijziging in een verleende vergunning ten gevolge van een geringe uitbreiding van de inrichting c.q. aanpassing van het aanwezige aantal personen bedraagt het tarief
333,35
2.3.6
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde dorpsgezichten (rijk ,provincie en gemeente)
 
2.3.6.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens een provinciale verordening aangewezen monument of in een bestemmingsplan opgenomen monument, waarvoor een vergunning of ontheffing is vereist bedraagt het tarief:
 
2.3.6.1.1
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument
205,90
2.3.6.1.2
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht dan wel het in enig opzicht wijzigen
205,90
2.3.6.2
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen, van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief
293,30
2.3.7
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
 
2.3.7.1
In gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo
293,30
2.3.8
Aanleggen of veranderen weg
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief
76,40
2.3.9
Uitweg/inrit
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief
76,40
2.3.10
Kappen
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in de Boswet, een provinciale verordening of de vigerende kapverordening van de gemeente Kaag en Braassem een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief
77,90
2.3.11
Opslag van roerende zaken
 
2.3.11.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief
79,55
2.3.11.2
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo
79,95
2.3.11.3
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo
79,55
2.3.12
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998
 
2.3.12.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief
333,35
2.3.12.2
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Economische Zaken aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998, bedraagt het tarief
333,35
2.3.13
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning mede betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is en een omgevingsvergunning noodzakelijk is, bedraagt het tarief
333,35
2.3.14
Andere activiteiten
 
2.3.14.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling
 
2.3.14.1.1
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief
108,15
2.3.14.2
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of Keur van het Hoogheemraadschap aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief
 
2.3.14.2.1
als het een gemeentelijke verordening betreft
230,50
2.3.14.2.2
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft
230,50
2.3.15
Omgevingsvergunning in twee fasen
 
2.3.15.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief
 
2.3.15.1.1
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft vermeerderd met (met een maximum van € 250,00)
3%
2.3.15.1.2
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft (met een maximum van € 250,00)
3%
2.3.16
Beoordeling rapportages
 
 
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een rapport wordt beoordeeld
 
2.3.16.1
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
230,50
2.3.16.2
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
230,50
2.3.16.3
voor de beoordeling van een akoestisch rapport
230,50
2.3.16.4
voor de beoordeling van een asbestinventarisatierapport
230,50
2.3.16.5
voor de beoordeling van een bezonningsrapport
230,50
2.3.16.6
voor de beoordeling van een luchtonderzoek (geur-, fijnstof- en dergelijke)
230,50
2.3.16.7
voor de beoordeling van een planschaderisicoanalyse
230,50
2.3.16.8
voor de beoordeling van een parkeer- of verkeersonderzoek
230,50
2.3.16.9
voor de beoordeling van een flora- en faunaonderzoek
230,50
2.3.16.10
voor de beoordeling van een bedrijven- en milieuzoneringsonderzoek
230,50
2.3.17
Advies
 
2.3.17.1
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
 
2.3.17.2
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
 
2.3.18
Verklaring van geen bedenkingen
 
2.3.18.1
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo
 
2.3.18.1.1
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven
278,10
2.3.18.1.2
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven
278,10
2.3.19
Vaststellen hogere grenswaarde voor wegverkeerslawaai
 
 
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een hogere grenswaarde voor wegverkeerslawaai als bedoeld in de artikelen 82,83 en 85 van de Wet geluidhinder.
393,35
Hoofdstuk 4. Teruggaaf
 
2.4.1
In geval van intrekking van de aanvraag van een omgevingsvergunning voordat hierop is beschikt, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.
 
2.4.2
De teruggaaf bedraagt: indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het verzenden van het bericht van behandeling van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges
75%
2.4.2b
Indien de aanvraag wordt ingetrokken voor het verzenden van het bericht van behandeling van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
met een maximum van € 77,30
75%
2.4.2.1
In afwijking van 2.4.2 bedraagt de teruggaaf van de ophoging van de bouwleges als gevolg van de combinatie van bouwactiviteiten met planologisch strijdig gebruik zoals bedoeld in het onderdeel2.3.3.3 alsmede van de ophoging van de bouwleges op grond van hoofdstuk 8 "Bestemmingswijzigingen" 100% indien de aanvraag binnen een termijn van vier weken na bericht van behandeling wordt ingetrokken.
 
2.4.3
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken na het verzenden van het bericht van behandeling van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges
50%
2.4.4
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
 
 
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 26 weken na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges
25%
2.4.5
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning. Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, sloop- of gebruiksactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.5, 2.3.6, of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges
25%
2.4.6
Minimumbedrag voor teruggaaf
 
 
Een bedrag minder dan € 60,- wordt niet teruggegeven.
 
2.4.7.
Uitsluiting teruggaaf leges
 
2.4.7.1
Van de ophoging van de bouwleges als gevolg van advisering door externe deskundigen zoals bedoeld in de onderdelen 2.3.1.2, 2.3.1.3, 2.3.1.4, 2.3.16 en 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend indien reeds om advisering is gevraagd (geen teruggaaf van de kosten van deskundigenadviezen).
 
2.4.7.2
Van de ophoging van de bouwleges als gevolg van de combinatie van bouwactiviteiten met planologisch strijdig gebruik zoals bedoeld in de onderdelen 2.3.3.1, 2.3.3.2 en 2.3.3.4 tot en met 2.3.3.8 wordt geen teruggaaf verleend zoals bedoeld onder 2.4.3 (geen teruggaaf bij reguliere procedure indien intrekking na vier weken).
 
2.4.7.3
Van de ophoging van de bouwleges als gevolg van de combinatie van bouwactiviteiten met planologisch strijdig gebruik zoals bedoeld in het onderdeel 2.3.3.3 alsmede van de ophoging van de bouwleges op grond van hoofdstuk 8 "Bestemmingswijzigingen" wordt geen teruggaaf verleend als bedoeld in onderdeel 2.4.3, indien intrekking geschiedt na 10 weken na bericht van in behandeling nemen (geen teruggaaf bij uitgebreide procedure, indien intrekking na 10 weken).
 
2.4.7.4
Van de ophoging van de bouwleges als gevolg van de combinatie van bouwactiviteiten met planologisch strijdig gebruik zoals bedoeld in de onderdelen 2.3.3.1 tot en met 2.3.3.8 alsmede van de ophoging van de bouwleges op grond van hoofdstuk 8 "Bestemmingswijzigingen" wordt geen teruggaaf verleend als bedoeld onder 2.4.4 en 2.4.5 (geen teruggaaf bij weigering of intrekking na verlening).
 
Hoofdstuk 4a Vermeerdering
 
2.4a.1
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 2wordt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang van de activiteit(en) van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, verhoogd met
100%
Hoofdstuk 5 Intrekking omgevingsvergunning
 
2.5.1
Het tarief bedraagt voor een ambtshalve gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo
64,90
2.5.2
Het tarief bedraagt voor het op verzoek intrekken van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo
32,45
Hoofdstuk 6 Verlenging termijn omgevingsvergunning
 
2.6.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlenging van de termijn waarbinnen gestart moet zijn met de in de omgevingvergunning genoemde bouwactiviteit
64,90
Hoofdstuk 7 Vervallen
 
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen
 
2.8.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening
4614,15
2.8.2
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening
4614,15
2.8.3
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder b, van de Wet ruimtelijke ordening
4614,15
2.8.4
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.9 van de Crisis- en herstelwet
4614,15
2.8.5
Indien een aanvraag als bedoeld in artikel 2.8.1 tezamen met een omgevingsvergunning wordt aangevraagd en ex artikel 3.30 van de Wet op de ruimtelijke ordening wordt gecoördineerd, is voor het in behandeling nemen van deze aanvragen het bedrag dat voortvloeit uit de tarieven van hoofdstuk 3 en hoofdstuk 8 van toepassing
 
Hoofdstuk 9 Planschade
 
2.9.1
Het tarief (het recht zoals bedoeld in artikel 6.4 van de Wro) bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om tegemoetkoming in schade zoals bedoeld in artikel 6.1 van de Wro voor evt. terugstorten hiervan zie artikel 6.4, vierde lid, Wro (wettelijk maximum bedrag)
500,00
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking
 
2.10.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking
541,10
TITEL 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE EUROPESE DIENSTENRICHTLIJN
 
Hoofdstuk 1 Horeca
 
3.1.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van
 
3.1.2
een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet
251,05
3.1.3
een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet
33,55
3.1.4
een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van de Drank- en Horecaverordening
33,55
3.1.5
een aanvraag tot wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a lid 1 aanhef onder A en B Drank en Horecawet (bijschrijven leidinggevende)
33,55
3.1.6
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet (wijziging inrichting)
33,55
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
 
3.2.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning)
160,10
3.2.2
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening (standplaats)
 
 
Geldig voor een dag
21,65
 
Geldig voor een week
28,10
 
Geldig voor en maand
35,80
 
Geldig voor een jaar
142,90
 
Geldig voor vijf jaar of langer
313,75
Hoofdstuk 3 Andere vergunningen op grond van de algemene plaatselijke verordening (apv) en andere verordeningen en regelingen
 
3.3.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag
 
3.3.2
om een vergunning voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg op of aan de weg, als bedoeld in artikel 2:10van de APV
48,80
3.3.3
om een ontheffing voor geluidhinder in de open lucht, als bedoeld in artikel 4:6 van de APV
48,80
3.3.4
om een ontheffing voor het verbranden van afvalstoffen buiten inrichtingen, of anderszins vuur te stoken, als bedoeld in artikel 5:34 van de APV
48,80
3.3.5
om een ontheffing voor een nachtverblijf buiten een kampeerterrein, als bedoeld in artikel 4:18 van de APV
48,80
3.3.6
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening van de gemeente voor het houden van feesten en evenementen in een tent
 
3.3.6.1
bij een vloeroppervlakte t/m 100 m²
33,55
3.3.6.2
bij een vloeroppervlakte van 101 t/m 200 m²
49,80
3.3.6.3
bij een vloeroppervlakte boven 200 m²
67,15
Hoofdstuk 4 Prostitutiebedrijven
 
3.4
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om
 
3.4.1
een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4 eerste lid, van de APV
 
3.4.1.1
voor een seksinrichting
580,30
3.4.1.2
voor een escortbedrijf
580,30
Behoort bij raadsbesluit van 15 december 2014
De griffier,
Naar boven