VERORDENING VAN UTRECHT 2013 Nr. 60

Verordening op de heffing en de invordering van Leges Omgevingsvergunning 2014 , alsmede de daarbij behorende tarieventabel 2014 (raadsbesluit van 14 november 2013 )

De raad van de gemeente Utrecht;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

BESLUIT

vast te stellen de volgende

VERORDENING op de heffing en de invordering van Leges Omgevingsvergunning 2014, alsmede de daarbij behorende tarieventabel 2014

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘Leges omgevingsvergunning’ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst als bedoeld in artikel 2 dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Tarieven en heffingsmaatstaven

  • 1.De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, (elektronische) nota of andere schriftuur.

Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt. Onder toezending van de schriftelijke kennisgeving wordt mede verstaan verzending langs elektronische weg.

Artikel 6 Termijnen van betaling

  • 1.De leges moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 5:

    • a.mondeling wordt gedaan op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.schriftelijk wordt gedaan op het moment van uitreiking van de kennisgeving dan wel in geval van toezending daarvan

  • 1.per post, binnen veertien dagen na dagtekening van de kennisgeving;

  • 2.langs elektronische weg, onverwijld.

  • 2.De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 7 Kwijtschelding

Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 8 Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggave van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet (Stb. 1994, 762) en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.De Leges Omgevingsverordening 2013 van 8 november 2012 (Gemeenteblad 2012, nr. 79) wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan en op belastbare feiten waarop de Wet ruimtelijke ordening of de Woningwet zoals deze luidden voor inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht nog moeten worden toegepast.

  • 2.Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.De datum van ingang van heffing is 1 januari 2014.

  • 4.Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Leges omgevingsvergunning 2014.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 14 november 2013

De griffier, De burgemeester,

Drs. A.A.H. Smits Mr. A. Wolfsen

BIJLAGE BEHOREND BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2013, NR. 60

1 Bebouwde omgeving : Omgevingsvergunning

Pagraaf 1: Begripsomschrijving en

  • 1.1.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • 1.1.1. investeringskosten: de investeringskosten als genoemd in het

    normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad

    laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

    Indien het inrichten geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid

    geschiedt, wordt in dit hoofdstuk onder investering nodig voor

    de uitvoering verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch

    verkeer zou moeten worden betaald voor het uitvoeren van het werk

    waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 1.1.2. bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting,

    bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve

    Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012),

    voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een

    raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld

    in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad

    laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel

    of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit

    hoofdstuk onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde

    in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het

    tot stand van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft

  • 1.1.3. sloopkosten: de aannemingsom exclusief omzetbelasting, bedoeld

    in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve

    Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het

    uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van

    de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het

    slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt

    wordt in dit hoofdstuk onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan

    een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald

    voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking

    heeft

  • 1.1.4. Wabo: de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • 1.1.5.In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die in de Wabo zijn

    omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo

    bedoeld.

  • 1.1.6.In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo

    zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor

    het toetsingkader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt,

    hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Paragraaf 2: Indicatie aanvraag omgevingsvergunning

  • 2.1.Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een

    aanvraag:

  • 2.1.2.voor het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project

    in het kader van de Wabo vergunbaar is EUR 294,90

Paragraaf 3: Omgevingsvergunning

3.Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in deze paragraaf en paragraaf 4 van dit hoofdstuk. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

3. 1 . Bouwactiviteiten

3.1.1.1 Indien de aanvraag om een vergunning betrekking heeft op

een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van

de Wabo, bedraagt het tarief:

  • 3.1.1.2.indien de bouwkosten minder dan EUR 1.000.000 bedragen 2,26%

    van de bouwkosten, met een minimum van: EUR 130,00

  • 3.1.1.3.indien de bouwkosten EUR 1.000.000 tot EUR 5.000.000 bedragen 2,14%

    van de bouwkosten, met een minimum van: EUR 22.600,00

  • 3.1.1.4.indien de bouwkosten EUR 5.000.000 tot EUR 50.000.000 bedragen 1,94%

    van de bouwkosten, met een minimum van EUR 107.000,00

  • 3.1.1.5.indien de bouwkosten meer dan EUR 50.000.000 bedragen EUR 970.000,00

    vermeerderd met 0,17%

    berekend over de bouwkosten meer dan EUR 50.000.000

3.1.2. Achteraf ingediende aanvraag

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1.1. bedraagt het tarief,

indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend

na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit 150,00%

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges,

met een minimum van EUR 264,40

3.2. A anlegactiviteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking

heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid,

onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: EUR 294,90

3.3 Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking

heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid,

onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit

als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in

onderdeel 3.1.:

3.3.1 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 (binnenplanse

afwijking), 2 (buitenplanse kleine afwijking) of 3 (buitenplanse

afwijking) van de Wabo, dan wel artikel 2.12, tweede lid (tijdelijke

afwijking), van de Wabo, artikel 2.12, eerste lid, onder b (afwijking

van exploitatieplan) van de Wabo of artikel 2.12, eerste lid, onder d

(afwijking van een voorbereidingsbesluit) van de Wabo

wordt toegepast 16,00%

van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag met

een minimumbedrag van EUR 294,90

  • 3.3.2.indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft,

    de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld

    krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening

    en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast 16,00%

    van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag

    met een minimumbedrag van EUR 294,90

  • 3.3.3.indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de

    activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens

    artikel 4.3, derde lid , van de Wet ruimtelijke ordening en artikel

    2.12, eerste lid onder c, van de Wabo wordt toegepast 16,00%

    van het op grond van onderdeel 3.1.1. verschuldigde bedrag

    met een minimumbedrag van EUR 294,90

3.4 Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit, noch zal zijn

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid,

onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake zal zijn van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a,

van de Wabo, bedraagt het tarief:

3.4.1 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 (binnenplanse

afwijking) of 2 (buitenplanse kleine afwijking) van de Wabo,

artikel 2.12, tweede lid (tijdelijke afwijking) van de Wabo,

artikel 2.12, eerste lid onder b (afwijking van een exploitatieplan)

of d (afwijking van een voorbereidingsbesluit) van de Wabo

wordt toegepast EUR 294,90

3.4.2 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 van de Wabo

wordt toegepast (buitenplanse afwijking) bij een investering

nodig voor de uitvoering:

Categorie A: > EUR 0 en ≤ EUR 100.000 EUR 8.644,00

Categorie B: > EUR 100.000 en ≤ EUR 1.000.000 EUR 14.339,00

Categorie C: > EUR 1.000.000 en ≤ EUR 10.000.000 EUR 24.102,00

Categorie D: > EUR 10.000.000 en ≤ EUR 20.000.000 EUR 34.883,00

Categorie E: > EUR 20.000.000 en ≤ EUR 50.000.000 EUR 48.917,00

Categorie F: > EUR 50.000.000 EUR 56.240,00

3.4.3 indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft,

de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens

artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en

artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt

toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) EUR 294,90

3.4.4 indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft,

de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld

krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke

ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo

wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) EUR 294,90

3.5 In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

3.5.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking

heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid,

onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief EUR 620,35

3.5.2 Het tarief genoemd onder 3.5.1. wordt verhoogd voor een

bouwwerk of inrichting met een oppervlakte van:

3.5.2.1 0 t/m 100 m2 EUR 411,85

3.5.2.2 101 m2 t/m 500 m2 EUR 411,85

vermeerderd per m2 boven het aantal van 100 m2 met EUR 2,53

3.5.2.3 501 m2 t/m 2.000 m2 EUR 1.423,85

vermeerderd per m2 boven het aantal van 500 m2 met EUR 1,33

3.5.2.4 2.001 m2 t/m 5.000 m2 EUR 3.418,85

vermeerderd per m2 boven het aantal van 2.000 m2 met EUR 0,39

3.5.2.5 5.001 m2 t/m 50.000 m2 EUR 4.588,85

vermeerderd per m2 boven het aantal van 5.000 m2 met EUR 0,07

3.5.2.6 meer dan 50.000 m2 EUR 7.738,85

vermeerderd per m2 boven het aantal van 50.000 m2 EUR 0,01

3.6 Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

3.6.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd

monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid,

onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is

vereist, bedraagt het tarief voor het wijzigen van een monument 1,13% van de kosten van de uit te voeren werkzaamheden, met een

minimum van EUR 130,00.

3.6.2 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads-

of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale

verordening of de gemeentelijke verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c,

van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning

of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief 2,2% van de kosten van de uit de voeren werkzaamheden, met een

minimum van EUR 130,00 met een maximum van EUR 13.221,00.

3.7 Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

3.7.1.Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft

3.7.1.op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in

3.7.1.een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit

3.7.1.is bepaald bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo,

3.7.1.bedraagt het tarief: EUR 294,90

3.8 Uitweg/inrit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief EUR 276,90.

3.9 Kappen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

3.9.1 indien de aanvraag betrekking heeft op maximaal vijf bomen EUR 515,25

3.9.2 indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan vijf bomen geldt het tarief van 3.9.1 voor de eerste vijf bomen vermeerderd

voor elke boom meer dan vijf bomen op dezelfde locatie in hetzelfde project EUR 14,35

3.10 Handelsreclame

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aan een onroerende zaak handelsreclame te maken

of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h, van de Wabo, bedraagt het tarief EUR 144,40per m2 voor handelsreclame bestemde oppervlakte met een minimum van EUR 130,00 en een maximum van EUR 4668,00

3.11. Projecten of handelingen in het kader van de natuurbeschermingswet 1998

  • 3.11.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking

    heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die

    schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de

    natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten,

    als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de

    Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief EUR 294,90

  • 3.11.2 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking

    heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen

    met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister

    van landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied

    als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de

    Natuurbeschermingswet 1998 EUR 294,90

3.12. Handelingen in het kader van Flora- en Faunawet

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75,

derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief EUR 294,90

3.13. Andere activiteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking

heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling

dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld

en die activiteit of handeling

  • 3.13.1 behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen

    categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke

    leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van

    de Wabo, bedraagt het tarief EUR 294,90

  • 3.13.2 behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke

    verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie

    activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke

    leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo,

    bedraagt het tarief EUR 294,90

3.14. Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek

in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid,

van de Wabo, bedraagt het tarief:

  • 3.14.1 voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een

    beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat

    voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor

    de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase

    betrekking heeft.

  • 3.14.2 voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een

    beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag

    dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk

    voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase

    betrekking heeft.

3.15. Advies

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij

wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het

ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning EUR 294,90.

3.16. Verklaring van geen bedenkingen

Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven bedraagt het tarief EUR 294,90.

Paragraaf 4 Vermindering

4.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten waarvoor leges zijn verschuldigd, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen, handelingen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 3.11, 3.12, 3.15 en 3.16 bedraagt de vermindering bij vijf en meer activiteiten waarvoor leges verschuldigd zijn 5% van de voor de activiteiten verschuldigde leges.

Paragraaf 5 Teruggaaf

5.1 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, wijziging- of sloopactiviteiten

5.1.1 Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor

een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, wijziging-

of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.6, en

3.7., intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de

gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

5.2 De teruggaaf bedraagt:

5.2.1 indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van vier

weken na het in behandeling nemen ervan 75%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit

verschuldigde leges

5.2.2 Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 5.2.1. aan te

betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan EUR 130,00

5.2.3 Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 5.2.1. aan te

betalen leges resterende bedrag mag niet meer zijn dan EUR 1.983,15

5.2.4.indien de aanvraag wordt ingetrokken na vier weken na het in

5.2.4.behandeling nemen ervan 60,0%

5.2.4.van de op grond van die onderdelen voor de betreffende

5.2.4.activiteiten verschuldigde leges

5.2.5 Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 5.2.4. aan te

betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan EUR 130,00

5.2.6 Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 5.2.4. aan te

betalen leges resterende bedrag mag niet meer EUR 3.173,00

5.3 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, wijziging- of sloopactiviteiten, met inbegrip van monumenten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een

project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of

sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.6

en 3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat

aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze

aanvraag is ingediend binnen 26 weken na verlening van de

vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt.

De teruggaaf bedraagt 25,0%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende

activiteit verschuldigde leges.

5.3.1 Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 5.3. aan te

betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan EUR 130,00

5.3.2 Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 5.3. aan te

betalen leges resterende bedrag mag niet meer zijn dan EUR 5.949,45

5.4 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, wijziging- of sloopactiviteiten, met inbegrip van monumenten

5.4.1 Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat

geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, wijziging- of sloopactiviteiten

als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.6, of 3.7 weigert, bestaat

aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

De teruggaaf bedraagt 30%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit

verschuldigde leges.

5.4.2 Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 5.4.1 aan te

betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan EUR 130,00

5.4.3 Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 5.4.1 aan te

betalen leges resterende bedrag mag niet meer zijn dan EUR 5.552,80

5.5 Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan EUR 264,40

wordt niet teruggegeven

5.6 Geen teruggaaf legesdeel overige onderdelen

Uitsluitend van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen

3.1, 3.6 en 3.7 wordt teruggaaf verleend.

6. Intrekking omgevingsvergunning

6.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een

aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een

omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid,

onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 5.3. van toepassing is EUR 294,90

7. Wijzigen omgevingsvergunning als gevolg van wijzigen project

7.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een

aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg

van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging

in het project 5%

van het verschuldigde legesbedrag voor de oorspronkelijke

omgevingsvergunning

met een minimum van EUR 130,00

met een maximum van EUR 5.949,45

8. In dit hoofdstuk niet genoemde beschikking

8.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een

8.aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet genoemde

8.beschikking EUR 294,90

9. Algemeen: tarief indien niet elders een tarief

9.1De leges voor het niet verder in behandeling nemen van een

9.niet ontvankelijke aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning,

9.een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor

9.zover daarvoor niet elders in dit hoofdstuk een tarief is

9.opgenomen bedragen EUR 130,00

Naar boven