Wijziging Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2012

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Rotterdam, elk voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van de algemeen directeur van 19 februari 2014; kenmerk 1363492;

gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende, dat het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2012 periodiek aangepast moet worden;

besluiten vast te stellen:

Wijziging van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2012

Artikel I

Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2012 wordt als volgt gewijzigd:

In de Inhoudsopgave wordt na artikel 4.24 een nieuw artikel 4.25 toegevoegd, dat luidt:

Artikel 4.25
Gebieden: burgemeestersmandaten

Aan artikel 1.1, onder 9 worden, onder wijziging van de punt in een puntkomma, onderdelen h en i toegevoegd, luidende:

• h. gebied: gebied bedoeld in de artikelen 1 en 2 van de Verordening op de gebiedscommissies 2014;

• i. gebiedsdirecteur: gebiedsdirecteur, als bedoeld in artikel 17 van de Verordening op de gebiedscommissies 2014.

Artikel 2.14 komt te vervallen.

Artikel 2.15 komt te vervallen.

Artikel 2.16 komt te vervallen.

Artikel 2.17 komt te vervallen.

In artikel 3.2, eerste lid wordt tussen ‘de directeur Bestuursdienst’ en ‘de algemeen directeur Rotterdamse Service Organisatie’ gevoegd: ‘, de gebiedsdirecteur’.

Na artikel 4.24 worden de volgende artikelen opgenomen:

Artikel 4.25
Gebieden: burgemeestersmandaten

Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester mandaat verleend tot:

• 1. het verlenen van een ontheffing voor het, op zondag, verwekken van gerucht, bedoeld in artikel 3, derde lid van de Zondagswet en het houden van openbare vermakelijkheden, bedoeld in artikel 4, derde lid, van deze wet, voor zover dit plaatsvindt binnen de grenzen van een gebied;

• 2. het verlenen van vrijstelling of ontheffing voor het optreden als straatartiest, bedoeld in artikel 2:9, derde lid van de APV Rotterdam 2012, voor zover dit optreden plaatsvindt binnen de grenzen van een gebied;

• 3. het verlenen van een evenementenvergunning voor een A-evenement, bedoeld in artikel 2:25, eerste, vierde en vijfde lid van de APV Rotterdam 2012, voor zover het evenement plaatsvindt binnen de grenzen van een gebied, met dien verstande dat aan de vergunning alleen andere dan de door de burgemeester daarvoor opgestelde standaardvoorschriften en -beperkingen worden verbonden na overleg met de directeur Veiligheid van de Bestuursdienst;

• 4. het zenden van een ontvangstbevestiging of een tegenbericht voor een 0-evenement, bedoeld in artikel 2:25a, vierde lid van de APV Rotterdam 2012, voor zover het evenement plaatsvindt binnen de grenzen van een gebied;

• 5. het in ontvangst nemen van een kennisgeving van een samenkomst tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging, bedoeld in artikel 2:3, eerste lid van de APV Rotterdam 2012 juncto de Wet openbare manifestaties, voor zover de samenkomst plaatsvindt binnen de grenzen van een gebied.

In artikel 4.19, elfde lid wordt het zinsgedeelte ‘voor zover … tot en met … overschrijdt’ vervangen door: ‘voor zover de inzameling plaatsvindt binnen meerdere gebieden of buiten de grenzen van de gebieden.’

In artikel 4.22, 13^e lid wordt het zinsgedeelte ‘voor zover … tot en met … overschrijdt’ vervangen door: ‘voor zover het evenement plaatsvindt binnen meerdere gebieden of buiten de grenzen van de gebieden.’

In artikel 4.22, 14^e lid wordt het zinsgedeelte ‘voor zover … tot en met … overschrijdt’ vervangen door: ‘voor zover het evenement plaatsvindt binnen meerdere gebieden of buiten de grenzen van de gebieden.’

In artikel 4.22, 16^e lid wordt het zinsgedeelte ‘voor zover … tot en met … overschrijdt’ vervangen door: ‘voor zover dit plaatsvindt binnen meerdere gebieden of buiten de grenzen van de gebieden.’

In artikel 4.22, 23^e lid wordt het zinsgedeelte ‘voor zover … tot en met … overschrijdt’ vervangen door: ‘voor zover de samenkomst plaatsvindt binnen meerdere gebieden of buiten de grenzen van de gebieden.’

Artikel 4.22, 26 lid komt te luiden:

• 26. het verlenen van vrijstelling of ontheffing voor het optreden als straatartiest, bedoeld in artikel 2:9, derde lid van de APV Rotterdam 2012, voor zover dit optreden plaatsvindt binnen meerdere gebieden of buiten de grenzen van de gebieden.’

In artikel 8.1, 37^e lid wordt het zinsgedeelte ‘voor zover … tot en met … overschrijdt’ vervangen door: ‘voor zover de inzameling plaatsvindt binnen meerdere gebieden of buiten de grenzen van de gebieden.’

Tussen de artikelen 2.11 en 2.12 wordt een nieuw lid 2.11a toegevoegd, dat luidt:

Artikel 2.11a
Wethouder met Cultuur in de portefeuille: collegevolmachten

Aan de wethouder met Cultuur in de portefeuille wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht verleend tot het uitoefenen van de bevoegdheden genoemd in de artikelen 6.4, 7.2, 7.4, 8, 10.3, onder a tot en met e, h, j en l, 10.8, 14.2, 14.4, 14.11, 15 en 18.1 van de statuten van de Stichting Bibliotheek Rotterdam.

In artikel 2.21 wordt:

• a. in de titel ‘urgemeestersvolmachten’ gewijzigd in burgemeestersvolmachten’;

• b. het woord ‘gevolmacht’ gewijzigd in: ‘volmacht verleend tot’.

Aan artikel 4.8, vijfde lid wordt, onder wijziging van de punt in een puntkomma, een zesde lid toegevoegd, dat luidt:

• 6. het, in de hoedanigheid van hoofd van het Bureau Rijksheffingen, optreden als exclusieve vertegenwoordiger namens de gemeente in contacten met de Rijksbelastingdienst.

In artikel 4.22, 9^e lid wordt ‘artikel 3:6, tweede lid, sub b’ vervangen door: ‘artikel 3:6, tweede lid’.

Artikel 4.22, 10^e lid komt te luiden:

• 10. het beperken en vaststellen van andere sluitingstijden voor een bepaald gebied voor een of meer seksinrichtingen, bedoeld in artikel 3:6, derde lid van de APV Rotterdam 2012’.

Artikel 4.22, 15^e lid komt te vervallen.

In artikel 4.22, 25^e lid wordt ‘artikel 2.1.9 van de APV Rotterdam 2008’ gewijzigd in: ‘artikel 2:10 van de APV Rotterdam 2012’.

Aan artikel 5.1, derde lid wordt, onder wijziging van de punt in een puntkomma, een vierde lid toegevoegd, dat luidt:

• 4. het berekenen, vaststellen en innen van eigen bijdragen bedoeld in artikel 7, eerste en vierde lid van de Verordening eigen bijdragen maatschappelijke opvang Rotterdam 2014.

Aan artikel 5.2, zesde lid wordt, onder wijziging van de punt in een puntkomma, een zevende lid toegevoegd, dat luidt:

• 7. het uitoefenen van de bevoegdheden genoemd in de artikelen 9.2, 10.1, 10.3, sub f, g, i en k, 14.8, 14.9, 19.6 en 21 van de statuten van de Stichting Bibliotheek Rotterdam.

Artikel 7.1, 23^e lid komt te luiden: het uitoefenen van de bevoegdheden bedoeld in de artikelen 3.6, 3.7, 3.31, 3.32, 6.12, 6.17 en 6.21 van de Wet ruimtelijke ordening;

In artikel 7.1, 47^e lid wordt ‘artikel 2.1.9 van de APV Rotterdam 2008’ gewijzigd in: ‘artikel 2:10 van de APV Rotterdam 2012’.

Artikel 9.1, 17^e lid komt te vervallen.

Artikel 9.2, tweede lid komt te vervallen.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van het gemeenteblad waarin het wordt geplaatst, met uitzondering van:

• de onderdelen 1 tot en met 15, die in werking treden op 19 maart 2014;

• onderdeel 23, dat met terugwerkende kracht op 1 januari 2014 in werking treedt.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 11 maart 2014.

De secretaris,

Ph.F.M. Raets

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Dit Gemeenteblad 2014, nummer 38, ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bds.rotterdam.nl – Gemeentebladen)