Verordening Huurrechten, Begrafenisrechten en Onderhoudskosten Graven 2015
 
RAADSBESLUIT
De raad van de gemeente Hilversum;
 
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 september 2014;
 
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
 
BESLUIT:
 
vast te stellen de:
 
Verordening Huurrechten, Begrafenisrechten en Onderhoudskosten Graven 2015
 
Artikel 1
 
Begripsomschrijvingen
 
Deze verordening verstaat onder:
 
  • 1.
    begraafplaats: de Noorder begraafplaats, de Algemene begraafplaats Zuiderhof en de Nieuwe algemene begraafplaats aan de Bosdrift;
 
  • 1.
    graf: een zandgraf of een keldergraf;
 
  • 1.
    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet. Grafkelders kunnen onderdeel zijn van een boven-grondse muur of wand;
 
  • 1.
    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
 
  • 1.
    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;
 
  • 1.
    eigen graf: een graf, een kindergraf ( bestemd voor het begraven van lijken van kinderen be-neden het twaalfde levensjaar ) en een grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een na-tuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
- het doen begraven en begraven houden van lijken;
- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- het doen verstrooien van as;
 
g. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;
 
h. eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:
- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- het doen verstrooien van as;
 
i. algemeen urnengraf of urnengraf in urnenheuvel:  een graf bij gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen  bijzetten van asbussen met of zonder urnen;
 
j. urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;
k. verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein, waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien;
 
l. grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiings-plaats;
.
m.  pakket: een combinatie van huurrecht graf, urnennis of urnenheuvel met plaatsen grafbedek-king of tegel en afkoop onderhoudskosten ten behoeve van de rechthebbende (nabestaande).
 
Artikel 2
 
Belastbaar feit
 
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en
voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.
 
Artikel 3
 
Belastingplicht
 
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
 
Artikel 4
 
Vrijstellingen
 
De rechten worden niet geheven voor:
het begraven van het lijk van een doodgeboren of kort na de geboorte overleden kind, dat tegelijk
met het lijk van de kort na de bevalling overleden moeder in één graf wordt begraven.
 
Artikel 5
 
Maatstaf van heffing en belastingtarief
 
  • 1.
    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening als onderdeel behorende tarieventabel.
  • 2.
    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
  • 3.
    Aanslagen van € 10,00 of minder worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin, wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één aanslag.
 
Artikel 6
 
Belastingjaar
 
  • 1.
    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
  • 2.
    Met betrekking tot de rechten genoemd in artikel 8, tweede en derde lid, artikel 9, tweede lid, en artikel 10, tweede lid, van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waar-voor wordt afgekocht.
 
 
 
Artikel 7
 
Wijze van heffing
 
  • 1.
    De onderhoudsrechten, bedoeld in artikel 8, eerste, tweede en derde lid, artikel 9, eerste en tweede lid, en artikel 10, eerste en tweede lid van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.
  • 2.
    Andere rechten, dan die genoemd in het eerste lid, worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
  • 3.
    Indien er sprake is van een pakket, als genoemd in artikel 1 van de bij deze verordening als onderdeel behorende tarieventabel, worden de onderhoudsrechten genoemd in het eerste lid geheven door middel van dezelfde gedagtekende kennisgeving als genoemd in het tweede lid.
 
Artikel 8
 
Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
voor de verschuldigde rechten
 
  • 1.
    De onderhoudsrechten, als bedoeld in artikel 8, eerste lid, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
  • 2.
    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in artikel 8, eerste lid, artikel 9, eerste lid, en artikel 10, eerste lid, van de tarieventabel verschul-digd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
  • 3.
    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ont-
heffing voor de rechten als bedoeld in artikel 8, eerste lid, artikel 9, eerste lid, en artikel 10, eer- ste lid, van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden over-blijven.
 
Artikel 9
 
Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
 
Andere rechten als die bedoeld in artikel 8, eerste lid, zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienst-verlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
 
Artikel 10
 
Termijnen van betaling
 
  • 1.
    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de tweede maand, volgende op de maand, die in de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving is vermeld.
  • 2.
    Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
  • 3.
    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de voorgaande gestelde termijnen.
Artikel 11
 
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
 
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing
en de invordering van de rechten.
 
Artikel 12
 
Kwijtschelding
 
  • 1.
    Behoudens het bepaalde in het tweede lid van dit artikel wordt de in artikel 26 van de Invor-deringswet 1990 bedoelde kwijtschelding voor deze belasting niet verleend.
  • 2.
    Het vorige lid is niet van toepassing op het onderhoudsrecht van graven zoals bedoeld in arti-kel 8, eerste lid, artikel 9, eerste lid en artikel 10, eerste lid, van de tarieventabel.
 
Artikel 13
 
Inwerkingtreding en citeertitel
 
  • 1.
    De 'Verordening Grafrechten en Begrafenisrechten 2014', vastgesteld bij besluit van 13 november 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
  • 2.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
  • 3.
    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
  • 4.
    Deze verordening kan worden aangehaald als de 'Verordening Huurrechten, Begrafenisrech-ten en Onderhoudskosten Graven 2015'.
 
 
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van 12 november 2014,
 
De griffier, De voorzitter,
 
 
 
A.E.M. Randsdorp, a.i. P.I. Broertjes
Gemeente Hilversum
 
TARIEVENTABEL
behorende als onderdeel bij de
Verordening Huurrechten, Begrafenisrechten en Onderhoudskosten Graven 2015
 
Hoofdstuk 1 Pakketten Huurrecht graf/urnennis/urnenheuvel
 inclusief grafbedekking/tegel en afkoop onderhoudskosten
 
Artikel 1 Pakketten
 
  • 1.
    Pakket A: Nieuw eigen graf 20 jaren met recht op verlenging inclusief onderhoud € 6.156,-
 
  • 1.
    Pakket B: Nieuw eigen graf 10 jaren met recht op verlenging inclusief onderhoud € 3.502,-
 
  • 1.
    Pakket C: Algemeen graf 10 jaren inclusief onderhoud  € 1.920,-
 
  • 1.
    Pakket D: Bijzetting in een bestaand graf € 1.052,-
 
  • 1.
    Pakket E: Urnengraf of Urnenheuvel 10 jaren inclusief onderhoud € 1.712,-
 
  • 1.
    Pakket F: Urnennis (columbarium) voor 10 jaren inclusief onderhoud € 2.309,-
 
  • 1.
    Pakket G: Kindergraf voor kind vanaf 1 tot 12 jaar 10 jaren inclusief onderhoud € 1.372,-
 
  • 1.
    Pakket H: Kindergraf voor kind jonger dan 1 jaar 10 jaren inclusief onderhoud € 1.252,-
 
Hoofdstuk 2 Verlenen van huurrechten
 
Artikel 2 Graven
 
  • 1.
    Voor het verlenen van het uitsluitend huurrecht op een eigen of boven-
gronds graf wordt voor een periode van 20 jaar geheven: €  2.010,-
  • 1.
    Voor het verlengen van het uitsluitend huurrecht op een eigen of boven-
gronds graf, als bedoeld in het eerste lid, met 10 jaar wordt geheven: €  1.010,-
  • 1.
    Voor het verlenen van het huurrecht op een algemeen graf wordt
voor een periode van 10 jaar geheven: € 440,-
  • 1.
    Voor het verlenen van het uitsluitend huurrecht op een kindergraf
wordt voor een periode van 10 jaar geheven: € 280,-
  • 1.
    Voor het verlengen van het uitsluitend huurrecht op een kindergraf,
als bedoeld in het vierde lid, met 5 jaar wordt geheven: €   140,-
 
Artikel 3 Urnen en Verstrooiingsplaats
 
  • 1.
    Voor het verlenen van het uitsluitend huurrecht op een urnengraf of
urnenheuvel wordt voor een periode van 10 jaar geheven: € 440,-
  • 1.
    Voor het verlengen van het uitsluitend huurrecht op een urnengraf of
urnenheuvel, als bedoeld in het eerste lid, met 5 jaar wordt geheven: € 220,-
  • 1.
    De verlenging, als bedoeld in het tweede lid, heeft alleen betrekking
op het huurrecht en ziet dus niet op de onderhoudskosten.
  • 1.
    Voor het verlenen van het huurrecht op een urnennis wordt
voor een periode van 10 jaar geheven: €  1.040,-
  • 1.
    Voor het verlengen van het huurrecht op een urnennis, als bedoeld in
het vierde lid, met 5 jaar wordt geheven: € 520,-
  • 1.
    Voor het verlenen van het huurrecht op een verstrooiingsplaats wordt geheven:  € 200,-
Hoofdstuk 3 Verlenen van begrafenisrechten
 
Artikel 4 Begrafenis
 
  • 1.
    Voor het begraven van een overleden persoon van 12 jaar of ouder 
in een eigen graf of algemeen graf wordt geheven: € 640,-
  • 1.
    Voor het begraven van een overleden kind jonger dan 1 jaar in een
eigen graf of algemeen graf wordt geheven: €  200,-
  • 1.
    Voor het begraven van een overleden kind van 1 jaar of ouder maar
jonger dan 12 jaar in een eigen graf of algemeen graf wordt geheven:  €  320,-
  • 1.
    De begrafenisrechten als bedoeld in het eerste, tweede en derde lid zijn inclusief het gebruik
van de ontvangkamer gedurende 60 minuten en het gebruik van het orgel of de geluidsappara-tuur (exclusief de vergoeding te betalen aan degene die de muziek verzorgt).
  • 1.
    Het begrafenisrecht bedraagt voor het begraven op een maandag, dinsdag, woensdag, donder-
dag of vrijdag vóór 07.30 uur of ná 15.00 uur of op een zaterdag:
100% boven de begrafenisrechten bedoeld in het eerste, tweede en derde lid.
  • 1.
    Het begrafenisrecht bedraagt voor het begraven op specifieke dagen zoals vermeld in de Alge-
mene termijnenwet:
  100% boven de begrafenisrechten bedoeld in het eerste, tweede en derde lid.
  • 1.
    Het vijfde en zesde lid zijn niet van toepassing als het begraven door de burgemeester in het
belang van de openbare orde of de volksgezondheid is geëist.
 
Artikel 5 Begrafenisceremonie
 
  • 1.
    Voor het gebruik van de ontvangkamer met inbegrip voor het bespelen
van het orgel of geluidsapparatuur (exclusief de vergoeding, te betalen
aan degene die de muziek verzorgt) wordt
ná 60 minuten geheven per half uur: € 110,-
  • 1.
    Indien er gebruik gemaakt wordt van de ontvangkamer en het orgel
of geluidsapparatuur, anders dan bij een plechtigheid (exclusief de
vergoeding te betalen aan degene die de muziek verzorgt), wordt
per half uur geheven: € 180,-
  • 1.
    Op zaterdag en zondag worden de genoemde tarieven met 100% verhoogd.
 
Hoofdstuk 4 Grafbedekking en onderhoud
 
Artikel 6 Vergunningplicht bij grafbedekking
 
Voor het plaatsen of vernieuwen van de onderstaande voorwerpen is een vergunning vereist.
De bijbehorende administratieve kosten (leges) voor deze vergunning zijn:
a. voor de aanleg van een grafkelder of grafkelder bovengronds graf € 640,-
b. voor het plaatsen van een (urnen)tegel op een algemeen graf of aan een urnennis € 200,-
c. voor het plaatsen van grafbedekking op een kindergraf € 200,-
d. voor het plaatsen van grafbedekking op een eigen of bovengronds graf of aan
een urnennis € 245,-
 
Artikel 7 Onderhoudsrechten graven
 
  • 1.
    Voor het onderhoudsrecht van een kindergraf wordt geheven:
voor een periode van 10 jaar € 540,-
voor een periode van 5 jaar € 270,-
  • 1.
    Voor het onderhoudsrecht van een algemeen graf wordt geheven:
voor een periode van 10 jaar €  640,-
  • 1.
    Voor het onderhoudsrecht van een urnengraf/urnenheuvel wordt geheven:
voor een periode van 10 jaar € 400,-
voor een periode van 5 jaar € 200,-
Artikel 8 Onderhoudskosten graven in kelder of met grafbedekking
 
  • 1.
    Voor het door of vanwege de gemeente algemeen onderhouden van voor-
werpen, zoals bedoeld in artikel 6, onderdelen a, c en d (exclusief een ur-
nennis) wordt geheven per jaar: € 154,-
  • 1.
    Het afkopen van de onderhoudskosten als bedoeld in het eerste lid voor
een periode van 20 jaar geeft een heffing van: € 3.229,-
  • 1.
    Het afkopen van de onderhoudskosten als bedoeld in het eerste lid voor
een periode van 10 jaar geeft een heffing van: € 1.575,-
  • 1.
    Het algemeen onderhoud zoals aangegeven in het eerste lid betreft:
a. 1x per jaar behandelen van de grafbedekking van eigen graven tegen algen
b. 7x per jaar groenonderhoud van de eigen graven, inclusief de omliggende groenstroken
 
 
Artikel 9 Onderhoudskosten graven zonder grafbedekking of beplanting
 
  • 1.
    Voor het door of vanwege de gemeente in staat houden van eigen graven
waarop géén grafbedekking (géén grafsteen en géén beplanting) is aange-
bracht wordt geheven per jaar: €  77,-
  • 1.
    Het afkopen van de in stand houdingskosten als bedoeld in het eerste lid
voor een periode van 10 jaar geeft een heffing van: € 787,-
 
Artikel 10 Onderhoudskosten urnennissen (columbaria)
 
  • 1.
    Voor het door of vanwege de gemeente algemeen onderhouden van voor-
werpen, zoals bedoeld in artikel 6, onderdeel b
wordt geheven per jaar: €      77,-
  • 1.
    Het afkopen van de onderhoudskosten als bedoeld in het eerste lid voor
een periode van 10 jaar geeft een heffing van:   €   787,-
  • 1.
    Het algemeen onderhoud zoals aangegeven in het eerste lid betreft:
  a. 1x per jaar behandelen van urnennissen tegen algen
b. 7x per jaar groenonderhoud van de omliggende groenstroken)
 
Artikel 11 Inschrijvingen en overschrijvingen
 
Aan het op naam van de rechthebbende inschrijven of overschrijven in het daartoe
bestemde register van eigen graven, eigen urnengraven en urnennissen zijn kosten
(leges) verbonden. Deze kosten (leges) voor het inschrijven of overschrijven zijn: € 32,-
 
Hoofdstuk 5 Begrafenisrechten inzake opgraven, ruimen, verstrooien en bijzetten.
 
Artikel 12 Begrafenisrechten inzake opgraven, ruimen, verstrooien
 
  • 1.
    Het begrafenisrecht voor het opgraven van een overledene bedraagt voor
elk afzonderlijk individu dan wel elke afzonderlijke bekisting:   €  465,-
  • 1.
    Artikel 12, eerste lid, is niet van toepassing indien er sprake is van het op gerech-
telijk gezag ruimen van een graf op aanvraag van de rechthebbende of voor het
verzetten dan wel verschikken van lijkkisten,
  • 1.
    Voor het opgraven van een urn/asbus wordt geheven:   €  270,-
  • 2.
    Voor het openen en weer sluiten van een graf wordt geheven:   €  380,-
  • 3.
    Voor het, na opgraven, herbegraven in een ander graf wordt het recht
geheven zoals aangegeven in Hoofdstuk 3.
 
Artikel 13 Bijzetten van asbussen en urnen
 
Voor het bijzetten van een urn wordt geheven: € 250,-
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering
van 12 november 2014,
 
De griffier, De voorzitter,
 
 
 
A.E.M. Randsdorp, a.i. P.I. Broertjes
 
 
 
 
 
Naar boven