VERORDENING OP DE GRAF- EN BEGRAAFRECHTEN 2014

Artikel 1
Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.begraafplaats: de algemene begraafplaats te Bunnik;

  • b.eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • het doen begraven en begraven houden;

    • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • a.algemeen graf: een graf niet zijnde een eigen graf;

  • b.eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • c.asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • d.urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen

Artikel 2
Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3
Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4
Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.het opgraven van een lijk of asbus op rechterlijk gezag en het weer opnieuw terugplaatsen in dezelfde grafruimte;

  • b.het begraven van doodgeboren kinderen of kort na de geboorte overleden kinderen, die in één kist met hun overleden moeder worden begraven of bijgezet.

Artikel 5
Maatstaf van heffing en belastingtarief

De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid voor een volle eenheid gerekend.

Artikel 6
Belastingstijdvlak

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7
Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

Artikel 8
Termijnen van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Algemene termijnenwet 1990, moeten de rechten worden betaald binnen 14 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet.

De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 9
Kwijtschelding

Bij de invordering van de rechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van rechten.

Artikel 11
Overgangsrecht

De Verordening op de heffing en invordering van rechten voor gebruik van de algemene begraafplaats van de gemeente Bunnik 2013” en de “Tarieventabel 2013” behorende bij de verordening op de heffing en invordering van rechten voor gebruik van de algemene begraafplaats van de gemeente Bunnik 2013” van 13 december 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

Artikel 12
Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Artikel 13
Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening op de graf- en begraafrechten Bunnik 2014’.

___

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 19 december 2013.

De griffier,

……………………,

De burgemeester,

…………….

Tarieventabel

behorende bij de "Verordening graf- en begraafrechten Bunnik 2014".

Hoofdstuk 1 Tarieven

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen begraven en begraven houden worden geheven:

1.1.1

Voor een eigen dubbele grafkelder voor 20 jaar

€ 4.870,89

1.1.2

Voor een eigen enkele grafkelder voor 20 jaar

€ 3.252,14

1.1.3

Voor een eigen graf voor 20 jaar

€ 2.145,81

1.1.4

Voor een algemeen graf voor een periode van 20 jaar

€ 836,90

1.1.5

Voor een eigen urnengraf voor 20 jaar (zowel veld als muur)

€ 518,00

1.2

Voor het verlengen van het uitsluitend recht tot het doen begraven en begraven houden wordt geheven:

1.2.1

Voor een periode van 10 jaar voor een eigen dubbele grafkelder

€ 1.211,21

1.2.2

Voor een periode van 10 jaar voor een eigen enkele grafkelder

€ 859,16

1.2.3

Voor een periode van 10 jaar voor een eigen graf

€ 1.072,90

1.2.4

Voor een periode van 10 jaar voor een eigen urnengraf

€ 259,00

Hoofdstuk 2 Begraven

2.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar en ouder wordt geheven

€ 659,00

2.2

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar wordt geheven

€ 545,00

2.3

Voor het begraven van een lijk van een kind tussen de één en de 12 jaar wordt geheven

€ 545,00

2.4

Voor het begraven op zaterdag van 9:00 – 12:00 uur wordt het recht bedoeld in 2.1, 2.2 en 2.3 verhoogd met

€ 313,71

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

3.1.1

In een eigen graf, een eigen urngraf of een algemeen graf

€ 213,50

3.1.2

Voor de afgifte bij de gemeente van een asbus of urn

€ 51,59

3.2

Voor het bijzetten op zaterdag van 9:00 – 12:00 uur wordt het recht bedoeld in 3.1.1 verhoogd met

€ 168,00

Hoofdstuk 4 Grafbedekking en onderhoud

4.1

Voor het afgeven van een vergunning voor het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in artikel 21 van de Wet op de lijkbezorging, wordt geheven:

4.1.1

Voor het stichten van een grafkelder

€ 200,78

4.1.2

Voor het stichten van gedenktekenen en kruisen, per gedenkteken of kruis

€ 105,00

4.1.3

Voor het plaatsen van een zerk

€ 105,00

4.1.4

Voor het plaatsen van heesters en andere gewassen

€ 105,00

Hoofdstuk 5 Lijkschouwing

5.1

Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijke lijkschouwer wordt geheven:

vervallen

Hoofdstuk 6 Lichten, ruimen

6.1

Voor het lichten van een lijk wordt geheven

€ 646,00

6.2

Voor het na lichting weer opnieuw begraven in hetzelfde of in een ander graf

€ 646,00

6.3

Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende

vervallen

Hoofdstuk 7 Overige heffingen

7.1

Voor het gebruik van de aula wordt geheven

€ 75,00

7.2

Voor het gebruik van een rijdende baar wordt geheven

vervallen

7.3

Voor het na ruiming van een graf afzonderen van een lijk ten behoeve van crematie of herbegraving

vervallen

Naar boven