Verordening afvalstoffenheffing Hellevoetsluis 2015
Nummer:06-11-14/6G
 
De raad der gemeente Hellevoetsluis;
gehoord de commissie algemene zaken en middelen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 september 2014,
nummer: 06-11-14/6G;
gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
besluit:
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2015.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik
maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
  • 1.
    Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld
    in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
  • 2.
    De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel
    wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken
    van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de
    Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen
    geldt.
Artikel 3 Belastingplicht
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden
beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik
maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22
van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen
geldt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 5 Belastingjaar
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 6 Wijze van heffing
  • 1.
    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.
  • 2.
    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
  • 1.
    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
  • 2.
    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
  • 3.
    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
  • 4.
    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.
  • 5.
    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.
Artikel 8 Termijnen van betaling
  • 1.
    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
  • 2.
    In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan minder is dan € 3.000,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
  • 3.
    In afwijking van het eerste lid moet de belasting worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 5, tweede lid:
    • a.
      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
    • b.
      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen één maand na dagtekening van de kennisgeving.
  • 4.
    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.
    De Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2014 van 7 november 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
  • 1.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
  • 2.
    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
  • 3.
    Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening afvalstoffenheffing Hellevoetsluis 2015.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 november 2014.
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
H.J. van der Wel. ir. W.J. Tempel.
TARIEVENTABEL 2015
behorende bij de "Verordening afvalstoffenheffing Hellevoetsluis 2015".
Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing
Hoofdstuk 1
  • 1.
    De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar € 204,50.
  • 2.
    De belasting als bedoeld in onderdeel 1 wordt vermeerderd voor het op 1 januari
    van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een extra container (= boven hetgeen
    volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt):
    • a.
      container van 140 c.q. 240 liter, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval,
      per container met € 51,90;
    • b.
      container van 140 c.q. 240 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke
      afvalstoffen per container met € 152,60.
Hoofdstuk 2
  • 1.
    Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting terzake van het inzamelen en verwerken van grof huisvuil en grof afval van particulieren bij:
    • a.
      het afleveren bij het milieustation van grof huisvuil per m3 € 0,00;
    • b.
      het afhalen van grof huisvuil per m3 € 16,10;
    • c.
      het afleveren bij het milieustation van snoeihout/tuinafval per m3 € 0,00;
    • d.
      het afhalen van snoeihout/tuinafval per m3 € 16,10;
    • e.
      het afleveren bij het milieustation van grof afval per m3 € 25,80;
    • f.
      het afhalen van grof afval per m3 € 41,90;
    • g.
      het verstrekken van een extra afvalpas voor een ondergrondse container restafval € 16,10.
  • 2.
    Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting ter zake van het
    inzamelen en verwerken van klein gevaarlijk afval:
    a het inzamelen van huishoudelijk klein gevaarlijk afval per liter c.q. kilogram € 0,00.
  • 3.
    In de genoemde tarieven wordt -voor zover van toepassing - de omzetbelasting
    geacht te zijn begrepen.
  • 4.
    Onder particulieren, zoals bedoeld in lid 1 worden verstaan “inwoners van de gemeente Hellevoetsluis, die jaarlijks de afvalstoffenheffing verschuldigd zijn”.
Behoort bij raadsbesluit van 6 november 2014.
de griffier, de voorzitter,
H.J. van der Wel. ir. W.J. Tempel.
Naar boven