VERORDENING TOERISTENBELASTING 2015
 
 
De raad van de gemeente Korendijk;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
gezien het advies van de commissie van 18 november 2014;
besluit:
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invorde ring van toeristenbelasting 2015
(Verordening toeristenbelasting 2015)
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
  • a.
    vakantieonderkomens: woningen, stacaravans en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;
  • b.
    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans, en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;
  • c.
    niet beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of vakantieonderkomens, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel voor die doeleinden worden verhuurd, dan wel te huur aangeboden;
  • d.
    vaste jaarplaats: een gehuurd terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, dat bestemd is voor het gedurende een jaar hebben van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan of vakantieonderkomen, dat doorgaans na afloop van het jaar niet wordt verwijderd;
  • e.
    vaste seizoenplaats: een gehuurd terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, dat bestemd is voor het gedurende een seizoen hebben van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan of vakantieonderkomen, dat doorgaans na afloop van het seizoen niet wordt verwijderd en waarin het gedurende de winterperiode niet toegestaan is om te overnachten;
  • f.
    seizoenplaats: een gehuurd terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, waar gedurende het seizoen een zelfde mobiel kampeeronderkomen is geplaatst en dat na afloop van het seizoen van de plaats wordt verwijderd;
  • g.
    toeristische plaats: een terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, dat bestemd is voor het gedurende een jaar of seizoen plaatsen van steeds wisselende mobiele kampeeronderkomens;
  • h.
    kampeerterrein: een terrein dat bestemd is om te worden gebruikt voor verblijfsrecreatie.
Artikel 2. Belastbaar feit
Ter zake van het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven , wordt onder de naam ‘toeristenbelasting’ een directe belasting geheven.
Artikel 3. Belastingplicht
  • 1.
    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.
  • 2.
    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.
  • 3.
    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.
Artikel 4. Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
  • 1.
    door degene, die:
    • a.
      als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;
    • b.
      verblijf houdt in een gemeubileerde woning indien hij ter zake van het verblijf in of het ter beschikking houden van die woning forensenbelasting is verschuldigd en betaalt;
  • 2.
    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
  • 3.
    gedurende de eerste overnachting op Tiengemeten.
Artikel 5. Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.
Artikel 6. Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
  • 1.
    Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot mobiele kampeeronderkomens, woningen op Tiengemeten die per jaar verhuurd worden en vakantieonderkomens op vaste jaarplaatsen, op vaste seizoenplaatsen, of op seizoenplaatsen, bepaald op 2,3;
  • 2.
    Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht, wordt in geval van het eerste lid, sub a, bepaald op: 55.
Artikel 7. (Opteren voor) niet-forfaitaire maatstaf van heffing
In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijk aantal overnachtingen.
Artikel 8. Belastingtarief
Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 0,75.
Artikel 9. Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 10. Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 11. Aanslaggrens
Belastingaanslagen van minder dan € 9,00 worden niet opgelegd.
Artikel 12. Termijnen van betaling
  • 1.
    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
  • 2.
    In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen minder is dan € 2.500,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 13. Aanmeldingsplicht
  • 1.
    De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
  • 2.
    De verplichting als bedoeld in het voorgaande lid geldt niet voor de belastingplichtige die met betrekking tot het jaar voorafgaand aan het belastingjaar in de heffing van de toeristenbelasting betrokken is.
Artikel 14. Registratieplicht
  • 1.
    De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden verblijfhoudenden te registreren in een daarvoor bestemd en door de gemeente verstrekt nachtverblijfregister.
  • 2.
    Het college van burgemeesters en wethouders stelt genoemd nachtverblijfregister kosteloos beschikbaar.
  • 3.
    Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de inrichting en gebruik van het nachtverblijfregister.
  • 4.
    De verplichting als bedoeld in de voorgaande leden geldt niet voor zover de belastingplichtige gebruik maakt van de forfaitaire berekeningswijze van de heffingsmaatstaf als bedoeld in artikel 6.
Artikel 15. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de toeristenbelasting.
Artikel 16. Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.
    De ‘Verordening toeristenbelasting 2014’ van 10 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
  • 2.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
  • 3.
    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
  • 4.
    De verordening wordt aangehaald als “Verordening toeristenbelasting 2015”.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Korendijk van 16 december 2014
de griffier, de voorzitter,
drs. .A. Goslings drs. S. Stoop
Naar boven