Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem 2015
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem;
gelet op de artikelen 2, 11, derde lid, 12, zesde lid, 13, tweede lid, 14, vierde lid, 16, 17, tweede lid, en 21, derde lid van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem 2015;
gelet op artikel 5b, tweede en derde lid van de Verordening Jeugdhulp Doetinchem 2015;
Besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning Doetinchem 2015
 
Artikel 1. Hoogte pgb voor een maatwerkvoorziening op grond van de Wmo
  • 1.
    De hoogte van een pgb:
    • a.
      Wordt bepaald aan de hand van een door de cliënt opgesteld plan over hoe hij het pgb gaat
      besteden;
      b. Is toereikend om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen,
      woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van
      derden te betrekken, en wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en
      verzekering; en
    • c.
      Bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate
      voorziening in natura;
    • d.
      Wordt gebaseerd op de bedragen in de door het Nibud vastgestelde Prijzengids.
  • 2.
    De hoogte van een pgb voor:
    • a.
      Een zaak wordt bepaald op ten hoogste de kostprijs van de zaak die de aanvrager op dat moment zou hebben ontvangen als de zaak in natura zou zijn verstrekt. Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering;
    • b.
      Ondersteuning thuis en ondersteuning buitenshuis bij hulp door een professioneel hulpverlener is het gemiddelde tarief Zorg in Natura minus 12%.
    • c.
      Ondersteuning thuis en ondersteuning buitenshuis bij hulp door een niet- professioneel hulpverlener is € 17,80 per uur.
 
Artikel 2. Tarieven ondersteuning thuis en ondersteuning buitenshuis
1.De gemeente Doetinchem hanteert ten aanzien van ondersteuning thuis de tarieven als genoemd in onderstaande tabel. De genoemde tarieven zijn maximum all-in tarieven dienstverlening per uur.
Ondersteuning thuis
 
Schoon huis
Overnemen
Coachen huishouden
Coachen
Zorg in Natura
€ 21,50
€ 42,-
€ 27,50
€ 70,-
Pgb professioneel hulpverlener
€ 18,67
€ 36,04
€ 23,97
€ 59,12
2.De gemeente Doetinchem hanteert ten aanzien van ondersteuning buitenshuis de tarieven als genoemd in onderstaande tabel. De genoemde tarieven zijn maximum all-in tarieven dienstverlening per dagdeel bij dagbesteding overnemen en dagbesteding coachen en per etmaal bij kortdurend verblijf.
Ondersteuning buitenshuis
 
Dagbesteding overnemen
Dagbesteding coachen
Kortdurend verblijf
Zorg in Natura
€ 30,-
€ 49,-
€ 30,-
Pgb professioneel hulpverlener
€ 26,05
€ 42,30
€ 26,15
3.Indien de cliënt en zijn sociale omgeving geen mogelijkheid heeft om de locatie van de
dagbesteding als genoemd in lid 2 te bereiken, dan kan een individuele opslag voor vervoer
toegekend worden per retourreis. De gemeente Doetinchem hanteert hierbij de volgende tarieven:
Vervoer
 
Regulier vervoer
Rolstoel vervoer
Zorg in Natura
€ 7,50
€ 15,-
Pgb
€ 6,58
€ 13,16
4.In afwijking van het gestelde in lid 3 kan een hogere individuele opslag voor vervoer worden
toegekend indien:
  • a.
    De cliënt is aangewezen op specialistische dagbesteding die alleen op een bepaalde locatie
    wordt gegeven;
  • b.
    Deze specialistische dagbesteding medisch noodzakelijk is voor de cliënt.
 
Artikel 3. Hoogte PGB op grond van de Jeugdwet
In de Uitvoeringsagenda Jeugd 2015 is in hoofdstuk 6, agendapunt 38 opgenomen hoe de hoogte voor PGB op grond van de Jeugdwet wordt bepaald. De Uitvoeringsagenda Jeugd 2015 is vastgesteld door het college van B&W op 11 november 2014.
 
Artikel 4. Tarieven voor een individuele voorziening op grond van de Jeugdwet
1.De gemeente Doetinchem hanteert ten aanzien van persoonlijke verzorging en begeleiding individueel de tarieven als genoemd in onderstaande tabel. De genoemde tarieven zijn maximum all-in tarieven dienstverlening per uur.
 
Persoonlijke verzorging
Begeleiding individueel
Pgb professioneel hulpverlener
€ 25,67
€ 34,05
2.De gemeente Doetinchem hanteert ten aanzien van begeleiding groep zonder vervoer en begeleiding groep met vervoer de tarieven als genoemd in onderstaande tabel. De genoemde tarieven zijn maximum all-in tarieven dienstverlening per dagdeel.
 
Begeleiding groep zonder vervoer
Begeleiding groep met vervoer
Pgb professioneel hulpverlener
€ 42,09
€ 47,15
3.De gemeente Doetinchem hanteert ten aanzien van kortdurend verblijf de tarieven als genoemd in onderstaande tabel. De genoemde tarieven zijn maximum all-in tarieven dienstverlening per etmaal.
 
Kortdurend verblijf
Pgb professioneel hulpverlener
€ 95,95
4.De hoogte van het Pgb bij hulp door een niet- professioneel hulpverlener is € 19,00. Onder niet-professioneel hulpverlener wordt het sociaal netwerk van een cliënt verstaan.
 
Artikel 5. Hoogte pgb bij beschermd wonen
  • 1.
    Door de gemeente Doetinchem zijn voor 2015 subsidieafspraken gemaakt met de instellingen die beschermd wonen aanbieden. Er worden dan ook geen tarieven voor Zorg in Natura vastgesteld.
  • 2.
    De gemeente Doetinchem hanteert ten aanzien van een persoonsgebonden budget voor beschermd wonen de tarieven als genoemd in onderstaande tabel per jaar.
Beschermd Wonen
ZZP GG-C
PGB per jaar
1 GGZ C zonder BG- groep
€ 15.645,-
1 GGZ C met BG- groep
€ 25.376,-
1 GGZ C met BG- groep en vervoer
€ 26.538,-
2 GGZ C zonder BG- groep
€ 27.439
2 GGZ C met BG- groep
€ 37.170,-
2 GGZ C met BG- groep en vervoer
€ 38.332,-
3 GGZ C zonder BG- groep
€ 30.411,-
3 GGZ C met BG- groep
€ 40.142,-
3 GGZ C met BG- groep en vervoer
€ 41.304,-
4 GGZ C zonder BG- groep
€ 38.527,-
4 GGZ C met BG- groep
€ 48.258,-
4 GGZ C met BG- groep en vervoer
€ 49.420,-
5 GGZ C zonder BG- groep
€41.747,-
5 GGZ C met BG- groep
€ 51.478,-
5 GGZ C met BG- groep en vervoer
€ 52.640,-
6 GGZ C zonder BG- groep
€ 56.998,-
6 GGZ C met BG- groep
€ 66.729,-
6 GGZ C met BG- groep en vervoer
€ 67.891,-
3.Wanneer een cliënt woonachtig is in een wooninitiatief die voldoet aan de definitie, dan wordt het pgb opgehoogd met een jaarlijkse toeslag van € 4.000,-.
 
Artikel 6. Maximumhoogte pgb bij verhuis- en inrichtingskosten, gebruik van de eigen auto of taxi en sportrolstoel
  • 1.
    Het pgb voor:
    • a.
      Verhuis- en inrichtingskosten bedraagt maximaal € 1.737,-;
    • b.
      Aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel bedraagt maximaal € 2.431,-;
    • c.
      Gebruik van de eigen auto of taxi bedraagt maximaal € 680,- per kalenderjaar.
    • d.
      Gebruik van de bruikleen auto of bus bedraagt maximaal € 380,- per kalenderjaar
2. De hoogte van het pgb voor het gebruik van de eigen auto of taxi voor bewoners van een WLZ-instelling bedraagt maximaal de helft van het pgb als genoemd in lid 1 sub c of d.
 
Artikel 7. Afschrijvingstermijnen maatwerkvoorzieningen
  • 1.
    De periode waarvoor een pgb (voor aanschaf en onderhoud) voor een maatwerkvoorziening wordt toegekend, bedraagt voor:
    • a.
      Een scootmobiel: zeven jaar;
    • b.
      Een rolstoel: zeven jaar;
    • c.
      Een sportrolstoel: drie jaar;
    • d.
      Een tillift: vijf jaar;
    • e.
      Een badlift: vijf jaar;
    • f.
      Douche en toilethulpmiddelen: vijf jaar.
  • 2.
    Indien met het pgb een maatwerkvoorziening als genoemd in lid 1 tweedehands wordt aangeschaft,
dan wordt de resterende afschrijvingstermijn gehanteerd in plaats van de termijnen als genoemd in
lid 1.
3.De in artikel 15 lid 7 van de Verordening genoemde afschrijvingstermijn luidt als volgt: afschrijving
in zeven jaar.
  • In het eerste jaar is 100 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd;
  • In het tweede jaar is 85 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd;
  • In het derde jaar is 70 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd;
  • In het vierde jaar is 55 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd;
  • In het vijfde jaar is 40 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd;
  • In het zesde jaar is 25 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd;
  • In het zevende jaar is 10 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd.
In alle gevallen minus het percentage dat voor rekening van de eigenaar van de woonruimte is
gekomen.
4.Bij overlijden of verhuizen naar een andere gemeente wordt het pgb wat is toegekend voor een
zaak als genoemd in artikel 1 lid 2 sub a teruggevorderd met inachtneming van de
afschrijvingstermijn.
 
Artikel 8. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of pgb’s
1.De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de
berekening van de eigen bijdrage zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.1, eerste lid, van het
Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.
2.Voor rolstoelen wordt geen eigen bijdrage gevraagd.
 
Artikel 9. Bijdrage voor algemene voorzieningen
1.Voor een algemene voorziening kan een cliënt een bijdrage in de kosten verschuldigd zijn aan de
organisatie die zorg draagt voor uitvoering van de algemene voorziening.
2.De organisatie die zorg draagt voor de algemene voorziening stelt de hoogte van de bijdrage vast
en int deze.
 
Artikel 10. Waardering mantelzorgers
De jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten wordt in 2015 nader vormgegeven en vastgesteld.
 
Artikel 11. Betrekken van ingezetenen bij het beleid
In de Regeling sociale raad gemeente Doetinchem 2015 zijn nadere regels gesteld met betrekking tot de medezeggenschap van ingezetenen.
 
Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.
    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015.
  • 2.
    Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning Doetinchem 2015.
  • 3.
    Met inwerkingtreding van het in lid 1 genoemde besluit vervalt het Besluit maatschappelijke
ondersteuning gemeente Doetinchem 2014.
 
Aldus vastgesteld d.d. 16 december 2014
Burgemeester en wethouders van Doetinchem,
 
Burgemeester, Secretaris
TOELICHTING OP HET BESLUIT
Artikelsgewijze toelichting op het Besluit maatschappelijke ondersteuningDoetinchem2015.
Artikel 1. Hoogte pgb voor een maatwerkvoorziening op grond van de Wmo
Lid 2 sub b
De Achterhoekse gemeenten (Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Montferland, Oude- IJsselstreek, Oost Gelre en Winterswijk) hebben gezamenlijk zorg in natura ingekocht. Het opstellen van het programma van eisen en het vaststellen van de tarieven is dan ook een gezamenlijk proces geweest. Het bepalen van de hoogte van het Pgb- tarief is een afgeleide van dit gezamenlijke proces.
Voor de bepaling van het Pgb- tarief wordt per product uitgegaan van het gemiddelde gecontracteerde uurtarief. Op dit tarief wordt een korting toegepast van 12%. Er wordt niet gekozen voor één tarief zoals nu binnen de AWBZ gebruikelijk is. Voor klanten met een zware zorgzwaarte moet het mogelijk blijven om zorg in te kopen bij een niet door de gemeente gecontracteerde aanbieder. In de kostprijsberekening voor ZIN wordt gemiddeld uitgegaan van 12% tot 15 % aan overhead/ extra kosten voor extra eisen die gesteld zijn bij de inkoop.
Lid 2 sub c
Voor niet- professionele zorg wordt uitgaan van huidige AWBZ Pgb- tarief voor niet professionele hulpverleners (€20,-) minus 11%. Bij de bepaling van het tarief voor de in te kopen ondersteuning is uitgegaan van de gemiddelde door het Zorgkantoor vergoede tarieven aan de zorgaanbieders in 2013 minus een korting van 11%. De 11% korting betreft de korting die het Rijk op macroniveau in 2015 de gemeenten heeft doorberekend op het budget voor het uitvoeren van de nieuwe Wmo taken. Dit principe wordt ook toegepast voor de berekening van het Pgb- tarief AWBZ voor niet professionele ondersteuning. Onder niet-professioneel hulpverlener wordt het sociaal netwerk van een cliënt verstaan.
Artikel 2 . Tarieven ondersteuning thuis en ondersteuning buitenshuis
Lid 1 en 2
De tarieven voor Zorg in Natura (ZIN) zijn gelijk aan de maximum all-in tarieven dienstverlening per uur zoals deze zijn opgenomen in de Offerteaanvraag Wmo 2015.
Bij een Pgb voor kortdurend verblijf, betreft het PGB voor alléén overnachting en eten/drinken. De verblijfskosten component wordt alleen mee berekend bij ZIN en niet bij een Pgb.
Lid 3
Voor vervoerskosten wordt uitgegaan van het gemiddelde gecontacteerde tarief minus een korting van 12%. Bij het vaststellen van het tarief wordt uitgegaan van dezelfde uitgangspunten als bij artikel 1 lid 2 sub b.
Artikel 3. Hoogte PGB op grond van de Jeugdwet
De tariefbepaling voor het Pgb voor Jeugd is regionaal overeengekomen met de Achterhoekse gemeenten. Er is daarbij afgesproken dat het huidige model van het Zorgkantoor en bijbehorende tarieven minus 5% worden gehanteerd. Een korting van 5% is gebaseerd op de korting die het rijk doorgevoerd heeft op de budgetten voor de gemeente voor de uitvoering van de Jeugdwet. Voor 2015 wijkt dit af van de WMO. Wanneer voor Jeugd dezelfde systematiek als bij de WMO gehanteerd wordt, komen de Pgb tarieven voor een aantal zorgvormen hoger uit dan de tarieven die het Zorgkantoor nu hanteert. Het financieel verdeelmodel laat deze extra uitgave toe. Het verstrekken van Pgb’s is in veel gevallen goedkoper dan Zorg in Natura, ook is dit bij de zorg voor jeugdigen soms wenselijker.
De tarieven gelden alleen voor de nieuwe cliënten. De cliënten die onder het overgangsrecht vallen behouden het huidige tarief van het Zorgkantoor. Onder strikte voorwaarden is het mogelijk om het tarief aan te passen. Daarvoor is echter de instemming van de budgethouder vereist en de bestaande zorg moet onder dit nieuwe tarief te leveren zijn. Het zal in de praktijk daarom heel moeilijk zijn wijzigingen door te voeren in de huidige tarieven. Er is daarom gekozen voor handhaving van de huidige tarieven.
Artikel 5 . Hoogte pgb bij beschermd wonen
Lid 1
Door de gemeente Doetinchem zijn voor 2015 subsidieafspraken gemaakt met de instellingen die beschermd wonen aanbieden (zorg in natura). De afspraken zijn gebaseerd op de huidige tarieven van het zorgkantoor, minus een korting van 3%. Hierbij is rekening gehouden met de overgangsregeling vanuit de AWBZ voor kapitaalslasten.
Lid 2
De tarieven voor het persoonsgebonden budget zijn gebaseerd op de ZZP GGZ-C AWBZ tarieven van 2014. Door de tarieven op dezelfde hoogte te stellen is gewaarborgd dat cliënten de voor hun benodigde zorg kunnen inkopen en wordt voldaan aan het overgangsrecht.
Lid 3
Er is sprake van een wooninitiatief wanneer minimaal 3 en maximaal 26 bewoners op 1 adres, of binnen een straal van 100 meter wonen, waarin ten minste één gemeenschappelijke verblijfsruimte aanwezig is die geschikt is voor het ontplooien van gezamenlijke activiteiten. Bewoners van een wooninitiatief met een indicatie voor ZZP, die ten minste een PGB ontvangen voor PVZ en BGU komen in aanmerking voor de toeslag van € 4.000,= op jaarbasis.
Artikel 6 . Maximumhoogte pgb bij verhuis- en inrichtingskosten, gebruik van de eigen auto of taxi en sportrolstoel
Lid 1 sub a
De hoogte van de verhuis- en inrichtingskosten is gebaseerd op de Prijzengids van het Nibud. Hierin zijn de stofferingskosten van een huis opgenomen en vastgesteld op € 1.587,- voor een driepersoons huishouden. Verder blijkt uit informatie van het Nibud dat het huren van een busje € 150,- per dag kost. Met het hanteren van deze bedragen wordt aangesloten bij de Bijzondere Bijstand en de daar gehanteerde bedragen.
Lid 1 sub c
Het Nibud heeft de kosten per maand vastgesteld voor een middenklasse auto. Uit jurisprudentie blijkt dat afschrijvingskosten en rente buiten beschouwing kunnen worden gelaten bij bepaling van de hoogte van de financiële tegemoetkoming indien belanghebbende reeds in het bezit van een auto is, omdat deze kosten verbonden zijn aan het bezit van een auto (CRvB 10-11-2010, nr. 09/1801 WMO).
Hieruit blijkt dat de kosten per kilometer € 0,34 bedragen. Verder wordt bij de Wmo uitgegaan van 2.000 km die gecompenseerd te worden. Op grond van deze gegevens is het pgb vastgesteld (€ 0,34 x 2.000 km).
Lid 1 sub d
Bij een in bruikleen verstrekte auto of rolstoelbus heeft de bruiklener, uitgezonderd de brandstofkosten, geen verdere kosten die hij moet dragen. Bij het vaststellen van het pgb is daarom aangesloten bij de gebruikelijke kilometervergoeding die aan werknemers wordt verstrekt. Deze bedraagt € 0,19 per kilometer. Verder wordt bij de Wmo uitgegaan van 2.000 km die gecompenseerd te worden. Op grond van deze gegevens is het pgb vastgesteld (€ 0,19 x 2.000 km).
Artikel 7 . Afschrijvingstermijnen maatwerkvoorzieningen
Lid 2
Voorbeeld: Wanneer een twee jaar oude rolstoel wordt aangeschaft, bedraagt de resterende afschrijvingstermijn 5 jaar (7-2).
Naar boven