De Raad van de Gemeente Nijmegen, bijeen in zijn openbare vergadering van 17 december 2014;
Gelezen het voorstel van:
burgemeester en wethouders van 11 november 2014, PU30, nr. 14.0010564;
artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;
vast te stellen de navolgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van haven-, opslag-, en overslaggelden 2015 (Verordening Scheepvaartrechten 2015).
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
De voor de openbare dienst bestemde wateren en voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of onderhoud zijn. In Nijmegen zijn dit de volgende wateren:
2 de Waalhaven, de Waalkade, de Lindenberghaven en ‘t Meertje,
de in de Lindenberghaven gelegen steiger, bestemd voor het kortstondig afmeren van pleziervaartuigen;
de plaatsen aan de Noord- en Oostkanaalhavens, de Waalkade en aan het Maas-Waalkanaal, bestemd voor het laden en lossen van vaartuigen;
4.
vaartuig:een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of zaken, alsmede elk ander voorwerp, hoe ook genaamd dat uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd is of gebruikt wordt tot drijven, berging of bewoning;
een vaartuig dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor de recreatie.
een vaartuig, dat is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen;
een permanent aan de wal liggend vaartuig waar horeca-activiteiten worden ontplooid;
8.
bunker- of winkelschip :
een vaartuig, uitsluitend of in hoofdzaak bestemd als verkooppunt voor brandstof of waren;
een vaartuig dat geheel of hoofdzakelijk gebezigd wordt voor het vervoer van zaken over de
binnenwateren en waarvoor een vervoersvergunning of scheepsattest voor Rijnvaart is afgegeven;
een vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd is voor of in gebruik is als woning, mits door het college van burgemeester en wethouders een ligplaatsvergunning voor woonschepen is afgegeven als bedoeld in de Haven- en kadeverordening;
een vaartuig in hoofdzaak bestemd tot de vaart ter zee;
1 Een vaartuig welke bestemd is voor het vervoer en/of het onderbrengen van hotelgasten of daarmee gelijk te stellen gasten zonder dat met het schip wordt gevaren;
2 Een vaartuig dat is ingericht voor het houden van party-, expositie- of ten- toonstellingen;
een ontmoetingsplaats voor actief-varenden, oud-varenden, hun familieleden en andere bij de Rijn- en binnenvaart betrokkenen, waarin sociaal-culturele, sociaal-maatschappelijke en pastorale diensten worden verleend;
alle vaartuigen, die niet onder de categorieën 5 tot en met 13 als bedoeld in dit artikel vallen, zoals sleepboten, duwboten , roll-on/roll-off schepen, baggermolens, zuigers, elevatoren, drijvende werktuigen, zogenaamd aannemersmateriaal en schepen die om welke reden dan ook zijn ondergemeten;
het aanleggen met een vaartuig aan een kade, laad- en losplaats of steiger;
een door een daartoe bevoegde instantie uitgegeven en in Nederland geldig document betreffende de tonnenmaat en het laadvermogen van een vaartuig;
het in tonnen uitgedrukte laadvermogen, zoals dat blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;
De door het college als zodanig benoemde ambtenaar, alsmede diens vervanger;
Artikel 2 Maatstaf van heffing
1 De rechten worden geheven naar:
a het laadvermogen van het vaartuig;
b de oppervlakte van het vaartuig;
c de lengte van het vaartuig;
d de hoeveelheid overgeslagen goederen.
2 In de bij de verordening behorende tarieventabel is per soort vaartuig aangegeven welke
maatstaf van heffing van toepassing is.
Artikel 3 Toepassing tarief
1 Voor de toepassing van de tarieven:
De rechten worden geheven naar de tarieven, die zijn opgenomen in de bij de
verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van de daarin gegeven
aanwijzingen en bijzondere bepalingen en van het in de volgende leden bepaalde.
2 Voor de toepassing van de tarieven:
a geldt als laadvermogen: het in tonnen uitgedrukte laadvermogen, zoals dat blijkt
uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;
b geldt als hoeveelheid overgeslagen goederen: de in tonnen uitgedrukte hoeveelheid
goederen dat per jaar wordt aan- of afgevoerd;
c wordt de oppervlakte van een vaartuig gesteld op het product van de lengte over
alles en de grootste breedte, zoals blijkt uit de bij het vaartuig behorende
d wordt de lengte van een vaartuig gesteld op de lengte over alles, zoals die blijkt
uit de bij het vaartuig behorende meetbrief.
3 Voor de toepassing van de tarieven:
a wordt een gedeelte van een eenheid van laadvermogen, oppervlakte of lengte voor
een volle eenheid gerekend;
b bij de toepassing van de tarieven wordt het laadvermogen, de oppervlakte of de
lengte ambtshalve bepaald als geen meetbrief wordt overgelegd of indien deze
niet de vereiste gegevens vermeldt.