Legesverordening 2015
 
De Raad van de Gemeente Nijmegen, bijeen in zijn openbare vergadering van 3 december 2014;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014 ; MO10, nr: 14.0010497;
Gelet op:
artikel 219, tweede lid, 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb 2011, 440);
Besluit:
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2015 (Legesverordening 2015).
Artikel 1 Begripsomschrijving
Deze verordening verstaat onder:
  • a.
    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
  • b.
    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
  • c.
    ’maand’: het tijdvak dat loopt van de 1e dag in een kalendermaand tot de 1e dag in de volgende kalendermaand;
  • d.
    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de 1e dag in een kalenderjaar tot de 1e dag in het volgende kalenderjaar;
  • e.
    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december;
  • f.
    leges: het recht als bedoeld in artikel 229, eerste lid, aanhef en sub b van de Gemeentewet;
  • g.
    APV: Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Nijmegen;
  • h.
    Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  • i.
    bouwkosten: de aannemingssom (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen, als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals de UAV of het normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in deze verordening onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft (exclusief omzetbelasting);
  • j.
    aanlegkosten: de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de UAV 2012, voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze verordening onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;
  • k.
    sloopkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de UAV 2012, voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze verordening onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft (exclusief omzetbelasting);
  • l.
    De in titel 2 van de tarieventabel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld;
  • m.
    De in titel 2 van de tarieventabel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
  • a.
    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
  • b.
    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet:
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht .
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
  • a.
    afgifte van een verklaring omtrent inkomen en vermogen;
  • b.
    afgifte van attestaties de vita of het legaliseren van handtekeningen, nodig voor de ontvangst van pensioen, lijfrente, wachtgeld of uitkeringen verbonden aan Nederlandse ridderorden;
  • c.
    het legaliseren van handtekeningen van de tot tekenen bevoegde personen van voogdijverenigingen, benodigd voor de uitreiking van reispapieren aan onder het toezicht van die verenigingen geplaatste personen;
  • d.
    aan belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging daarvan, met betrekking tot enige gemeentelijke functie of dienstverlening jegens de gemeente;
  • e.
    afgifte van stukken, afschriften en uittreksels, als bedoeld in de onderdelen Algemeen en Directie Bestuur en Organisatie van de tarieventabel ten behoeve van gemeenteambtenaren, ambtenaren van de provincie en van het Rijk, raadsleden, commissieleden, alsmede voor personen en instanties, die de gevraagde stukken c.a. nodig hebben voor de uitoefening van hun publieke taken;
  • f.
    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het hebben van voorwerpen op, aan of boven de weg als bedoeld in artikel 2.1.5.1 van de APV, indien de vergunning wordt aangevraagd voor een activiteit waarbij de organisator geen winstoogmerk nastreeft en die ofwel uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op buurt- of wijkniveau, ofwel uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel;
  • g.
    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van het verbod op geluidhinder als bedoeld in artikel 4.1.1.van de APV, indien de ontheffing wordt aangevraagd voor een activiteit waarbij de organisator geen winstoogmerk nastreeft en die ofwel uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op buurt- of wijkniveau, ofwel uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel;
  • h.
    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een evenementenvergunning als bedoeld in artikel 2.2.2 van de APV, indien de vergunning wordt aangevraagd voor een activiteit waarbij de organisator geen winstoogmerk nastreeft en die ofwel uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op buurt- of wijkniveau, ofwel uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel;
  • i.
    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5.2.3 van de APV, indien de vergunning wordt aangevraagd voor een activiteit waarbij de organisator geen winstoogmerk nastreeft en die ofwel uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op buurt- of wijkniveau, ofwel uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel;
  • j.
    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van het kampeerverbod als bedoeld in artikel 5.8.2, lid 2 van de APV, indien de ontheffing wordt aangevraagd voor een activiteit waarbij de organisator geen winstoogmerk nastreeft en die ofwel uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op buurt- of wijkniveau, ofwel uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel;
  • k.
    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2 Verordening Winkeltijden Nijmegen, indien de ontheffing wordt aangevraagd voor een activiteit waarbij de organisator geen winstoogmerk nastreeft en die ofwel uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op buurt- of wijkniveau, ofwel uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel;
  • l.
    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing ingevolge artikel 35 Drank- en Horecawet, indien de ontheffing wordt aangevraagd voor een activiteit waarbij de organisator geen winstoogmerk nastreeft en die ofwel uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op buurt- of wijkniveau, ofwel uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel;
  • m.
    het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van een jaar :
    • van het verbod op het rijden op de busbaan, als bedoeld in artikel 87 juncto 81 van het RVV 1990,
    • voor het parkeren bij het (zonale) bord E9, Bijlage 1 RVV 1990 (parkeergelegenheid, uitsluitend bestemd voor vergunninghouders),
    • van het verbod om het voetgangersgebied te berijden in het afgesloten gedeelte van de binnenstad;
indien deze ontheffing wordt aangevraagd door verloskundigen, de dierenambulance of huisartsen. Deze ontheffing wordt uitsluitend verleend in combinatie met de hulpverlenersvergunning.
Artikel 5 Tarieven en maatstaven van de heffing
  • 1.
    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
  • 2.
    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.
Artikel 7 Termijnen van betaling
De leges moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
  • a.
    mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
  • b.
    schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
Artikel 8 Kwijtschelding
  • 1.
    Bij de invordering van de in deze verordening vermelde leges wordt geen kwijtschelding verleend, met uitzondering van de leges voor een gehandicaptenparkeerkaart of gehandicaptenparkeerplaats.
  • 2.
    Een verzoek om kwijtschelding, zoals in het eerste lid genoemd, wordt getoetst aan de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, met dien verstande dat het in artikel 16 lid 1 van de regeling genoemde percentage voor de kosten van bestaan wordt vervangen door 100.
  • 3.
    Een verzoek om kwijtschelding moet worden ingediend vóórdat ter zake van de betreffende aanslag een dwangbevel wordt betekend. Als het volledige belastingbedrag al is betaald, kan binnen drie maanden na die betaling alsnog een verzoek om kwijtschelding worden ingediend.
  • 4.
    Een verzoek om kwijtschelding, ingediend na de in het derde lid vermelde termijnen wordt niet in behandeling genomen.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
  • 1.
    Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
  • 2.
    Indien na het in behandeling nemen van een dienst als bedoeld in artikel 2 van deze verordening een negatieve beslissing volgt, dan vindt, onverminderd het bepaalde in het eerste lid, overeenkomstig het in de tarieventabel bepaalde bedrag een teruggaaf plaats van 75%, met dien verstande dat in ieder geval een bedrag van € 12,49 verschuldigd blijft, tenzij in een bepaling van de tarieventabel een andere regeling is opgenomen.
Artikel 10 Nadere regels door het college van B&W
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 11 Overgangsrecht
De “Legesverordening 2014” zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 18 december 2013 en gepubliceerd onder nummer GB 2014-012 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 11a Overgangsrecht Wabo
De ingetrokken "Legesverordening 2010", zoals gepubliceerd onder nummer GB 2010-011, blijft van kracht in de gevallen waarop artikel 1.3 van de Invoeringswet Wabo (gepubliceerd in het Stb 2010, 142) ziet, voor wat betreft de volgende onderdelen van de bij de "Legesverordening 2010" opgenomen tarieventabel: Titel 1 onderdeel 1.16 .18 en Titel 2 Rubriek II Afdeling bouwen en wonen.
Artikel 12 Inwerkingtreding
  • 1.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.
  • 2.
    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening 2015’.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 december 2014
De voorzitter,
drs. H.M.F. Bruls
 
 
De raadsgriffier,
drs. M.M.V. Mientjes
 
TOELICHTING LEGESVERORDENING
I.Algemene toelichting
1. Wettelijke basis
De Legesverordening is gebaseerd op de tekst van de Gemeentewet zoals die luidt vanaf 1 januari 1995. Vanaf deze datum komt het begrip "leges" niet meer voor in de Gemeentewet. De reden hiervan is dat er geen wezenlijke verschillen bestaan tussen leges en andere rechten. Het begrip "rechten" omvat mede de leges. De leges worden vanaf 1 januari 1995 geheven op basis van artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet. In de verordening is ervoor gekozen de rechten "leges" te blijven noemen, omdat het hier gaat om een ingeburgerd en herkenbaar begrip. Bovendien gaat het in vrijwel alle gevallen om het in behandeling nemen van aanvragen en vergunningen e.d. en om het verstrekken van documenten.
2. Opzet
De verordening bestaat uit twee gedeelten, namelijk de verordening zelf met de formele en materiële bepalingen en de tarieventabel met een omschrijving van de belastbare feiten en de daarop van toepassing zijnde tarieven.
3 Het begrip ‘dienst’
Ingevolge artikel 229, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet kunnen gemeenten onder andere rechten heffen voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten.
Leges kunnen dus uitsluitend geheven worden voor door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. Dit blijkt uit het arrest van de Hoge Raad van 9 december 1987 (nr. 24.892, BNB 1988/117, Belastingblad 1988, blz. 65).
Het begrip ‘dienst’ is niet nader gedefinieerd in de wet. Wel is in de jurisprudentie invulling gegeven aan het begrip ‘dienst’.
Op grond van de jurisprudentie komen wij tot het oordeel dat voor de vraag of er sprake is van een dienst doorslaggevend is of degene te wiens behoeve de dienst wordt verleend een individueel belang heeft bij de dienst. Dit individuele belang is in beginsel altijd aanwezig indien de dienstverlening wordt gevraagd.
Indien de dienst ambtshalve wordt verleend, is er naar het oordeel van de wetgever geen sprake van een dienst (Tweede Kamer, vergaderjaar 1989-1990, 21 591, nr. 3, blz. 78). Dit betekent dat vanaf 1 januari 1995 voor het ongevraagd verlenen van diensten in ieder geval geen legesheffing meer mogelijk is.
Is het algemene belang groter dan het individuele belang van de aanvrager dan wel degene te wiens behoeve de dienst wordt verleend, dan is er geen sprake van een dienst die legesheffing rechtvaardigt.
Ten slotte zij opgemerkt dat het ‘verlenen’ van een dienst, zoals geformuleerd in de modelverordening, uitsluitend betrekking heeft op het in gang zetten van de dienstverlening. Er is derhalve sprake van een inspanningsverplichting en niet van een resultaatsverplichting.
Hieronder wordt een – chronologisch aflopend – overzicht gegeven van de jurisprudentie, dat meer inzicht geeft of in een concreet geval sprake is van verlening van diensten bedoeld in artikel 229b, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet.
- HR 23 maart 2007, nr. 40664, LJN: BA1262 (Velsen)
Bij een bouwaanvraag die incompleet is en door de gemeente op grond van artikel 4:5 van de AWB ‘verder buiten behandeling is gelaten’ is voldaan aan het belastbaar feit voor heffing van leges ‘het in behandeling nemen van een aanvraag’. Deze uitspraak is het vervolg op Gerechtshof Amsterdam 23 januari 2004, nr. 02/06849, LJN: AO3409, dat anders oordeelde, ook in: Gerechtshof Amsterdam 26 september 2003, nr. 03/01041, LJN: AN7885 (Haarlemmermeer)
- HR 13 augustus 2004, nr. 37863, LJN: AI0408
Bij de behandeling van aanvragen voor planschade is sprake van een publieke taakuitoefening door de gemeente en niet van een individualiseerbaar belang, zodat geen sprake is van verlening van een dienst in de zin van artikel 229 van de Gemeentewet (zie voor planschadevergoeding ook verderop in deze toelichting).
- HR 11 juni 1997, nr. 31253, BNB 1997/271
Bij de werkzaamheden die voor gedeputeerde staten verbonden zijn aan het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar op grond van - onder meer - artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening gaat het rechtstreeks en vooral om het dienen van het publieke belang. Er is wel indirect een particulier belang van de “achterliggende” aanvrager - in voorkomende gevallen de gemeente zelf, maar gelet op het preventief bestuurstoezicht van de provincie, niet rechtstreeks en in overheersende mate. Bij het in behandeling nemen van een aanvraag tot afgifte van een verklaring van geen bezwaar is derhalve niet, ook niet gedeeltelijk, sprake van een rechtstreeks aan de gemeente dan wel aan de “achterliggende” aanvrager verrichte dienst.
- HR 7 mei 1997, nr. 31845, Belastingblad 1997, blz. 586
Duikwerkzaamheden van de brandweer (het betrof het opduiken van een auto) kunnen worden aangemerkt als het verlenen van een dienst ‘indien het gaat om werkzaamheden die niet alleen liggen buiten het gebied van brand- en rampenbestrijding alsmede van beperking en bestrijding van gevaar voor mens en dier bij ongevallen, maar bovendien rechtstreeks en in overheersende mate verband houden met dienstverlening ten behoeve van een individualiseerbaar belang’.
- HR 13 april 1994, nr. 28887, Belastingblad 1994, blz. 431
Het door de politie op verzoek van belanghebbende, in verband met een door deze gemelde aansluiting op een stil alarmsysteem, opstellen van een aanvalsplan, dient voornamelijk om een efficiënt politieoptreden ter handhaving van de rechtsorde mogelijk te maken en om de veiligheid van de bij dat optreden betrokken politieagenten te verhogen. De desbetreffende werkzaamheden houden in het algemeen niet rechtstreeks en voornamelijk verband met een dienstverlening ten behoeve van een individualiseerbaar particulier belang. Er is geen sprake van een dienst in de zin van artikel 229 Gemeentewet.
- HR 11 december 1992, nr. 14484, RvdW 1993, nr. 6 (Vlissingen/Rize)
Met betrekking tot het nablussen van een brand op een schip is kostenverhaal niet mogelijk.
- HR 14 oktober 1992, nr. 27804, BNB 1993/24, Belastingblad 1993, blz. 165
Melding ex artikel 2a van de (toenmalige) Hinderwet is geen dienst.
- Koninklijk Besluit van 2 oktober 1990, nr. 90.001535, Belastingblad 1991, blz. 285
Goedkeuring onthouden aan de legesverordening van de gemeente Delft omdat die verordening een bepaling bevatte op grond waarvan leges geheven konden worden van overheidsorganen voor diensten die worden verricht ter uitvoering van bepaalde medebewindstaken, zoals het verstrekken van gegevens aan het CBS, het af- geven van verklaringen omtrent gedrag etc.
- Koninklijk Besluit van 24 augustus 1990, nr. 89.030275, Belastingblad 1990, blz. 668
Goedkeuring onthouden aan de legesverordening van de gemeente Horst, omdat in de verordening een tarief was opgenomen voor een melding ex artikel 2a van de (toenmalige) Hinderwet. Geen dienstverlening.
- Koninklijk Besluit van 28 december 1988, nr. 13 (Belastingblad 1989, blz. 123)
Goedkeuring onthouden aan de legesverordening van de gemeente Schoorl, omdat in die verordening een tarief was opgenomen voor het behandelen van een kennisgeving in de zin van artikel 1a van het Hinderbesluit. Geen dienstverlening.
- Koninklijk Besluit van 28 december 1988, nr. 12, Belastingblad 1989, blz. 126
Goedkeuring onthouden aan de legesverordening van de gemeente Geldermalsen, omdat in de verordening een tarief was opgenomen voor het bevestigen van een ingevolge artikel 7c van de Wet op de kansspelen gedane mededeling omtrent een te houden klein kansspel. Geen dienstverlening.
- Hoge Raad 9 december 1987, nr. 24892, Belastingblad 1988, blz. 65
Voor legesheffing moet de voorwaarde worden gesteld dat sprake is van door of vanwege het gemeentebestuur verleende diensten. Bij een aanschrijving tot woningverbetering als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de (oude) Woningwet, welke ingevolge artikel 25, vierde lid, van die wet nodig is om de verplichtingen van degene tot wie zij is gericht te doen ontstaan, is geen sprake van het verlenen van een dienst aan de betrokkene in deze zin.
- HR 1 juli 1969, nr. 16165, BNB 1969/185
Voor het in behandeling nemen van aanvragen tot het verkrijgen van een bouwvergunning kunnen leges worden geheven. In het algemeen worden met de term leges niet slechts heffingen aangeduid, die gericht zijn op de vergoeding van de kosten verbonden aan het op schrift stellen van bij bepaalde administratieve diensten behorende stukken, maar mede heffingen, welke op de vergoeding van die diensten zelf zijn gericht.
- Hoge Raad 4 december 1963, nr. 15069, BNB 1964/45
De leges kunnen betrekking hebben op aanvragen van kampeervergunningen, de behandeling en de verlening daarvan en daarnaast op de kosten die het kamperen voor de gemeente meebrengt. Daarbij doet niet ter zake of degene aan wie de dienst wordt verleend daarop al of niet aanspraak kan maken
4. Handelingen voor Nederlandse identiteitskaart
Door de uitspraak van de Hoge Raad van 9 september 2011, nr. 10/04967, LJN: BQ4105, is het in behandeling nemen van een aanvraag voor een Nederlandse identiteitskaart geen dienst in de zin van artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet. Legesheffing op die grond acht de Hoge Raad dan ook niet mogelijk.
De regering vindt het noodzakelijk dat de legesheffing wordt voortgezet ter bestrijding van de gemeentelijke en rijkskosten die met het behandelen van de aanvragen voor een Nederlandse identiteitskaart zijn gemoeid. Daartoe heeft zij een wetsvoorstel bij de Staten-Generaal ingediend (Kamerstukken 33011 – Regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart; hierna: de reparatiewet). De reparatiewet biedt een zelfstandige grondslag voor de legesheffing. De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel op 30 september 2011 aangenomen. De Eerste Kamer ging op 11 oktober 2011 akkoord. Vervolgens is de wet op 14 oktober 2011 in het Staatsblad gepubliceerd (Stb. 2011, 440). De wet werkt terug tot en met 22 september 2011 (de dag na indiening van het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer).
Hoewel de wet een zelfstandige grondslag biedt voor de legesheffing in verband met het aanvragen van een identiteitskaart vanaf 22 september, laat deze onverlet de bevoegdheid van gemeenten om de legesverordening te wijzigen. In de memorie van toelichting stelt de regering het wenselijk te vinden dat dit ‘op enig moment’ gebeurt, om verwarring over de grondslag van heffing te vermijden.
In verband hiermee is de legesverordening in overeenstemming gebracht.
In de aanhef is de wettelijke grondslag voor de legesheffing uitgebreid. Het is wenselijk te expliciteren dat de heffing van gemeentelijke leges niet alleen gebaseerd is op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, maar tevens op artikel 1 van de reparatiewet.
In de tariefbepaling voor de Nederlandse identiteitskaart sluiten wij aan bij de tekst van de reparatiewet.
II.Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1 Begripsomschrijving
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 2 Belastbaar feit
De verordening kent zeer uiteenlopende diensten waarvoor leges worden geheven. Daarom is het niet mogelijk om in artikel 2 een algemene omschrijving van het belastbare feit op te nemen die betrekking heeft op alle in de heffing te betrekken diensten. Daarom is naast de in artikel 2 opgenomen algemene omschrijving van het belastbare feit voor iedere dienst afzonderlijk een verdere omschrijving van het belastbare feit in de tarieventabel opgenomen.
De omschrijving van het belastbare feit is van belang voor de vraag of de materiële belastingschuld ontstaat en het tijdstip waarop die belastingschuld ontstaat. In de verordening is gekozen voor "het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning". Dit heeft als voordeel dat leges reeds verschuldigd zijn op het moment van het in behandeling nemen van de aanvraag en dat niet bepalend is het moment waarop de vergunning wordt verleend. Overigens kan op grond van wettelijke bepalingen niet in alle gevallen het belastbare feit worden omschreven als "het in behandeling nemen van een aanvraag" (bijv het voltrekken van een huwelijk).
Het belastbaar feit is uitgebreid met handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart. Deze uitbreiding van de omschrijving van het belastbaar feit houdt direct verband met de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb 2011, 440) een reparatiewet. Artikel 2, eerste lid, van deze reparatiewet bewerkstelligt dat de bestaande gemeentelijke verordeningen inzake het heffen van rechten voor de identiteitskaart, komen te berusten op artikel 1 van die wet. Dat wil zeggen dat als in die verordening het begrip "dienst" voorkomt, dit begrip waar het de aanvraag van een identiteitskaart betreft niet meer moet worden uitgelegd op basis van artikel 229, eerste lid, onder b, van de Gemeentewet, maar op de voet van artikel 1 van de reparatiewet. Dus als het verrichten van handelingen ten behoeve van de aanvraag van een identiteitskaart, waarbij het individualiseerbaar belang niet meer ter zake doet. Kortom, onder de reparatiewet kunnen rechten geheven worden op basis van de bestaande verordeningen.
Artikel 3 Belastingplicht
Vanwege het uiteenlopende karakter van de diensten is gekozen voor een ruime omschrijving van de belastingplicht, om te voorkomen dat in bepaalde situaties geen belastingplichtige aangewezen zou kunnen worden. Het gebruik van de woorden "dan wel" is bedoeld om te voorkomen dat ter zake van dezelfde dienst van twee belastingplichtigen, te weten de aanvrager en degene te wiens behoeve de dienst wordt verricht, leges zullen worden geheven.
In verband met de uitbreiding van het belastbaar feit, is ook de omschrijving van de belastingplicht gewijzigd.
Artikel 4 Vrijstellingen
In dit artikel zijn niet vermeld de vrijstellingen die in hogere wettelijke regelingen voorkomen.
Artikel 5 Tarieven
De beleidsvrijheid van gemeenten bij de keuze van heffingsmaatstaven is groot.
Artikel 219, tweede lid, van de Gemeentewet stelt als belangrijkste beperking dat niet alleen de heffingsmaatstaf maar ook het tarief of de vrijstellingen niet afhankelijk mag worden gesteld van het inkomen, de winst of het vermogen.
Als algemeen uitgangspunt geldt, dat de leges worden geheven naar een kostendekkend tarief, met dien verstande dat de afzonderlijke titels (titels 1 en 2) van de tarieventabel behorende bij de legesverordening op kostendekkendheid moeten worden beoordeeld, waarbij geldt dat binnen titel 3 de afzonderlijke hoofdstukken kostendekkend moeten zijn.
Artikel 6 Wijze van heffing
Er is gekozen voor heffing op andere wijze, omdat deze wijze van heffing wordt gekenmerkt door een grote mate van vormvrijheid, hetgeen goed aansluit bij het karakter van de heffing van leges.
Artikel 7 Termijnen van betaling
Artikel 251, tweede lid, van de Gemeentewet biedt de mogelijkheid voor de op andere wijze geheven belastingen afwijkende voorschriften te geven betreffende de wijze waarop van het verschuldigde bedrag kennis wordt gegeven aan de belastingschuldige en betreffende de termijn van betaling. Kan de aanvraag onmiddellijk in behandeling worden genomen dan ligt het voor de hand dat de leges onmiddellijk worden betaald. Wordt de kennisgeving uitgereikt dan dient er betaald te worden op het moment van het uitreiken van de kennisgeving. Wordt de kennisgeving toegezonden, dan bepaalt artikel 7, onderdeel b, dat binnen 30 dagen betaald moet worden.
Artikel 8 Kwijtschelding
Kwijtschelding wordt uitsluitend verleend voor de leges voor een gehandicaptenparkeerkaart
en -parkeerplaats.
Artikel 9 Teruggaaf
Artikel 242 van de Gemeentewet regelt de termijn waarbinnen en de wijze waarop een in de verordening voorziene teruggaaf, vrijstelling, vermindering of ontheffing dient te worden aangevraagd. Op grond van het gestelde in het tweede lid van dit artikel vindt een gedeeltelijke teruggaaf van 75% plaats in het geval het in behandeling nemen van een aanvraag leidt tot een negatieve beslissing, tenzij in de bepaling van de tarieventabel een andere regeling is opgenomen.
Artikel 10 Regeling gemeentelijke belastingen
Het college van burgemeester en wethouders heeft op 18 maart 2008 in een regeling gemeentelijke belastingen (GB08-054) de formele bepalingen over de heffing en invordering vastgesteld.
Artikel 11 Overgangsbepaling
Artikel 11 regelt dat de oude verordening wordt ingetrokken met ingang van de datum van ingang van de heffing. De oude verordening blijft van toepassing op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. Voor die belastbare feiten blijft heffing dus mogelijk op basis van de oude verordening, ook al is die verordening ingetrokken.
Artikel 11a Overgangsbepaling gefaseerde bouwvergunning
Artikel 11a bewerkstelligt dat de oude legestarieven (leges die golden voor invoering van de Wabo)nog gelden in gevallen van gefaseerde bouwvergunningen; dit zijn gevallen waarbij de aanvraag voor de bouwvergunning fase 1 is ingediend voor de invoering van de Wabo (1 oktober 2010 ) en die van fase 2 erna. Op grond van een artikel in de Invoeringswet Wabo is het namelijk zo dat voor deze gevallen niet de Wabo geldt maar de oude regelgeving en daarmee de oude tarieven.
Artikel 12 Inwerkingtreding en ingang van heffing
Ingevolge artikel 139 van de Gemeentewet moet de gemeente het besluit tot het vaststellen, wijzigen of intrekken van belastingverordeningen bekend maken. Na de datum van bekendmaking treedt de verordening in werking. De publicatiedatum op het Gemeenteblad geeft aan op welke datum de uitgave feitelijk verkrijgbaar is. Als extra service wordt in het huis aan huisblad "de Brug" nog geattendeerd op de vaststelling, wijziging of intrekking van de verordening. De datum van ingang van de heffing is vastgelegd in het tweede lid.
Artikel 13 Citeertitel
In artikel 13 is in de citeertitel een jaartal genoemd
 
 
 
Tabellen Legesverordening 2015  
 
nummer
Activiteit
Tarief oud
Tarief nieuw
Titel 1
Algemene dienstverlening
 
 
 
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand
 
 
1.1.1
HUWELIJKSVOLTREKKINGEN EN PARTNERSCHAPREGISTRATIES
Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk of
registratie van een partnerschap in het gemeentehuis van Nijmegen,
of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk
op een andere tijd en wijze dan op grond van artikel 4 van de Wet
rechten burgerlijke stand voor kosteloze huwelijksvoltrekking is
bepaald:
a.op maandag:
tussen 9.30 uur en 10.00 uur
alleen locatie Stadswinkel
tussen 12.00 uur en 16.00 uur
b.op dinsdag:
tussen 12.00 uur en 16.00 uur
c.op woensdag:
tussen 12.00 uur en 16.00 uur
d.op donderdag:
tussen 09.00 uur en 12.00 uur
tussen 12.00 uur en 16.00 uur
e.op vrijdag:
tussen 09.00 uur en 16.00 uur
f.op maandag tot en met woensdag tussen
10.00 uur en 12.00 uur,
waarbij de huwelijksvoltrekking niet langer
duurt dan 15 minuten
op locatie Stadhuis
op locatie Stadswinkel
g.op maandag tot en met zaterdag:
tussen 16.00 uur en 22.00 uur
h.op zaterdag:
tussen 09.00 uur en 16.00 uur
i.op de niet onder a tot en met h genoemde uren en op zon- en
feestdagen of op de door het gemeentebestuur vastgestelde
collectieve sluitingsdagen:
NIHIL
€300,00
€300,00
€300,00
€300,00
€361,22
€361,22
€210,00
€170,00
€958,98
€652,57
€1.249,28
NIHIL
€304,25
€304,25
€304,25
€304,25
€366,35
€366,35
€213,00
€172,40
€972,60
€661,85
€1.267,
00
1.1.2
Het tarief bedraagt ter zake van de omzetting van een
geregistreerd partnerschap in een huwelijk:
€131,72
€133,60
1.1.3
Ter zake van de voltrekking van een huwelijk in een bijzonder huis
ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek bedraagt het tarief:
€372,01
€377,30
1.1.4
Indien de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een
partnerschap plaats vindt op een andere locatie dan het gemeentehuis
of een bijzonder huis als bedoeld in 1.1.3 vindt er
een toeslag op bovengenoemde tarieven plaats
van:
€131,72
€133,60
1.1.5
Indien voor de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap, benoeming plaats vindt van een persoon naar eigen keuze
tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag
vindt er een toeslag op bovengenoemde tarieven plaats van:
€251,56
€255,15
1.1.6
Indien de huwelijksvoltrekking, de registratie van een partnerschap, dan
wel de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk,
ongeacht de oorzaak, wordt geannuleerd:
a.tot 14 dagen voor de huwelijksdatum of registratiedatum bedraagt de restitutie een zodanig bedrag dat aan leges nog verschuldigd blijft
b.binnen 14 dagen voor de huwelijksdatum of registratiedatum bedraagt de restitutie een zodanig bedrag dat aan leges nog verschuldigd blijft
€54,54
€161,58
€55,30
€163,90
1.1.7
Indien de huwelijksvoltrekking, de registratie van een partnerschap dan wel de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, ongeacht de oorzaak, wordt verzet:
a.tot 14 dagen voor de huwelijksdatum of registratiedatum bedraagt het tarief:
b.binnen 14 dagen voor de huwelijksdatum of registratiedatum bedraagt het tarief:
€27,95
€82,81
€28,35
€84,00
1.1.8
TROUWBOEKJE / PARTNERSCHAPSBOEKJE
Het tarief bedraagt ter zake van het verstrekken van:
a.een trouwboekje / partnerschapsboekje in een normale uitvoering:
b.een trouwboekje / partnerschapsboekje in een luxe uitvoering:
€16,74
€31,65
€17,00
€32,10
1.1.9
GETUIGEN
Het tarief bedraagt voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen, per getuige:
€31,65
€32,10
1.1.10
PERIODIEKE OPGAVEN BURGERLIJKE STAND
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het periodiek verstrekken van opgaven van geboorten,
huwelijksaangiften, huwelijken en overlijden, bij wijze van abonnement,
met een geldigheidsduur van één jaar:
voor elke categorie afzonderlijk
€263,98
€267,73
1.1.11
TOESTEMMING UITSTEL BEGRAVING/CREMATIE
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verlenen van toestemming voor uitstel van begraving of crematie als bedoeld in artikel 17 van de Wet op de Lijkbezorging
€18,75
€19,02
1.1.12
LAISSER-PASSER VOOR LIJKEN
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verlenen van een laisser-passer voor lijken
€18,75
€19,02
1.1.13
WET RECHTEN BURGERLIJKE STAND
Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het
Legesbesluit akten burgerlijke stand.
 
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten
 
 
1.2.1
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
a.een reisdocument van het Koninkrijk der Nederlanden als bedoeld
in artikel 2, eerste lid van de paspoortwet, ten behoeve van een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18
jaar heeft bereikt het maximale tarief zoals dat is opgenomen
in het Besluit Paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden.
b.een reisdocument van het Koninkrijk der Nederlanden als
bedoeld in artikel 2, eerste lid van de paspoortwet, die op het
moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft
bereikt het maximale tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit
Paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden.
c.een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede
lid van de Paspoortwet ten behoeve van een persoon, die op het
moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt het
maximale tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit
Paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden
d.een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede
lid van de Paspoortwet ten behoeve van een persoon, die op het
moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft
bereikt het maximale tarief zoals dat is opgenomenin het Besluit
Paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden
e.de tarieven genoemd onder a, b, c en d worden bij
spoedlevering vermeerderd met het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden.
 
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen
 
 
1.3.1
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een
aanvraag
a.tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs
b.indien aan de aanvrager reeds eerder een rijbewijs werd verstrekt,
welk document bij de aanvraag of bij de uitreiking van het nieuwe
rijbewijs niet compleet kan worden overgelegd, wordt de ter zake te
heffen leges verhoogd met
c.het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 onder a wordt bij een
spoedlevering vermeerderd met
Het maximumtarief zoals onder a. wordt vastgelegd in art 49a van het Reglement rijbewijzen welke Amvb is gebaseerd op art 111 zesde lid van de Wegenverkeerswet 1994.
€38,40
€30,30
€42,20
€38,40
€30,30
€42,20
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen
 
 
1.4.1
1.1. Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens van een ingezetene, per verstrekking:
2.Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens van een niet- ingezetene, per verstrekking:
•3. Indien terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens de schriftelijke instemming van de geregistreerde noodzakelijk is, bedraagt het tarief
•4. Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het laten verrichten van genealogisch onderzoek bij Burgerzaken bedraagt, ongeacht het resultaat van het onderzoek, per kwartier
•5. Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement met de geldigheidsduur
•van één jaar op het periodiek verstrekken van een opgave van
•verhuizingen binnen de gemeente, vertrekken uit de gemeente en
•vestigingen in de gemeente:
voor elke categorie afzonderlijk
6.Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van één of meer gegevens omtrent één
persoon die niet is opgenomen in de basisregistratie personen, per verstrekking
7.Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van papieren verstrekkingen als bedoeld in artikel 3.17 lid 1 juncto artikel 1.1.4 van de wet basisregistratie personen geldt het tarief zoals dat door de Minister van Binnenlandse Zaken is of wordt vastgesteld.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder één verstrekking verstaan
één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.
€11,20
€37,00
€10,43
€263,98
€28,26
€11,40
€15,00
€37,55
€10,60
€267,73
€28,65
1.4.2
INLICHTINGEN UIT DE GEAUTOMATISEERDE BASISREGISTRATIE PERSONEN
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van
een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen uit de geautomatiseer-
de basisregistratie personen
Het bovenstaande tarief wordt verhoogd met:
een bedrag per 1000 inlichtingen van:
€321,72
€5,90
€326,30
€6,00
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 5 Overige Publiekszaken
 
 
1.5.1
VERKLARING OMTRENT HET GEDRAG
Ter zake van het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het
Gedrag geldt het tarief zoals dat in artikel 39 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens voor dit document is vastgesteld
 
 
1.5.2
ATTESTATIE DE VITA, OPNEMING IN DE BASISREGISTRATIE PERSONEN EN BEWIJS VAN
NEDERLANDERSCHAP
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verkrijgen van een attestatie de vita, een bewijs van inschrijving in de gemeente -een voorlopig bewijs van aanmelding of van afvoering uit de basisregistratie personen daaronder begrepen alsmede voor het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap
€11,20
€11,40
1.5.3
LEGALISATIE HANDTEKENING
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening:
€11,20
€11,40
1.5.4
KOPIE CONFORM ORIGINEEL
Het tarief bedraagt ter zaken van het waarmerken van kopieën
van originele documenten
€11,20
€11,40
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens
 
 
1.6.1
1.Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verkrijgen van een bericht als bedoeld in artikel 35 van
de Wet bescherming persoonsgegevens (de wet), per pagina
met een maximum, per bericht, van
2.De vergoeding voor het bericht dat op een andere gegevensdrager
wordt verstrekt dan papier bedraagt
3.De vergoeding voor het bericht, bestaande uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking moeilijk toegankelijke gegevensverwerking, bedraagt in afwijking van de bovenstaande
artikelleden
4.De vergoeding voor het bericht dat uit meer dan honderd pagina's
bestaat bedraagt in afwijking van de bovenstaande artikelleden
5.De vergoeding voor het in behandeling nemen van een verzet als
bedoeld in artikel 40 van de wet bedraagt
6.Indien voor hetzelfde bericht op grond van het eerste tot en
met vierde lid meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt
slechts de hoogste gevraagd
€0,24
€4,84
€4,84
€24,20
€24,20
€4,84
€0,24
€4,91
€4,91
€24,54
€24,54
€4,91
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken
 
 
1.7.1
WET OPENBAARHEID VAN BESTUUR
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag
tot het verstrekken van een kopie van schriftelijke stukken:
-voor minder dan 6 kopieën:
-- voor 6 tot 13 kopieën:
-- voor 14 of meer kopieën, per kopie:
NIHIL
€4,84
€0,38
NIHIL
€4,91
€0,38
1.7.2
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot
het verstrekken van een uittreksel van een document of een samenvat-
ting van de inhoud van een document, per pagina van het uittreksel of de samenvatting
€2,42
€2,45
1.7.3
BEGROTING
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verstrekken van een exemplaar van de concernbegroting,
een dienstbegroting, een bijlage bij de begroting, deelnota's, concern- en dienstrekening, beleidsplan of beleidsprogramma, de voorjaarsnota, de najaarsnota, een (concern-) MARAP, voor een exemplaar met:
1 tot 25 bladzijden
25 tot 50 bladzijden
50 tot 75 bladzijden
75 tot 100 bladzijden
100 tot 150 bladzijden
150 tot 200 bladzijden
200 tot 300 bladzijden
300 tot meer bladzijden
€7,39
€11,57
€15,76
€19,30
€26,72
€34,76
€46,66
€57,02
€7,50
€11,74
€15,99
€19,57
€27,10
€35,25
€47,32
€57,83
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 8 Gemeentearchief
 
 
1.8.1
FOTOKOPIEEN
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van fotokopieën:
a.uit boeken, tijdschriften, archivalia e.d.
-zwart-wit, formaat A4, per afdruk
-zwart-wit, formaat A3, per afdruk
-kleur, formaat A4, per afdruk
-kleur, formaat A3, per afdruk
€0,30
€0,35
€1,00
€1,25
€0,30
€0,35
€1,01
€1,27
1.8.2
PRINTAFDRUKKEN
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van
a.reader-printafdrukken van microfiches:
-formaat A4, per afdruk
-formaat A3, per afdruk
b.printafdrukken van kranten
-formaat A4, per pagina
-formaat A3, per pagina
c.printafdrukken van scans, per afdruk A4
-zwart-wit
-kleur
€0,55
€0,65
€0,55
€0,65
€1,00
€2,50
€0,56
€0,66
€0,56
€0,66
€1,01
€2,54
1.8.3
ONDERZOEKSKOSTEN
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het laten verrichten van onderzoek in het Regionaal Archief Nijmegen, ongeacht het resultaat van het onderzoek, per kwartier:
€16,26
€16,49
1.8.4
SCANNEN VAN FOTO’S
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het scannen van foto’s, afgedrukt tot het formaat maximaal 21 bij 29,7 cm:
-zwart-wit, per foto afgedrukt
-in kleur, per foto afgedrukt
-een scan standaardresolutie 300 dpi op CD-ROM, op USB-stick of te verzenden per e-mail, per scan
-een scan, gescand op hogere resolutie of nabewerkt, op CD-ROM. op USB-stick of te verzenden per e-mail, per scan
-materiaalkosten van een CD-ROM
€9,26
€12,25
€4,63
€7,72
€2,46
€9,39
€12,42
€4,70
€7,83
€2,49
1.8.5
UITLEEN VAN KOPIEËN VAN BEELD- OF GELUIDMATERIAAL
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een reproductie van een beeld- of geluidmateriaal, per uitgeleende band, zo nodig vermeerderd met onderzoekskosten
€18,32
€18,58
1.8.6
ADMINISTRATIEKOSTEN BIJ VERZENDING VAN MATERIAAL
De tarieven genoemd in dit hoofdstuk, onderdelen 1.8.1 tot en met 1.8.5 worden in geval van verzending per post van het materiaal vermeerderd met een bedrag van
€7,65
€7,76
1.8.7
RONDLEIDINGEN (duur ca. 1 uur)
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het geven van een rondleiding voor minimaal 10 personen, per persoon per uur
Maximum kosten per groep (max. 15 personen per rondleider)
€6,53
€65,17
€6,62
€66,09
1.8.8
TENTOONSTELLINGEN ETC
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van medewerking aan het samenstellen van tentoonstellingen,cursussen, inleidingen, studiedagen en dergelijke, per kwartier, exclusief materiaalkosten
€16,26
€16,49
1.8.9
ONDERZOEK
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het doen van nasporingen in de gemeentelijke archiefbewaarplaatsen berustende stukken, door een ambtenaar,
per dossier
met een maximum van
met dien verstande dat per aanvraag ten hoogste 10 dossiers worden doorlopen
€3,17
€18,70
€3,21
€18,96
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 9 Verkeer en vervoer
 
 
1.9.1
ONTHEFFING WEGENVERKEERSREGLEMENT EN REGLEMENT VERKEERSREGELS EN VERKEERSTEKENS 1990 (RVV):
Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing, zoals bedoeld in artikel 87 van het RVV 1990 bedraagt
a.de ontheffing op kenteken voor het rijden op de busbaan;
(artikel 87 juncto 81 van het RVV (busbaan) per kenteken:
met een maximum van:
a.een ontheffing op kenteken voor drie maanden van het verbod een voertuig te parkeren voor een inrit of een uitrit (artikel 87 juncto artikel 24, eerste lid onder b van het RVV), voor zover het betreft een locatie betreft, waar krachtens de vigerende Verordening Parkeerbelastingen parkeerbelasting wordt geheven:
b.een parkeerontheffing op kenteken, voor het parkeren bij het (zonale) bord E9, Bijlage 1 RVV 1990 (parkeergelegenheid, uitsluitend bestemd voor vergunninghouders) per kenteken:
1.voor één dag
2.voor een periode van minimaal twee tot maximaal zeven dagen
3.voor een maand of gedeelte daarvan, doch
meer dan twee weken
1.voor één jaar
a.een ontheffing op kenteken van het verbod om het voetgangersgebied te berijden in het afgesloten gedeelte van de binnenstad voor de periode van maximaal één jaar bedraagt per kenteken:
met een maximum van:
1.voor maximaal 24 uur per kenteken;
met een maximum van;
1.voor langer dan 24 uur met een maximale geldingsduur van zeven dagen per kenteken;
met een maximum van;
1.voor langer dan zeven dagen met een maximale geldingsduur van een maand of gedeelte daarvan, doch meer dan twee kalenderweken per kenteken;
met een maximum van;
1.voor langer dan een maand met een maximale geldingsduur van één jaar of gedeelte daarvan per kenteken;
met een maximum van;
a.een ontheffing op kenteken voor zover deze aanvraag geen
betrekking heeft op het afgesloten gedeelte van de binnenstad;
1.voor maximaal 24 uur per kenteken
met een maximum van
1.voor langer dan 24 uur met een maximale geldingsduur van drie maanden per kenteken
met een maximum van
1.voor langer dan drie maanden met een maximale geldingsduur van een half jaar per kenteken
met een maximum van
1.voor langer dan een half jaar met een maximale geldingsduur van één jaar per kenteken
met een maximum van
f.een ontheffing op kenteken voor zover deze aanvraag
betrekking heeft op het parkeren op het marktterrein
Kelfkensbos voor één of twee dagen per week met een
maximale geldigheidsduur van één jaar
€46,34
€462,39
€46,67
€8,56
€46,45
€92,90
€185,77
€8,60
€86,00
€69,12
€691,20
€8,60
€86,00
€46,67
€466,70
€93,35
€933,50
€186,66
€1.866,60
€99,29
€47,00
€468,95
€47,33
€8,68
€47,11
€94,22
€188,41
€8,72
€87,22
€17,48
€174,80
€26,22
€262,20
€70,10
€701,02
€8,72
€87,22
€47,33
€473,33
€94,68
€946,75
€189,31
€1.893,10
€100,70
1.9.2
GEHANDICAPTENVOORZIENINGEN
a.Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot:
1.het verkrijgen van een gehandicaptenparkeer-
kaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit
administratieve bepalingen inzake het wegverkeer
1.het verkrijgen van een gemeentelijke
parkeerontheffing voor gehandicapten met
gehandicaptenparkeerschijf
3.het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerplaats
€24,69
€11,19
€82,31
€25,04
€11,35
€83,48
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 10 Huisvestingswet
 
 
1.10.1
ONTTREKKINGSVERGUNNING
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 30
van de Huisvestingswet
€391,37
€396,93
1.10.2
Als de aanvrager zijn aanvraag om vergunning als bedoeld in onderdeel 1.10.1 (gedeeltelijk) intrekt, of als de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, of als besloten wordt dat er geen vergunning vereist is, of als de
vergunning (gedeeltelijk) wordt geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van leges, met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft
van de op grond van onderdeel 1.10.1 verschuldigde leges:
 
25%
1.11.1
VERGUNNING TIJDELIJKE VERHUUR
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een
aanvraag tot:
a.het verkrijgen van een vergunning
ingevolge artikel 15 lid 1 van de
Leegstandwet i.v.m. het aangaan van
een tijdelijke huurovereenkomst
a.verlenging als bedoeld in artikel 15 lid 5 van de
Leegstandswet van de onder a genoemde vergunning
€195,73
€78,55
€198,51
€79,67
1.11.2
Als de aanvrager zijn aanvraag om vergunning als bedoeld in onderdeel 1.11.1 (gedeeltelijk) intrekt, of als de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, of als de vergunning (gedeeltelijk) wordt geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van leges, met dien verstande dat minimaal van de op grond van onderdeel 1.11.1 verschuldigde leges verschuldigd
blijft:
Voor een besluit dat geen vergunning of geen verlengingsbesluit vereist
is, is geen leges verschuldigd.
 
25%
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 12 Kansspelen
 
 
1.12.1
VERGUNNING TOT VESTIGEN / EXPLOITEREN VAN EEN
SPEELAUTOMATENHAL
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot:
a.het verkrijgen van een vergunning ex artikel
2.3.3.2. van de APV
a.het wijzigen van een vergunning ex artikel
2.3.3.2. van de APV
€801,11
€142,39
€812,49
€144,41
1.12.2
AANWEZIGHEIDSVERGUNNING
1.Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning ingevolge
artikel 30b van de Wet op de kansspelen geldt hetmaximale tarief zoals
dat is opgenomen in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000
2.Deze tarieven zijn van overeenkomstige toepassing, indien de
vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden, resp.
langer dan twaalf maanden doch ten hoogste vier jaar, met dien
verstande dat de geldende tarieven naar evenredigheid van het verschil
in looptijd van de vergunning worden verlaagd resp. verhoogd.
 
 
1.12.3
VERGUNNING VOOR KANSSPELEN
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het houden
van:
a.een kansspel per keer
b.een fancy fair
€108,16
€108,16
€109,69
€109,69
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 13 Winkeltijdenwet
 
 
1.13.1
ONTHEFFING WINKELTIJDENWET
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een
aanvraag voor het afgeven van een ontheffing van de verboden van de Winkeltijdenwet, het vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet en de
"Verordening Winkeltijden voor de gemeente Nijmegen"
€108,16
€109,69
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 14 Standplaatsen
 
 
1.14.1
VERGUNNING VOOR HET INNEMEN VAN EEN STANDPLAATS
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling
nemen van:
a.een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor een vaste
standplaats ex artikel 5.2.3. van de APV
b.een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor een
tijdelijke standplaats ex artikel 5.2.3. van de APV en het verlengen
van de onder a genoemde vergunning
Indien de aanvraag van de standplaats betrekking heeft op de Vierdaagsefeesten bedraagt het tarief, in afwijking van het bovenstaande
€278,95
€64,62
€239,82
€282,91
€65,53
€243.22
1.14.2
DUPLICAAT STANDPLAATSVERGUNNING
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek tot het verstrekken van een duplicaat van een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5 van de Marktverordening Nijmegen 2007:
€12,31
€12,49
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 15 Telecommunicatie
 
 
1.15.1
INSTEMMINGSBESLUIT OP GROND VAN DE ALGEMENE VERORDENING
ONDERGRONDSE INFRASTRUCTUUR
Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een
verzoek tot het nemen van een instemmingsbesluit
ingevolge artikel 5 van de Algemene verordening
ondergrondse infrastructuur
Het bovenstaande tarief wordt verhoogd met:
coördinatiekosten per meter (m1) te leggen kabels en
leidingen:
€495,16
€2,23
€502,19
€2,27
1.15.2
MELDING HUISAANSLUITING OP GROND VAN DE ALGEMENE
VERORDENING ONDERGRONDSE INFRASTRUCTUUR
Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een
melding huisaansluiting ingevolge de Algemene verordening
ondergrondse infrastructuur:
€77,20
€78,30
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 16 Diversen
 
 
1.16.1
BESCHIKKINGEN, STUKKEN, AFSCHRIFTEN, UITTREKSELS E.D.
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verstrekken van:
a.een beschikking op een aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in
deze verordening of in een andere wettelijke regeling een tarief is
opgenomen:
a.stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten
worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze
verordening of in een andere wettelijke regeling een tarief is
opgenomen, per pagina:
€7,37
€0,05
€7,47
€0,05
1.16.2
FOTOKOPIEEN
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze verordening of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina
-eenheidsformaat A0
-eenheidsformaat A1
-eenheidsformaat A2
-eenheidsformaat A3
-eenheidsformaat A4
-L. 30 bij B. 60
-L. 30 bij B. 90
-L. 40 bij B. 60
-L. 40 bij B. 90
-L. 50 bij B. 60
-L. 50 bij B. 90
-L. 60 bij B. 60
-L. 60 bij B. 90
-L. 70 bij B. 60
-L. 70 bij B. 90
-L. 80 bij B. 60
-L. 80 bij B. 90
-L. 90 bij B. 60
-L. 90 bij B. 90
-L. 100 bij B. 60
-L. 100 bij B. 90
-L. 110 bij B. 60
-L. 110 bij B. 90
-L. 120 bij B. 60
-L. 120 bij B. 90
-L. 130 bij B. 60
-L. 130 bij B. 90
-L. 140 bij B. 60
-L. 140 bij B. 90
-L. 150 bij B. 60
L.150 bij B. 90
€8,01
€4,77
€3,84
€0,11
€0,05
€3,49
€4,78
€3,66
€4,81
€3,92
€4,81
€4,09
€4,81
€4,37
€6,48
€4,60
€6,83
€4,81
€7,01
€4,99
€7,44
€5,29
€7,76
€5,52
€8,14
€5,78
€8,50
€6,07
€8,86
€6,31
€9,20
€8,12
€4,83
€3,90
€0,11
€0,05
€3,53
€4,84
€3,71
€4,88
€3,97
€4,88
€4,15
€4,88
€4,43
€6,57
€4,67
€6,92
€4,88
€7,11
€5,06
€7,55
€5,36
€7,87
€5,60
€8,25
€5,86
€8,62
€6,15
€8,98
€6,40
€9,34
1.16.3
TOEZENDING VAN STUKKEN
Het tarief bedraagt voor het op verzoek toezenden van stukken, uittreksels, afschriften, doorslagen of fotokopieën voor zover daarvoor
niet elders in deze tabel of in een wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina met een minimum van
€0,05
€12,78
€0,05
€12,96
1.16.4
AFSCHRIFTEN EN KAARTEN
Het tarief voor het verstrekken van een afschrift van een voorontwerpbestemmingsplan, ontwerpbestemmingsplan, vastgesteld bestemmingsplan,of voor een kaart, behorende bij een (ontwerp-)bestemmingsplan bedraagt:
a.voor bestemmingsplan voorschriften (zwart/wit tot
50 bladzijden) met kaart A4-formaat
b.voor bestemmingsplan voorschriften (vanaf 50 blz)
c.voor een kaart, formaat A0, per stuk
d.voor een kaart, formaat A1, per stuk
e.voor een kaart, formaat A3, per stuk
€19,16
€44,72
€8,00
€4,77
€0,15
€19,43
€45,36
€8,11
€4,83
€0,16
1.16.5
VERGUNNING INNEMEN LIGPLAATS
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van
a.een vergunning ex artikel 2.1,lid 2 van de Haven- en
kadeverordening
b.een vergunning ex artikel 2.3.3.2. van de APV
c.van een vergunning ex artikel 2.7. van de Haven- en Kadeverordening
€60,41
€61,46
€61,46
€61,27
€62,33
€62,33
1.16.6
VERGUNNING STROOIFOLDERS
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 4.3.5. van de APV:
per activiteit en per jaar
€141,13
€143,14
1.16.7
VERGUNNING ROLCONTAINER
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1.5.1. van de APV, ten behoeve van het inzamelen van bedrijfsafvalstoffen
vermeerderd met:
van 1 tot 5 containers, per container
voor de volgende 5 containers, per container
voor de volgende 15 containers, per container
voor de volgende 25 containers, per container
voor de volgende 50 containers, per container
voor elke volgende container, per container
€39,04
€36,68
€32,19
€28,67
€24,75
€20,57
€13,84
€39,60
€37,21
€32,64
€29,08
€25,11
€20,86
€14,03
1.16.8
ONTHEFFING VOOR PARKEREN, STALLEN EN HERSTELLEN
VAN VOERTUIGEN OP DE WEG
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing ingevolge artikel 5.1.6, 5.1.7, 5.1.8. en 5.1.9. van de APV, voor zover deze aanvraag betrekking heeft op het afgesloten gedeelte van de
binnenstad:
€54,69
€55,47
1.16.9
VERGUNNING VOOR WERKEN OF VOORWERPEN
T.B.V. DERDEN IN, OP OF LANGS WEGEN
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in de artikelen 2.1.5.1. en 2.1.5.2. van de APV:
€151,68
€153,83
1.16.10
KAMPEERONTHEFFING/RECREATIEF NACHTVERBLIJF
BUITEN EEN KAMPEERTERREIN
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 5.8.2 lid 2 van de
APV:
€68,77
€69,75
1.16.11
ONTHEFFING VOOR PARKEREN IN PARK OF PLANTSOEN
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing voor het parkeren in een park of plantsoen ingevolge artikel 5.1.11 van de APV:
€8,67
€8,81
1.16.12
VERGUNNING INGEVOLGE DE ZONDAGSWET
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 3, 4 of 5 van de Zondagswet:
€46,37
€47,03
1.16.13
VOETBALVERGUNNING
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.2.7. van de APV:
a.indien de aanvraag betrekking heeft op meerdere
wedstrijden
b.indien de aanvraag betrekking heeft op één wedstrijd
€359,72
€119,90
€364,83
€121,60
1.16.14
PROCEDURE HOGERE GRENSWAARDE
Indien de aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning
mede betrekking heeft op een aanvraag tot vaststelling van een hogere
grenswaarde als bedoeld de in de Wet geluidhinder bedraagt het tarief:
€4.171,75
€4.230,
99
1.16.15
ONTHEFFING VERBOD GELUIDHINDER
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
ontheffing als bedoeld in artikel 4.1.1.1. van de APV,
ten behoeve van:
a.een wijkfeest, een niet commercieel evenement
b.een commercieel evenement
c.een evenement voor meer dan 30.000 bezoekers
(vierdaagsefeesten uitgezonderd)
d.de beoordeling van bouwlawaai, aanvraag voor één dag ontheffing
e.de beoordeling van bouwlawaai, aanvraag voor twee of meer dagen
ontheffing
€44,94
€135,45
€359,50
€404,44
€404,44
€45,57
€137,38
€364,60
€410,19
€410,19
1.16.16
BODEMGESTELDHEIDONDERZOEK
Het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van bodeminformatie uit het archief van Bureau Bodem en het gemeentelijk bodeminformatiesysteem betreffende de milieuhygiënische bodemgesteldheid, per adres
€38,78
€39,33
1.16.17
INZAMELVERGUNNING
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 4.2.4.1.van de APV:
a.een incidentele vergunning
b.een doorlopende vergunning
€64,46
€108,16
€65,38
€109,70
1.16.18
VENTVERGUNNING/SAMPLEVERGUNNING
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5.2.2. van de APV:
€141,13
€143,13
1.16.19
VERGUNNING VOOR INZAMELING VAN GELD OF GOED
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5.2.1.van de APV:
a.een incidentele vergunning
b.een doorlopende vergunning
€64,46
€108,16
€65,38
€109,70
1.16.20
ONTHEFFING VOOR PARKEREN, STALLEN EN
HERSTELLEN VAN VOERTUIGEN OP DE WEG
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing ingevolge artikel 5.1.2, 5.1.6, 5.1.7, en 5.1.8 van de APV, voor zover deze aanvraag geen betrekking heeft op het afgesloten gedeelte van de binnenstad:
€46,67
€47,44
1.16.21
TOESTEMMING INGEVOLGE WET OP DE LIJKBEZORGING
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 29 van de Wet op de Lijkbezorging:
€155,70
€157,91
1.16.22
AANLEGVERGUNNING MET VERKLARING VAN GEEN BEZWAAR
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek om een aanlegvergunning als bedoeld in Titel 2 waarbij tevens sprake is van toepassing van artikel 16 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (aanvragen verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten):
€1.946,
13
€1.973,
77
1.16.23
VERGUNNING VOOR HET HEBBEN VAN VOORWERPEN OP, AAN OF BOVEN DE WEG
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het hebben van voorwerpen ingevolge artikel 2.1.5.1 APV:
€108,19
€109,73
1.16.24
indien de aanvraag van de vergunning betrekking heeft op de Vierdaagse-feesten bedraagt het tarief, in afwijking van bovenstaande:
€239,82
€243,23
1.16.25
VERKLARING VAN GEEN BEZWAAR OP GROND VAN LUCHTVAARTWETGEVING
Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek tot het afgeven van een verklaring van geen bezwaar voor het opstijgen caso quo landen van een luchtvaartuig:
€108,16
€109,70
1.16.26
VERGUNNING BOUWOBJECTEN
 
 
 
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1.5.1 van de APV:
€179,20
€181,74
 
 
 
 
 
 
 
 
nummer
Activiteit
Tarief oud
Tarief nieuw
Titel 2
Dienstverlening vallend onder de fysieke lee f omgeving/omgevingsvergunning
 
 
 
Hoofdstuk 1 Vooroverleg conceptaa n vraag/stedenbouwkundige beoordeling
 
 
 
Vooroverleg: uitleg planologische voorschri f ten
 
 
2.1.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor uitleg van planologische voorschriften:
 
€70,00
 
Concept-aanvraag: planologische toets
 
 
2.1.2
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een concept-aanvraag voor een omgevingsvergunning voor zover het betreft een toetsing aan planologische voorschriften:
Deze beoordeling betreft niet een beoordeling op stedenbouwkundige haalbaarheid van de aanvraag.
Als naar aanleiding van de toetsing van de aanvraag een aangepast plan ter beoordeling wordt ingediend, bedraagt de leges mits er geen sprake is van een wezenlijk ander plan:
.
 
€70,00
€35,00
 
Concept-aanvraag: welstand s toets/cultuurhistorietoets
 
 
2.1.3
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een concept-aanvraag omgevingsvergunning voor zover het betreft een toetsing aan welstandsvoorschriften en/of cultuurhistorievoorschriften:
Als naar aanleiding van de toetsing van de aanvraag een aangepast plan ter beoordeling wordt ingediend, bedraagt de leges
mits er geen sprake is van een wezenlijk ander plan:
 
€70,00
€35,00
 
Concept-aanvraag: uitgebreid bouwplanove r leg
 
 
2.1.4.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een concept-bouwaanvraag omgevingsvergunning voor zover het betreft een toetsing aan andere aspecten en activiteiten (niet zijnde stedenbouwkundige haalbaarheid) van het plan dan genoemd in 2.1.2 en 2.1.3 :
Als naar aanleiding van de toetsing van de aanvraag een aangepast plan ter beoordeling wordt ingediend, bedraagt de leges mits er geen sprake is van een wezenlijk ander bouwplan:
 
€ 160,10
€70,00
 
Concept-aanvraag: beperkte stedenbouwku n dige beoordeling
 
 
2.1.5
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een concept-aanvraag omgevingsvergunning voor zover het betreft een toetsing op stedenbouwkundige haalbaarheid van het plan als de beoordeling plaatsvindt door een stedenbouwkundige:
€ 260,74
€ 264,44
 
Concept-aanvraag: uitgebreide stedenbou w kundige beoordeling
 
 
2.1.6
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een concept-aanvraag omgevingsvergunning voor zover het betreft een toetsing op stedenbouwkundige haalbaarheid van het plan als de beoordeling plaatsvindt door een stedenbouwkundige waarbij tevens andere adviseurs moeten worden geraadpleegd:
€ 521,47
€528,87
 
Concept-aanvraag: andere Wabo-aspecten
 
 
2.1.7
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een concept-aanvraag voor een omgevingsvergunning voor zover het betreft een toetsing op haalbaarheid aan andere Wabo-activiteiten en/of Wabo-aspecten als bedoeld in 2.1.2 t/m 2.1.6:
Als naar aanleiding van de toetsing van de aanvraag er een aangepast plan ter beoordeling wordt ingediend, bedraagt de leges
mits er geen sprake is van een wezenlijk ander plan:
 
€70,00
€35,00
 
Concept-aanvraag: geen omgevingsvergu n ning vereist
 
 
2.1.8
Als toetsing van de aanvraag als bedoeld in de onderdelen 2.1.1 t/m 2.1.7 tot de conclusie leidt dat er geen omgevingsvergunning is vereist, is geen leges verschuldigd.
 
 
 
Verkennend stedenbouwkundig vooroverleg
 
 
2.1.9
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om beoordeling of een afwijking van het bestemmingsplan of de beheersverordening haalbaar is:
 
€528,87
 
Hoofdstuk 2 Omgevingsvergunning
 
 
2.2.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
 
 
2.2.2
Bouwactiviteiten
 
 
2.2.2.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
-voor het deel van de bouwkosten tot en met
€ 12.400.000,00:
-voor het deel van de bouwkosten vanaf € 12.400.000,00 tot en met € 20.833.333,00:
-voor het deel van de bouwkosten boven € 20.833.333,00:
van de bouwkosten, berekend over elk geheel bedrag van € 100,00, met een minimum van:
24 promille
18 promille
6 promille
€133,11
24 promille
18 promille
6 promille
€135,00
 
beoordeling bodemrapport
 
 
2.2.2.2
Onverminderd het bepaalde in 2.2.2.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
a.voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:
b.indien beschikbare onderzoeksresultaten worden beoordeeld:
c.voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:
€ 279,26
€ 279,26
€ 375,55
€ 283,23
€ 283,23
€ 380,88
 
Achteraf ingediende aanvraag
 
 
2.2.2.3
Onverminderd het bepaalde in 2.2.2.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na, door de gemeente geconstateerde en schriftelijk bevestigde, aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit en de vergunning tevens wordt verleend:
van de bouwkosten, berekend over elk geheel bedrag van € 100,00
met een minimum van:
2,4 promille
€133,11
2,4 promille
€135,00
2.2.3
Aanlegactiviteiten
 
 
2.2.3.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder b van de Wabo, bedraagt het tarief:
€1.323,79
€1.342,59
2.2.4
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een vergunningsplichtige bou w activiteit
 
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een vergunningsplichtige bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder a van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde onder 2.2.2,
 
 
2.2.4.1
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3, van de Wabo (projectafwijkingsbesluit) of artikel 2.12, eerste lid, onder a onder 2 jo. artikel 4, negende lid Bijlage II Bor wordt toegepast, voorzover de oppervlakte meer is dan 1500 m2 en/of het aantal woningen niet gelijk blijft (grote gebruikswijziging), voor het deel van de bouwkosten tot en met € 1.240.000,00:
voor het deel van de bouwkosten vanaf €1.240.000,00:
van de bouwkosten, berekend over elk geheel bedrag van € 100,00, met dien verstande dat maximaal verschuldigd is:
€15.644,06
12 promille
€106.483,92
€15.866,21
12 promille
€107.959,99
2.2.4.2
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2 Wabo jo. artikel 4, onderdeel 11 van Bijlage II Bor wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
€447,59
€453,94
2.2.4.3
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
€447,59
€453,94
2.2.4A
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van vergunningsvrije bouwactiviteit
 
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een vergunningsvrije bouwactiviteit als bedoeld in artikel 3 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht, bedraagt het tarief:
 
 
2.2.4.A.1
indien artikel 2.12, eerste lid aanhef en onder a, onder 1 of onder 2 van de Wabo wordt toegepast:
€ 133,11
€ 135,00
2.2.5
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
 
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
 
 
2.2.5.1
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3, van de Wabo (projectafwijkingsbesluit) of artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2 jo. artikel 4, negende lid Bijlage II Bor wordt toegepast, voor zover de oppervlakte meer is dan 1500 m2 en/of het aantal woningen toeneemt (grote gebruikswijziging):
€15.644,06
€15.866,21
2.2.5.2
indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 en onder 2 van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (binnenplanse afwijking, buitenplanse kleine afwijking en tijdelijke afwijking):
mits bij de toepassing van artikel 4, negende lid Bijlage II Bor de oppervlakte niet meer is dan 1500 m2 en het aantal woningen gelijk blijft
€607,36
€615,99
2.2.5.3
De bepalingen onder 2.2.2, 2.2.3, 2.2.4, 2.2.4A, 2.2.5 en hoofdstuk 7 zijn niet van toepassing voor zover de kosten zijn opgenomen in een overeenkomst of een exploitatieplan.
 
 
2.2.6
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
 
 
2.2.6.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo:
-voor zover daarin bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft aan meer dan 10 personen (kamerverhuur uitgezonderd: deze categorie is meldingsplichtig);
-voor zover daarin dagverblijf zal worden verschaft aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of meer dan 10 lichamelijk of verstandelijk gehandicapte personen:
a. een startbedrag van:
b. vermeerderd met een bedrag van
per vierkante meter over de vierkante
meters tussen 500 m² en 1500 m², en
a. vermeerderd met een bedrag van
per vierkante meter over de vierkante
meters tussen 1500 m² en 5000 m², en
a. vermeerderd met een bedrag van
per vierkante meter over de vierkante
meters boven 5000 m²
met een maximum van
€1.290,11
€0,49
€0,43
€0,29
€1.437,53
€1.308,43
€0,50
€0,44
€0,29
€1.457,94
2.2.6.2
Wanneer de aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in 2.2.6.1 betrekking heeft op een tijdelijk (maximaal 31 aaneengesloten dagen) bouwwerk, bedraagt het tarief:
a.een startbedrag van:
b.vermeerderd met een bedrag van
per vierkante meter over de vierkante meters
tussen 500 m² en 1500 m², en
c.vermeerderd met een bedrag van
per vierkante meter over de vierkante meters
tussen 1500 m² en 5000 m², en
d.vermeerderd met een bedrag van
per vierkante meter over de vierkante meters
boven 5000 m²
met een maximum van
€ 329,38
€ 0,14
€ 0,06
€ 0,05
€266,21
€ 334,06
€ 0,15
€ 0,06
€ 0,05
€269,99
2.2.6.3
Indien het tijdelijk bouwwerk zich bevindt binnen een inrichting waarvoor een gebruiksvergunning op grond van artikel 2 van de Brandbeveiligingverordening is afgegeven bedraagt het tarief:
€ 89,91
€ 91,19
2.2.7
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
 
 
2.2.7.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, of artikel 2.2, tweede lid van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke monumentenverordening aangewezen monument, bouwhistoriemonument, stadsbeeldobject of identiteitsbepalend object waarvoor op grond van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
van de kosten (exclusief omzetbelasting) berekend over elk geheel bedrag van € 100,00 met een minimum van:
en een maximum van:
2,4 promille
€42,79
€6.035,03
2,4 promille
€43,40
€6.120,72
2.2.7.2
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, of op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke monumentenverordening aangewezen stads- of dorpsgezicht (beschermd stadsbeeld), bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c van de Wabo, waarvoor op grond van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief
van de sloopkosten berekend over elk geheel bedrag van € 100,00 met een minimum van
en een maximum van
12 promille
€42,79
€6.145,35
12 promille
€43,40
€6.232,61
2.2.8
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
 
 
2.2.8.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
van de sloopkosten berekend over elk geheel bedrag van € 100,00 , met een minimum van
en een maximum van
12 promille
€42,79
€6.145,35
12 promille
€43,40
€6.232,61
 
Beoordeling archeologisch bodemrapport
 
 
2.2.8.2
Onverminderd het bepaalde in 2.2.8.1 bedraagt het tarief voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
€375,55
€380,88
2.2.9
Uitweg
 
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen van een uitweg of het gebruik daarvan waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.3 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder e van de Wabo, bedraagt het tarief per uitweg:
€437,18
€443,39
2.2.10
Houtopstand
 
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen, of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.4.2 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
a.voor een aanvraag voor één of meer bomen tot en met negen bomen, een startbedrag van:
vermeerderd met een opslag per boom voor boom 2 tot en met 9, van:
b.voor een aanvraag voor tien of meer bomen:
€43,69
€10,87
€163,09
€44,31
€11,02
€165,40
2.2.11
Handelsreclame
 
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.6.2 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief
indien de activiteit bestaat uit het maken of voeren van die handelsreclame op of aan een onroerende zaak, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid onder h, of uit het als eigenaar, beperkt zakelijk gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder i van de Wabo.
€116,72
€118,37
2.2.12
Omgevingsvergunning in twee fasen
 
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
 
 
2.2.12.1
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
 
 
2.2.12.2
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
 
 
2.2.13
Welstandsadvies
 
 
 
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien de welstandscommissie (i.c. de commissie Beeldkwaliteit) advies uitbrengt over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, voor zover deze (mede) betrekking heeft op een bouwactiviteit:
van de bouwkosten berekend over elk geheel bedrag van € 100,00 met een minimum van:
en een maximum van:
3,6 promille
€42,79
€8.024,63
3,6 promille
€43,40
€8.138,58
2.2.14
Bezwaar en Beroep
 
 
2.2.14.1
Indien een buiten behandeling gelaten of geweigerde omgevingsvergunning als gevolg van een bezwaar of (hoger) beroepsprocedure alsnog in behandeling wordt genomen of wordt verleend, is het gestelde in dit hoofdstuk van toepassing met dien verstande dat de reeds verschuldigde leges in mindering wordt gebracht.
 
 
 
Hoofdstuk 3 Vermindering
 
 
2.3.1
Vermindering bij nieuwe aanvraag binnen zes maanden
 
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.2.2 en is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsvergunning voor, naar de omstandigheden beoordeeld, hetzelfde project, waarbij laatstgenoemde aanvraag is ingetrokken of door de gemeente buiten behandeling is gelaten of is geweigerd, wordt op verzoek van de aanvrager 50% van de ter zake van de eerdere aanvraag op grond van 2.2.2.1 geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de nieuwe aanvraag om omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 2, mits de nieuwe aanvraag binnen zes maanden na de intrekking of beslissing op de eerdere aanvraag is ingediend. De leges voor het in behandeling nemen van de nieuwe aanvraag zullen nimmer minder bedragen dan
€133,11
€135,00
2.3.2
Vermindering in verband met grote planol o gische afwijking
 
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op activiteiten als bedoeld in de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wabo waarvoor een eerdere aanvraag, die tevens een verzoek was om een projectbesluit te nemen of om afwijking als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 Wabo, door de aanvrager is ingetrokken en er daarna een vastgesteld, uitgewerkt of gewijzigd bestemmingsplan in werking is getreden waarmee de nieuwe aanvraag in overeenstemming is, wordt op verzoek van de aanvrager 100% van de ter zake van de eerdere aanvraag op grond van Titel 2 , hoofdstuk 2 geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de nieuwe aanvraag om omgevingsvergunning bedoeld in Titel 2, hoofdstuk 2, mits de nieuwe aanvraag binnen één jaar na de inwerkingtreding van het vastgestelde, uitgewerkte of gewijzigde bestemmingsplan is ingediend en mits het nieuwe plan niet zodanig is dat in feite van een nieuw plan dient te worden gesproken.
 
 
 
Hoofdstuk 4 Teruggaaf
 
 
2.4.1
Teruggaaf en bouwactiviteiten
 
 
 
Teruggaaf als er sprake is van vergunningsvrije activiteiten als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht.
 
 
2.4.1.1.
Als de gemeente besluit dat voor de bouwactiviteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges, met dien verstande dat per vergunningsvrije bouwactiviteit minimaal verschuldigd blijft:
€ 130,37
€ 132,22
 
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag en buiten behandeling laten van de aanvraag voor bouwactiviteiten
 
 
2.4.1.2
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, als bedoeld in onderdeel 2.2.2, intrekt of als de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
van de op grond van onderdeel 2.2.2.1 voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft:
en maximaal verschuldigd blijft bij buiten behandeling laten van de aanvraag:
50%
€73,89
€13.334,29
50%
€74,94
€13.523,63
 
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten
 
 
2.4.1.3
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.2.2, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
van de op grond van onderdeel 2.2.2.1 voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft:
25%
€133,11
25%
€135,00
 
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten
 
 
2.4.1.4
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.2.2.weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
van de op grond van onderdeel 2.2.2.1 voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft:
25%
€133,11
25%
€135,00
 
Teruggaaf leges bij wijziging bouwkosten
 
 
2.4.1.5
Als achteraf bij gereedmelding van het bouwwerk blijkt dat de werkelijke bouwkosten lager zijn, vindt op aanvraag van de vergunninghouder teruggaaf van teveel betaalde leges plaats. Teruggaaf vindt niet plaats als de verleende vergunning betrekking heeft op legalisatie achteraf van een zonder vergunning gebouwd bouwwerk. In dat geval gelden als bouwkosten de geraamde bouwkosten naar het prijspeil ten tijde van indiening van de aanvraag.
 
 
2.4.2
Teruggaaf en andere activiteiten
 
 
2.4.2.1
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit aanleg-, monument-, sloop-, of reclameactiviteiten of handelen in strijd met een planologische regeling als bedoeld in de onderdelen 2.2.3, 2.2.7.1, 2.2.7.2 , 2.2.8.1 2.2.11 , 2.2.4A en 2.2.5.2 (gedeeltelijk) intrekt of als de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten door de gemeente, of als de gemeente besluit dat voor de activiteit geen vergunning is vereist, of als de vergunning door de gemeente (gedeeltelijk) wordt geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van de op de betrokken activiteiten betrekking hebbende leges, met dien verstande dat per activiteit minimaal verschuldigd blijft:
€42,79
€43,40
2.4.2.2.
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit brandveiligheid-, uitweg/inrit-, en houtopstandactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.2.6.1, 2.2.6.2, 2.2.6.3, 2.2.9 of 2.2.10 (gedeeltelijk) intrekt of als de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten door de gemeente, of als de vergunning door de gemeente (gedeeltelijk) wordt geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
van de op grond van dat onderdeel voor de betrokken activiteit verschuldigde leges, met dien verstande dat per activiteit minimaal verschuldigd blijft:
Als de gemeente besluit dat voor vorenbedoelde activiteiten geen vergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges, met dien verstande dat per vergunningsvrije activiteit minimaal verschuldigd blijft:
75%
€42,79
€ 42,79
75%
€43,40
€43,40
2.4.2.3
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project,
zoals bedoeld in de onderdelen 2.2.4.1 en 2.2.5.1, voordat hierover bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden, intrekt of de aanvraag door de gemeente buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.
De teruggaaf bedraagt:
van de op grond van die onderdelen voor de betrokken activiteit verschuldigde leges
75%
75%
2.4.2.4
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project zoals bedoeld in de onderdelen 2.2.4.1 en 2.2.5.1, voordat de formele voorbereidingsprocedure voor besluitvorming is gestart, door de gemeente wordt afgewezen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
van de op grond van die onderdelen voor de betrokken activiteit verschuldigde leges
50%
50%
2.4.2.5
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project zoals bedoeld in de onderdelen 2.2.4.1 en 2.2.5.1, nadat de formele voorbereidingsprocedure voor besluitvorming is gestart, door de aanvrager wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
van de op grond van die onderdelen voor de betrokken activiteit verschuldigde leges
25%
25%
 
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen
 
 
2.4.2.6
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.2.2.2, 2.2.2.3 en 2.2.13 wordt geen teruggaaf verleend
 
 
2.4.3
Teruggaaf en bestemmingsplan, uitwerkings- of wijzigingsplan.
 
 
2.4.3.1
Als een aanvrager zijn aanvraag om herziening, uitwerking of wijziging van een bestemmingsplan
zoals bedoeld in de onderdelen 2.7.1 en 2.7.2, voordat hierover bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden, intrekt, of de aanvraag door de gemeente buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.
De teruggaaf bedraagt:
van de op grond van die onderdelen voor de betrokken aanvraag verschuldigde leges
75%
75%
2.4.3.2
Als de aanvraag om herziening, uitwerking of wijziging van een bestemmingsplan zoals bedoeld in de onderdelen 2.7.1 en 2.7.2, voordat de formele voorbereidingsprocedure voor besluitvorming is gestart, door de gemeente wordt afgewezen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
van de op grond van die onderdelen voor de betrokken aanvraag verschuldigde leges
50%
50%
2.4.3.3
Als de aanvraag om herziening, uitwerking of wijziging van een bestemmingsplan zoals bedoeld in de onderdelen 2.7.1 en 2.7.2, nadat de formele voorbereidingsprocedure voor besluitvorming is gestart, door de aanvrager wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
van de op grond van die onderdelen voor de betrokken aanvraag verschuldigde leges
25%
25%
2.4.4
Teruggaaf na bewaar en beroep
 
 
2.4.4.1.
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.4.1.4. wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak of herroeping in het kader van een beslissing op bezwaar
 
 
2.4.5
Minimum voor teruggaaf
 
 
2.4.5.1
Een bedrag minder dan €42,79 wordt niet teruggegeven.
 
 
2.4.6
Afwijking van artikel 9 Legesverordening
 
 
2.4.6.1
In afwijking van artikel 9 lid 1 en lid 2 van de verordening geldt de teruggaafbepaling zoals in dit hoofdstuk vastgelegd
 
 
 
Hoofdstuk 5 Intrekking omgevingsvergunning
 
 
2.5.1
Als een verleende omgevingsvergunning voor een project op verzoek van de vergunninghouder als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid onder b van de Wabo - geheel dan wel gedeeltelijk - wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, tenzij onderdeel 2.4.1.2 van toepassing is, mits van de vergunning geen gebruik is gemaakt.
De teruggaaf bedraagt:
van de op grond van dat onderdeel voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, met dien verstande dat per activiteit minimaal verschuldigd blijft:
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.2.2.2, 2.2.13, 2.2.3, 2.2.4, 2.2.4A en 2.2.5 wordt geen teruggaaf verleend.
75%
€ 42,79
75%
€ 43,40
 
Hoofdstuk 6 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
 
 
2.6.1
Wijziging omgevingsvergunning
 
 
 
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
 
 
2.6.1.1
indien het betreft de activiteit bouwen:
van de meerdere bouwkosten, berekend over elk geheel bedrag van € 100,00 met een minimum van:
24 promille
€133,11
24 promille
€135,00
2.6.1.2
indien het andere activiteiten betreft:
van de voor die activiteiten verschuldigde leges met een minimum van:
20%
€42,79
20%
€43,40
 
Hoofdstuk 7 bestemmingsplanherziening
 
 
2.7.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening:
€15.644,06
€ 15.866,21
2.7.2
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een uitwerking of wijziging als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen:
€15.644,06
€ 15.866,21
2.7.3
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen:
€1.918,54
€1.945,79
2.7.4
Indien tevens een procedure tot vaststelling van een hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder moet worden toegepast, wordt het overeenkomstig de onderdelen 2.7.1 en 2.7.2 berekende bedrag verhoogd met:.
€4.171,75
€ 4.230,99
 
Hoofdstuk 8 In deze titel niet benoemde b e schikkingen
 
 
2.8
Wet Bibob
 
 
2.8.1
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 Wabo wordt, indien na de reguliere beoordeling van de aanvraag een BIBOB-toets als bedoeld in artikel 1, sub f van de vigerende Beleidsregels Wet Bibob plaatsvindt, voor zover betrekking hebbend op bouwactiviteiten, verhoogd met:
€122,32
€124,06
nummer
Activiteit
Tarief oud
Tarief nieuw
Titel 3
Dienstverlening vallend onder de Europese Dienstenrichtlijn
 
 
 
Hoofdstuk 1 Horeca
 
 
3.1.1
Terrasvergunning
 
 
 
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het hebben van een terras ingevolge artikel 2.3.1.5. van de APV
a.regulier
b.wijziging tenaamstelling bij overname terras
c.wijziging in oppervlakte en/of situering bestaand terras
d.vierdaagse feesten bestaand terras
€920,89
€381,82
€709,02
€133,42
€933,97
€387,24
€719,09
€135,31
3.1.2
Exploitatievergunning alcoholvrije inrichting
 
 
 
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van
a.een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.3.1.6 van de APV:
b een vergunning als hiervoor bedoeld, in verband met uitsluitend een wijziging in de persoon van de beheerder (artikel 2.3.1.6. zesde lid van de APV)
€356,42
€104,42
€361,48
€105,90
3.1.3
Vergunning/ ontheffing Drank-, Horecawet
 
 
 
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:
a.een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet
b.een vergunning als hiervoor bedoeld, in verband met uitsluitend een wijziging in de persoon van de leidinggevende(n).
c.een vergunning als hiervoor bedoeld, in verband met uitsluitend verandering van de inrichting qua situering en oppervlakten
d.een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet
€584,63
€104,42
€104,42
€134,88
€592,93
€105,90
€105,90
€136,80
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 2 Organiseren van evenementen
 
 
 
Vergunning evenement
 
 
3.2.1
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 2.2.2. van de APV
a.voor evenementen die geclassificeerd worden als “C-evenement”
b.voor evenementen die geclassificeerd worden als “B-evenement”
c.voor evenementen die geclassificeerd worden als “A-evenement”
d.voor evenementen die geclassificeerd worden als “A-evenement” en waarbij er geen sprake is van een winstoogmerk
Bovenstaande tarieven zijn inclusief – voorzover van toepassing – het tarief voor de produkten opgenomen in titel 1 onder 1.13.1, 1.14.1, 1.16.1, 1.16.16, 1.16.24, 1.16.25 en 3.1.4.
€1.332,50
€ 699,56
€ 366,44
€ 41,00
€1.351,42
€ 709,50
€ 371,64
€ 41,58
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven
 
 
 
Vergunning seksinrichting of escortbedrijven
 
 
3.3.1
1.Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3.2.1. lid 1 van de APV:
a.voor een escortbedrijf
b.voor een seksinrichting met:
niet meer dan één werkruimte
meer dan één werkruimte
2.Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een vergunning als hiervoor bedoeld, in verband met uitsluitend een wijziging in de persoon van de beheerder (artikel 3.4.2, tweede lid van de APV)
€481,33
€1.004,53
€1.197,63
€193,16
€488,16
€1.018,80
€1.214,64
€195,90
 
Geschiktheidverklaring seksinrichting
 
 
3.3.2
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor een geschiktheidverklaring als bedoeld in artikel 2.1 van het Besluit Nadere Regels Seksinrichtingen en Escortbedrijven:
vermeerderd met:
voor een seksinrichting met een oppervlakte van:
a.tot en met 100 m2
b.van meer dan 100 m2 tot en met 300 m2
c.van meer dan 300 m2 tot en met 600 m2
d.van meer dan 600 m2
vermeerderd per 100m2 boven de 600 m2
€328,67
€78,55
€155,09
€255,55
€255,55
€27,62
€333,33
€79,66
€157,30
€259,18
€259,18
€28,02
 
Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsverord e ning/Routeringsverordening
 
 
 
Vergunning ingevolge de brandbeveiligingsverordening
 
 
3.4.1
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2 van de Brandbeveiligingsverordening,
a.een startbedrag van:
b.vermeerderd met een bedrag van
per vierkante meter over de vierkante meters tussen 500 m² en 5000 m², en
c.vermeerderd met een bedrag van
per vierkante meter over de vierkante meters tussen 5000 m² en 10000 m², en
d.vermeerderd met een bedrag van
per vierkante meter over de vierkante meters boven 10000 m²,
tot een maximum van
€329,38
€0,05
€0,01
€0,01
€521,47
€334,06
€0,05
€0,01
€0,01
€528,87
3.4.2
ONTHEFFING INGEVOLGE ROUTERINGSVERORDENING
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing zoals bedoeld in artikel
22 jo. artikel 21 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen
€226,21
€229,42
 
Hoofdstuk 5 Wet Bibob
 
 
3.5.1
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in:
1.artikel 3 van de Drank- en Horecawet, indien sprake is van vestiging van een nieuw bedrijf, overname van een bestaand bedrijf of wijziging van de ondernemingsvorm;
2.artikel 2.3.1.6 van de Algemene Plaatselijke Verordening, indien sprake is van vestiging van een nieuw bedrijf, overname van een bestaand bedrijf of wijziging van de ondernemingsvorm;
3.artikel 3.2.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening, indien sprake is van vestiging van een nieuw bedrijf, overname van een bestaand bedrijf of wijziging van de ondernemingsvorm;
wordt, indien na de reguliere beoordeling van de aanvraag een BIBOBtoets als bedoeld in artikel 1 sub f van de Beleidsregels Wet Bibob plaatsvindt, verhoogd met:
€122,91
€124,65
Naar boven