Treasurystatuut
 
Treasurystatuut Gemeente Reimerswaal
De raad van de gemeente Reimerswaal;
gezien het voorstel van het burgemeester en wethouders van 17 oktober 2014 2014, nummer 14.020096; gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en de Wet financiering decentrale overheden;
b e s l u i t:
vast te stellen het
Treasurystatuut Gemeente Reimerswaal
Artikel 1 Begrippenkader
In dit statuut wordt verstaan onder:
  • -
    Financiële derivaten Financiële instrumenten belichaamd in contracten waarin de voorwaarden zijn vastgelegd waartegen een transactie op een bepaald moment zal of kan plaatsvinden en waarvan de waarde afhankelijk is van één of meer onderliggende activa, referentieprijzen of indices. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren;
  • -
    Financiering Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen;
  • -
    Geldstromenbeheer Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer);
  • -
    Intern liquiditeitsrisico De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;
  • -
    Kasgeldlimiet Een bedrag op basis van de Wet Fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar;
  • -
    Koersrisico Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen;
  • -
    Kredietinstelling Instelling welke tot primair doel hebben het verlenen van kredieten;
  • -
    Kredietrisico De risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit;
  • -
    Liquiditeitenbeheer Het financieren en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar;
  • -
    Liquiditeitenplanning Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld per tijdseenheid;
  • -
    Rating De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier;
  • -
    Rentecompensatiecircuit Systeem waarbij de (valutaire) debet en creditsaldi van alle rekeningen van een organisatie worden samengevoegd tot één gecombineerd saldo, waarover de rente wordt berekend;
  • -
    Renterisico Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen;
  • -
    Renterisiconorm Een bij de aanvang van enig jaar op basis van de Wet Fido gefixeerd percentage van het begrotingstotaal dat bij realisatie niet overschreden mag worden;
  • -
    Rentetypische looptijd Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de leningvoorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare constante rentevergoeding;
  • -
    Saldobeheer Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen;
  • -
    Rentevisie Toekomstverwachting over de renteontwikkeling;
  • -
    Solvabiliteitsratio van 0% Status die door een bancaire toezichthouder in een EU-lidstaat aan het schuldpapier van een instelling kan worden toegekend;
  • -
    Treasuryfunctie De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer;
  • -
    Uitzetting Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer;
  • -
    Wet Fido Wet financiering decentrale overheden.
Artikel 2 Doelstellingen van de treasuryfunctie
De treasuryfunctie van de gemeente dient tot:
  • 1.
    Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;
  • 2.
    Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s;
  • 3.
    Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;
  • 4.
    Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de wettelijke kaders..
Risicobeheer
Artikel 3 Uitgangspunten risicobeheer
Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:
  • 1.
    De gemeente mag leningen en/of garanties uitsluitend verstrekken uit hoofde van de “publieke taak”. Voor uitzettingen en garanties uit hoofde van de publieke taak van de gemeente worden in dit treasurystatuut geen richtlijnen met betrekking tot producten opgenomen. Van belang is dat de gemeenteraad bepaalt dat de betreffende uitzetting/garantie tot de “publieke taak” van de gemeente behoort. In dit kader is het bijvoorbeeld mogelijk dat uitzettingen/deelnemingen in de vorm van aandelen tot de publieke taak behoren;
  • 2.
    De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut en de Wet Fido;
  • 3.
    Het gebruik van derivaten is toegestaan maar deze worden uitsluitend toegepast ter beperking van financiële risico’s. Alvorens een derivatentransactie wordt afgesloten wint de gemeente het advies in van een externe adviseur;
Artikel 4 Renterisicobeheer
  • 1.
    Met betrekking tot de kasgeldlimiet en de renterisiconorm worden de bepalingen uit de Wet Fido gevolgd.
  • 2.
    De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand;
  • 3.
    Binnen de kaders gesteld onder lid 1 en lid 2 streeft de gemeente naar spreiding in de rentetypische looptijden van leningen en uitzettingen.
Artikel 5 Koersrisicobeheer
  • 1.
    De gemeente beperkt de koersrisico’s op uitzettingen uit hoofde van treasury, door daarbij uitsluitend de volgende producten te hanteren: rekening courant, spaarrekening, daggeld, deposito’s, commercial paper (CP), certificates of deposit (CD), obligaties, medium term notes (MTN) en garantieproducten.
  • 2.
    Tevens beperkt de gemeente de koersrisico’s door de looptijd van de uitzettingen af te stemmen op de liquiditeitenplanning.
Artikel 6 Kredietrisicobeheer
Bij het uitzetten van middelen gelden de volgende uitgangspunten:
  • 1.
    Met betrekking tot uitzettingen worden de bepalingen van de Wet Fido gevolgd.
  • 2.
    Bij het verstrekken van leningen en garanties uit hoofde van de publieke taak worden zoveel mogelijk zekerheden geëist.
Artikel 7 Intern liquiditeitsrisicobeheer
De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar treasuryactiviteiten te baseren op een liquiditeitenplanning.
Artikel 8 Valutarisicobeheer
Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen aan te gaan of te garanderen en gelden uit te zetten in de euro.
Gemeentefinanciering
Artikel 9 Financiering
Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
  • 1.
    Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak;
  • 2.
    Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne liquiditeiten te gebruiken teneinde de renterisico´s te minimaliseren en het renteresultaat te optimaliseren;
  • 3.
    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn onderhandse leningen;
  • 4.
    De gemeente vraagt telefonisch offertes op bij minimaal twee instellingen alvorens een financiering wordt aangetrokken. Van deze offertes wordt door de gemeente een schriftelijk verslag gemaakt.
Artikel 10 Langlopende uitzettingen
  • 1.
    Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van één jaar en langer geldt dat deze uitsluitend worden gedaan onder de in artikel 4, 5, 6 en 8 genoemde voorwaarden;
  • 2.
    De gemeente vraagt offertes op bij minimaal twee instellingen alvorens een langlopende uitzetting wordt gedaan. Van deze offertes wordt door de gemeente een schriftelijk verslag gemaakt.
  • 3.
    Lid 2 is niet van toepassing bij uitzettingen in de schatkist of bij andere openbare lichamen.
Artikel 11 Relatiebeheer
De gemeente beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:
  • 1.
    Bankrelaties en hun bancaire condities worden periodiek beoordeeld op marktconformiteit;
  • 2.
    Financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of anderszins EER-toezicht te vallen, zoals De Nederlandsche Bank en De Verzekeringskamer;
  • 3.
    Ten behoeve van uitzettingen of derivatentransacties ingeschakelde tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en daarvan een vergunning als makelaar te hebben ontvangen.
Kasbeheer
Artikel 12 Geldstromenbeheer
Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te beperken wordt:
  • 1.
    Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen.
  • 2.
    Het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank.
Artikel 13 Saldo- en liquiditeitenbeheer
Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:
  • 1.
    De gemeente streeft naar concentratie van liquiditeiten binnen één rentecompensatiecircuit met de gunstigste condities;
  • 2.
    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeld en kredietfaciliteit op de rekening-courant, onderhandse leningen;
  • 3.
    Toegestane instrumenten bij het uitzetten van gelden voor een periode korter dan één jaar zijn: rekening-courant, daggeld, spaarrekeningen en deposito´s, onderhandse leningen;
  • 4.
    Bij het extern uitzetten van gelden korter dan één jaar zijn slechts de in artikel 6 genoemde tegenpartijen toegestaan.
  • 5.
    De gemeente vraagt offertes op bij minimaal twee instellingen alvorens middelen worden aangetrokken of uitgezet met een looptijd langer dan een maand maar korter dan één jaar.
  • 6.
    Lid 5 is niet van toepassing bij uitzettingen in de schatkist of bij andere openbare lichamen.
Administratieve organisatie en interne controle
 
Artikel 14 Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle
In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle:
  • 1.
    De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasuryactiviteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd;
  • 2.
    Bevoegdheden zijn via delegatie en mandaat nader schriftelijk vastgelegd;
  • 3.
    Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:
    • a.
      iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (het vier-ogen-principe);
    • b.
      de uitvoering en controle geschiedt door afzonderlijke functionarissen;
    • c.
      de uitvoering en de registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen, met uitzondering van het contante en girale betalingsverkeer;
  • 1.
    Tegenpartijen wordt opdracht gegeven de bevestigingen van leningen en uitzettingen te versturen naar het afdelingshoofd financiën;
  • 2.
    Na ontvangst van de transactiebevestiging wordt de transactie gecontroleerd door de medewerker van de afdeling financiën belast met interne controle;
  • 3.
    De administratieve organisatie en interne controle waarborgen dat:
    • a.
      de uitvoering rechtmatig en doelmatig is;
    • b.
      de treasury activiteiten adequaat kunnen worden uitgevoerd en bijgestuurd;
    • c.
      de juistheid, tijdigheid en volledigheid van de informatie verzekerd zijn.
Artikel 15 Verantwoordelijkheden
De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente staan in onderstaande tabel gedefinieerd.
Functie
Verantwoordelijkheden
Gemeenteraad
•Vaststellen van treasurydoelstellingen, treasurybeleid, globale richtlijnen en limieten door middel van het treasurystatuut;
•Vaststellen van de paragraaf financiering in de begroting en jaarrekening;
•Houden van toezicht op het treasurybeleid en de uitvoering hiervan;
•Evalueren en als gevolg daarvan (eventueel) bijstellen van het treasurybeleid;
College van burgemeester en wethouders
•Uitvoeren van het treasurybeleid (formele verantwoordelijkheid);
•Bekrachtigen van afgesloten transacties;
•Rapporteren aan de gemeenteraad over de uitvoering van het treasurybeleid;
Portefeuillehouder financiën
•Uitvoeren van het treasurybeleid (politieke verantwoordelijkheid)
Hoofd afdeling Financiën
•Opzetten van administratieve richtlijnen op het gebied van treasury;
•Bewaken van de kwaliteit van treasuryprocessen;
•Controleren van de volledigheid en betrouwbaarheid van de informatievoorziening van de treasuryfunctie en hierover in de jaarrekening rapporteren aan het college van B&W;
•Uitvoeren van de aan hem/haar gemandateerde treasuryactiviteiten conform het treasurystatuut en de paragraaf financiering;
•Zorg dragen voor de juiste verantwoording van de uitvoering van de door hem/haar gemandateerde treasuryactiviteiten;
•In de jaarrekening rapporteren aan het college van B&W over de uitvoering van het treasurybeheer;
•Afleggen van verantwoording aan het college van B&W;
Budgethouders
•Zorg dragen voor een goede kwaliteit van de informatie die hun afdeling aanlevert aan de afdeling Financiën met betrekking tot toekomstige uitgaven en ontvangsten;
•Zorg dragen voor het tijdig aanleveren van betrouwbare operationele informatie over toekomstige geldstromen aan de afdeling Financiën
•Fiatteren van betalingen en ontvangsten ten laste c.q. ten gunste van hun budgetten;
Functie
Verantwoordelijkheden
Medewerker van de afdeling Financiën belast met treasury (hierna te noemen treasurer)
•Uitvoeren van de activiteiten met betrekking tot de deelfuncties risicobeheer, gemeentefinanciering (financiering, uitzetting en relatiebeheer) en kasbeheer. Deze activiteiten moeten conform dit treasurystatuut en de paragraaf financiering worden uitgevoerd en de transacties dienen geautoriseerd te zijn door het hoofd financiën;
•Aantrekken en uitzetten van gelden in het kader van het saldo- en liquiditeitenbeheer;
•Beheren van de geldstromen;
•Onderhouden van contacten met banken, geldmakelaars en overige financiële instellingen;
•Afsluiten van financiële contracten voortvloeiend uit bovenstaande deelfuncties;
•Schriftelijk vastleggen van de treasurytransacties en het doorgeven hiervan aan de kassier;
•Voorbereiden van beleidsvoorstellen op treasurygebied;
•Adviseren van de afdelingen/sectoren over de financiële gevolgen van hun activiteiten en projecten;
•Aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de gemeentelijke administratie;
•Afleggen van verantwoording aan het hoofd van de afdeling Financiën over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten;
Kassier
•Overboeken van saldi tussen bankrekeningen;
•Afhandelen van het contante en girale betalingsverkeer;
•Aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de gemeentelijke administratie;
•Rapporteren aan het hoofd van de afdeling Financiën over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten;
Financiële administratie
•Het juist en volledig administreren van de bezittingen, schulden, rechten, verplichtingen, inkomsten, uitgaven, ontvangsten en betalingen in de verplichtingen- en financiële administratie;
Externe accountant
•Het in het kader van de reguliere controletaak adviseren en controleren omtrent de feitelijke naleving van het treasurystatuut.
Artikel 16 Bevoegdheden
 
Bevoegde functionaris
( eerste handtekening)
Autorisatie door
(tweede handtekening)
Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer
 
 
1.Het uitzetten van geld via daggeld, deposito en spaarrekening
Treasurer
Hoofd financiën
1.Het aantrekken van geld via daggeld of kasgeld
Treasurer
Hoofd financiën
1.Betalingsopdrachten voorbereiden en versturen
Kassier
Beleidsmedewerker financiën
Bankrelatiebeheer
 
 
1.Bankrekeningen openen/sluiten/wijzigen
Kassier
Hoofd financiën
1.Bankcondities en tarieven afspreken
Hoofd financiën
College van B&W
Risicobeheer
 
 
1.Afsluiten van derivatentransacties
Hoofd financiën
College van B&W
Financiering en uitzetting
 
 
1.Afsluiten van kredietfaciliteiten
Hoofd financiën
College van B&W
1.Aantrekken van gelden via onderhandse geldleningen en MTN´s
Hoofd financiën
College van B&W
1.Uitzetten van gelden via (staats)obligaties, MTN´s, CP´s CD´s en onderhandse geldleningen
Hoofd financiën
College van B&W
1.Beleggen in garantieproducten
Hoofd financiën
College van B&W
1.Verstrekken van leningen aan derden uit hoofde van de publieke taak
College van B&W
Gemeenteraad
1.Garanderen van gelden uit hoofde van de publieke taak
College van B&W
Gemeenteraad
Artikel 17 Informatievoorziening
De informatievoorziening met betrekking tot de treasuryactiviteiten wordt meegenomen in de documenten uit de planning en controlecyclus van de gemeente.
Artikel 18 Inwerkingtreding
Dit treasurystatuut treedt in werking één dag na vaststelling in de gemeenteraad.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Reimerswaal van 28 oktober 2014.
De griffier,
De voorzitter,
Naar boven