Verordening op de heffing en invordering van rechten benzinepompinstallaties 2014 gemeente Alkmaar

De raad der gemeente Alkmaar;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, bijlage nr. 2013-1237;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van rechten benzinepompinstallaties 2014.

(Verordening benzinepompinstallaties 2014)

Artikel 1
Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt, voor zover niet anders is bepaald, verstaan onder:

jaar: een kalenderjaar;

maand: een kalendermaand;

omzet: het aantal in het heffingsjaar afgeleverde en/of voor eigen gebruik afgenomen liters motorbrandstof;

pomp: al dan niet onder een mantel verenigd pompwerktuig.

Artikel 2
Belastbaar feit

Voor benzinepompinstallaties wordt een belasting geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven, voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.

Artikel 3
Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die één of meer in artikel 6 opgenomen voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel van degene ten behoeve van wie die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden aangetroffen.

Artikel 4
Heffingsjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5
Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 6
Tarieven

De belasting als bedoeld in artikel 2 bedraagt per jaar

  • a.voor vaste pompinstallaties op gemeentegrond, indien de omzet 1.000.000 liter of meer bedraagt, per liter € 0,0109 en tevens voor een:

    • 1.wasstation, per m² € 74,45

    • 2.quick-service-station, per m² 74,45

  • b.voor vaste pompinstallaties op gemeentegrond, indien de

    omzet minder bedraagt dan 1.000.000 liter, per pomp 477,85

    en tevens voor een:

    • 1.water- of luchtaftappunt 74,45

    • 2.bedieningshuisje en/of een pomp-trottoir, per m² 17,85

    • 3.tank, per 1.000 liter inhoud 8,65

    • 4.vulputje voor een tank 8,65

    • 5.lichtmast, blikvanger of een attentiebalk 8,65

    • 6.verplaatsbaar wagentje voor het

      afleveren van motorbrandstof 47,45

  • c.indien geen pompen op gemeentegrond staan, zijn uitsluitend de

    rechten verschuldigd genoemd in lid b, onder 1 tot en met 6 van dit artikel.

Artikel 7
Aangifteplicht

De belastingplichtige aan wie niet binnen twee maanden na aanvang van het belastingjaar of de belastingplicht een aanslag is opgelegd dan wel geen aangiftebiljet is uitgereikt, is gehouden binnen veertien dagen na afloop van die twee maanden bij bur­gemeester en wethouders een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.

Artikel 8
Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsge­lang

De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is bij de aanvang van de belastingplicht.

Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Voor wat betreft de naar de omzet berekende rechten wordt de omzet herleid tot een jaaromzet.

Indien de belastingplicht in de loop van het jaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven. Voor wat betreft de naar de omzet berekende rechten wordt de omzet herleid tot een jaaromzet.

Artikel 9
Betalingstermijn

De aanslagen moeten worden voldaan in één termijn, vervallende één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 10
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten benzinepompinstallaties.

Artikel 11
Kwijtschelding

Bij de invordering van deze heffing wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12
Inwerkingtreding en citeertitel

De Verordening rechten benzinepompinstallaties 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Deze verordening kan worden aangehaald als:Verordening rechten benzinepompinstallaties 2014.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 november 2013 te Alkmaar.

De raad voornoemd,

P.M. Bruinooge, voorzitter.

drs. A.P.A. Koolen, griffier.

Naar boven