Legesverordening 2015
 
 
 
Nr. 9i
 
De raad van de gemeente GEERTRUIDENBERG;
 
Mede gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;
 
gelet op de artikelen 156 eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;
 
BESLUIT
Vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2015 .
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
  • a.
    'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
  • b.
    'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen;
  • c.
    'maand': het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;
  • d.
    'jaar': het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
  • e.
    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
  • a.
    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
  • b.
    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
  • a.
    het raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, leggers en plankaarten van de Dienst van het kadaster en de openbare registers door ambtenaren, in de uitoefening van hun functie;
  • b.
    het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen.
  • c.
    het in behandeling nemen van aanvragen en afgeven van vergunningen in het kader van de avondvierdaagse, intocht van St. Nicolaas en acties door verenigingen en instellingen op niet-commerciële basis;
  • d.
    het in behandeling nemen van een aanvraag voor afgifte van verklaringen omtrent gedrag gedaan door instanties die als doel hebben kinderen tijdelijk op te vangen in een gastoudergezin;
  • e.
    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
  • f.
    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  • g.
    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkt milieutoets).
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
  • 1.
    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
  • 2.
    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
  • 3.
    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
  • 1.
    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
    • a.
      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
    • b.
      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
  • 2.
    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar, indien de wijzigingen:
  • 1.
    van zuiver redactionele aard zijn;
  • 2.
    een tariefsverlaging betreffen;
  • 3.
    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
    • a.
      onderdeel 1.1.6 (akten burgerlijke stand);
    • b.
      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
    • c.
      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
    • d.
      onderdeel 1.4.3 (verstrekkingen uit de basisregistratie personen met behulp van alternatieve media of schriftelijk);
    • e.
      onderdeel 1.8.1.1 (verklaring omtrent het gedrag);
    • f.
      hoofdstuk 11 (kansspelen).
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12 Overgangsrecht
  • 1.
    De "Legesverordening 2014" van 19 december 2013, sedertdien gewijzigd, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
  • 2.
    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 13 Inwerkingtreding
  • 1.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
  • 2.
    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als "Legesverordening 2015".
 
Geertruidenberg, 18 december 2014
 
de raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
 
drs K.M.C. Millenaar-Rammelaere, drs. W. van Hees
Naar boven