Gemeente Stadskanaal: Verordening verrekening boete bij recidive Stadskanaal 2015
De raad van de gemeente Stadskanaal;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2014, nr. R 7056;
gelet op artikel 8, eerste lid, onder d van de Participatiewet;
gezien het advies van de Participatieraad;
overwegende dat artikel 78z, zesde lid van de Participatiewet niet voorziet in overgangsrecht voor de verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive en derhalve voornoemde verordening opnieuw dient te worden vastgesteld met als grondslag artikel 8, eerste lid, onderdeel d van de Participatiewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de "Verordening verrekening boete bij recidive Stadskanaal 2015".
 
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begrippen
In deze verordening wordt verstaan onder:
  • a.
    beslagvrije voet: beslagvrije voet als bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;
  • b.
    bezit: waarde van de bezittingen waarover belanghebbende of diens gezin beschikt of redelijkerwijs kan beschikken, met uitzondering van het in de woning met bijbehorend erf gebonden vermogen, bedoeld in artikel 50, eerste lid van de Participatiewet;
  • c.
    recidiveboete: bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a, vijfde lid van de Participatiewet;
  • d.
    verrekenen: verrekenen als bedoeld in artikel 60, vierde lid van de Participatiewet.
Hoofdstuk 2 Bescherming beslagvrije voet bij verrekening wegens recidive
Artikel 2 Verrekenen met beslagvrije voet bij voldoende bezit
  • 1.
    Indien het bezit van een belanghebbende ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt, verrekent het college de recidiveboete zonder inachtneming van de beslagvrije voet.
  • 2.
    De verrekening, bedoeld in het eerste lid, geschiedt gedurende een tijdvak van drie maanden vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd.
Artikel 3 Verrekenen bij geen of onvoldoende bezit
  • 1.
    Indien het bezit van een belanghebbende niet ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt, verrekent het college de recidiveboete gedurende één maand zonder inachtneming van de beslagvrije voet. De verrekening geschiedt vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd.
  • 2.
    Aansluitend op verrekening als bedoeld in het eerste lid, verrekenen burgemeester en wethouders de recidiveboete in de daaropvolgende twee maanden op een dusdanige wijze dat belanghebbende blijft beschikken over een inkomen ter hoogte van 80% van de toepasselijke bijstandsnorm.
  • 3.
    Tot het inkomen, bedoeld in het tweede lid, worden ook middelen gerekend als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdelen n en r van de Participatiewet.
Artikel 4 Verrekenen met inachtneming beslagvrije voet
In afwijking van de artikelen 2 en 3 kan het college de recidiveboete met inachtneming van de beslagvrije voet verrekenen indien:
  • a.
    aannemelijk is dat verrekening op de wijze, bedoeld in de artikelen 2 of 3, zou leiden tot huisuitzetting van belanghebbende en diens gezin of
  • b.
    anderszins sprake is van dringende redenen.
Artikel 5 Eerder opgelegde bestuurlijke boetes
De artikelen 2, 3 en 4 zijn van overeenkomstige toepassing op de verrekening van de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 18a, eerste lid van de Participatiewet, indien en voor zover deze boete nog niet is betaald op het moment van verrekening van de recidiveboete.
Hoofdstuk 3 Slotbepalingen
Artikel 6 Intrekken oude verordening
De Verordening Verrekening boete bij recidive Stadskanaal 2013 wordt ingetrokken.
Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.
    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.
  • 2.
    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Stadskanaal 2015.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 17 november 2014.
De raad
mevrouw A.M. Sijperda mevrouw B.A.H. Galama
wnd. raadsgriffier voorzitter
Naar boven