30 800 VIII
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007

nr. 107
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 maart 2007

Naar aanleiding van de brief Brede Basis voor Cultuur van 21 december 2006 heeft uw Kamer mij schriftelijke vragen voorgelegd. Uit de vragen blijkt dat de Kamer een groot belang toekent aan amateurkunst, cultuureducatie en cultuurparticipatie. Dit zijn onderwerpen die ook in de cultuurparagraaf van het (na december 2006 aan uw Kamer gespresenteerde) regeerakkoord van Balkenende IV een grote rol spelen. Voorts heeft uw Kamer mij vragen gesteld met betrekking tot «musea gratis».

Als onderdeel van de 100-dagen termijn, die het kabinet gebruikt om het regeerakkoord nader uit te werken, zal ik ook met diverse vertegenwoordigers uit de hoek van amateurkunst en cultuurparticipatie spreken. Ik wil daarom de schriftelijke beantwoording van de door de Kamer gestelde vragen uitstellen tot na deze gesprekken. Daarna zal ik in staat zijn om in de beantwoording van de vragen van de Kamer specifieker te zijn in de ambitie die mij op het gebied van amateurkunst en cultuurparticipatie voor ogen staat. In dat kader zal ik dan ook graag nader ingaan op het onderwerp «gratis toegang tot de vaste collecties van de voormalige rijksmusea» en de vragen die u daarbij gesteld heeft.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk

Naar boven