25 479
Financiële verantwoordingen over het jaar 1996

nr. 17
FINANCIËLE VERANTWOORDING VAN HET MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ (XIV)

Deze financiële verantwoording bestaat uit:

– de rekening van verplichtingen, uitgaven en ontvangsten, zoals blijkt uit bijgevoegde staten, voorzien van een toelichting;

– de op de rekening aansluitende saldibalans per 31 december 1996, voorzien van een toelichting.

De financiële verantwoording van het agentschap Plantenziektenkundige Dienst bestaat uit de rekening van baten en lasten en van kapitaaluitgaven en -ontvangsten, zoals blijkt uit de bijgevoegde staat, voorzien van een toelichting en de balans per 31 december 1996, voorzien van een toelichting.

Den Haag, 29 augustus 1997

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen

INHOUDSOPGAVE Blz.

   
   
1.De rekening van verplichtigen, uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (XIV) over 19964
1.1Staten behorende bij de slotwet en de financiële verantwoording over het jaar 19964
 Verplichtingen en uitgaven4
 Ontvangsten8
 Agentschap10
1.2Algemene Deel12
1.2.1Algemeen12
1.2.2Grondslagen voor de financiële verantwoording12
1.2.3Financieel Beheer13
1.2.4Beleid gericht op voorkomen en bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik16
1.2.5Apparaatsuitgaven17
1.2.6Leeswijzer19
1.3De Artikelsgewijze Toelichting21
1.3.1Uitgaven en verplichtingen21
1.3.2Ontvangsten65
   
2.De Saldibalans van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (XIV) per 31 december 199679
2.1Saldibalans79
2.2Toelichting op de saldibalans79
2.3Overzicht garantieverplichtingen86
   
3.Financiële verantwoording 1996 Agentschap PD88
3.1Algemeen88
3.2De Balans van het Agentschap per 31 december 199689
3.3De specificatie van de rekening van baten en lasten90
3.4De specificatie van de rekening van kapitaaluitgaven en kapitaalontvangsten92
3.5Toelichting op de Balans94
3.6Toelichting op de rekening van baten en lasten97
3.7Kasstroomoverzichten100
3.8Kengetallen100

Staat behorende bij de Wet van .......... 19.., Stb. ... en bij de financiële verantwoording over het jaar 1996 Rekening 1996 (inclusief slotwetmutaties), Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (XIV), Onderdeel uitgaven en verplichtingen (bedragen x f 1 000)

   (1) (2) (3)  (4) = (1) + (2) + (3) (5) (6) = (5) – (4)
Art.Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begroting Mutaties (+ of –) op grond van eerste suppletore begroting (incl. Nota van Wijziging)Mutaties (+ of –) op grond van tweede suppletore begroting Totaal geraamd Realisatie1Slotwetmutaties (+ of –) (+ = tekortschietend geraamd bedrag
   verplichtingenuitgaven verplichtingen uitgaven verplichtingenuitgaven  verplichtingen uitgaven verplichtingenuitgaven verplichtingen uitgaven
  TOTAAL 3 131 795 106 821 – 8 824  3 229 792 3 220 496 – 9 296
                
10 Algemeen 326 566      326 497 323 072  
                
 01Personeel en Materieel304 081304 086– 4 062– 4 062+ 19 507+ 19 507 319 526319 531316 433315 971– 3 093– 3 560
 02Prijsbijstelling – 6 800– 6 800+ 8 886+ 8 886– 2 086– 2 086 
 03Loonbijstelling 24 50224 502+ 4 716+ 4 716– 29 218– 29 218 
 04Onvoorzien893893  – 893– 893 
 05Overige subsidies en uitgaven3 8853 885  + 3 081+ 3 081 6 9666 9667 1967 101+ 230+ 135
                
11 Internationale aangelegenheden 64 794      59 517 59 032  
                
 01Personeel en Materieel35 29635 296+ 1 730+ 1 730+ 4 627+ 4 627 41 65341 65343 12643 126+ 1 473+ 1 473
 02Bijdrage aan het LEF12 26512 265+ 99+ 99– 12 092– 12 092 272272– 272– 272
 03Overige subsidies en uitgaven15 90817 233+ 6+ 6+ 353+ 353 16 26717 59214 43015 906– 1 837– 1 686
                
12 Landbouw 199 319      144 096 146 890  
                
 01Personeel en Materieel51 71351 713+ 971+ 1 369– 2 350– 2 350 50 33450 73251 16351 163+ 829+ 431
 02Structuurverbetering 70 487129 540– 1 186– 42 562– 4 258– 14 258 65 04372 72075 02177 007+ 9 978+ 4 287
 03Industrie en Handel18 86817 563– 50– 50– 892– 892 17 92616 62121 83915 822+ 3 913– 799
 04Overige subsidies en uitgaven503503+ 2 000+ 2 000+ 1 520+ 1 520 4 0234 0232 0012 898– 2 022– 1 125
 05Garanties         
                
13 Natuur, Groene Ruimte en Recreatie 1 004 911      1 011 424 1 007 122  
                
 01Personeel en Materieel116 696116 696+ 7 895+ 7 895+ 3 179+ 3 179 127 770127 770127 068127 353– 702– 417
 02Verwerving 178 430177 665+ 4 100+ 4 100+ 4 357+ 4 357 186 887186 122186 036185 318– 851– 804
 03Inrichting 379 112360 734+ 4 100– 8 550– 20 514– 18 747 362 698333 437375 509330 510+ 12 811– 2 927
 04Beheer 281 970287 325+ 10 371+ 10 421+ 31 013– 10 924 323 354286 822322 858282 067– 496– 4 755
 05Overige subsidies en uitgaven68 56162 491+ 3 691+ 3 716+ 15 351+ 11 066 87 60377 273103 75281 874+ 16 149+ 4 601
 06Garanties20 000+ 2 000    22 00020 000 – 2 000 
                
14 Visserij 13 107      20 368 20 749  
                
 01Personeel en Materieel10 39310 393+ 190+ 190+ 1 123+ 1 123 11 70611 70612 08412 084+ 378+ 378
 02Structuurverbetering en overige subsidies en uitgaven2 4842 714  + 5 948+ 5 948 8 4328 6628 4228 665– 10+ 3
                
15 Milieu, gezondheid en kwaliteit 221 417      306 426 306 564  
                
 01Personeel en Materieel152 958152 958+ 5 776+ 5 776+ 3 935+ 3 935 162 669162 669163 718163 729+ 1 049+ 1 060
 02Agentschap Plantenziektenkundige Dienst17 88117 881+ 232+ 232+ 663+ 663 18 77618 77618 83818 838+ 62+ 62
 03Gezondheid en Kwaliteitszorg45 44350 578+ 80 321+ 83 821– 8 683– 9 418 117 081124 981117 514123 997+ 433– 984
 04Garanties     
                
16 Wetenschap en kennisoverdracht 1 301 681      1 361 464 1 357 067  
                
 01Personeel en Materieel9 6979 697+ 1 030+ 1 030+ 1 671+ 1 671 12 39812 39812 10712 332– 291– 66
 02Wetenschappelijk Onderzoek317 717321 134+ 7 684+ 7 569+ 22 471+ 12 471 347 872341 174349 832340 436+ 1 960– 738
 03Praktijkonderzoek 54 67054 768+ 8 690+ 8 690+ 1 499+ 832 64 85964 29064 65965 648– 200+ 1 358
 04Bedrijfsontwikkeling 68 25769 843– 4 435– 4 405– 599– 2 799 63 22362 63963 37958 259+ 156– 4 380
 05Wetenschappelijk Onderwijs243 918243 918+ 2 212+ 2 212+ 2 994+ 2 994 249 124249 124248 849248 849– 275– 275
 06Hoger Agrarisch Onderwijs115 052115 052+ 515+ 515+ 1 410+ 1 410 116 977116 977121 482121 397+ 4 505+ 4 420
 07Voortgezet Agrarisch Onderwijs440 068438 319+ 11 065+ 11 065+ 13 875+ 15 624 465 008465 008454 880460 358– 10 128– 4 650
 08Agrarisch Praktijkschoolonderwijs49 10148 950+ 412+ 412+ 341+ 492 49 85449 85449 86649 788+ 12– 66
 09Garanties     

1 De gerealiseerde bedragen zijn steeds afgerond >naar boven (op duizenden guldens)

Mij bekend,

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Staat behorende bij de Wet van .......... 19.., Stb. ... en bij de financiële verantwoording over het jaar 1996 Rekening 1996 (inclusief slotwetmutaties), Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (XIV), Onderdeel ontvangsten (bedragen x f 1 000)

   (1) (2) (3)  (4) = (1) + (2) + (3) (5) (6) = (5) – (4)
Art.Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begroting Mutaties (+ of –) op grond van eerste suppletore begroting Mutaties (+ of –) op grond van tweede suppletore begroting  Totaal geraamdRealisatie1Slotwetmutaties (+ of –) (+ = meer ontvangen)
   ontvangstenontvangsten ontvangsten  ontvangsten ontvangstenontvangsten
  TOTAAL498 99456 726– 15 151 540 569550 86610 297
          
10 Algemeen21 651   19 39416 107 
          
 01Ontvangsten voor apparaat21 205– 357– 1 900 18 94816 107– 2 841
 05Overige ontvangsten446   446– 446
          
11 Internationale aangelegenheden6 020   6 8579 109 
          
 01Ontvangsten voor apparaat520+ 837  1 357306– 1 051
 02Bijdrage van het LEF   2 547+ 2 547
 03Overige ontvangsten5 500   5 5006 256+ 756
          
12 Landbouw57 158   41 51546 513 
          
 01Ontvangsten voor apparaat1 204+ 145  1 3492 120+ 771
 02Structuurverbetering48 007– 7 758– 7 233 33 01637 001+ 3 985
 03Industrie en Handel947 – 500 447631+ 184
 04Overige ontvangsten7 000 – 297 6 7036 761+ 58
          
13 Natuur, Groene Ruimte en Recreatie215 386   232 675237 753 
          
 01Ontvangsten voor apparaat610+ 3 455+ 693 4 7583 463– 1 295
 02Verkopen1 500+ 1 000+ 300 2 8002 730– 70
 03Inrichting156 123– 1 200+ 8 400 163 323167 103+ 3 780
 04Beheer52 920+ 4 337  57 25757 710+ 453
 05Overige ontvangsten4 233+ 304  4 5376 747+ 2 210
          
14 Visserijen6 370   8 3487 444 
          
 01Ontvangsten voor apparaat+ 30  3056+ 26
 02Overige ontvangsten6 370 + 1 948 8 3187 388– 930
          
15 Milieu, gezondheid en kwaliteit139 114   168 337171 976 
          
 01Ontvangsten voor apparaat138 239+ 567– 16 852 121 954125 771+ 3 817
 03Gezondheid en kwaliteitszorg875+ 53 100– 7 592 46 38346 205– 178
          
16 Wetenschap en kennisoverdracht53 295   63 44361 964 
          
 01Ontvangsten voor apparaat+ 37  371– 36
 02Diverse ontvangsten onderzoek41 296+ 7 829+ 8 282 57 40750 547– 6 860
 03Diverse ontvangsten onderwijs4 999   4 99910 405+ 5 406
 04Bedrijifsontwikkeling7 000– 5 600– 400 1 0001 011+ 11

1 De bedragen zijn normaal (f 500 en hoger naar boven) afgerond op duizenden guldens.

Mij bekend,

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Staat behorende bij de Wet van .......... 19.., Stb. ... en bij de financiële verantwoording over het jaar 1996 Rekening 1996 (inclusief slotwetmutaties), Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (XIV), Agentschap Plantenziektenkundige Dienst (bedragen x f 1 000)

   (1) (2) (3)  (4) = (1) + (2) + (3) (5) (6) = (5) – (4)
Art.Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begroting Mutaties (+ of –) op grond van eerste suppletore begroting Mutaties (+ of –) op grond van tweede suppletore begroting  Totaal geraamdRealisatie1Slotwetmutaties (+ of –) (+ = tekortschietend to.v. geraamd bedrag)
15.02Agentschap Plantenziektenkundige Dienst       
          
  Totale baten31 333+ 232+ 663 32 22836 625– 4 397
  Totale lasten31 333+ 232+ 663 32 22833 789+ 1 561
  Saldo van baten en lasten  – 2 836
          
  Totale kapitaalontvangsten610+ 100 7103 459– 2 749
  Totale kapitaaluitgaven610+ 100 710768+ 58

1 De bedragen zijn normaal (f 500 en hoger naar boven) afgerond op duizenden guldens.

Mij bekend,

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

1.2. ALGEMENE DEEL

1.2.1 Algemeen

In onderstaand overzicht wordt weergegeven hoe de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten zich verhouden tot de oorspronkelijk geraamde uitgaven en ontvangsten. In 1996 is f 88,7 mln. meer uitgegeven dan oorspronkelijk was geraamd. Tevens is sprake van hogere ontvangsten dan oorspronkelijk was geraamd, namelijk f 51,9 mln.

(Bedragen x f 1 mln.)Uitgaven 1996Ontvangsten 1996
Stand ontwerp-begroting 19963 131,8499,0
Stand Rekening 19963 220,5550,9
Verschil88,751,9

Voor de verschillen tussen de oorspronkelijke raming en de uiteindelijke realisatie is een aantal oorzaken aan te geven. Om een indicatie te geven kan voor de uitgaven de volgende specificatie worden gegeven voor het verschil tussen de stand ontwerp-begroting en de stand Rekening:

(Bedragen x f 1 mln.)Uitgaven
– Technische bijstelling in de loon-, prijs- en wachtgeldsfeer38,4
– Maatregelen BSE78,2
– Bruinrot8,5
– Minder uitgaven BPM-regeling– 49,0
– Lagere bijdrage LEF– 12,3
– Kasverschuiving GeBeVe– 12,6
– Desalderingen13,8
– Overboekingen van andere begrotingen38,5
– Overige– 14,8
Verschil88,7

Voor de ontvangsten ziet een verklaring op hoofdlijnen er als volgt uit:

(Bedragen x f 1 mln.)Ontvangsten
– BSE-vergoeding EU53,1
– Bijstelling overschotheffing– 11,3
– Lagere ontvangsten RVV– 13,1
– Desalderingen13,8
– Overige9,4
Verschil51,9

De toelichting bij de rekening bevat per begrotingsartikel een verklaring van de verschillen tussen de begrotingsraming zoals opgenomen in de ontwerp-begroting, en de uiteindelijke realisatie. De toelichting op de rekening heeft een samenvattend karakter. De verschillen per artikel zijn gedetailleerd toegelicht in de eerdere suppletore begrotingen en de slotwet.

1.2.2 Grondslagen voor de financiële verantwoording

De Rekening is opgesteld overeenkomstig de artikel 65 van de Comptabiliteitswet en de Regeling Departementale Begrotingsadministratie.

1.2.3 Financieel beheer

Administratieve Organisatie

In het voorjaar van 1996 is op basis van een departementaal-breed plan van aanpak gestart met een actualisering van de beschrijving van de administratieve organisatie van directies en diensten. Uitgangspunt bij de aanpak is dat de directies en diensten, in het licht van integraal management, zelf verantwoordelijk zijn voor de actualisatie. Deze operatie is, met uitzondering van met name twee grote diensten die nog in een reorganisatieproces verwikkeld zijn, in het voorjaar van 1997 op hoofdlijnen afgerond, voor zover het de meest kritische processen betreft. De directie FEZ ziet met behulp van een daartoe ontwikkeld toetsingskader steekproefsgewijs toe op de kwaliteit van de (actualisatie) van de meest kritische processen.

Financieel Administratie Pakket

Sinds 1 januari 1996 is een nieuw geautomatiseerd systeem voor de begrotingsadministratie, het Financieel Administratie Pakket (FAP), operationeel. Dit pakket vervangt het verouderde Administratie Pakket Landbouw (APL). De noodzaak om het oude pakket te vervangen was gelegen in een aantal factoren. Zo was het niet meer doelmatig om het onderhoud en het beheer van het APL-pakket nog langer vorm te geven. Daarnaast leverde het oude systeem geen adequate managementinformatie en paste het bovendien niet goed in de besturingsfilosofie van Integraal Management. In 1995 heeft het voorbereidings- en keuzetrajekt, op basis van de Europese aanbestedingsprocedure, geleid tot de selectie van een nieuw pakket. Medio 1995 is met ROSS Systems Nederland BV overeenstemming bereikt over het gebruiksrecht en het onderhoud van het financiële pakket Renaissance CS financial series. Bij de contractondertekening medio 1995, hebben partijen zich ten doel gesteld het systeem op 1 januari 1996 operationeel te hebben. In de tweede helft van 1995 zijn de risicos periodiek besproken in het Project Management Team (PMT). Begin 1996 was het nieuwe systeem operationeel op het kerndepartement, bij het Agentschap Plantenziektenkundige Dienst en bij de Stichting Landbouwvoorlichting en bij de Dienst Landbouwkundig Onderzoek.

De directie FEZ heeft, in haar rol van concerncontroller, het selectie- en implementatietrajekt begeleid en gecoördineerd. Hier zijn de betrokken directies en diensten en de beoogde gebruikers nauw bij betrokken geweest. Na de implementatie op het kernministerie zijn nog diverse werkzaamheden verricht. Zo is met name de nodige aandacht besteed aan het realiseren van interfaces met andere financiële systemen en aan het vervolmaken van (management)overzichten. In het begin van 1997 bleken zich nog problemen voor te doen bij de jaarafsluitingsprocedure, als ook bij de aansluiting tussen Debiteuren, Crediteuren en het Grootboek en die met de verplichtingenadministratie (VERA). Een grondige analyse van de problemen vroeg om extra inzet van capaciteit. Eén en ander had onder meer tot gevolg dat nog de nodige correcties in de programmatuur en administratie moesten worden aangebracht.

Gedurende het gehele implementatietrajekt van het FAP heeft FEZ op verschillende terreinen voorzieningen getroffen , teneinde de implementatie zo soepel mogelijk te laten verlopen. Zo zijn aan het eind van 1995 cursusvoorzieningen getroffen om potentiële gebruikers wegwijs te maken in het systeem. Sinds 1 januari 1996 is een help-desk ingericht. Daarnaast functioneerde er binnen het kerndepartement een gebruikersoverleg. Teneinde de implementatietrajekten bij de decentrale diensten te coördineren en zodoende eveneens een platform te hebben voor probleemafstemming is in 1996 een aantal malen overleg gevoerd in een zogeheten Beheersoverleg FAP.

Aan het eind van 1996 heeft, in opdracht van de directeur FEZ, door een onafhankelijke partij ( i.c. het RCC), een evaluatie-onderzoek uitgevoerd naar hetgeen tot dan toe was bereikt. De resultaten van dit evaluatie-onderzoek (afgerond eind 1996) luiden op hoofdlijnen als volgt:

De Keuze

De verkorte informatie-analyse is conform plan op degelijke wijze uitgevoerd. De resultaten zijn verwoord in een goed rapport. Het keuzetrajekt is gestructureerd en logisch, waarin op zorgvuldige wijze een keuze is gemaakt. Het plan van aanpak was goed, waarbij de uitvoering in grote lijnen is verlopen als bedoeld.

(Proef)implementatie op het kerndepartement

Het traject van proefimplementatie en implementatie heeft, als gevolg van de binnen LNV doorgevoerde reorganisatie, te lijden gehad onder een instabiele omgeving. Mede hierdoor is sprake geweest van onderschatting, waardoor een aantal aspecten onvoldoende invulling heeft gekregen. Er is waardering voor hetgeen tot nu toe aan resultaten is behaald, maar alle beoogde doelen zijn nog niet gerealiseerd. De implementatie mag nog niet als afgerond worden beschouwd.

Functionele kwaliteit

Over de functionele kwaliteit worden door de gebruikers negatieve kanttekeningen gemaakt, hoewel er tijdens het onderzoek zeker ook positieve punten naar voren kwamen. Het FAP heeft de organisatie nog niet gebracht wat men ervan had verwacht.

De aanbevelingen van het evaluatie-onderzoek hebben betrekking op het verbeteren van de communicatie, het opheffen van de performanceproblemen en acties om alsnog «fitness for use» te realiseren. Inmiddels is het gebruikersoverleg voor het FAP-systeem omgevormd tot een periodiek overleg over alle applicaties. De managementoverzichten die het systeem levert, komen in overleg met directies tot stand. Op grote schaal zijn begin 1997 (aanvullende) cursussen georganiseerd.

Voor het systeem is een nieuwe, krachtiger computer aangeschaft, zodat performanceproblemen zijn opgelost. Periodiek zal worden gemeten of de performance op peil blijft.

Voorts is begin 1997 een nieuwe gebruikershandleiding gereed gekomen en verspreid.

De gebruikersvriendelijkheid zal verder worden verbeterd door de ingebruikname van een aantal nieuwe aanvullende systemen (o.a. een bestellingensysteem).

Concern Control Systeem (CCS)

In 1996 heeft het accent ten aanzien van het CCS gelegen op de verdere implementatie bij de uitvoerende diensten van LNV. Ultimo van dat jaar hebben de meeste daarvan de aanpak om te komen tot de relevante managementinformatie afgerond. Bij een aantal diensten worden inmiddels ook daadwerkelijk kwartaalrapportages opgesteld. Voorts is in 1996 een start gemaakt met de automatisering van het CCS. Na een marktverkenning is een beperkt aantal licenties van het pakket Business Objects aangeschaft. Doel daarvan is om vast te stellen of dit pakket voldoende toegevoegde waarde kan leveren op het gebied van een efficiënte selectie en presentatie van gegevens uit diverse (financiële) systemen.

Kengetallengebruik en ontwikkeling

In 1996 hebben kengetallen de nodige aandacht gehad binnen het departement. In de Concern Control Systeem(CCS)-rapportages van de meeste uitvoerende diensten hebben ze hun weerslag gevonden en ook in de begroting is een verbetering in de toelichting tot stand gekomen.

Het in 1996 begonnen project Indicatoren en Kengetallen heeft een visie genaamd Sturen op Effecten en Resultaten met Kengetallen opgeleverd. In deze visie is een streefbeeld voor heel LNV in het jaar 2002 geformuleerd en een plan van aanpak om dit streefbeeld te realiseren. LNV wil het gebruik van kengetallen in het beleids- en bedrijfsproces sterk bevorderen en heeft daarvoor een plan van aanpak geformuleerd dat door directies en diensten samen met de stafdirectie FEZ verder uitgewerkt wordt.

Daarnaast heeft de directie FEZ een helpdesk voor het beantwoorden van algemene en technische vragen op het gebied van kengetallen en wordt jaarlijks verslag gedaan over de stand van zaken.

In de financiële verantwoording1996 is voor de kengetallen aangesloten op de gegevens die zijn gepresenteerd in de begroting 1996. Het is, vanwege de gedetailleerdheid, niet altijd mogelijk gebleken om in alle gevallen de realisatiegegevens op te leveren.

Herijking subsidie-instrument

Op het terrein van de herijking van het subsidie-instrument is in 1996 de nodige vooruitgang geboekt. Concrete activiteiten vinden plaats in het kader van de uitwerking van een aantal programma's uit de nota Dynamiek en Vernieuwing. Zo zijn belangrijke onderdelen van het nieuwe Stimuleringskader, dat beoogt veel van de bestaande subsidieregelingen te vervangen, in 1996 gereedgekomen en in de begroting 1997 verwerkt. Een tweede belangrijk spoor betreft het Programma Beheer. In dit programma worden de contouren voor een nieuwe systematiek van beheersubsidiëring uitgewerkt. Uitgangspunten daarbij zijn uniformering, stroomlijning en, zoveel mogelijk, koppeling van subsidie aan concreet te bereiken resultaten. Het programma zal in de loop van 1997 worden afgerond.

Beleidsevaluatie, organisatiedoorlichting en beleidsmonitoring

De directie Financieel-Economische Zaken is in 1996 begonnen met het maken van bouwstenen voor de versterking van de planning en controlcyclus. Deze bouwstenen hebben betrekking op het beschrijven van kernfuncties die in de financiële organisatie thuishoren. In deze beschrijvingen nemen beleidsevaluatie en beleidsmonitoring een belangrijke plaats in. Ook binnen de directie zijn, als onderdeel van de administratieve organisatie, afspraken gemaakt om de coördinatie en het toezicht op beleidsevaluatie te versterken.

In 1996 zijn twee organisatiedoorlichtingen afgerond. Aan de follow-up van deze onderzoeken is door de betreffende organisaties uitgebreid aandacht besteed. Daarnaast zijn in 1996 twee doorlichtingen gestart die in de loop van 1997 zullen worden afgerond.

Opmerkingen Algemene Rekenkamer over de financiële verantwoording 1995

Bij brief van 7 oktober 1996 (kamerstukken 1996–1997, 24 830 nr. 3) zijn de Staten-Generaal reeds ingelicht over enige aandachtspunten uit het rechtmatigheidsonderzoek van de Algemene Rekenkamer en de (vervolg) akties van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij terzake.

1.2.4 Beleid gericht op voorkomen en bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik

Het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij maakt bij het realiseren van zijn beleidsdoelstellingen onder meer gebruik van subsidie- en bijdrageregelingen en heffingen. Aangezien hierbij gebruik wordt gemaakt van gegevens die afkomstig zijn van belanghebbenden, de zogenaamde derdengegevens, zijn die instrumenten gevoelig voor misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O). Op grond hiervan is een beleid geformuleerd dat is gericht op het voorkomen en bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik.

Het M&O-beleid kent twee invalshoeken: het geïntegreerd subsidiebeleid en het bestrijdingsbeleid. Beide aspecten moeten in elkaars verlengde worden bezien.

Het geïntegreerd subsidiebeleid heeft betrekking op de ontwikkelingsfase van een regeling en is met name gericht op het voorkomen van oneigenlijk gebruik. Het Ministerie hanteert hierbij het Handboek Subsidie Instrument. De opzet is dat in controlememoranda de onderkende risico's voor misbruik en oneigenlijk gebruik worden opgesomd, daarbij wordt aangegeven welke controlemaatregelen daartegenover worden gesteld en welk orgaan deze maatregelen uitvoert.

Voor nieuwe regelingen moet dit Handboek worden toegepast, voor bestaande regelingen dient de regeling bij een wijziging zo nodig ook te worden aangepast zodat het voldoet aan de bepalingen uit dit Handboek. Dit is bijvoorbeeld gebeurd in samenhang met het (nieuwe) Stimuleringskader. Mede op deze wijze is de M&O-aanpak van een deel van de subsidies geactualiseerd.

Het bestrijdingsbeleid heeft met name betrekking op de uitvoeringsfase van een regeling en is gericht op het voorkomen en bestrijden van misbruik. Het bestrijdingsbeleid richt zich op maatregelen op het gebied van de voorlichting, de controle en de sanctiemogelijkheden. De controlemaatregelen betreffen doorgaans de toetsing aan bewijsstukken, rekenkundige controles en (administratieve) verificatie. Waar nodig wordt gebruik gemaakt van contra-informatie. Als sluitstuk gelden – afhankelijk van de aard van de regeling – fysieke inspecties ter plaatse door de Algemene Inspectiedienst (AID). Vanzelfsprekend spelen privacy- en andere wettelijke bepalingen hierbij een rol.

Bij de toepassing van sancties kan sprake zijn van zowel administratieve als strafrechtelijke sancties. Indien sprake is van misbruik kan oplegging van een administratiefrechtelijke sanctie plaatsvinden.

Als misbruik tevens een strafbaar feit oplevert in de zin van het Wetboek van Strafrecht of de Wet Economische Delicten kan ook een strafrechtelijke vervolging plaatsvinden.

Zo heeft bijvoorbeeld in dit kader in 1996 de vervolging plaatsgevonden van de heffingsplichtigen die weigerden de zgn. mestboekhouding in het kader van de overschotheffing in te leveren.

De verantwoordelijke directie is als budgethouder verantwoordelijk voor de toepassing van een geïntegreerde benadering van het beheer van de subsidieen bijdrageregelingen, respectievelijk heffingen. De uitvoerende diensten worden aangesproken op het uitvoering van het bestrijdingsbeleid. Het Audit Committee van het Ministerie ziet toe op een adequate uitvoering van het M&O-beleid.

1.2.5 Apparaatsuitgaven

In de Begroting 1996 zijn voor het eerst de apparaatsuitgaven (personeel, materieel en wachtgelden), van het ministerie in de artikelsgewijze indeling opgenomen bij de diverse hoofdbeleidsterreinen. Ten tijde van de opstelling van de ontwerp-begroting 1996 was de reorganisatie van het ministerie nog niet afgerond. De ramingen in de ontwerp-begroting hadden dan ook een zeer voorlopig karakter. Na afronding van de reorganisatie zijn de apparaatsuitgaven van de directies en diensten grondig geanalyseerd en zijn de budgetten op grond hiervan herverdeeld. Dit verklaart onder meer de verschillen tussen de stand uit de ontwerp-begroting en de realisatie. Het is dan ook hierom dat de apparaatsuitgaven in deze paragraaf op hoofdlijnen worden toegelicht. De verschillen tussen de oorspronkelijke raming en de uiteindelijke realisatie bij de artikelen zijn niet afzonderlijk toegelicht.

Alle Personeel en Materieel artikelen bestaan uit de volgende artikelonderdelen:

– ambtelijk personeel: de loonkosten en overig tot het loon te rekenen kosten van het ambtelijk personeel;

– overig personeel: de kosten van het niet-ambtelijk personeel uitzendkrachten en externen, voornamelijk ter vervanging van ambtelijk personeel;

– materieel: de materiële uitgaven, waaronder reis-, pension- en verhuiskosten;

– post actieven: de uitgaven ten behoeve van post actieven (onder andere de Regeling Rijkswachtgeldbesluit, de Uitkeringsregeling 1966 en de wachtgeld/VUT-regeling).

Onderstaand is allereerst een totaaloverzicht van de apparaatsuitgaven gepresenteerd, waarna vervolgens de verschillende onderdelen afzonderlijk zijn toegelicht. In de opzet zijn de apparaatsuitgaven van het Staatsbosbeheer (SBB), de Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO) en Praktijkonderzoek niet meegenomen. Deze uitgaven worden bij de desbetreffende artikelen toegelicht.

Totaal overzicht apparaatsuitgaven (Bedragen x f 1000)

Artikel OorspronkelijkRealisatie
U 10.01 Personeel en Materieel304 086315 971
U 11.01 Personeel en Materieel35 29643 126
U 12.01 Personeel en Materieel51 71351 163
U 13.01 Personeel en Materieel116 696127 353
U 14.01 Personeel en Materieel10 39312 084
U 15.01 Personeel en Materieel152 958163 729
U 16.01 Personeel en Materieel9 69712 332
Totaal680 839725 758

Ambtelijk en Overig Personeel (Bedragen x f 1000)

Artikel OorspronkelijkRealisatie
U 10.01 Ambtelijk en overig personeel201 916185 855
U 11.01 Ambtelijk en overig personeel30 62738 366
U 12.01 Ambtelijk en overig personeel30 88233 276
U 13.01 Ambtelijk en overig personeel89 94397 208
U 14.01 Ambtelijk en overig personeel6 4157 506
U 15.01 Ambtelijk en overig personeel122 037129 975
U 16.01 Ambtelijk en overig personeel7 85410 103
Totaal489 674502 289
Gemiddelde sterkte Ambtelijk personeel (fte)5 7135 559

De gemiddelde bezetting voor ambtelijk personeel is 154 fte onder de raming gebleven. Daar staat tegenover dat de uitgaven voor overig personeel, die niet in bezettingscijfers worden uitgedrukt, hoger uitvallen dan geraamd.

Ondanks het feit dat de gemiddelde bezetting 154 ftes onder de raming is gebleven zijn de totale uitgaven aan ambtelijk- en overig personeel f 12,5 mln. hoger uitgevallen dan geraamd in de ontwerp-begroting. De belangrijkste oorzaken zijn gelegen in:

– een hoger gemiddeld loonpeil dat een gevolg is van de wijziging van arbeidsvoorwaarden; de budgetten zijn in dit kader in 1996 met f 10,2 mln. verhoogd;

– uitgaven samenhangend met personeel dat opdrachten verricht die door derden worden gefinancierd; zowel de uitgaven als de ontvangsten zijn in verband hiermee f 3,6 mln. hoger uitgevallen dan oorspronkelijk was geraamd;

– knelpunten die zich tijdens het jaar hebben voorgedaan en binnen het totaal van LNV begroting zijn opgevangen (f 5,2 mln.);

Hiertegenover heeft een verlaging van het budget plaatsgevonden in verband met de overdracht van taken aan provincies (f 7,6 mln.).

In de ontwerp-begroting waren formatie-aantallen opgenomen. Aan het begin van het jaar is dit aangepast aan de nieuwe definitie van sterkte van het ambtelijke personeel, te weten de gemiddelde bezetting.

Materieel (Bedragen x f 1000)

Artikel OorspronkelijkRealisatie
U 10.01 Materieel78 08999 832
U 11.01 Materieel4 6694 634
U 12.01 Materieel20 83117 397
U 13.01 Materieel26 75329 906
U 14.01 Materieel3 9784 500
U 15.01 Materieel30 92133 529
U 16.01 Materieel1 8432 011
Totaal167 084191 809

De totale uitgaven voor materieel zijn f 24,0 mln. hoger uitgevallen dan in de ontwerp-begroting was geraamd. In de eerste plaats speelt hierbij een rol dat in 1996 een evaluatie- onderzoek heeft plaatsgevonden waarvan de uitkomsten hebben geleid tot de conclusie dat de materiële budgetten structureel bijstelling behoefden. In 1996 zijn de betreffende artikelen verhoogd met in totaal f 18,5 mln. De uitgevoerde analyse hing samen met de reorganisatie. Naast dit alles speelt een rol dat de materiële uitgaven van de uitvoerende dienst LASER ruim f 6 mln. hoger zijn uitgevallen. Dit kan onder meer worden verklaard uit het feit dat de EU hogere eisen stelt aan de bedrijfsvoering en aan de geautomatiseerde systemen van de genoemde dienst.

In onderstaand overzicht is een nadere procentuele onderverdeling gegeven van de raming en realisatie van het onderdeel materieel

Artikel OorspronkelijkRealisatie
Bureaukosten14%13%
Opleidingskosten5%4%
Huisvestingskosten10%10%
Reis- en verblijfkosten24%22%
Uitbesteding van werk13%11%
Algemene materiële uitgaven26%31%
Aanschaffingen8%9%
Totaal100%100%
Materiële uitgaven per ftef 29 246f 34 372

Post-actieven (Bedragen x f 1000)

Artikel OorspronkelijkRealisatie
U 10.01 Post-actieven24 08130 284
U 11.01 Post-actieven 126
U 12.01 Post-actieven 490
U 13.01 Post-actieven 239
U 14.01 Post-actieven 78
U 15.01 Post-actieven 225
U 16.01 Post-actieven 218
Totaal24 08131 660

Bij het opstellen van de ontwerp-begroting 1996 was bekend dat de raming voor post-actieven te laag was. Op dat moment echter was het budget vanuit het Ministerie van Financiën nog niet beschikbaar.

In de loop van 1996 is de LNV begroting voor wachtgelduitgaven voor zogenaamde uitverdieneffecten/ wachtgeld-verplichtingen van ombuigingsmaatregelen uit het regeerakkoord bijgesteld. Dit budget is in de loop van 1996 in eerste instantie toegevoegd aan het budget voor uitgaven voor post-actieven en daarna verdeeld over de relevante artikelen (zie artikel U 10.03).

Het relatief hoge bedrag op artikel 10.01 wordt verklaard uit het feit dat op dit artikel de uitgaven van alle post-actieven verantwoord die vòòr 1 april 1995 zijn ontstaan; dit is de datum waarop de reorganisatie van het ministerie effectief werd.

De verwerking van uitkerings- en wachtgeldregelingen is met ingang van 1996 opgedragen aan de Uitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid voor Overheid en Onderwijs (USZO). Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft medegedeeld dat de accountantsverklaring over 1996 niet tijdig beschikbaar is. Op grond van dit formele standpunt bestaat onzekerheid over deze uitgaven. In de administratie zijn de uitgaven tevens als voorschot geboekt.

1.2.6 Leeswijzer

De artikelsgewijze toelichting van de rekening is op gelijke wijze opgezet als de ontwerpbegroting 1996. Per Hoofdbeleidsterrein wordt kort aangegeven om welk hoofdbeleidsterrein het gaat en welke uitgangspunten gelden voor het beleid. Vervolgens wordt per artikel aangegeven welke verplichtingen en uitgaven op het betreffende artikel worden verantwoord.

In de toelichting wordt vervolgens ingegaan op de verschillen tussen de stand ontwerp-begroting 1996 en de stand rekening 1996. De toelichting beperkt zich tot verschillen die in absolute termen groot zijn en die om beleidsmatige redenen van belang zijn om toe te lichten. Kleine afwijkingen worden, tenzij beleidsmatig relevant, niet nader toegelicht.

Afhankelijk van de aard en omvang van de artikelen vindt de toelichting plaats op het niveau van artikelen of op het niveau van artikelonderdelen.

Bij het opnemen van de volume- en prestatiegegevens is er naar gestreefd om gelijke modellen op te nemen als in de ontwerp-begroting 1996, en deze aan te vullen met de realisatiegegevens. Dit is nagenoeg gelukt. In enkele gevallen is het (nog) niet mogelijk gebleken om de gegevens op te leveren. Deze zullen echter in de ontwerp-begroting 1998 worden opgenomen.

1.3 ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

1.3.1 Uitgaven en Verplichtingen

10 ALGEMEEN

Onder Algemeen zijn uitgaven verantwoord die niet specifiek op één hoofdbeleidsterrein betrekking hebben. Zoals uit onderstaand overzicht blijkt, zijn de betreffende uitgaven uiteindelijk f 3,5 mln. achtergebleven bij de raming.

Totaaloverzicht hoofdbeleidsterrein 10 (uitgaven x f 1 mln.)

 Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 1996326,6
Stand Rekening 1996323,1

Artikel 10.01 Personeel en materieel

Op dit artikel worden de uitgaven voor personeel, materieel en post-actieven geraamd en verantwoord van de politieke – en ambtelijke leiding, de stafdirecties, de Algemene Inspectiedienst, de dienst Landelijke Service bij Regelingen, de directie Juridische Zaken en de Regionale Beleidsdirecties.

Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 1.2.5 van het algemene deel.

De volume- en prestatiegegevens

Onderstaand worden prestatiegegevens van de dienst Landelijke Service bij Regelingen (LASER) weergegeven. Deze geven een globale indruk van de aard van de werkzaamheden van deze dienst.

LASER is voornamelijk belast met de uitvoering van EU-verordeningen en LNV regelingen. Het gaat hierbij om circa 80 regelingen, waarvan het grootste gedeelte betrekking heeft op stimulerende en inkomensondersteunende maatregelen en op de uitvoering van interventieregelingen. Voorts is sprake van de uitvoering van de regelingen van andere ministeries zoals onder meer het Bijstandsbesluit Zelfstandigen (SoZaWe) en het Wereld Voedselprogramma (BuiZa).

Prestatiegegevens met betrekking tot regelingen die voor de begroting van LNV alleen apparaatskosten met zich meebrengen

Omschrijving prestatie-eenhedenRaming 1996Realisatie 1996
1. Regelingen met alleen apparaatskosten voor LNV  
– Landbouwtelling, aantal deelnemers120 000115 000
– In beslaggenomen goederen, aantal procesverbalen1 1502 581
– Verlaagd B.T.W.-tarief voor merriehouders/landbouwdoeleinden, aantal aanvragen16 50016 000
– Vrijstelling overdrachtsbelasting, aantal aanvragen6 5005 592
– B.T.W. restitutie minerale oliën, aantal aanvragen13 50014 701
   
2. Regelingen (apparaatskosten LNV) gefinancierd door de EU (aantal aanvragen)  
– SLOMgesloten
– Schapevleesregeling20 00018 059
– Zoogkoeienregeling4 7005 662
– Premieregeling rundvleesproducenten13 0009 381
– Appelboomrooipremieregelinggesloten
– Vereenvoudigde steunverlening akkerbouw47 00046 494
– Algemene steunverlening akkerbouw2 3002 158
– Regeling Stimulering Bosuitbreiding op Landbouwgronden15065
– Regeling Stimulering Biologische Produktiemethoden50100
   
3. Regelingen (apparaatskosten LNV) gefinancierd door derden  
– Bijstandsbesluit Zelfstandigen (aantal behandeld)1 000645
– Wet Inkomensvoorziening Oudere Arbeidsongeschikte Zelfstandigen (aantal aanvragen)300280
– Snelgroeiend bos, aantal aanvragengesloten

Prestatiegegevens met betrekking tot communautaire marktordeningsmaatregelen die voor de begroting van LNV alleen apparaatskosten met zich meebrengen

Omschrijving prestatie-eenhedenRaming 1996Realisatie 1996
a. Interventie Ie categorie  
1. Particuliere opslag   
– boter, room, melkpoeder, vlees en vlas, aantal contracten9001 278
2. Denaturatie   
– melk- en karnemelkpoeder, kool- en raapzaad: aantal controles037
3. Steunregelingen  
– peulvruchten, aantal controles00
– bakkers-, leger-, bak-, braad- en sociale boter, aantal tonnen59 10052 792
   
b. Interventie IIe categorie  
– boter, rundvlees, granen, melkpoeder:   
aankoop tonnen6 0002 250
verkoop tonnen500
– aankoop Britse kalveren: aantal59 552
   
c. Nationale voedselhulp, aantal acties125125
   
d. EU-verstrekkingen voor hulpbehoevenden  
– boter, vlees, aantal tonnen280

Artikel 10.02 Prijsbijstelling

Het artikel dient ter verwerking van de gevolgen van prijsontwikkelingen. De toegekende prijsbijstelling wordt aan het artikel toegevoegd waarna in de loop van het jaar toerekening plaatsvindt aan de relevante artikelen.

Het artikel is met f 8,9 mln. verhoogd voor de prijsbijstellingstranche 1996. Aangezien in de ontwerp-begroting een negatief bedrag was opgenomen van f 6,8 mln. resteerde per saldo een bedrag van f 2,1 mln. Deze middelen zijn als volgt ingezet.

Bedragen (x f 1000)

10.01 Personeel en materieel236
15.03 Gezondheid en Kwaliteitszorg750
16.02 Wetenschappelijk onderzoek1 100
Totaal2 086

Artikel 10.03 Loonbijstelling

Het artikel dient ter verwerking van de gevolgen van de loonontwikkeling. De toegekende loonbijstelling wordt aan het artikel toegevoegd waarna in de loop van het jaar toerekening plaatsvindt aan de relevante artikelen. Op grond van de bijstellingen is in 1996 een bedrag van f 54,1 mln. als volgt verdeeld.

ArtikelOmschrijving Loonbijstelling   
  19951996WachtgeldenTotaal
10.01Personeel en Materieel3 99629813 97118 265
11.01Personeel en Materieel41820771696
11.02Bijdrage aan het LEF998107
12.01Personeel en Materieel5432703701 183
13.01Personeel en Materieel1 5777932282 598
13.04Beheer1 7281 2432 971
13.05Overige subsidies en uitgaven150272422
14.01Personeel en Materieel1125578245
15.01Personeel en Materieel2 1411 0672013 409
15.02Agentschap PD236114350
16.01Personeel en Materieel13874216428
16.02Wetenschappelijk onderzoek3 7781 7485 526
16.03Praktijkonderzoek9115711371 619
16.04Bedrijfsontwikkeling6649591 623
16.05Wetenschappelijk Onderwijs2 2121 8824 094
16.06Hoger Agrarisch Onderwijs1 2151 0392 254
16.07Voortgezet Agrarisch Onderwijs4 1723 4327 604
16.08Agrarisch Praktijkschoolonderwijs412250662
  24 50214 28215 27254 056

Artikel 10.04 Onvoorzien

Ingevolge artikel 5, zesde lid van de Comptabiliteitswet is een begrotingsartikel voor onvoorziene uitgaven opgenomen.

De op dit artikel beschikbare middelen van f 0,9 mln. zijn aangewend voor onvoorzien hogere uitgaven bij de Agrarische Vertegenwoordiging Buitenland (AVB) (artikel 11.01).

Artikel 10.05 Overige subsidies en uitgaven

Het artikel bevat een raming en verantwoording van subsidies en uitgaven die niet onder één van de andere hoofdbeleidsterreinen vallen. Het betreft middelen die beschikbaar zijn voor emancipatieprojecten in de landbouw, aan ambtenaren verstrekte voorschotten en de subsidie aan de Stichting Technische en Fysische Dienst voor de Landbouw (TFDL).

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Verplichtingen 1996Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 19963 8853 885
Stand Rekening 19967 1967 101

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelUitgaven
 OorspronkelijkRealisatie
01 Emancipatie434296
02 Overige3 4516 805
Totaal3 8857 101

Toelichting

01 Emancipatie

In het kader van de nota Emancipatiebeleid 2000 zijn in 1996 11 projecten gestart. De lagere uitgaven zijn het gevolg van een trager verloop van de projecten dan was voorzien.

02 Overige

Het feit dat de bijdrage aan TFDL ca. f 3 mln hoger is uitgevallen heeft voornamelijk een boekhoudkundige achtergrond. De doorberekening van een deel van de uitgaven aan andere LNV-diensten heeft in 1996 niet plaatsgevonden, maar zal in 1997 geschieden.

11 INTERNATIONALE AANGELEGENHEDEN

Op dit hoofdbeleidsterrein worden de uitgaven verantwoord die – in hoofdzaak – dienen ter ondersteuning van het LNV beleid in internationaal verband, inclusief de uitgaven in het kader van ontwikkelingssamenwerking. Hiertoe behoren de uitgaven die betrekking hebben op de directie Internationale Zaken, de Agrarische Vertegenwoordiging Buitenland (AVB), het Internationaal Agrarisch Centrum (IAC) en het International Institute for Land Reclamation and Improvement (ILRI).

Daarnaast worden op dit hoofdbeleidsterrein de bijdragen en contributies aan internationale organisaties en de bijdrage aan het Landbouw-Egalisatiefonds, Afdeling A verantwoord.

Totaaloverzicht hoofdbeleidsterrein 11 (uitgaven x f 1 mln.)

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000 )

 Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 199664,8
Stand Rekening 199659,0

De belangrijkste oorzaak van de lagere uitgaven is dat er geen bijdrage aan het Landbouw-Egalisatiefonds is verstrekt aangezien de rekening van het fonds met een positief saldo is afgesloten.

Artikel 11.01 Personeel en materieel

Op dit artikel worden de uitgaven voor personeel, materieel en post-actieven verantwoord van de directie Internationale Zaken, de AVB, het IAC en het ILRI. Voor een toelichting op de personele en materiële uitgaven wordt verwezen naar paragraaf 1.2.5 van het algemene deel.

Artikel 11.02 Bijdrage aan het LEF

Op dit artikel wordt, indien het saldo van het Landbouw-Egalisatiefonds, Afdeling A, negatief is, de bijdrage aan het fonds verantwoord.

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Verplichtingen 1996Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 199612 26512 265
Stand Rekening 1996

Toelichting

De rekening van het Landbouw-Egalisatiefonds, Afdeling A, is afgesloten met een positief resultaat van f 2,5 mln., waardoor de bijdrage aan het fonds niet heeft plaatsgevonden. Bij de indiening van de begroting was uitgegaan van een bijdrage van f 12,3 mln. Voor de toelichting zij verwezen naar de rekening van het Landbouw-Egalisatiefonds.

Artikel 11.03 Overige subsidies en uitgaven

Op dit artikel worden diverse subsidies en uitgaven verantwoord, die dienen ter ondersteuning van het LNV-beleid in internationaal verband, inclusief de uitgaven in het kader van ontwikkelingssamenwerking.

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Verplichtingen 1996Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 199615 90817 233
Stand Rekening 199614 43015 906

Toelichting

De onderschrijding op dit artikel heeft zich voornamelijk voorgedaan op onderdeel 05 Internationaal Agrarisch Centrum/Afrika Studiecentrum.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelUitgaven
 OorspronkelijkRealisatie
01 Rentesubsidies OESO293
02 Programma samenwerking Oost-Europa1 3341 449
04 Contributies en bijdragen aan (internationale) organisaties12 49612 421
05 Internationaal Agrarisch Centrum/Afrika Studiecentrum2 5901 332
06 Bouwkundige voorzieningen784701
 17 23315 906

Toelichting

02 Programma samenwerking Oost-Europa

Ten gevolge van wisselingen op het Hongaarse ministerie van Landbouw, is er in 1995 vertraging opgetreden in de uitvoering van een project in Hongarije in het kader van het Programma Samenwerking Oost-Europa. Deze vertraging in 1995 heeft geleid tot hogere uitgaven in 1996.

05 Internationaal Agrarisch Centrum/Afrika Studiecentrum

Het subsidiebedrag aan het IAC is het saldo van lasten en baten. Voor de uitvoering van werkzaamheden in opdracht van derden maakte het IAC gebruik van tijdelijk personeel waarvan de uitgaven zijn verantwoord op artikel 11.01 Personeel en materieel en ontving het IAC inkomsten, die het saldo van lasten en baten hebben verlaagd. Dientengevolge is de subsidie aan het IAC in 1996 f 1,3 mln. lager uitgevallen.

Volume-en Prestatiegegevens

De volume- en prestatiegegevens voor onderdeel 02 geven inzicht in het aantal projecten waarvoor in 1996 betalingen zijn verricht.

Omschrijving prestatie-eenhedenRaming 1996Realisatie 1996
02 Programma Samenwerking Oost-Europa   
Aantal projecten109
Gemiddelde bedrag per project (x f 1 000)130166
Uitgaven (x f 1 mln.)1,31,5

12 LANDBOUW

De doelstelling van het landbouwbeleid is het bevorderen van een concurrerende, veilige en duurzame landbouw. Uit deze doelstelling vloeit voort dat de nadruk van het beleid ligt op het bevorderen van een marktgerichte productie en het bereiken van duurzame productie-systemen mede met het oog op de eisen van milieukwaliteit.

Structuurverbetering heeft betrekking op de productie, productiewijze en productie-omstandigheden in de agrarische sector. Het beleid speelt in op belangrijke technologische en economische veranderingen die van grote invloed zijn op de ontwikkeling van de land- en tuinbouw.

Het mest- en ammoniakbeleid is weergegeven in de Integrale Notitie mest en ammoniakbeleid.

Teneinde de concurrentiepositie van de Nederlandse land- en tuinbouw te versterken wordt beoogd een optimale structuur van de verwerking en afzet van agrarische producten tot stand te brengen.

Totaaloverzicht hoofdbeleidsterrein 12 (uitgaven x f 1 mln.)

 Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 1996199,3
Stand Rekening 1996146,9

Op dit hoofdbeleidsterrein is in 1996 f 52,4 mln. minder uitgegeven dan in de oorspronkelijke begroting was geraamd. De belangrijkste oorzaak hiervan is het achterblijven bij de verwachting van uitgaven in het kader van de Bijdrageregeling proefprojecten mestverwerking (BPM) en de Beschikking terzake van het uit productie nemen van bouwland, de zogenaamde set-aside regeling.

Artikel 12.01 Personeel en materieel

Op dit artikel worden de uitgaven voor personeel, materieel en post-actieven verantwoord van de directie Landbouw, het Informatie Kennis Centrum voor de Landbouw, het College Toelating Bestrijdingsmiddelen, het Bureau Heffingen en de directie Industrie en Handel.

Voor een toelichting op de personele en materiële uitgaven wordt verwezen naar paragraaf 1.2.5 van het algemene deel.

Artikel 12.02 Structuurverbetering

Het structuurbeleid richt zich op de ondersteuning van de ontwikkeling van een duurzame, veilige en concurrerende landbouw met continuïteitsperspectief op lange termijn. Marktontwikkelingen en het EU-landbouwbeleid, alsmede de eisen die vanuit het oogpunt van milieu, natuur en dierenwelzijn aan de wijze van produceren gesteld worden, zijn van grote invloed op de primaire sector.

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Verplichtingen 1996Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 199670 847129 540
Stand Rekening 199675 02177 007

Toelichting

In 1996 is op dit artikel uiteindelijk f 77 mln. uitgegeven. De aanzienlijke onderuitputting ad f 52,5 mln. doet zich vooral voor op de onderdelen 02 Mest en 03 Akkerbouw.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en uitgaven (x f 1000)

Artikelonderdeel VerplichtingenUitgaven
 OorspronkelijkRealisatieOorspronkelijkRealisatie
01 Bedrijfsstructuur49 49445 62445 68042 619
02 Mest1 93524 47264 02823 266
03 Akkerbouw15 8581 87816 6328 075
04 Innovatiestimulering3 2003 0473 2003 047
Totaal70 48775 021129 54077 007

Toelichting

01 Bedrijfsstructuur

De uitgaven op dit onderdeel zijn f 3,1 mln. lager uitgevallen. Hiervoor is een aantal oorzaken aan te geven.

In de eerste plaats zijn in 1996 twee regelingen gesloten, te weten Besluit structuurverbetering landbouwbedrijven en de Complementaire Regeling voor investeringen in landbouwbedrijven (CRL).

Als gevolg hiervan is de realisatie op deze twee regelingen samen lager dan geraamd.

Tevens zijn twee nieuwe regelingen geopend, het Besluit stimulering duurzame landbouwbedrijven (SDL) en het Besluit stimulering investeringen varkenshouderij (SIV). Op deze nieuwe regelingen zijn in 1996 nauwelijks uitgaven gerealiseerd.

In de tweede plaats zijn de uitgaven op een aantal kleine en nieuwe regelingen (Regeling zeldzame landbouwhuisdieren, Regeling extensivering vleesstierenhouderij, Regeling stimulering biologische productiemethode, Stimuleringsregeling milieuvriendelijke agrificatie) f 9,6 mln. achtergebleven bij de ramingen. Dit is het gevolg van een achterblijvende belangstelling en een vertraging bij de uitvoering. Hier staat tegenover dat, als gevolg van meer schadedeclaraties, het Borgstellingsfonds met f 11,5 mln. diende te worden aangevuld.

02 Mest

De uitgaven op dit artikelonderdeel zijn f 40,8 mln lager uitgevallen.

Op dit onderdeel waren uitgaven begroot voor betalingen in het kader van de Bijdrageregeling proefprojecten mestverwerking (BPM). Deze regeling is per 31 december 1994 gesloten. In 1996 is in het kader van de BPM-regeling f 49 mln. minder uitgegeven. Dit wordt onder meer verklaard uit het feit dat de administratieve verwerking van de vereiste milieuvergunningen voor projecten meer tijd heeft gevergd dan was voorzien. Daarnaast is er vertraging opgetreden in de bouw van mestverwerkingsfabrieken. Van deze onderbesteding in 1996 zal f 41,4 mln. in volgende jaren tot betaling komen.

De verplichtingen op dit onderdeel laten een realisatie zien die f 22,5 mln. boven de raming ligt. Er is voor f 11 mln. verplichtingen aangegaan en uitgaven gedaan ten behoeve van het Herstructureringsfonds zoals beschreven in de Integrale Notitie mest- en ammoniakbeleid. Hiervoor heeft tijdens het jaar een budgetoverheveling plaatsgevonden vanuit de begrotingen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer naar de begroting van LNV.

Daarnaast speelt het feit dat in de ontwerp-begroting 1996 op grond van het regeerakkoord, invulling is gegeven aan een ombuigingstaakstelling op de mestgelden van f 10 mln. voor 1996 en f 15 mln. voor 1997 en volgende jaren. Deze ombuigingstaakstelling is in de meerjarencijfers zodanig verwerkt dat de kasmutatie gelijk was aan de verplichtingenmutatie. Om de kastaakstelling voor de jaren 1996 en 1997 te kunnen realiseren diende het verplichtingenniveau al in 1995 te worden verlaagd. Deze verplichtingenverlaging is in 1995 ook gerealiseerd (f 30 mln., zie Financiële Verantwoording 1995). Om deze reden is het verplichtingenbudget voor 1996 en 1997 teruggebracht op het oorspronkelijke niveau en is de realisatie in 1996 derhalve f 10 mln. hoger dan de oorspronkelijke raming.

03 Akkerbouw

Als gevolg van lagere uitgaven in het kader van de set-aside (f 8,3 mln.) en lagere uitgaven voor de Regeling herstructureringsprojecten akkerbouw (f 0,9 mln) is de realisatie op dit onderdeel per saldo f 8,6 mln. lager uitgevallen. Deze lagere uitgaven zijn onder meer het gevolg van een beoordeling van de nog liggende aanvragen. Tegenover deze lagere uitgaven staan hogere uitgaven (f 0,7 mln.) voor betalingen in het kader van de oogst- en kwaliteitsschaderegeling Noord-Nederland 1993.

Volume- en prestatiegegevens

Omschrijving prestatie-eenheidRaming 1996Realisatie 1996
01 Bedrijfsstructuur  
– Besluit structuurverbetering landbouwbedrijven:   
Aantal goedgekeurde aanvragen90034
Aantal uitbetaalde aanvragen813254
Gemiddelde bedrag14 00014 020
Uitgaven (x f 1 mln.)*11,43,6
   
– Complementaire regeling voor investeringen in landbouwbedrijven   
Aantal goedgekeurde aanvragen1 200319
Aantal uitbetaalde aanvragen444557
Gemiddelde bedrag9 00011 117
Uitgaven (x f 1 mln.)*4,06,2
   
– Besluit Stimulering duurzame landbouwbedrijven:   
Aantal goedgekeurde aanvragen0128
Aantal uitbetaalde aanvragen05
Gemiddelde bedrag020 800
Uitgaven (x f 1 mln.)00,1
   
– Bijdrageregeling Mestopslagbesluit 1991:   
Aantal goedgekeurde aanvragen00
Aantal uitbetaalde aanvragen2519
Gemiddelde bedrag8 0008 000
Uitgaven (x f 1 mln.)0,20,2
   
04 Innovatiestimulering  
– Bijdrageregeling Innovatieprojecten:  
Aantal goedgekeurde aanvragen6045
Aantal uitbetaalde aanvragen5546
Gemiddelde bedrag58 18263 696
Uitgaven (x f 1 mln.)3,23,0

* De bedragen Raming 1996 wijken af van de bedragen die waren opgenomen in de ontwerpbegroting 1996. De bedragen sluiten aan op de bedragen die zijn opgenomen in de Subsidiebijlage uit de ontwerpbegroting 1996.

Artikel 12.03 Industrie en handel

Op dit artikel worden de uitgaven verantwoord voor verbetering van de nationale marktstructuur en de uitgaven voor activiteiten in het kader van de stimulering van de internationalisering.

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Verplichtingen 1996Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 199618 86817 563
Stand Rekening 199621 83915 822

Toelichting

Op dit artikel is in 1996 f 1,7 mln. minder uitgegeven. Deze onderuitputting is het saldo van een onderschrijding op onderdeel 01 Marktstructuur en een overschrijding op onderdeel 02 Internationalisering en economische samenwerking.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en uitgaven (x f 1000)

Artikelonderdeel VerplichtingenUitgaven
 OorspronkelijkRealisatieOorspronkelijkRealisatie
01 Verbetering marktstructuur9 6438 0418 3385 341
02 Internationalisering en economische samenwerking9 22513 7989 22510 481
Totaal18 86821 83917 56315 822

Toelichting

01 Verbetering marktstructuur

De betalingen voor projecten ingevolge de Verordening 866/90 (landbouwsector) zijn achtergebleven bij de ramingen. Dit is onder meer het gevolg van het feit dat betrokkenen van toegezegde subsidies hebben afgezien. Daarnaast is sprake van minder investeringen door het bedrijfsleven en vertragingen in de uitvoering van projecten. Hierdoor is op dit onderdeel bijna f 3 mln. minder uitgegeven.

02 Internationalisering en economische samenwerking

In het najaar van 1995 is aan China steun toegezegd voor de opzet van twee trainings- en demonstratiecentra: één voor een veeteeltproject in Beijing en één voor een tuinbouwproject in Sjanghai. In 1996 zijn voor deze twee China-projecten voor f 4,9 mln. verplichtingen aangegaan en zijn voor f 2 mln. uitgaven gedaan. In de oorspronkelijke begroting was hiermee geen rekening gehouden.

Volume-en Prestatiegegevens

De volgende volume- en prestatiegegevens onderbouwen de verplichtingen van het artikel.

Omschrijving prestatie-eenheidRaming 1996Realisatie 1996
01 Verbetering marktstructuur  
Aantal projecten126113
Gemiddeld bedrag per project (x f 1 000)7671
Verplichtingen (x f 1 mln.)9,68,0
   
02 Internationalisering en economische samenwerking  
Aantal projecten130165
Gemiddeld bedrag per project (x f 1 000)7184
Verplichtingen (x f 1 mln.)9,213,8

Artikel 12.04 Overige subsidies en uitgaven

De uitgaven op dit artikel betreffen een bijdrage aan het Nederlands Agrarisch Jongerencontact (NAJK) en aan het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM). Daarnaast wordt op dit artikel de financiële bijstand voor de uitvoering van het 5b-programma in Friesland verantwoord.

Tenslotte zijn op dit artikel schade-uitkeringen in het kader van de Watersnood 1995 Limburg verantwoord.

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Verplichtingen 1996Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 1996503503
Stand Rekening 19962 0012 898

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de uitgaven (x f 1 000)

Artikelonderdeel Uitgaven
 OorspronkelijkRealisatie
01 Overige503468
02 Schade-uitkeringen2 430
 5032 898

Toelichting

02 Schade-uitkeringen

Als nasleep van de watersnood 1995 zijn op dit artikelonderdeel in 1996 nog uitgaven verantwoord. In totaal is over de jaren 1995 en 1996 f 97,3 mln. uitgegeven in verband met de watersnood in 1995: f 94,9 mln. in 1995 (artikel 01.01 Personeel en materieel en 10.05 Overige subsidies en uitgaven) en f 2,4 mln. in 1996. De uitgaven in 1996 hebben plaatsgevonden in het kader van de bijdrageregeling, de noodfaciliteit bij het Borgstellingsfonds en taxatiekosten. In de ontwerp-begroting 1996 was met deze uitgaven geen rekening gehouden.

13 NATUUR, GROENE RUIMTE EN RECREATIE

Het hoofdbeleidsterrein Natuur, Groene Ruimte en Recreatie heeft betrekking op de inrichting en het beheer van het landelijk gebied. Het beleid beoogt de verschillende functies in het landelijk gebied – landbouw, natuur, landschap, bosbouw en recreatie – optimaal tot zijn recht te laten komen. Het Structuurschema Groene Ruimte (SGR) vormt het beleidsmatige en financiële kader voor de integratie van de ruimteclaims van de verschillende sectoren.

De realisering van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), bestaande uit een samenhangend netwerk van kwetsbare en waardevolle natuurgebieden, natuurontwikkelingsgebieden en verbindingszones staat centraal. Het bosbeleid richt zich op de instandhouding, uitbreiding en beheer van het bosareaal.

Het landschapsbeleid kent als centrale doelstelling het behouden, ontwikkelen en afronden van het Nationaal Landschapspatroon, opdat de kwaliteit en de identiteit van herkenbare landschapstypen worden gewaarborgd. Het recreatiebeleid heeft als centrale themas:

Recreatie in natuur- en landschap, Nederland Waterland, Recreatie en Verstedelijking, Versterking van de Sector.

Totaaloverzicht hoofdbeleidsterrein 13 (uitgaven x f 1 mln.)

 Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 19961 004,9
Stand Rekening 19961 007,1

De hogere uitgaven op dit hoofdbeleidsterrein zijn een saldo van een aantal meer- en minderuitgaven welke bij de artikelen nader worden toegelicht.

Artikel 13.01 Personeel en materieel

Op dit artikel worden de uitgaven voor personeel, materieel en post actieven geraamd en verantwoord van de directies Natuurbeheer, Groene Ruimte en Recreatie en de dienst Landelijk Gebied (voorheen de dienst Landinrichting en Beheer Landbouwgronden).

Voor een toelichting op de personele en materiële uitgaven wordt verwezen naar paragraaf 1.2.5 van het algemene deel.

Artikel 13.02 Verwerving

Het beleidsterrein verwerving omvat alle grondverwervingsactiviteiten ten behoeve van de uitvoering van het beleid inzake landinrichting, natuur, openluchtrecreatie (inclusief bufferzones) en bos- en landschapsbouw. De gronden worden voornamelijk aangekocht binnen daartoe aangewezen aankoopgebieden, zoals aangegeven in het Structuurschema Groene Ruimte, de vierde Nota ruimtelijke Ordening Extra (VINEX) en het Natuurbeleidsplan. Belangrijk uitgangspunt bij de verwerving van gronden is het realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur, bestaande uit kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en verbindingszones.

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Verplichtingen 1996Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 1996178 430177 665
Stand Rekening 1996186 036185 318

Toelichting

In 1996 is in landinrichtingsprojecten, ondermeer dankzij meevallende verkoopopbrengsten, meer aangekocht dan gepland. De verwerving in reservaats- en natuurontwikkelingsgebieden is, met name door een geringer aanbod van gehele bedrijven, achtergebleven bij de planning. Samenhangend met de uitvoering van het Deltaplan Grote rivieren zijn evenwel in de NURG-gebieden (Nader Uitwerking Rivierengebied) extra aankopen verricht. Aankopen worden in belangrijke mate bepaald door de aankoopmogelijkheden op de grondmarkt. In algemene zin laten de gemiddelde koopprijzen een stijgende tendens zien. In 1996 is er minder aan Staatsaankopen en meer aan Particuliere aankopen gerealiseerd.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en uitgaven (x f 1000)

Artikelonderdeel VerplichtingenUitgaven
 OorspronkelijkRealisatieOorspronkelijkRealisatie
Staat    
01 Aankopen t.b.v. Staatsbosbeheer135 59880 384135 59880 386
02 Overige staatsaankopen– 6 81533 284– 6 81533 284
     
Particulier    
03 Recreatie3 00003 0000
04 Natuurterreinen en reservaten38 76758 85038 76757 799
05 Natuurontwikkeling7 88013 5187 11513 849
Totaal178 430186 036177 665185 318

Toelichting

01 Aankopen t.b.v. Staatbosbeheer

De gronden worden voor het Staatsbosbeheer verworven door het Bureau Beheer Landbouwgronden en vervolgens doorgeleverd.

Het aantal in 1996 afgesloten landinrichtingsprojecten waarbij SBB betrokken is, is achtergebleven bij de planning en heeft ertoe bijgedragen dat de areaaloverdrachten aan SBB in 1996 lager zijn dan oorspronkelijk geraamd. De gemiddelde prijs per hectare van de doorleveringen aan SBB is gebaseerd op de historische verwervingsprijzen en wordt bovendien bepaald door de samenstelling van de areaaloverdrachten. Zo resulteert een grotere overdracht van (relatief goedkope) bestaande natuurterreinen tot een lager gemiddelde prijs. De extra gelden voor de EHS die in deze kabinetsperiode (f 163 mln) aan de begroting zijn toegevoegd zijn op onderdeel 01 geraamd. In 1996 heeft een herverdeling naar de onderdelen 04 en 05 plaatsgevonden.

Nadere verdeling onderdeel 01 Aankopen t.b.v. Staatsbosbeheer

(uitgaven x f 1 000)OorspronkelijkRealisatie
– Aankopen SBB135 40080 296
– Ruilingen SBB19891
 135 59880 386

02 Overige staatsaankopen

De uitgaven voor de onderbedeling van het BBL hebben betrekking op de voorfinanciering en de overdracht van gronden aan agrarisch belanghebbenden bij de afsluiting van een landinrichtingsproject. Deze middelen komen op termijn weer ten goede aan de LNV-begroting (ontvangsten landinrichtingsrente). Aangezien het aantal afgesloten landinrichtingsprojecten is achtergebleven bij de planning, is ook de onderbedeling van het BBL in 1996 lager uitgekomen.

De post financiering BBL heeft betrekking op de mutatie in het renteloos voorschot van LNV op de begroting van het BBL. De omvang van deze mutatie wordt bepaald door de LNV-bijdrage aan het BBL in enig jaar (voorschot-verhogend) en de waarde van de areaaloverdrachten aan SBB (voorschot-verlagend). Omdat de overdrachten aan SBB in 1996 zijn achtergebleven bij de planning (zie ook 01 staatsaankopen) is per saldo het renteloos voorschot van LNV toegenomen.

Nadere verdeling onderdeel 02 Overige staatsaankopen

(uitgaven x f 1 000)OorspronkelijkRealisatie
– Overdracht van gronden als onderbedeling24 65615 749
– Overdracht aan Domeinenp.m.p.m.
– Financiering BBL– 31 47117 535
 – 6 81533 284

Het overzicht van volume- en prestatiegegevens van BBL geeft een gedetailleerd overzicht van de financiering van BBL.

03 Recreatie

De uitgaven voor grondaankopen in de Randstadgroenstructuur en bufferzones zijn verantwoord op onderdeel 01.

04 Natuurterreinen en reservaten

De hogere uitgaven op dit onderdeel van f 19,0 mln. zijn verricht ten behoeve van de verwerving door particuliere terreinbeherende natuurbeschermingsorganisaties van traditionele natuurterreinen, relatienotareservaten, bossen en landgoederen.

05 Natuurontwikkeling

De meeruitgaven op dit onderdeel van f 6,7 mln. houden verband met de subsidiëring van de verwerving van gronden in natuurontwikkelingsprojecten.

De volume- en prestatiegegevens

Omschrijving prestatie-eenhedenRaming 1996Realisatie 1996
01 Aankopen t.b.v. Staatsbosbeheer  
– reservaatsgebieden (ha.)1 8151 349
– natuurontwikkelingsprojecten (ha.)1 300318
– natuurterreinen (ha.)100491
– bos- en landschap (ha.)725514
– bufferzones (van VROM) (ha.)p.m.262
Totaal aantal hectares3 9402 934
Gemiddeld bedrag per hectare34 36530 161
Uitgaven (x f 1 mln.)135,488,5
Waarvan uitbreiding in bufferzones (VROM) – 8,2
Saldo 80,3
   
02 Overige Staatsaankopen  
Overdracht van gronden als onderbedeling   
– Aantal hectares630375
– Gemiddeld bedrag per hectare39 00042 000
– Uitgaven (x f 1 mln)24,715,7
   
03 Recreatie  
– Aantal ha.400
– Gemiddeld bedrag per ha.76 0000
– Uitgaven (x f 1 mln.)3,00
   
04 Natuurterreinen en reservaten  
Bijdrage voor rente en aflossing:   
– stand leningen ultimo (x f 1 mln.)350349
– aantal jaartranches leningen2626
– gem.rente/afl.per jaartranche (x f 1 mln.)1,491,46
– rente en aflossing (verpl.) (x f 1 mln.)38,837,9
Bijdrage à fonds perdu   
– Aantal ha. 1 724
– Gem.bijdrage per ha. (50%)(x f 1 000) 12
– Bijdrage à fonds perdu (x f 1 mln.) 19,9
Totaal 04 (x f 1 mln.)38,857,8
   
05 Natuurontwikkeling  
– aantal ha.374831
– gem. bijdrage per ha.(50%)19 00016
– Uitgaven (x f 1 mln.)7,113,5
Visievorming   
– Aantal projecten 10
– Gem.bijdrage per project (x f 1 000) 35
– Uitgaven (x f 1 mln.) 0,3
Totaal 05 (x f 1 mln.)7,113,8

De volume- en prestatiegegevens van het Bureau Beheer Landbouwgronden

Omschrijving prestatie-eenhedenRaming 1996x f 1 mlnRealisatie 1996x f 1 mln
Aankopen/uitgaven    
– Taakstelling in landinrichtingsgebieden     
Aantal Hectares2 530 3 134  
Gemiddeld bedrag per hectare39 00098,659 898187,7
– Natuur en landschap     
Aantal hectares2 405 3 558 
Gemiddeld bedrag per hectare33 70081,040 657144,7
– Bufferzones     
Aantal hectares290 254 
Gemiddeld bedrag per hectare76 00022,095 14524,2
– Ammoniakbeleid     
Aantal bedrijven  8 
Aantal hectares  33  
Gemiddeld bedrag per bedrijf  341 8752,7
– Overige     
Aantal hectares  67  
Gemiddeld bedrag per hectare  46 9253,1
– Totalen aankopen     
Aantal hectares5 225 7 046 
Totaal uitgaven 201,6 362,4
     
Verkopen/Ontvangsten    
– Taakstellingen landinrichting     
Aantal hectares2 095 2 286 
Gemiddeld bedrag per hectare37 44978,544 354101,4
Waarvan onderbedeling (x f 1 000)24 656 15 749 
– Natuur en landschap     
Aantal hectares3 545 4 432 
Gemiddeld bedrag per hectare34 133121,030 528135,3
– Bufferzones     
Aantal hectares95 355 
Gemiddels bedrag per hectare73 6847,055 58019,7
Bijdrage VROM (x f 1 000) 12,5 12,6
– Overige (w.o. financiering derden)   19,4
Provinciale bijdrage via Groenfonds   41,8
Exploitatie areaal in bezit     
Ontvangsten (x f 1 000)25 500 28 132  
Uitgaven (x f 1 000)11 500 13 464 
Saldo (x f 1 000) 14,0 14,7
Totaal ontvangsten  233,0 344,9
Saldo ontvangsten/uitgaven – 31,4 17,5

Per 31 december 1996 had het Bureau Beheer Landbouwgronden 37 974 ha. in eigendom.

Deze oppervlakte kan als volgt worden gespecificeerd.

 oppervlakte in ha.
Taakstelling in landinrichtingsprojecten30 813
Natuur en landschap3 412
Bufferzones3 143
Overige606
Totaal37 974

Per 1 december 1996 waren de onderstaande arealen concreet begrensd c.q. nog te verwerven (aantal hectaren).

 begrensd areaal resp. taakstellingreeds verworvennog te verwerven
– reservaatsgebied (100 000)133 01425 344107 670
– natuurontwikkelingsgebied (50 000)19 0415 25113 790
– landinrichtingsprojecten in uitvoering40 37524 75015 625

Artikel 13.03 Inrichting

Op dit artikel worden de uitgaven voor de uitvoering van het inrichtingsbeleid, zoals is geformuleerd in het Structuurschema Groene Ruimte, verantwoord. Met behulp van het inrichtingsinstrumentarium worden natuur-, recreatie-, bos-, landschaps-, milieu- en land- en tuinbouwdoelstellingen gerealiseerd.

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Verplichtingen 1996Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 1996379 112360 734
Stand Rekening 1996375 509330 510

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en uitgaven (x f 1 000)

Artikelonderdeel VerplichtingenUitgaven
 OorspronkelijkRealisatieOorspronkelijkRealisatie
01 Landinrichtingsprojecten 295 788269 340286 493281 624
02 Waterbeheersing11 82420 73515 32422 487
03 Gebiedsgerichte bestrijding van verdroging22 60013 17322 6003 367
04 Recreatie13 21516 24017 16110 703
05 Natuurterreinen en reservaten5 6393025 3841 126
06 Bosaanleg27 00648 9438 3014 968
07 Landschap1 5931 5611 5931 433
08 Overig1 4475 2153 8784 802
Totaal379 112375 509360 734330 510

Toelichting

01 Landinrichtingsprojecten

De lagere uitgaven op dit artikel houden verband met een vertraging in de uitvoering van projecten. Daarnaast is de realisatie van de verplichtingen lager uitgevallen als gevolg van een uitgestelde stemming over het project de Hilver.

02 Waterbeheersing

Door de meekoppeling met het Deltaplan Grote Rivieren worden versneld aankopen verricht voor natuurontwikkelingsprojecten in de uiterwaarden (NURG). Een en ander leidt eveneens tot een versnelling van de inrichting. De hiermee gemoeide uitgaven worden verantwoord op het onderhavige artikelonderdeel en verklaren grotendeels de extra uitgaven op artikelonderdeel 02 waterbeheersing.

03 Gebiedsgerichte bestrijding van verdroging

Op dit onderdeel is f 19,2 mln. minder uitgegeven dan oorspronkelijk was geraamd. Dit is het gevolg van een vertraging in de uitvoering van werken in het kader van de GeBeVe-regeling. De uitvoering zal in de komende jaren worden gerealiseerd.

04 Recreatie

Op dit onderdeel is f 6,5 mln. minder uitgegeven dan oorspronkelijk was geraamd. Vooruitlopend op de financiële decentralisatie van de Randstadgroenstructuurgelden met ingang van 1998, is een regeling ontworpen om de provincies de gelden in 3 jaartranches (95 t/m 97) ter beschikking te stellen. Aangezien de uitvoering is achtergebleven bij de planning is f 6,3 mln. in 1996 niet uitgegeven. Deze uitgaven zullen in de komende jaren alsnog gedaan worden. Hiervoor zijn in 1996 wel de verplichtingen aangegaan.

Voor het vismigratiebeleid (waaronder wordt verstaan de aanleg van stuwen en vistrappen) is LNV afhankelijk van de programmering van het Ministerie van V&W (Rijkswaterstaat). Zowel in 1995 als in 1996 is in de programmering van Rijkswaterstaat vertraging ontstaan in het bouwen van sluizen. Het beschikbare budget ad. f 4 mln. is niet uitgegeven.

Naast lagere uitgaven op dit artikelonderdeel hebben zich hogere uitgaven voorgedaan als gevolg van extra werkzaamheden in het kader van Beleidsvisie Recreatie Toervaart in Nederland (BRTN), Hiervoor is van het ministerie van Verkeer en Waterstaat budget overgeheveld naar de begroting van LNV (f 1,6 mln.). Tevens is in overeenstemming met het akkoord van de Commisie Brouwer besloten 1000 hectare groen te realiseren in de Rijnmond. Hiervoor is budget overgeheveld van de begroting van het Ministerie van Economische Zaken (f 2,5 mln.) naar de begroting van LNV.

06 Bosaanleg

De lagere uitgaven op dit onderdeel houden voornamelijk verband met een vertraging in het uitgaventempo van de Regeling stimulering bosuitbreiding op landbouwgronden (SBL). Aangezien er voor deze regeling sprake is van medefinanciering van de EU, zijn ook de ontvangsten op artikel 13.03 Inrichting lager uitgevallen dan geraamd. Het aantal aanvragen voor de Regeling stimulering bosuitbreiding op landbouwgronden is, als gevolg van het oversluiten van eerder ingediende aanvragen, hoger uitgevallen dan verwacht. Op grond hiervan is sprake van hogere verplichtingen.

De volume- en prestatiegegevens

De gepresenteerde volume- en prestatiegegevens geven een onderbouwing van de ramingen van artikelonderdelen en geven een indicatie van de voortgang van landinrichtingsprojecten.

01 Landinrichtingsprojekten

Voorbereiding en Uitvoering (stand per 31-12-1996)

 aantalprojecten1996 nominale opp. (ha)budgettaire hectares
In voorbereiding    
stand per 1 januari95338 520310 735
toegevoegd1458 31043 190
in uitvoering genomen/afgestemd– 13– 27 800– 33 595
mutaties voorbereidingschema– 6– 4 590– 4 210
stand per 31 december90364 440316 120
    
In uitvoering    
stand per 1 januari103604 455594 036
in uitvoering genomen1221 76027 555
afgesloten– 6– 16 670– 19 856
stand per 31 december109609 545601 735
Totaal in voorbereiding en uitvoering199973 985917 855

In voorbereiding per 31 december:

Voorbereidingsschema incl. voorgestelde toevoegingen excl. in uitvoering genomen/te nemen in lopend jaar.

 aantalprojecten1996 nominale opp. (ha)budgettaire hectares
Ruilverkavelingen op basis van de Landinrichtingswet   
– integrale ruilverkavelingen1144 73044 730
– ruilverkaveling met een adminitratief karakter2475 29528 235
Herinrichtingen op basis van de Landinrichtingswet   
– herinrichtingen38169 040169 040
– herinrichtingen met een administratief karakter24 1301 550
– herinrichtingen met een bijzondere doelstelling27 2207 220
Aanpassingsinrichting op basis van de Landinrichtingswet33 0553 055
Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën   
Deelgebiedsplannen op basis van de reconstructiewet Midden Delfland   
Reconstructiegebieden op basis van de regeling Reconstructie Oude Glastuinbouwgebieden11651 485
Strategische Groen Projecten960 80560 805
 90364 440316 120

In uitvoering per 31 december:

 aantalprojecten1996 nominale opp. (ha)budgettaire hectares
Ruilverkavelingen op basis van de Landinrichtingswet   
– integrale ruilverkavelingen70455 545455 545
– ruilverkaveling met een adminitratief karakter1230 24511 340
Herinrichtingen op basis van de Landinrichtingswet   
– herinrichtingen928 51028 510
– herinrichtingen met een administratief karakter   
– herinrichtingen met een bijzondere doelstelling   
Aanpassingsinrichting op basis van de Landinrichtingswet   
Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën668 20068 200
Deelgebiedsplannen op basis van de reconstructiewet Midden Delfland36 7006 700
Reconstructiegebieden op basis van de regeling Reconstructie Oude Glastuinbouwgebieden82 09513 190
Raamwerk Zuidelijk Westerkwartier118 25018 250
 109609 545601 735

In onderstaand overzicht worden de projecten aangegeven, waarvoor in 1995 het voornemen tot feitelijke plaatsing in 1996 bekend is gemaakt.

 aantal projecten1996 nominale opp. (ha)budgettaire hectares
Ruilverkavelingen op basis van de Landinrichtingswet   
– integrale ruilverkavelingen   
– ruilverkaveling met een adminitratief karakter621 1407 046
Herinrichtingen op basis van de Landinrichtingswet   
– herinrichtingen317 00017 000
– herinrichtingen met een administratief karakter    
– herinrichtingen met een bijzondere doelstelling    
Aanpassingsinrichting op basis van de Landinrichtingswet   
Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën318 30018 300
 1256 44042 346

Omschrijving prestatie-eenhedenRaming 1996Realisatie 1996
02 Waterbeheersing  
– aantal rijksbijdrage toezeggingen1573
– gemiddeld bedrag per toezegging (x f 1 000)790284
– verplichtingen (x f 1 mln.)11,820,7
   
03 Gebiedsgerichte bestrijding van verdroging  
– aantal rijksbijdragentoezeggingen128100
– gemiddeld bedrag per toezegging (x f 1 000)179132
– verplichtingen (x f 1 mln.)22,613,2
   
04 Recreatie  
– aantal hectares492  
– gemiddeld bedrag per hectare30 000 
– Uitgaven (x f 1 mln.)14,810,7
– Overige inrichting (x f 1 mln.)2,4  
   
05 Natuurterreinen en reservaten  
Inrichting N.O. projecten   
– inrichtingsplannen (aantal)610
– Gem. bedr. per project (x f 1000)5070
– Uitgaven (x f 1 mln.)0,30,7
Inrichtingen (aanleg) (aantal)810
– aantal ha300150
– gem. uitgaven per ha. (50%) (glds.)5 0007 500
– Uitgaven (x f 1 mln.)1,51,1
   
06 Bosaanleg  
A. Publiek Private Samenwerking (PPS)   
– aantal hectares123181
– gem. bijdrage per ha. (glds)15 0003 188
– Uitgaven (x f 1 mln.)1,80,6
B. Regeling Stimulering bosuitbreiding (SBL) Bebossing   
– aantal opgeleverde ha.625487
– gem. bijdrage per ha.4 3783 900
– Uitgaven (x f 1 mln.)2,71,9
Inkomenscompensatie  
– aantal opgeleverde ha. cumulatief1 8811 702
– gemiddelde bijdrage per ha. (x f 1 000)2,01,4
Totale uitgaven (x f 1 mln.)3,82,4
Totale uitgaven SBL (x f 1 mln.)6,54,3
Overige uitgaven 0,1
Totaal 06 Bosaanleg (x f 1 mln.)8,35,0
   
07 Landschap  
Landschapsplannen   
– aantal plannen2020
– gem. bijdrage per plan (x f 1 000)2020
– Uitgaven (x f 1 mln.)0,40,4
– Uitvoeringskosten (x f 1 mln.)0,1
– Uitgaven (x f 1 mln.)0,50,4
   
Landschapsverzorgingsbijdrage  
– aantal hectares145166
– gem. bijdrage per ha.6 8005 940
– Uitgaven (x f 1 mln.)1,01,0
– Uitvoeringskosten (x f 1 mln.)0,1
Uitgaven (x f 1 mln.)1,11,0
Totaal 07 Landschap (x f 1 mln.)1,61,4
   
08 Overige  
Particuliere werken   
– aantal aktes kavelruil230268
– gemidddeld bedrag per akte (x f 1 000)69
– bijstelling op toezeggingen vóór 1996 (x f 1 mln.) 2,3
– verplichtingen (x f 1 mln.)1,42,4
Integraal Structuurplan Noorden des Lands/Herstructurering Oost-Groningen.  
– aantal rijksbijdragetoezeggingen115
– gemiddeld bedrag per toezegging (x f 1 000)22150

Artikel 13.04 Beheer

Op dit artikel worden uitgaven geraamd en verantwoord voor het beheer van het landelijk gebied. Hierbij staan de natuur- en landschapswaarden binnen de Ecologische Hoofdstructuur centraal.

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Verplichtingen 1996Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 1996281 970287 325
Stand Rekening 1996322 858282 067

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en uitgaven (x f 1000)

Artikelonderdeel VerplichtingenUitgaven
 OorspronkelijkRealisatieOorspronkelijkRealisatie
Staat    
01 Beheer Staatsbossen159 895173 815159 895174 203
– Ambtelijk personeel71 73771 46271 73771 462
– Overig personeel7255 3527255 352
– Post-actieven    
– Materieel87 43397 00187 43397 389
Particulier    
02 Recreatie2 5002 6632 5002 366
03 Bos2 1403 47913 93413 854
04 Natuur32 41828 76133 41729 500
05 Landschap12 49312 48512 49312 838
06 Herstelbeheer22 24715 61821 73710 176
07 Nationale parken5 8785 1395 8753 719
08 Relatienota44 39980 89837 47435 411
Totaal281 970322 858287 325282 067

Toelichting

01 Beheer Staatsbossen

De realisatie van het ambtelijk en overig personeel tezamen is f 4,4 mln. hoger uitgevallen dan oorspronkelijk was geraamd. Deze meeruitgaven hebben betrekking op het inhuren van externen en uitzendkrachten die worden verantwoord op het onderdeel overig personeel. In de oorspronkelijke raming was voor overig personeel in eerste instantie uitgegaan van een LNV-breed ervaringscijfer van 1% van het ambtelijk personeel.

De uitgaven voor post-actieven zijn centraal verantwoord op artikel 10.01.

De materiële uitgaven op dit onderdeel zijn f 10,0 mln. hoger uitgevallen. Deze meeruitgaven hebben betrekking op de overdracht van RIJP-gronden (f 3,0 mln.), hogere uitgaven waar hogere ontvangsten tegenover staan (f 4,3 mln.) en uitgaven in verband met werkzaamheden waarvoor de uitgaven oorspronkelijk op andere onderdelen van dit artikel waren geraamd (f 6,1 mln. OBN, f 1,1 mln. Nationale Parken en f 2,3 mln. omvormingsbeheer cluster III). Er is daarentegen, als gevolg van vertraging, f 6,6 mln. minder uitgegeven aan diverse geplande projecten.

04 Natuur

De minder uitgaven betreffen voornamelijk SBB-projecten die zijn uitgevoerd en derhalve zijn verantwoord op onderdeel 01.

06 Herstelbeheer

De lagere uitgaven betreffen voornamelijk projecten OBN die door Staatsbosbeheer worden uitgevoerd en waarvan de uitgaven derhalve worden verantwoord op onderdeel 01 (f 6,1 mln.).

Als gevolg van seizoensinvloeden is voorts sprake van een vertraging in het uitvoeren van OBN-projecten waardoor f 3,9 mln. minder is uitgegeven.

07 Nationale parken

Er is f 2,2 mln. minder uitgegeven dan oorspronkelijk geraamd. Hiervan is f 1,1 mln. verantwoord op onderdeel 01 in verband met de uitvoering van het beheer nationale parken door Staatsbosbeheer.

Kengetallen van het Staatsbosbeheer

Omschrijving prestatie-eenhedenOorspronkelijkRealisatie
– Bosverzorging ha83 00086 100
– Onderhoud natuurterreinen/overige terreinen ha135 800136 000
– Verkoop hout m3300 000328 300
– Gebouwen (exl. recreatie) in beheer aantal1 7001 402
nieuwbouw/herstel/aanpassing aantal3541
– Recreatieve voorzieningen in beheer aantal250246
nieuwbouw/herstel/aanpassing aantal207
– Natuurkampeerterreinen en groepskampeerterreinen1 aantal5454
– Overnachtingen aantal250 000261 183
– Bezoekerscentra aantal55
– Bezoekers aantal500 000448 679

1 Deze terreinen bestaan uit 46 natuurkampeerterreinen met 192 606 overnachtingen en 8 groepskampeerterreinen met 68 577 overnachtingen.

De volume- en prestatiegegevens geven een onderbouwing van de ramingen van artikelonderdelen.

Omschrijving prestatie-eenhedenRaming 1996Realisatie 1996
03 Bos  
A. Uitloop Bijdrage Bos- en Landschapsbouw (duurzaam beheer publieke organen)   
– aantal hectares24 50032 456
– bijdrage per hectare (glds)9090
– uitgaven (x f 1 mln.)2,22,9
B. Regeling Samenwerking Bos  
– aantal hectares ca.130 000118 000
– bijdrage per hectare1010
– uitgaven (x f 1 mln.)1,31,1
C. Regeling functiebeloning bos   
1. basisbijdrage particulieren   
– aantal hectares62 00056 500
– bijdrage per hectare (glds)140140
– uitgaven (x f 1 mln.)8,77,9
2. basisbijdrage publ.r.org.  
– aantal hectares20 00022 400
– bijdrage per hectare (glds)7070
– uitgaven (x f 1 mln)1,41,6
3. bodembijdr.part.bossen  
– aantal hectares9 5009 486
– bijdrage per hectare (glds)3535
– uitgaven (x f 1 mln)0,30,3
4. Toeslagen particulieren   
– aantal hectares2 5001 400
– bijdrage per hectare (glds)4040
– uitgaven (x f 1 mln)0,10,1
5. Toeslagen publ.r.org.   
– aantal hectares50068
– bijdrage per hectare (glds)2015
– uitgaven (x f 1 mln)0,010,00
totaal regeling functiebeloning BOS10,59,8
Totaal onderdeel 03 Bos (x f 1 mln.)13,913,9
   
04 Natuur  
Beheersbijdrage   
– aantal hectares126 359127 112
– bijdrage per hectare (glds)203200
– uitgaven (x f 1 mln.)25,625,5
   
Natuurbeschermingswet  
– aantal terreinen beschermd nat. mon.220222
– aantal ha. terreinen305 000307 960
– aantal beh. plannen6058
– aantal ha. beh.plannen (ca)4 5003 440
– gem.bijdrage per ha. (ca)400400
– Uitgaven (x f 1 mln.)1,81,4
Regeling functiebeloning Natuur   
1. basisbijdrage particulieren   
– aantal hectares10 0008 600
– bijdrage per hectare (glds)140140
– uitgaven (x f 1 mln.)1,41,2
2. basisbijdrage publ.r.org.   
– aantal hectares6 0006 615
– bijdrage per hectare (glds)7070
– uitgaven (x f 1 mln)0,40,5
3. bodembijdr.particulieren  
– aantal hectares4 8005 346
– bijdrage per hectare (glds)3535
– uitgaven (x f 1 mln)0,20,2
Totaal functiebeloning natuur2,01,8
   
Schaapskuddes   
– aantal1516
– gem. bijdrage per kudde (x f 1 000)1211
– Uitgaven (x f 1 mln.)0,180,18
– Overige uitgaven (x f 1 mln.)3,820,58
Totaal 04 Natuur (x f 1 mln.)33,429,5
   
05 Landschap  
Beschikking bijdrage achterstallig onderhoud hist.parken/tuin en buitenplaatsen   
– aantal parken in herstel3020
– gem. bijdr. per project (x f 1 000)2024
– Uitgaven (x f 1 mln.)0,60,5
Regeling niet-terreinbeherende org.onderdeel ST.PHB:   
– aantal parken en tuinen in onderhoud160160
– gem. bijdr. per park/tuin (x f 1 000)2728
– Uitgaven (x f 1 mln.)4,44,5
– Regeling niet-terreinbeh.org. overige uitgaven7,57,8
Totaal 05 Landschap (x f 1 mln.)12,512,8
   
06 Herstelbeheer  
Aantal mon. en reg. proj.21  
– gem.betaling per proj. (x f 1 mln.)0,05 
– Uitgaven (x f 1 mln.)1,1 
– Aantal uitvoeringsprojecten200  
– gem.betaling per proj. (x f 1 000)66  
– Totale kosten (x f 1 mln.)13,3 
Aantal proefprojecten100 
– gem.betaling per proj. (x f 1 000)62 
– Totale kosten (x f 1 mln)6,2 
– Totale uitgaven EGM-Natuur (x f 1 mln.)20,615,8
   
– Waarvan uitgegeven door SBB (x f 1 mln.) 6,1
Bepaling voedingsstoffenhuishouding (aantal hectares)2 133 
– gem bijdr. per hectare (x glds)300  
– Uitgaven (x f 1 mln.)0,64 
Toediening nutriëntengiften  
– aantal hectares525  
– gem.bijdrage per ha. (glds)1 000  
– Uitgaven (x f 1 mln.)0,525 
– Totale uitgaven EGM-Bos (x f 1 mln.)1,20,5
– Totale uitgaven herstelbeheer (x f 1 mln.)21,816,3
– waarvan Staatsbosbeheer (01) (x f 1 mln.)6,1
Totaal 06 Herstelbeheer (x f 1 mln.)21,810,2
   
07 Nationale parken  
– aantal parken1010
– gem.bijdrage per park (x f 1 000)590476
– Uitgaven (x f 1 mln.)5,94,8
– Staatsbosbeheer (01) (x f 1 mln.)1,0
Totaal 07 Nationale parken (x f 1 mln.)5,93,7
   
08 Relatienota  
Relatienota stand per 31 dec.   
– Gebieden/oppervlakte met vastgest. beheersplan   
aantal200n.v.t.
ha.154 000139 036
– Oppervlakte met afgesloten beheersovereenkomsten ha.47 00044 259
– Gemiddelde beheersvergoeding glds.870723
   
Bergboerenregeling stand (per 31 december)   
– Oppervlakte met een bergovereenkomst ha.26 00019 315
– Gemiddelde beheersvergoeding glds.220179

Artikel 13.05 Overige subsidies en uitgaven

De grondslag voor dit artikel wordt gevormd door diverse onderdelen van het Bosbeleidsplan, de nota «Kiezen voor recreatie», en het Natuurbeleidsplan.

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Verplichtingen 1996Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 199668 56162 491
Stand Rekening 1996103 75281 874

Toelichting

Op dit artikel is sprake van f 19,4 mln. hogere uitgaven. De voornaamste reden hiervoor zijn enerzijds hogere uitgaven voortvloeiend uit de storting aan de provincies in het kader van de decentralisatie impuls en bijdragen van de ministeries van VROM en Buitenlandse Zaken voor de uitvoering van het Kaderplan Natuur en Milieu-Educatie (NME). Anderzijds bestaat er een vertraging in de uitvoering van projecten in het kader van het beleid ten aanzien van Waardevolle Cultuurlandschappen (WCL) en Plattelandsvernieuwing en Agrarisch Natuurbeheer.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en uitgaven (x f 1000)

Artikelonderdeel VerplichtingenUitgaven
 OorspronkelijkRealisatieOorspronkelijkRealisatie
01 Recreatie5 4256 1455 4256 623
02 Bos1 5415521 2301 385
03 Natuur22 55326 37816 80925 671
04 Soortenbescherming5 9558 1395 9407 800
05 ROM-projecten8708728
06 WCL-projecten14 00018 84314 00011 729
07 Overige19 00027 55919 00012 502
08 DI-IPO016 136016 136
Totaal68 561103 75262 49181 874

Toelichting

01 Recreatie

De hogere uitgaven op dit artikel houden voornamelijk verband met bijdragen van andere ministeries in de uitvoering van recreatie-projecten.

03 Natuur

Op dit onderdeel worden de uitgaven geraamd en verantwoord in het kader van het Kaderplan Natuur-en Milieu-Educatie. Hiervoor zijn na indiening van de ontwerp-begroting 1996, tijdens het jaar, ontvangsten van de ministeries van VROM en Buitenlandse Zaken gerealiseerd. Deze ontvangsten (mogen) leiden tot hogere uitgaven. Tevens zijn op dit onderdeel uitgaven verantwoord voor onder andere verkenningen, visievorming en beleidsevaluaties op het beleidsterrein natuur. Deze uitgaven waren oorspronkelijk op diverse artikelen op het hoofdbeleidsterrein geraamd.

04 Soortenbescherming

Op dit onderdeel wordt o.a. de bijdrage aan het Jachtfonds verantwoord. In verband met hogere schadeuitkeringen (ganzen en smienten) uit het Jachtfonds heeft een hogere bijdrage aan het fonds plaatsgevonden, waardoor de realisatie hoger uitvalt dan de oorspronkelijk raming.

06 WCL-projecten

In het kader van het WCL-beleid heeft een versnelling plaatsgevonden ten zien van het aangaan van de verplichtingen, terwijl in de uitvoering een vertraging is opgetreden hetgeen tot lagere uitgaven in 1996 heeft geleid.

07 Overig

In 1996 zijn de verplichtingen voor projecten in het kader van Plattelandsvernieuwing en Agrarisch Natuurbeheer versneld aangegaan. De uitvoering van de projecten daarentegen loopt trager dan was voorzien en heeft in 1996 derhalve geleid tot lagere uitgaven.

08 DI-IPO

In het kader van de Decentralisatie-Impuls zijn afspraken gemaakt tussen het ministerie van LNV en het IPO over de overgang van voormalig LNV-personeel naar de provincies. In dit kader zijn deze middelen in 1996 via een eenmalige specifieke uitkering aan de provincies beschikbaar gesteld en op artikel 13.05 verantwoord.

De volume- en prestatiegegevens

Omschrijving prestatie-eenhedenRaming 1996Realisatie 1996
03 Natuur  
Overige projecten Gebieds- en Natuurgericht milieubeleid   
– aantal projecten1824
– gemiddelde betaling per project (x f 1 000)3321
– Uitgaven (x f 1 mln.)0,60,5
Internationaal natuurbeleid   
Knip   
– aantal projecten1515
– gemiddelde bijdr. per project (x f 1 000)2020
– Uitgaven (x f 1 mln.)0,30,3
Tropisch regenwoud   
– aantal projecten56
– gemiddelde bijdr. per project (x f 1 000)5050
– Uitgaven (x f 1 mln.)0,250,3
Europese natuur   
– aantal projecten521
– gemiddelde bijdr. per project (x f 1 000)10059
– Uitgaven (x f 1 mln.)0,51,2
Bijdrage Europees Centrum voor Natuurbescherming (ECNB) (x f 1 mln.)1,01,0
Wetlands   
– aantal projecten95
– gemiddelde bijdr. per project (x f 1 000)4040
– Uitgaven (x f 1 mln.)0,40,2
Trekvogels  
– aantal projecten105
– gemiddelde bijdr. per project (x f 1 000)3040
– Uitgaven (x f 1 mln.)0,30,2
Zee- en kust  
– aantal projecten54
– gemiddelde bijdr. per project (x f 1 000)6050
– Uitgaven (x f 1 mln.)0,30,2
Overige uitgaven0,10,3
Totaal internationaal natuurbeleid (x f 1 mln.)3,153,8
Waarvan uitgegeven door SBB of DLO (x f 1 mln.) 0,1
Overige activiteiten (x f 1 mln.)13,0521,5
Totaal 03 Natuur16,825,9
   
04 Soortenbescherming en Faunabeheer  
Schadeuitkeringen onbejaagbaar wild   
– aantal uitkeringen ganzen1 4501 650
– gem.uitkering (glds)3 0003 152
– uitgaven (x f 1 mln)4,45,2
– aantal overige onb.soorten   
– aantal uitkeringen300708
– gem.uitkering (glds)1 0001 695
– uitgaven (x f 1 mln)0,31,2
Gedoogovereenkomsten  
– Aantal 260
– Uitgaven (x f 1 mln.) 0,5
Vogelwetsoorten   
– aantal uitkeringen100275
– gem.uitkering (glds)1 0001 091
– uitgaven (x f 1 mln)0,10,3
Totaal schadeuitkering (x f 1 mln.)4,87,2
– Meeropbrengsten uit jachtakten (f 40,–)1,01,0
– Uitgaven (x f 1 mln.)3,86,2
Aantal soortenbesch.plannen in uitvoering88
– gem.uitkering per plan (glds)0,20,18
– uitgaven (x f 1 mln)1,61,5
– Diverse projecten (x f 1 mln.)0,50,3
– Totaal soortenbescherming (x f 1 mln.) 1,8
– waarvan uitgegeven door IBN,DLO of SBB (x f 1 mln.) 0,1
Totaal 04 (x f 1 mln.)5,97,8

Artikel 13.06 Garanties

De grondslag van het artikel en het te voeren beleid

Op grond van de regeling bijdragen particuliere terreinbeherende organisaties zijn door de Staat garanties verleend voor leningen aangegaan door de Vereniging van Natuurmonumenten ten behoeve van de gesubsidieerde aankoop van natuurterreinen en reservaten.

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Verplichtingen 1996
Stand ontwerp-begroting 199620 000
Stand Rekening 199620 000

Volume en prestatiegegevens (aantal hectares):

Omschrijving prestatie-eenhedenRaming 1996Realisatie 1996
te verlenen (verleende) garantie   
– natuurgebieden600488
– relatienotareservaten1 000565
Totaal1 6001 053

14 VISSERIJEN

Het visserijbeleid heeft tot doel het bevorderen van een verantwoorde visserij en een evenwichtige exploitatie van visbestanden.

Naast het nationale beleid is sprake van een sterke verwevenheid met het Europese visserijbeleid.

Totaaloverzicht hoofdbeleidsterrein 14 (uitgaven x f 1 mln.)

 Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 199613,1
Stand Rekening 199620,7

In verband met de door de Europese Unie opgelegde vangstreducties is meer uitgegeven voor de sanering van de visserijvloot.

Artikel 14.01 Personeel en Materieel

Op dit artikel worden de uitgaven voor personeel, materieel en post actieven verantwoord van de directie Visserij. Voor een toelichting op de personele en materiële uitgaven wordt verwezen naar paragraaf 1.2.5 van het algemene deel.

Artikel 14.02 Structuurverbetering en overige subsidies en uitgaven

Diverse verordeningen van de Europese Unie inzake communautaire acties voor de verbetering en aanpassing van de visserij en de aquacultuur vormen de basis voor het te voeren structuurbeleid.

Voor de verwerking en afzet van visserij- en aquacultuurprodukten is dit uitgewerkt in het Nederlandse sectorprogramma.

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Verplichtingen 1996Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 19962 4842 714
Stand Rekening 19968 4228 665

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en uitgaven (x f 1 000)

Artikelonderdeel VerplichtingenUitgaven
 OorspronkelijkRealisatieOorspronkelijkRealisatie
01 Structuurverbetering2 3688 2232 3688 224
02 Overig116199346441
 2 4848 4222 7148 665

Toelichting

01 Structuurverbetering

Als compensatie voor de door de EU opgelegde vangstreducties is een pakket steunmaatregelen van kracht geworden voor de sanering van de visserijvloot. In totaal gaat het hierbij om een bedrag van f 19,8 mln. In 1996 is f 5,9 mln. beschikbaar gesteld aan het O&S-fonds ter uitvoering van de steunmaatregelen. In 1997 zal nog f 7,3 mln. en in 1998 nog f 6,6 mln. beschikbaar komen.

15 MILIEU, GEZONDHEID EN KWALITEIT

Het milieubeleid wordt uitgevoerd in samenhang met het Nationaal Milieubeleidsplan 2. In dit kader wordt toegezien op de relatie tussen milieudoelstellingen met de agrarische ondernemer, de marktketen en het gebiedsgericht beleid. De invalshoek bij het beleid ten aanzien voor de diergezondheidszorg is de verantwoordelijkheid van de overheid daar waar een algemeen maatschappelijk belang aan de orde is, zoals de volksgezondheid, het welzijn van de (landbouw) huisdieren en de aanpak van een aantal dierziekten. De hoofddoelstellingen van het landbouwkwaliteitsbeleid zijn een sterke internationale positie, afstemming op de maatschappelijke behoefte, integratie van milieukwaliteit en dierenwelzijn en de optimalisering van de kwaliteitsbewaking van de agrarische produktie.

Totaaloverzicht hoofdbeleidsterrein 15 (uitgaven x f 1 mln.)

 Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 1996221,4
Stand Rekening 1996306,6

In verband met de problematiek van de zoönose Bovine Spongiforme Encephalopathie (BSE) is binnen Nederland onder de verantwoordelijkheid van de ministeries van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een aantal maatregelen getroffen. Voor wat betreft het LNV-beleidsterrein gaat het hier om de opkoopregeling kalvereigenaren, de tegemoetkoming aan kalvermesters en de uitgaven verband houdende met de begeleiding en doding van kalveren in slachterijen. De uitgaven op de LNV-begroting bedragen in 1996 f 72,7 mln.

Artikel 15.01 Personeel en Materieel

Op dit artikel worden de uitgaven voor personeel, materieel en post actieven verantwoord van de directie Milieu, Kwaliteit en Gezondheid en van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees. Voor een toelichting op de personele en materiële uitgaven wordt verwezen naar paragraaf 1.2.5 van het algemene deel.

Artikel 15.02 Agentschap Plantenziektenkundige Dienst

Op dit artikel is de bijdrage van LNV aan het Agentschap Plantenziektenkundige Dienst (PD) opgenomen.

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Verplichtingen 1996Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 199617 88117 881
Stand Rekening 199618 83818 838

Toelichting

De rijksbijdrage aan het agentschap Plantenziektenkundige Dienst is met f 1,0 mln. verhoogd. Deze verhoging houdt verband met een loon- en prijsbijstelling die betrekking hebben op het rijksaandeel in de financiering. Voor een toelichting op de uitgaven en ontvangsten van de Plantenziektenkundige Dienst wordt verwezen naar hoofdstuk 3.

Artikel 15.03 Gezondheid en Kwaliteitszorg

Op dit artikel zijn de uitgaven van het dierlijke- en plantaardige gezondheidsbeleid en het specifieke milieu- en voedingsbeleid opgenomen. Het betreft hier de bijdrage aan het politioneel fonds dierziektenbestrijding, de subsidiebijdrage aan de Stichting Gezondheidszorg voor Dieren, de bijdrage aan het Voorlichtingsbureau voor de Voeding en uitgaven die betrekking hebben op opruimingsacties van besmet plantaardig materiaal.

Tenslotte zijn de uitgaven verband houdende met de problematiek van de zoönose Bovine Spongiforme Encephalopathie (BSE) op dit artikel verantwoord.

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Verplichtingen 1996Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 199645 44350 578
Stand Rekening 1996117 512123 997

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en uitgaven (x f 1 000)

Artikelonderdeel VerplichtingenUitgaven
 OorspronkelijkRealisatieOorspronkelijkRealisatie
01 Gezondheidszorg voor dieren33 03830 60933 03827 681
02 Planteziekten3458 5413458 536
03 Kwaliteitszorg11 0914 81016 22614 432
04 Voorlichting en Voeding969830969624
05 BSE-maatregelen072 724072 724
 45 443117 51450 578123 997

Toelichting

01 Gezondheidszorg voor dieren

In 1996 is het niet nodig gebleken een aanvullende bijdrage te verstrekken aan het politioneel fonds dierziektenbestrijding. Hiervoor was f 3,9 mln. begroot. Daarnaast is voor projecten op het gebied van diergezondheid in beweging f 2,2 mln. minder uitgegeven.

02 Plantenziekten

In 1996 is een eenmalige subsidie verleend van f 8,5 mln. ten behoeve van de onder de verantwoordelijkheid van het Landbouwschap ingestelde en uitgevoerde Tegemoetkomingsregeling schade Bruinrot 1995.

03 Kwaliteitszorg

Op dit onderdeel waren oorspronkelijk uitgaven in het kader van de kwaliteitsprojecten geraamd. Deze regeling is in 1996 gesloten. Het beschikbare budget is in het verlengde van de deze projecten overgegaan naar artikel 12.02, waar het wordt ingezet voor de bijdrageregeling Arbo-projecten.

05 BSE-maatregelen

De maatregelen in het kader van de BSE hebben betrekking op de opkoopregeling kalvereigenaren, de tegemoetkoming aan kalvermesters en de uitgaven verband houdende met de begeleiding en doding van kalveren in slachterijen. Hiervan is 70% vergoed door de Europese Unie. Deze ontvangsten zijn verantwoord op artikel 15.03 Gezondheid en Kwaliteitszorg.

In totaal is in 1996 f 72,7 mln. ten laste van dit artikel uitgegeven.

Uit onderstaand overzicht blijkt dat via de opkoopregeling 59 522 Britse kalveren zijn opgekocht. De kosten hiervan bedroegen f 66,7 mln. Hiervan werd 70% vergoed door de Europese Unie, zijnde f 45,5 mln. In het kader van de tegemoetkoming kalvermesters is f 0,6 mln. uitbetaald. De uitvoeringskosten die door derden zijn gemaakt bedragen f 5,4 mln.

(bedragen x f 1000)

  Realisatie
Uitgaven  
– Aantal Britse kalveren59 522 
– Gemiddeld bedrag (in guldens)f 1 120,– 
– Uitgaven opkoopregeling 66 700
– Tegemoetkoming kalvermesters 600
– Uitvoeringskosten derden 5 400
Totale uitgaven (x f 1 000) 72 700
   
Ontvangsten  
– EU-vergoeding (70% van f 66,7 mln) 45 500

16 WETENSCHAP EN KENNISOVERDRACHT

Het kennisbeleid betreft de zorg voor en instandhouding van een adequate kennisinfrastructuur ter ondersteuning van het LNV-beleid en richt zich op:

– het door middel van wetenschappelijk en praktijkonderzoek leveren van een bijdrage aan een economisch, ecologisch en maatschappelijk verantwoorde landbouw, natuurbeheer en visserij,

– het blijvend voorzien in een agrarisch onderwijsstelsel gericht op de ontwikkeling van de productieomstandigheden en de verhoging van het peil van de landbouw, de inrichting en het beheer van landelijke gebieden en de verwerking vanagrarische producten.

– het, met het oog op een doelmatige bedrijfsvoering en rekening houdend met geldende milieu-eisen, tot stand brengen van een zo adequaat mogelijke verspreiding van kennis ten behoeve van de LNV beleidsterreinen.

Totaaloverzicht hoofdbeleidsterrein 16 (uitgaven x f 1 mln.)

 Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 19961 301,7
Stand Rekening 19961 357,1

De hogere uitgaven houden voornamelijk verband met de gestegen loonkosten, voor zowel rijkspersoneel als voor de onderwijssector, alsmede met de stijging van het aantal leerlingen in het Voortgezet Agrarisch Onderwijs.

Artikel 16.01 Personeel en materieel

Op dit artikel zijn de uitgaven verantwoord voor personeel, materieel en post-actieven van de directie Wetenschap en Kennisoverdracht en het ondersteunend bureau van de Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek. Voor een toelichting op de personele en materiële uitgaven wordt verwezen naar paragraaf 1.2.5 van het algemene deel.

Artikel 16.02 Wetenschappelijk onderzoek

Op dit artikel worden de uitgaven verantwoord aan het landbouwkundig onderzoek zoals dat wordt uitgevoerd bij de dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO), bij Natuur Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en bij de universiteiten.

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Verplichtingen 1996Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 1996317 717321 134
Stand Rekening 1996349 832340 436

Toelichting

Op dit artikel is f 19,3 mln. meer uitgegeven dan geraamd. De meeruitgaven kunnen globaal als volgt worden verklaard:

– er heeft zich in 1996 een stijging voorgedaan van het loonpeil van f 7,5 mln.;

– er is voor f 2,3 mln. minder uitgegeven aan onderzoek in opdracht van derden; hier staan lagere ontvangsten tegenover die op het ontvangstenartikel 16.02 zijn verantwoord;

– terugontvangen subsidievoorschotten die verantwoord worden op ontvangstenartikel 16.02 hebben tot hogere uitgaven op dit artikel geleid (f 5,3 mln.);

– er is f 1,4 mln. meer uitgegeven aan projecten in het kader van het Fonds economische structuurversterking; hier staan ontvangsten tegenover die op ontvangstenartikel 16.02 worden verantwoord;

– voornamelijk ten behoeve van diverse onderzoeksprojecten zijn voor f 2,8 mln. meer uitgaven gedaan welke oorspronkelijk elders op de begroting waren geraamd;

– de opbrengst van de verkoop van gebouwen (f 4,3 mln.), die door het ministerie van Financiën was ontvangen, is ingezet voor extra bouwkundige investeringen ten behoeve van het wetenschappelijk onderzoek.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en uitgaven (x f 1000)

Artikelonderdeel VerplichtingenUitgaven
 OorspronkelijkRealisatieOorspronkelijkRealisatie
01 Apparaat Dienst Landbouwkundig Onderzoek242 066272 328244 438272 952
– Ambtelijk personeel202 470233 210202 470233 210
– Overig personeel2 0542 054
– Post-actieven6 5057 8766 5057 876
– Materieel26 61933 17126 75233 795
– Bijdrage stichtingen4 418– 1 9296 657– 1 929
02 Gebouwen en grond39 60946 20839 49435 795
03 Overige subsidies en uitgaven36 04231 29637 70231 689
Totaal317 717349 832321 134340 436

De uitgaven van het Landbouwkundig Onderzoek (01) kunnen in de loop van een begrotingsjaar worden beïnvloed door wijzigingen in de loonkosten en additioneel uit te voeren projecten in opdracht van andere organisatieonderdelen van het Ministerie, alsmede opdrachten van derden waar ontvangsten tegenover staan. Wanneer de uitgaven hoger of lager uitvallen wordt dit gesaldeerd op het onderdeel Bijdrage stichtingen, hetgeen de afwijkingen binnen onderdeel 01 verklaart.

Daarnaast is een aantal bouwactiviteiten direct door DLO verricht, waarvoor het budget oorspronkelijk was geraamd op onderdeel 02. Tenslotte waren op onderdeel 03 uitgaven voor een aantal onderzoeken geraamd die uiteindelijk door DLO zijn uitgevoerd. Verantwoording van de uitgaven vindt derhalve plaats op onderdeel 01.

Artikel 16.03 Praktijkonderzoek

Dit artikel bevat de rijksbijdrage aan de proefstations en aan de Regionale OnderzoeksCentra (ROC's). In de exploitatie wordt gezamenlijk door het bedrijfsleven en LNV bijgedragen. Tevens worden bij het praktijkonderzoek onderzoeken voor diverse opdrachtgevers uitgevoerd.

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Verplichtingen 1996Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 199654 67054 768
Stand Rekening 199664 65965 648

Toelichting

Op dit artikel is f 10,9 mln. meer uitgegeven dan geraamd. Dit hangt samen met het feit dat de taak van het overdragen van kennis van onderzoeksresultaten naar de voorlichtingsdiensten is overgegaan van de Informatie- en Kenniscentra (IKCs) naar de proefstations. Hiermee samenhangend vallen de uitgaven van de proefstations op het onderhavige artikel f 2,3 mln. hoger uit. Tevens zijn extra uitgaven gedaan voor onderzoeksopdrachten waartegenover een even groot bedrag aan extra ontvangsten is verantwoord (f 4,8 mln.) en zijn hogere uitgaven gedaan in verband met wachtgelduitkeringen en als gevolg van een stijging van het loonpeil (f 3,8 mln.).

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en uitgaven (x f 1000)

Artikelonderdeel VerplichtingenUitgaven
 OorspronkelijkRealisatieOorspronkelijkRealisatie
01 Apparaat Proefstations25 17943 35425 31743 355
– Ambtelijk personeel43 81146 74143 81146 742
– Overig personeel4433 9024433 902
– Post-actieven 2 761 2 761
– Netto-bijdrage proefstations– 19 065– 10 050– 18 927– 10 050
02 Gebouwen en grond16 0404 96616 0005 965
03 Overige subsidies en uitgaven13 44116 33913 44116 328
Totaal54 67064 65954 76865 648

01 Apparaat Proefstations

Naast de gestegen loonkosten worden de hogere uitgaven veroorzaakt door de overdracht van taken inzake kennisoverdracht van onderzoeksresultaten (zie toelichting bij artikel). Voorts zijn uitgaven gedaan voor post-actieven die voorheen centraal werden verantwoord. Op het onderdeel Netto-bijdrage proefstations worden de afstortingen van de proefstations aan LNV verantwoord.

Dit houdt het volgende in: het ministerie van LNV betaalt in eerste instantie de personeelskosten voor de proefstations voor 100%. De kosten van personeel en materieel worden echter voor 50% vergoed door het bedrijfsleven. De proefstations dienen uiteindelijk het verschil tussen de voorgefinancierde personeelskosten en de bijdrage van het bedrijfsleven af te storten aan LNV.

De lagere bijdrage van de proefstations houdt voornamelijk verband met het feit dat er meer onderzoeksprojecten zijn uitgevoerd. Ook is sprake van bouwactiviteiten en financiering van aankoop van gronden waarvan het budget op onderdeel 02 stond geraamd.

02 Gebouwen en grond

Diverse bouwactiviteiten alsmede grondaankopen waarvan de uitgaven in de ontwerp-begroting op dit onderdeel waren geraamd zijn gerealiseerd door de proefstations. De betreffende uitgaven zijn derhalve op onderdeel 01 verantwoord.

Artikel 16.04 Bedrijfsontwikkeling

De uitgaven op dit artikel hebben betrekking op sociaal-economische ontwikkeling, demonstratieprojecten en technisch-economische ontwikkeling.

Het beleid ten aanzien van sociaal-economische ontwikkeling wordt uitgevoerd door drie landbouw-organisaties en twee organisaties van landarbeiders. Door middel van demonstratie- en bewustmakingsprojecten wordt de bedrijfsontwikkeling gestimuleerd. Het beleid ten aanzien van de technisch-economische ontwikkeling wordt uitgevoerd door de Stichting Landbouwvoorlichting (SLV). LNV draagt hierin bij door middel van een subsidie.

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Verplichtingen 1996Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 199668 25769 843
Stand Rekening 199663 37958 259

Toelichting

Op dit artikel is f 11,6 mln. minder uitgegeven dan oorspronkelijk was geraamd.

Naast de meeruitgaven van f 1,6 mln. als gevolg van de stijging van het loonpeil in 1996 is sprake van een onderuitputting van f 13,2 mln. voornamelijk als gevolg van verminderde belangstelling voor demoprojecten. De hogere uitgaven op onderdeel 01 houden verband met de lagere uitgaven op onderdeel 03. Een deel van het voorlichtingsproject «Zicht op Uw toekomst» wordt uitgevoerd door één van de organisaties waarvan de bijdrage staat verantwoord op onderdeel 01. De uitgaven stonden oorspronkelijk geraamd op onderdeel 03.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en uitgaven (x f 1000)

Artikelonderdeel VerplichtingenUitgaven
 OorspronkelijkRealisatieOorspronkelijkRealisatie
01 Sociaal-economische ontwikkeling10 32112 30610 75612 680
02 Demoprojecten17 07311 17217 5845 678
03 Technisch-economische ontwikkeling40 86339 90141 50339 901
Totaal68 25763 37969 84358 259

Artikel 16.05 Wetenschappelijk onderwijs

De uitgaven van het Wetenschappelijk onderwijs zijn gebaseerd op de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW). De bekostiging vindt plaats in de vorm van een rijksbijdrage aan de Landbouwuniversiteit (LU) te Wageningen op basis van het bekostigingsmodel van het hoger onderwijs (HOBEK).

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Verplichtingen 1996Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 1996243 918243 918
Stand Rekening 1996248 849248 849

Toelichting

Op dit artikel is f 4,9 mln. meer uitgegeven dan oorspronkelijk was geraamd. Dit houdt grotendeels verband met de stijging van de loonkosten in 1996 voor onderwijspersoneel.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de uitgaven (x f 1 000)

ArtikelonderdeelUitgaven
 OorspronkelijkRealisatie
01 Rijksbijdrage LU240 068245 351
– Onderwijs33 04034 012
–Onderzoek157 630161 686
–Verwevenheid28 39028 986
– Uitkering na ontslag7 4087 815
– Investeringen13 60012 852
02 Overige subsidies en uitgaven3 8503 498
Totaal243 918248 849

De volume- en prestatiegegevens

Omschrijving prestatie-eenhedenRaming 19961996/1997Realisatie 19961996/1997
1. Studentenaantallen/prestatie-eenheden    
Prestatie-indicatoren bekostiging     
–Aantal ingeschreven studenten 1e t/m 4e inschrijvingsjaar3 335 3 335 
–Aantal gediplomeerden1 070 1 070 
Aantal promoties/proefschriften160 160 
Studentenaantallen/overige gegevens     
–Totaal aantal studenten 3 805 3 830
–aantal extraneï 292 225
–aantal auditoren 265 200
–collegegeld voltijd 2 400 2 400
–collegegeld deeltijd 1 750 1 750
2. Onderwijsuitgaven per student    
Uitgaven per student (x f 1 000)    
–Integraal budget (exclusief TS, SF collegegeld en huisvesting)13,1 17,2  
Huisvesting0,7 0,9 
3. Aantal netto ingeschrevenen LU Wageningen per studiejaar (excl. extraneï en autitoren)    
–Agrosysteemkunde   53
–Biologie   393
–Bioprocestechnologie   281
–Bodem, water en atmosfeer   213
–Bosbouw   178
–Economie van landbouw en milieu   313
–Huishoud en consumentenwetenschappen   158
–Landbouwplantenteelt   45
–Landbouwtechniek   135
–Landinrichtingswetenschappen   287
–Levensmiddelentechnologie   322
–Milieuhygiëne   414
–Moleculaire wetenschappen   131
–Plantenveredeling en gewasbescherming   158
–Rurale ontwikkelingsstudies   167
–Tropisch landgebruik   237
–Tuinbouw   65
–Voeding van de mens   205
–Zoötechniek   328

TS: Tegemoetkoming studiekosten.

SF: Studiefinanciering.

De Landbouwuniversiteit ontvangt een lump-sum financiering voor de uitoefening van taken. De berekening is analoog aan die van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

Artikel 16.06 Hoger agrarisch onderwijs

De uitgaven ten behoeve van het Hoger Agrarisch Onderwijs (HAO) zijn gebaseerd op de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW). Het HAO kent een bekostigingssysteem in de vorm van rijksbijdragen aan de instellingen, gebaseerd op het bekostigingsbesluit WHW (HOBEK).

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Verplichtingen 1996Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 1996115 052115 052
Stand Rekening 1996121 482121 397

Toelichting

Op dit artikel is f 6,3 mln. meer uitgegeven dan oorspronkelijk was geraamd. Dit houdt onder meer verband met de stijging van het loonpeil in 1996 (f 2,8 mln.). Voorts zijn analoog aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen meer bijdragen verstrekt aan de scholen in het kader van de zogenaamde studeerbaarheid. ( f 1,5 mln.). Hiermee wordt door scholen gewerkt aan een betere afstemming van onderwijsprogrammas op de studieduur.

Een extra bedrag van f 1,7 mln. is betaald aan de Hogere Agrarische School in Den Bosch. Dit houdt verband met het feit dat in 1995 ten onrechte een te veel verstrekt budget voor huisvestingskosten van deze school is teruggevorderd. Dit bedrag is alsnog in 1996 betaald.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de uitgaven (x f 1 000)

ArtikelonderdeelUitgaven
 OorspronkelijkRealisatie
01 Rijksbijdrage   
– Exploitatie79 98287 162
– Huisvesting18 55413 315
– Uitkering na ontslag2 4162 458
02 Overige subsidies en uitgaven14 10018 462
Totaal115 052121 397

Volume-en Prestatiegegevens

Omschrijving prestatie-eenhedenRaming 1996Realisatie 1996
Aantallen:   
Studenten HAO-voltijd8 8008 865
Studenten HAO-deeltijd210331
Studenten internationale opleiding8888
Studenten STOAS voltijd480417
Studenten STOAS deeltijd9136
   
Collegegeld voltijd2 4002 400
Collegegeld deeltijd750750
   
Opbouw van de kostprijs HAO student (x f 1 000)  
– Normatief (exclusief TS, SF, huisvesting en collegegeld)10,410,6
– Huisvesting2,02,4
– Collegegeld (gemiddeld)2,32,3

TS: Tegemoetkoming studiekosten.

SF: Studiefinanciering.

  1995/1996
 voltijddeeltijd
Soorten opleidingen:   
– Landbouw2 0502
– Tuinbouw71161
– Economische opleidingen2 325
– Technologie979131
– Milieuopleidingen1 585164
– Bos- en natuurbeheer1 050
– Lerarenopleiding38646

Artikel 16.07 Voortgezet agrarisch onderwijs

De uitgaven voor het Voortgezet Agrarisch zijn gebaseerd op artikel 2.2.1 van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs. Het voortgezet agrarisch onderwijs wordt voornamelijk verzorgd door agrarische opleidingscentra (AOCs).

Op dit artikel zijn tevens de uitgaven voor het middelbaar agrarisch onderwijs, het agrarisch voorbereidend beroepsonderwijs, het deeltijd middelbaar agrarisch onderwijs, de opleidingen leerlingwezen en de door de scholen uitgevoerde cursussen opgenomen.

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Verplichtingen 1996Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 1996440 068438 319
Stand Rekening 1996454 880460 358

Toelichting

De uitgaven zijn f 22,0 mln. hoger dan oorspronkelijk geraamd. De voornaamste oorzaken die hieraan ten grondslag liggen zijn: – het gestegen loonpeil in 1996 voor onderwijspersoneel f 8,6 mln. – de leerlingenstijging in het voortgezet agrarisch onderwijs f 8,8 mln. – overige (waaronder post-actieven en huisvestingskosten) f 4,6 mln.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en uitgaven (x f 1000)

Artikelonderdeel VerplichtingenUitgaven
 OorspronkelijkRealisatieOorspronkelijkRealisatie
01 Rijksbijdrage     
–Exploitatie349 327358 240349 327367 240
–Huisvesting38 71332 95736 96438 435
–Uitkeringen na ontslag19 85820 00919 85822 350
02 Overige subsidies en uitgaven32 17043 67432 17032 333
Totaal440 068454 880438 319460 358

Volume-en Prestatiegegevens

 Raming 1996/1997Realisatie 1996/1997
Aantal leerlingen (basis voor de bekostiging):   
   
Agrarisch VBO16 42417 016
Agrarisch IVBO7 1547 826
   
Leerlingwezen:  
– primair5 3044 878
– secundair/tertiair3 1493 302
   
Middelbare agrarische opleidingen (MAO):   
– kort (2 jaar)1 8091 604
– lang (3 en 4 jaar)15 15515 228

Het aantal vierkante meters (bruto) vloeroppervlak dat in gebruik was bij het Voortgezet agrarisch onderwijs bedroeg:

Agrarische opleidingscentra 440 046

Categorale agrarische VBO-scholen 7 647

Totaal 447 693

Verdeling van de leerlingen over de volgende schooltypes (1996)

 TotaalAgrarische OpleidingscentraCategorale scholenScholengemeenschappen met O&W-scholen
Agrarisch VBO17 01613 3154393 262
Agrarisch IVBO7 8266 5451941 087
     
Leerlingwezen8 1808 180   
     
MAO-2/3/416 83216 832  
     
Normatieve kostprijzen VAO:    
ILO10 492   
LAO7 016    
MAO7 068    
Leerlingwezen primair3 948   
Leerlingwezen secundair4 068   

Artikel 16.08 Agrarisch Praktijkschoolonderwijs

De uitgaven voor het agrarisch praktijkschoolonderwijs zijn gebaseerd op artikel 2.2.12 van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB).

Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Verplichtingen 1996Uitgaven 1996
Stand ontwerp-begroting 199649 10148 950
Stand Rekening 199649 86649 788

Toelichting

De f 0,8 mln. meer uitgaven houdt voornamelijk verband met de stijging van de loonkosten in 1996.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en uitgaven (x f 1000)

Artikelonderdeel VerplichtingenUitgaven
 OorspronkelijkRealisatieOorspronkelijkRealisatie
01 Rijksbijdrage     
–Exploitatie39 40241 20639 40241 206
–Huisvesting5 2694 8225 1184 743
–Uitkeringen na ontslag2 0501 4082 0501 408
02 Overige subsidies en uitgaven2 3802 4302 3802 431
Totaal49 10149 86648 95049 788

Volume-en Prestatiegegevens

De aantallen zijn gebaseerd op aantallen cursistweken (één leerling/student 5 dagen op een praktijkschool)

Omschrijving prestatie-eenhedenRaming 1996Realisatie 1996
Aantal cursistweken50 84054 840
Ondersteunend en beheerspersoneel (o.b.p.)   
– Centrale directie  
(Adjunct)directeuren99
– Instructie ondersteunend personeel:   
vast3434
variabel149149
   
Instructiepersoneel272272
   
Het aantal vierkante meters (bruto)vloeroppervlak dat in 1996 in gebruik was bij het agrarisch praktijkschoolonderwijs bedraagt: 49 646

1.3.2. Ontvangsten

10 ALGEMEEN

Artikel 10.01 Ontvangsten voor apparaat

Op dit artikel worden de ontvangsten voor door directies en diensten geleverde diensten en verrichte werkzaamheden verantwoord. Voorts worden op dit artikel ontvangsten in de sociale sfeer verantwoord.

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Ontvangsten 1996
Stand ontwerp-begroting 199621 205
Stand Rekening 199616 107

Toelichting

Bij de Grondkamers en de Kamer van de Binnenvisserij is sprake van lagere ontvangsten van resp. f 1,4 mln. en f 0,5 mln. Zie ook de prestatie- en volumegegevens terzake. Ook op de ontvangsten in de sociale sfeer is f 2,3 mln. minder ontvangen dan geraamd. Voorts is er door het achterblijven van het aantal verstrekte adviezen bij LASER minder ontvangen en zijn de inkomsten van de Raad voor het Kwekersrecht achtergebleven als gevolg van de nieuwe mogelijkheid om een Europees Kwekersrecht aan te vragen.

De onderverdeling in artikelonderdelen

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de ontvangsten (x f 1 000)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 OorspronkelijkRealisatie
01 Jaarcijnzen en Griffierechten7 6146 566
02 Verrichte werkzaamheden4 0254 463
03 Overige9 5665 078
Totaal21 20516 107

De volume- en prestatiegegevens

De onderstaande volume- en prestatiegegevens geven een globale indruk van de werkzaamheden van de directie Juridische Zaken.

Omschrijving prestatie-eenhedenRaming 1996Realisatie 1996
01 Jaarcijnzen en griffierechten  
Raad van het Kwekersrecht  
– Aanvragen (Nederland)1 6001 010
– Aanvragen (UPOV en EU)431
– Aantal toegewezen aanvragen met inschrijving in rassenregister1 1001 131
– Aanhangige rechten4 7505 331
– Bemiddeling Europese aanvragen400186
Grondkamers  
– Ter goedkeuring voorgelegde pachtovereenkomsten (artikel 5)44 00026 628
– Ter beoordeling voorgelegde verzoeken tot herziening tegen prestatie pachtovereenkomst (artikel 19)4 0003 654
– Eenmalige pacht5 009
– Teeltpacht239
– Beheerpacht25
– Overige voorgelegde zaken2 000702
   
Centrale Grondkamer  
– Beroepschriften art. 5 Pachtwet6
– Beroepschriften art. 19 Pachtwet17
– Overige Beroepschriften10
   
03 Overige  
Kamer van de Binnenvisserij  
– Verzoeken tot goedkeuring van huurovereenkomsten visrecht700530
– Verzoeken toestemming tot uitgifte visvergunningen1 000649

Artikel 10.05 Overige ontvangsten

Dit artikel bevat ontvangsten die betrekking hebben op rente over verstrekte leningen en aflossing van aan ambtenaren verstrekte rentedragende en renteloze leningen.

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Ontvangsten 1996
Stand ontwerp-begroting 1996446
Stand Rekening 1996

11 INTERNATIONALE AANGELEGENHEDEN

Artikel 11.01 Ontvangsten voor apparaat

Op dit artikel zijn diverse ontvangsten verantwoord van de directie Internationale Zaken en het Institute for Land Reclamation and Improvement.

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Ontvangsten 1996
Stand ontwerp-begroting 1996520
Stand Rekening 1996306

Toelichting

De ontvangsten op dit artikel zijn f 0,2 mln. lager uitgevallen. De voornaamste oorzaak hiervan is dat de ontvangsten van het Institute for Land Reclamation and Improvement niet in 1996 zijn afgestort, maar in 1997.

Artikel 11.02 Bijdrage van het LEF

Indien het saldo van het Landbouw-Egalisatiefonds, Afdeling A, positief is wordt op dit artikel de bijdrage van het fonds verantwoord.

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Ontvangsten 1996
Stand ontwerp-begroting 1996
Stand Rekening 19962 547

Toelichting

De ontvangsten op dit artikel zijn het gevolg van het positieve saldo van de Rekening van het Landbouw-Egalisatiefonds. Voor de toelichting zij verwezen naar de Rekening van het Landbouw-Egalisatiefonds.

Artikel 11.03 Overige ontvangsten

Op dit artikel worden de terugontvangen subsidievoorschotten van het Internationaal Agrarisch Centrum verantwoord. Daarnaast worden ontvangsten verantwoord die het gevolg zijn van de liquidatie van de buffervoorraad van de Internationale Cacao-overeenkomst (ICCO) welke ten goede komen aan de begroting van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Ontvangsten 1996
Stand ontwerp-begroting 19965 500
Stand Rekening 19966 256

Toelichting

In 1996 is f 0,7 mln. meer ontvangen. Deze hogere ontvangsten bestaan voornamelijk uit kostenvergoedingen, die vanuit de EU zijn ontvangen.

12 LANDBOUW

Artikel 12.01 Ontvangsten voor apparaat

Dit artikel bevat de verantwoording van ontvangsten voor verrichte werkzaamheden en de verkoop van publicaties door de directie Landbouw.

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Ontvangsten 1996
Stand ontwerp-begroting 19961 204
Stand Rekening 19962 120

Toelichting

De ontvangsten op dit artikel zijn f 0,9 mln. hoger uitgevallen dan was geraamd. Deze hogere ontvangsten vloeien voort uit uitvoeringskosten voor het Meerjarenplan Gewasbescherming die zijn doorberekend aan het Landbouwschap.

Artikel 12.02 Structuurverbetering

Op dit artikel worden de ontvangsten uit heffingen in het kader van het mestbeleid en de ontvangsten uit hoofde van EU-bijdragen aan structuurverbeteringsregelingen verantwoord. Daarnaast wordt de bijdrage van het Landbouwschap voor de uitvoering van het Meerjarenprogramma Gewasbescherming, alsmede de jaarlijkse aflossing door de Stichting Landelijke Mestbank van de renteloze lening voor het proefprojekt Mestopslagfaciliteitenplan op dit artikel verantwoord.

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Ontvangsten 1996
Stand ontwerp-begroting 199648 007
Stand Rekening 199637 001

Toelichting

De ontvangsten voor structuurverbetering zijn uiteindelijk f 11 mln. lager uitgevallen dan oorspronkelijk was geraamd. Het betreft hier een saldo van meer- en minderontvangsten op de diverse onderdelen.

De onderverdeling naar artikelonderdelen (x f 1 000)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 OorspronkelijkRealisatie
01 EU-structuurfondsen10 0003 202
02 EU-begeleidende maatregelen1 870452
03 Bestemmingsheffingen33 30021 675
04 Overige2 83711 672
 48 00737 001

Toelichting

01 EU-structuurfondsen

Op uitgavenartikel 12.02 Structuurverbetering zijn de uitgaven in het kader van de set-aside regeling lager uitgevallen. De regeling is gesloten in 1992 en de uitgaven die plaatsvinden in het kader van de regeling betreffen de uitfinanciering van reeds aangegane verplichtingen. Hiermee samenhangend zijn ook de ontvangsten van de Europese Unie lager uitgevallen.

02 EU-begeleidende maatregelen

Op dit onderdeel is de bijdrage van de Europese Unie f 1,4 mln. lager uitgevallen als gevolg van het feit dat:

– de Regeling zeldzame landbouwhuisdieren pas in 1997 zal worden goedgekeurd door de Europese Unie;

– de Regeling extensivering vleesstierenhouderij eerst in de loop van 1996 is geopend;

– pas eind 1996 een plan van aanpak voor de biologische landbouw gereed is gekomen.

Hiermee samenhangend zijn ook de uitgaven op uitgavenartikel 12.02 Structuurverbetering lager uitgevallen.

De ontvangsten ad f 0,4 mln. hebben betrekking op de EU-bijdrage voor de Regeling stimulering biologische productiemethode.

03 Bestemmingsheffingen

Onder invloed van de boycot van de overschotheffing mest door veehouders is er op dit onderdeel f 11,6 mln. minder ontvangen.

04 Overige

De hogere ontvangsten op dit onderdeel hebben betrekking op terugbetaalde subsidievoorschotten door de Stichting Landelijke Mestbank en de Stichting Borgstellingsfonds. De terugbetaling ad f 5 mln. door de Stichting Landelijke Mestbank betreffen afrekeningen van in 1991–1994 verstrekte subsidievoorschotten. Door de Stichting Borgstellingsfonds is in 1996 f 3,8 mln. terugbetaald. Het betreft een afrekening van in 1993–1995 teveel verstrekte voorschotten. Er was in deze jaren uiteindelijk minder nodig voor de betalingen aan het Borgstellingsfonds voor de instandhouding van het eigen vermogen. Met deze f 8,8 mln. ontvangsten was bij de indiening van de begroting 1996 geen rekening gehouden.

Artikel 12.03 Industrie en handel

De ontvangsten op dit artikel hebben betrekking op kosten voor vakbeurzen en tentoonstellingen. De door LNV ten behoeve van het bedrijfsleven gemaakte kosten worden doorberekend.

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Ontvangsten 1996
Stand ontwerp-begroting 1996947
Stand Rekening 1996631

Toelichting

De organisatie van beurzen en tentoonstellingen wordt meer en meer door het bedrijfsleven uitgevoerd. Hierdoor is niet langer sprake van het doorbelasten van kosten aan het deelnemende bedrijfsleven. De uitgaven voor promotionele activiteiten op uitgavenartikel 12.03 Industrie en handel en de ontvangsten op het onderhavige artikel zijn daarom lager uitgevallen.

Artikel 12.04 Overige ontvangsten

Op dit artikel worden de ontvangsten verantwoord die voortvloeien uit de tarieven voor de registratie van bestrijdingsmiddelen.

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Ontvangsten 1996
Stand ontwerp-begroting 19967 000
Stand Rekening 19966 761

Toelichting

Door het College Toelating Bestrijdingsmiddelen is in 1996 f 0,2 mln. minder ontvangen dan was geraamd. Dit is het gevolg van het feit dat een deel van de aanvragen tot registratie van bestrijdingsmiddelen op grond van de datum van indiening moest worden berekend op basis van oude tarieven.

13 NATUUR, GROENE RUIMTE EN RECREATIE

Artikel 13.01 Ontvangsten apparaat

Op dit artikel worden de ontvangsten verantwoord van de directies Natuurbeheer, Groene Ruimte en Recreatie en de Dienst Landelijk Gebied (voorheen de dienst Landinrichting en Beheer Landbouwgronden).

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Ontvangsten 1996
Stand ontwerp-begroting 1996610
Stand Rekening 19963 463

Toelichting

In verband met opdrachten die voor derden zijn uitgevoerd, is sprake van hogere ontvangsten. Op sommige vestigingsplaatsen in het land is ook door derden gebruik gemaakt van de voorhanden zijnde huisvesting en voorzieningen. De hiermee samenhangende hogere uitgaven zijn doorberekend, hetgeen heeft geleid tot hogere ontvangsten.

Artikel 13.02 Verkopen

De ontvangsten op dit artikel hangen samen met de opbrengsten uit verkopen van gronden en opstallen van het Staatsbosbeheer.

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Ontvangsten 1996
Stand ontwerp-begroting 19961 500
Stand Rekening 19962 730

De onderverdeling naar artikelonderdelen (x f 1 000)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 OorspronkelijkRealisatie
01 Verkoop gronden en opstallen1 5002 730
02 Overige
Totaal1 5002 730

Toelichting

01 Verkoop gronden en opstallen

Als gevolg van extra verkoop van gronden en gebouwen is f 1,2 mln. meer ontvangen dan oorspronkelijk was geraamd.

Artikel 13.03 Inrichting

De ontvangsten op dit artikel betreffen landinrichtingsrente, bijdragen van derden en diverse ontvangsten in het kader van landinrichting en ontvangsten van de Europese Unie.

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Ontvangsten 1996
Stand ontwerp-begroting 1996156 123
Stand Rekening 1996167 103

Toelichting

Voornamelijk als gevolg van hogere ontvangsten landinrichtingsrente (f 7,2 mln.) geïnd door de belastingdienst en extra bijdragen van derden (f 7,5 mln.) in landinrichtingsprojecten is de realisatie op dit artikel hoger dan oorspronkelijk geraamd.

De onderverdeling naar artikelonderdelen (x f 1 000)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 OorspronkelijkRealisatie
01 Landinrichtingsrente85 40092 617
02 Bijdragen van derden55 90063 351
03 Diverse ontvangsten1 4734 306
04 EU-Structuurfondsen5 0000
05 EU-Begeleidende maatregelen8 3506 829
Totaal156 123167 103

Toelichting

03 Diverse ontvangsten

De hogere ontvangsten op dit onderdeel hangen samen met de afkoop van Stadsmeijerrechten door belanghebbende.

04 EU-Structuurfondsen

In 1996 zij geen EU-ontvangsten gerealiseerd voor de uitvoering van inrichtingswerkzaamheden in de zogenaamde 5-b gebieden.

05 EU-Begeleidende maatregelen

De lagere ontvangsten op dit onderdeel hangen samen met de lagere uitgaven voor de SBL-regeling.

Artikel 13.04 Beheer

Op dit artikel zijn beheersontvangsten van het Staatsbosbeheer en EU-ontvangsten voor relatienota-beheersovereenkomsten (begeleidende maatregelen Mac Sharry) opgenomen.

Opbouw ontvangstramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Ontvangsten 1996
Stand ontwerp-begroting 199652 920
Stand Rekening 199657 710

Toelichting

Voornamelijk door de groei van het areaal bij Staatsbosbeheer zijn de inkomsten uit de verkoop van hout en natuurprodukten gestegen. Daarnaast zijn de ontvangsten gestegen door nieuwe activiteiten (zoals verhuur vakantiewoningen in de natuur) en door hogere bijdragen van derden voor projecten.

De onderverdeling naar artikelonderdelen (x f 1 000)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 OorspronkelijkRealisatie
01 Staatsbosbeheer44 78249 526
02 EU-begeleidende maatregelen8 1388 184
Totaal52 92057 710

Artikel 13.05 Overige ontvangsten

Het artikel bevat de raming en verantwoording van de ontvangsten uit de verkoop van jachtakten en diverse ontvangsten op het terrein van recreatie, bos en natuur.

Opbouw ontvangstramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Ontvangsten 1996
Stand ontwerp-begroting 19964 233
Stand Rekening 19966 747

Toelichting

De bijdragen van andere ministeries voor het kaderplan natuur- en milieu-educatie waren in de ontwerp-begroting nog niet opgenomen. In de loop van het jaar zijn deze bijdragen verwerkt, zodat de realisatie hoger is uitgevallen dan oorspronkelijk geraamd.

De onderverdeling naar artikelonderdelen (x f 1 000)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 OorspronkelijkRealisatie
01 Jachtakten2 2722 543
02 Diversen1 9614 204
Totaal4 2336 747

14 VISSERIJEN

Artikel 14.01 Ontvangsten voor apparaat

Op dit artikel worden de ontvangsten van de directie Visserij verantwoord.

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1000)

 Ontvangsten 1996
Stand ontwerp-begroting 19960
Stand Rekening 199656

Toelichting

De ontvangsten op dit artikel hangen samen met de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW); in de ontwerp-begroting waren deze niet geraamd.

Artikel 14.02 Overige ontvangsten

Op dit artikel worden onder andere de opbrengsten verantwoord die samenhangen met de verhuur van oester-, mossel-, verwater- en fondspercelen.

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1000)

 Ontvangsten 1996
Stand ontwerp-begroting 19966 370
Stand Rekening 19967 388

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en uitgaven (x f 1 000)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 OorspronkelijkRealisatie
01 Privaat-en publiekrechtelijke vergunningen6 3207 256
02 Diverse ontvangsten50132
 6 3707 388

Toelichting

01 Privaatrechtelijke en publiekrechtelijke vergunningen

In 1995 is een deel van de huuropbrengsten van mosselpercelen niet gerealiseerd. Deze extra ontvangsten ad f 1,9 mln. zijn in 1996 gerealiseerd. Daarentegen is van de oorspronkelijke taakstelling voor 1996 f 0,9 mln. niet ontvangen.

De prestatie- en volumegegevens

De ontvangsten voor privaat- en publiekrechtelijke vergunningen kunnen als volgt worden onderverdeeld.

(Bedragen x f 1 000)Oorspronkelijk 1996Realisatie 1996
– Mosselpercelen4 4855 499
– Verwater- en fondspercelen200172
– Oesterpercelen4201 084
– Oestervisserij vrije gronden9450
– Visrechten binnenvisserij270501
 6 3207 256

15 MILIEU, KWALITEIT EN GEZONDHEID

Artikel 15.01 Ontvangsten voor apparaat

Op dit artikel worden de ontvangsten van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, de ontvangsten van de directie Milieu, Kwaliteit en Gezondheid en de ontvangsten van het Bureau Registratie Diergeneesmiddelen verantwoord.

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1000)

 Ontvangsten 1996
Stand ontwerp-begroting 1996138 239
Stand Rekening 1996125 771

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en uitgaven (x f 1 000)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 OorspronkelijkRealisatie
01 Diergeneesmiddelenregistratie3 6203 103
02 Keuringsgelden Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees133 060120 041
03 Diverse ontvangsten1 5592 627
 138 239125 771

Toelichting

01 Diergeneesmiddelenregistratie

Het Bureau Registratie Diergeneesmiddelen wordt geconfronteerd met een teruglopend aantal aanvragen tot registratie van diergeneesmiddelen. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat registratie van diergeneesmiddelen steeds vaker in Europees verband plaatsvindt, waardoor diergeneesmiddelen slechts in één lidstaat behoeven te worden geregistreerd. De Europese registraties worden verricht door het voor dit doel opgerichte European Agency for the Evaluation of Medicinal Products Veterinary Medicins Evaluation Unit (EMEA). Daarnaast is er ook een tendens waar te nemen van fusies in de diergeneesmiddelenindustrie waardoor minder registraties worden aangevraagd.

02 Keuringsgelden Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees

Het aantal keuringen in de roodvlees- en varkenssector is in 1996 teruggelopen. Dit wordt mede veroorzaakt door de BSE-problematiek. De afname in slachtaanbod veroorzaakt een inkomstenvermindering van ca. f 7 mln. Bovendien is vertraging opgetreden in de aanpassing van de keuringstarieven. Oorspronkelijk was voorzien dat een tariefsverhoging per 1 januari 1996 zou worden ingevoerd. Door verschillende oorzaken is deze verhoging per 1 september jl. ingevoerd. Deze vertraging heeft geresulteerd in een inkomstenderving van ca. f 6 mln.

03 Diverse ontvangsten

De realisatie is f 1,0 mln hoger uitgevallen dan oorspronkelijk geraamd. De meerontvangsten worden grotendeels veroorzaakt door een hogere doorberekening van kosten aan derden in verband met het beheer van het gebouw van de centrale directie van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees.

De volume- en prestatiegegevens

De volume- en prestatiegegevens geven een onderbouwing van de ontvangsten van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees.

OmschrijvingRaming1996x f 1 mln.Realisatie 1996x f 1 mln.
02 Keuringsgelden Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees    
     
Alle aantallen zijn per 1 000     
Tarieven zijn in guldens     
     
Vleeskeuring    
– Aantal bezoeken240 210  
Gemiddeld starttarief per bezoek24,585,940,718,5
– Slachtkeuring:     
Aantal varkens19 300 18 452 
Gemiddeld tarief per dier2,7052,22,4745,5
Aantal overige dieren3 300 3 132  
Gemiddeld tarief per dier10,1233,47,8824,7
Aantal stuks pluimvee419 000 471 238 
Gemiddeld tarief per 1 000 dieren36,0415,126,6312,6
– Uitsnijderijen, koel en vrieshuizen:     
Aantal kwartieren610 574 
Gemiddeld tarief per kwartier22,3013,623,2813,4
In- aan en uitvoer    
– Invoerkeuring van vlees:     
Aantal tonnen240 229  
Gemiddeld tarief per ton/stuks16,253,915,713,6
– Uitvoerkeuring varkens en overige dieren:     
Aantal kwartieren215 197 
Gemiddeld tarief per kwartier32,557,037,337,4
     
Werkzaamheden op verzoek    
– Viskeuring:    
Aantal kwartieren25 34  
Gemiddeld tarief per kwartier641,649,631,7
– Aantal certificaten (incl. vis)50 123 
Gemiddeld tarief per certificaat8,000,410,171,2
     
Correctie facturering/kasrealisatie    
Terugbetaling keurlonen   1,4
Totaal 133,1 120,0

Artikel 15.03 Gezondheid en Kwaliteitszorg

Op dit artikel zijn de aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport doorberekende kosten van de Voedingsraad en van het Voorlichtingsbureau voor de Voeding opgenomen. Tevens zijn de EU-ontvangsten in verband met de problematiek van de zoönose Bovine Spongiforme Encephalopathie (BSE) op dit artikel verantwoord.

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1000)

 Ontvangsten 1996
Stand ontwerp-begroting 1996875
Stand Rekening 199646 205

Toelichting

De EU-ontvangsten in verband met de zoönose Bovine Spongiforme Encephalopathie (BSE) zijn op dit artikel verantwoord en bedragen f 45,5 mln. (zie hiertoe de toelichting bij uitgavenartikel 15.03).

16 WETENSCHAP EN KENNISOVERDRACHT

Artikel 16.02 Diverse ontvangsten onderzoek

Op dit artikel zijn de ontvangsten van de Dienst Landbouwkundig Onderzoek en Rijksinstituten opgenomen, alsmede de bijdrage uit het Fonds economische structuurversterking.

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Ontvangsten 1996
Stand ontwerp-begroting 199641 296
Stand Rekening 199650 547

Toelichting

Op dit artikel is f 9,3 mln. meer ontvangen dan was geraamd. Dit bedrag kan globaal als volgt worden toegelicht.

Van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is f 2,2 mln. ontvangen als bijdrage in de nieuwbouw van de Hogere Agrarische School te Leeuwarden. De uitgaven hiervoor in 1995 waren vanuit het budget van Praktijkonderzoek voorgefinancierd. De huidige ontvangsten komen derhalve ten goede aan het budget van Praktijkonderzoek. Uit het Fonds economische structuurversterking is in verband met versnelde uitvoering van projecten in dit kader f 1,4 mln. extra ontvangen. Als gevolg van een verrekening van in eerdere jaren te veel betaalde subsidievoorschotten zijn door de stichtingen van het Landbouwkundig Onderzoek en door de Proefstations extra ontvangsten gerealiseerd van f 6,7 mln.

Tenslotte is uit het restant van de zogenaamde opkoopgelden f 1,3 mln. ontvangen voor de bouw van een melkveeaccomodatie bij het Proefstation voor de Rundveehouderij, waarvan de uitgaven op uitgavenartikel 16.03 zijn verantwoord. De ontvangsten van de rijksdiensten van het wetenschappelijk onderzoek zijn f 2,3 mln. lager uitgevallen dan was geraamd.

Artikel 16.03 Diverse ontvangsten onderwijs

Op dit artikel zijn onder meer de terugontvangen subsidievoorschotten verantwoord.

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Ontvangsten 1996
Stand ontwerp-begroting 19964 999
Stand Rekening 199610 405

Toelichting

De meerontvangsten ten opzicht van de oorspronkelijke begroting bedragen f 5,4 mln. Deze meerontvangsten houden vnl. verband met een hoger bedrag aan terugontvangen subsidievoorschotten (f 4,5 mln) alsmede meer bijdragen van de Europese Unie voor cursussen in het kader van het MacSharry-landbouwbeleid dan waren geraamd (f 0,9 mln.).

Artikel 16.04 Bedrijfsontwikkeling

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000)

 Ontvangsten 1996
Stand ontwerp-begroting 19967 000
Stand Rekening 19961 011

Toelichting

De f 6,0 mln. lagere ontvangsten zijn het gevolg van de verminderde belangstelling voor demo-projecten (zie uitgavenartikel 16.04), waardoor ook de bijdrage van de EU lager uitvalt.

2 DE SALDIBALANS PER 31 DECEMBER 1996

Hoofdstuk 2.1 bevat de saldibalans, hoofdstuk 2.2 bevat de toelichting op de saldibalans en hoofdstuk 2.3 bevat de staat van garantieverplichtingen.

2.1 DE SALDIBALANS

In de saldibalans van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij zijn de intra-comptabele balanscategorieën boven de scheidingslijn en de extra-comptabele balanscategorieën onder de scheidingslijn weergegeven.

Saldibalans per 31 december 1996 (bedragen x f 1 000)

 OmschrijvingDebetCredit
1.Uitgaven t.l.v. van de begroting 19953 224 140 
    
1a.Uitgaven t.l.v. de begroting 19963 220 482  
    
2.Ontvangsten t.g.v. de begroting 1995 498 736
    
2aOntvangsten t.g.v. de begroting 1996 550 869
    
3.Liquide middelen18 307 
    
4.Rekening courant Financiën 5 824 316
    
4a.Rekening courant Kabna52 324 
    
4b.Rekening courant LEF385 013  
    
5.Uitgaven buiten begrotingsverband19 733 
    
6.Ontvangsten buiten begrotingsverband 46 078
8.Extra Comptabele Vorderingen2 384 156 
    
8a.Tegenrekening Extra Comptabele vorderingen 2 384 156
    
10.Voorschotten2 826 811 
    
10a.Tegenrekening voorschotten 2 826 811
    
11.Openstaande verplichtingen 3 192 590
    
11a.Tegenrekening openstaande verplichtingen3 192 590 
    
12.Deelnemingen5 409 
    
12a.Tegenrekening deelnemingen 5 409
Totaal15 328 96515 328 965

2.2 DE TOELICHTING OP DE SALDIBALANS

2.2.1 Algemeen

De balansposten zijn bepaald en gewaardeerd conform de geldende voorschriften die zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet. Indien van de geldende voorschriften wordt afgeweken, wordt dit nader toegelicht.

Conform het gestelde in de Regeling Departementale Begrotingsadministratie (RDB) zijn geen tussenrekeningen en rekening-courantverhoudingen met dienstonderdelen opgenomen. Zo zijn de rekening-courantverhoudingen met de dienstonderdelen verdeeld over de liquide middelen.

2.2.2 Toelichting per balanspost (bedragen x f 1 000)

Balanspost 1. Uitgaven ten laste van de begroting 1995 3 224 140

De uitgaven van dienstjaar 1995 komen overeen met de rekening over dit dienstjaar.

De verrekening met het Ministerie van Financiën is nog niet geëffectueerd.

Balanspost 1a. Uitgaven ten laste van de begroting 1996 3 220 482

De uitgaven 1996 komen overeen met de rekening en zijn artikelgewijs gespecificeerd in kolom 5 (realisatie) van de rekening van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (XIV), onderdeel verplichtingen en uitgaven.

Balanspost 2. Ontvangsten ten gunste van de begroting 1995 498 736

De ontvangsten van het dienstjaar 1995 komen overeen met de rekening over dit dienstjaar.

De verrekening met het Ministerie van Financiën is nog niet geëffectueerd

Balanspost 2a. Ontvangsten ten gunste van de begroting 1996 550 869

De ontvangsten 1996 komen overeen met de rekening en zijn artikelgewijs gespecificeerd in kolom 5 (realisatie) van de rekening van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (XIV), onderdeel ontvangsten.

Balanspost 3. Liquide Middelen 18 307

De rekening liquide middelen is onder andere samengesteld uit de saldi van de kasbeheerders, de aan de kasvoorschothouders verstrekte gelden, alsmede overlopende posten ten gevolge van het niet uitvoeren van de saldoregulatie van het betalingsverkeer per 31 december 1996.

Balansposten 4., 4a. en 4b. Rekening-Courant 5 386 979

Deze rekening geeft de vordering- en schuldverhouding weer tussen het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en het Ministerie van Financiën, het Landbouw-Egalisatiefonds en het Kabinet voor Nederlandse Antilliaanse en Arubaanse Zaken.

Balanspost 5. Uitgaven buiten begrotingsverband 19 733

Onder de uitgaven buiten begrotingsverband zijn de bedragen opgenomen die niet ten laste van de begroting behoeven te worden gebracht. Dit omdat enerzijds de verwachting bestaat dat deze uitgaven met derden kunnen worden verrekend en anderzijds omdat deze uitgaven behoren bij activiteiten die niet tot de taakuitoefening van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij worden gerekend.

Uitgaven buiten begrotingsverband

HoofdbeleidsterreinTotaalbedrag
10 Algemeen7 296
12 Landbouw6 129
13 Natuur, Groene Ruimte en Recreatie4 700
16. Wetenschap en Kennisoverdracht1 608
Totaal19 733

Deze uitgaven zullen naar verwachting in 1997 worden verrekend.

Toelichting:

Algemeen

Specificatie

 Bedrag
Werkgeverslasten december 19963 641
Nationale Voedselhulp (VIB)1 002
Door te berekenen huisvestingskosten513
Diversen2 140
 7 296

Landbouw

Deze balanspost betreft gerealiseerde subsidieuitgaven van de Demo-regeling met de daarop ontvangen bijdragen van de Europese Unie.

Natuur, Groene Ruimte en Recreatie

In dit onderdeel zijn de uitgaven in het kader van de Regeling Snelgroeiend Bos opgenomen. Deze uitgaven worden verrekend met het Ministerie van Economische Zaken.

Overige hoofdbeleidsterreinen

De bedragen op de overige hoofdbeleidsterreinen betreffen veelal uitgaven die in het kader van de uitvoering van het beleid met derden zullen worden verrekend.

Balanspost 6. Ontvangsten buiten begrotingsverband 46 078

Specificatie

HoofdbeleidsterreinTotaalbedrag
10 Algemeen37 347
11 Internationale Aangelegenheden5 307
13 Natuur, Groene Ruimte en Recreatie2 141
14 Visserij896
16 Wetenschap en Kennisoverdracht387
Totaal46 078

De ontvangsten zullen naar verwachting in 1997 worden verrekend.

Toelichting

Algemeen

Specificatie

 Bedrag
Af te dragen loonheffing en sociale premies34 550
Diversen2 797
 37 347

Internationale aangelegenheden

Op deze balanspost worden de ontvangen gelden in het kader van de EOGFL-projecten van Europese Unie (VO 866/90) verantwoord. De uitgaven van deze projecten worden in mindering gebracht op de ontvangsten.

Natuur, Groene Ruimte en Recreatie

Deze balanspost betreft diverse bedragen betreffende landinrichtingsprojecten die verrekend worden met derden.

Visserij

Op deze balanspost worden de ontvangsten van de Europese Unie verantwoord betreffende de EOGFL-projecten (Pesca). Hierop worden de uitgaven in mindering gebracht.

Wetenschap en Kennisoverdracht

De Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek heeft gelden van derden ontvangen voor de uitvoering van diverse projecten. De realisatie van de uitgaven wordt ook op deze balanspost verantwoord.

Balanspost 8. Extra Comptabele Vorderingen 2 384 156

De extra comptabele vorderingen hebben betrekking op nog te ontvangen middelen, welke voortvloeien uit uitgaven die ten laste van de begroting zijn gebracht en nog met derden zullen worden verrekend, alsmede in rekening gebrachte keuringengelden of opgelegde mestheffingen.

Hoofdbeleidsterreinen Totaalbedragwaarvan < 1 jaar
10 Algemeen38 85327 842
13 Natuur, Groene Ruimte en Recreatie2 314 707121 415
15 Milieu, Kwaliteit en Gezondheid12 87112 871
16 Wetenschap en Kennisoverdracht4 7804 780
Leningen12 945 
Totaal2 384 156 

Toelichting:

Algemeen

Specificatie

 Bedrag
Bureau Heffingen: debiteuren in het kader van de mestheffing20 672
LASER: vorderingen als gevolg van het uitvoeren van diverse regelingen8 012
De post diversen betreft voornamelijk betalingen aan personeel die verrekend moeten worden10 169
 38 853

Natuur, Groene Ruimte en Recreatie

Het saldo bestaat voornamelijk uit een langlopend renteloos voorschot van f 782,83 mln. dat bestaat uit het saldo van de financiering aan het Bureau Beheer Landbouwgronden. Daarnaast is er een bedrag ad f 1 507,31 mln nog te vorderen uit hoofde van Landinrichtingsrenten, welke in het algemeen in 26 jaar worden geïnd.

Een bedrag ad f 782,83 mln betreft het saldo van de financiering aan het Bureau Beheer Landbouwgronden.

Staatsbosbeheer heeft een bedrag van f 4,33 mln te vorderen. Dit hangt samen met de verkoop van hout en andere producten.

Milieu, Gezondheid en Kwaliteit

Door de Rijksdienst voor de Keuring van Vee en Vlees worden keuringen verricht bij het bedrijfsleven. Het saldo ad f 12,87 mln betreft openstaande facturen.

Wetenschap en Kennisoverdracht

Inzake onderzoeken, monitoring, analyses en contract research voor derden is nog een bedrag te vorderen van f 4,78 mln.

Leningen

De door het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij verstrekte geldleningen (niet zijnde voorschotten) worden, conform het gestelde in de RDB, afzonderlijk weergegeven.

Leningen

HoofdbeleidsterreinTotaalbedrag
12 Landbouw8 545
13 Natuur, Groene Ruimte en Recreatie4 400
Totaal12 945

Toelichting

Landbouw

Aan de Stichting Landelijke Mestbank zijn in 1988 en 1989 twee renteloze leningen verstrekt voor het proefproject Mestopslagfaciliteiten. Deze leningen worden gedurende 9 jaar, ingaande 1 januari 1992 tot en met 2000, in jaarlijks gelijkblijvende termijnen terugbetaald.

Natuur, Groene Ruimte en Recreatie

Aan de NV Vuil Afvoer Maatschappij (V.A.M.) is in 1979 een achtergestelde lening verstrekt ad f 4,4 mln.

Balanspost 10. Voorschotten 2 826 811

Onder voorschotten wordt verstaan de vooruit verstrekte gelden, welke op 31 december 1996 nog niet waren verrekend

Voorschotten

HoofdbeleidsterreinTotaalbedrag
10 Algemeen51 157
11 Internationale Aangelegenheden32 900
12 Landbouw196 056
13 Natuur, Groene Ruimte en Recreatie251 778
14 Visserij521
15 Milieu, Gezondheid en Kwaliteit83 255
16 Wetenschap en Kennisoverdracht2 211 144
Totaal2 826 811

Toelichting

Algemeen

Er is een bedrag ad f 0,28 mln als voorschot vastgelegd met betrekking tot depositobedragen PTT.

Post-actieven

De declaraties voor de post-actieven ad f 42,30 mln. zijn als voorschot aan USZO voldaan en in de extracomptabele voorschottenadministratie opgenomen. Ter oplossing van de M&O-problematiek, die inherent is aan de uitvoering van deze regelingen, zal USZO het tot en met 1995 gevoerde beleid voor deze regelingen continueren. De definitieve vaststelling zal plaatsvinden op grond van de jaarstukken van USZO en de bijbehorende accountantsverklaring.

Subsidievoorschotten

De posten op de overige beleidsterreinen zijn in het algemeen voorschotten op nog definitief vast te stellen subsidies. Vaststelling vindt hoofdzakelijk plaats nadat de definitieve afrekeningen met de daarbij behorende accountantsrapporten zijn ingediend. Daarbij vindt afboeking van de voorschotten plaats.

Balanspost 11. Openstaande verplichtingen 3 192 590

Het saldo van de openstaande betalingsverplichtingen per 31 december 1996 is opgebouwd uit de in het jaar 1996 aangegane verplichtingen, alsmede de in de voorgaande jaren aangegane nog lopende verplichtingen welke niet tot een uitgave in het dienstjaar 1996 hebben geleid.

Openstaande verplichtingen

HoofdbeleidsterreinenStand per1-1-1996Realisatie +Negatievebijstelling –/–Uitgaven –/–Stand per31-12-1996
10 Algemeen2 843323 628320323 0703 081
11 Internationale Aangelegenheden4 67157 55610759 0323 088
12 Landbouw164 550150 0236 360146 888161 325
13 Natuur, Groene Ruimte en Recreatie2 352 4251 115 221121 6311 007 1192 338 896
14 Visserij80920 505020 748566
15 Milieu, Gezondheid en Kwaliteit33 666300 0691 911306 56325 261
16 Wetenschap en Kennisoverdracht117 0171 365 05112 1781 357 063112 827
Subtotaal2 675 9813 332 053142 5073 220 4832 645 044
Garanties485 13020 00016 4610488 669
Buiten begrotingsverband29 37539 2891 1388 64958 877
Totaal3 190 4863 391 342160 1063 229 1323 192 590

Toelichting

Waarderingsgrondslag van de verplichtingen

Natuur, Groene Ruimte en Recreatie

Om gevolg te geven aan constateringen van de Algemene Rekenkamer en de departementale Accountantsdienst inzake de actualiteit van de verplichtingenstand is in 1995 een aanvang gemaakt met het herzien van de Rijksbijdrage toezeggingen.

Het uitvoeren van de herzieningen legt een aanzienlijk beslag op de personele capaciteit van LBL. De vertraging is mede veroorzaakt door een verandering in het formele goedkeuringstraject van rijksbijdrage toezeggingen.

In 1996 heeft de actualisatie geleid tot een neerwaartse bijstelling van de verplichtingenstand met circa f 80 mln. In 1997 en 1998 zullen de herzieningen leiden tot een verlaging van nog eens circa f 180 mln. Naar verwachting zal de actualisatie begin 1998 zijn voltooid.

Wetenschap en Kennisoverdracht

Het recht op onderwijssubsidies ligt vast in de basiswet. Indien de subsidiabelen aan de in de basiswet gestelde criteria en voorwaarden voldoen, kan subsidie niet worden onthouden. De uitgaven op dit artikel betreffen over het algemeen lump-sum vergoedingen. Verplichtingen worden op grond van genoemde wet per 01–01 opgebouwd en op grond van dezelfde wet per 31–12 afgerekend.

Ter nadere toelichting op de interpretatie van het begrip verplichtingen bij de Rijksstichtingen voor Landbouwkundig Onderzoek wordt het volgende opgemerkt:

– Van essentieel belang voor de benadering van de verplichtingenproblematiek in het onderhavige geval is het feit dat het personeel in rijksdienst is en aan de stichtingen ter beschikking wordt gesteld. De betreffende uitgaven worden afzonderlijk verantwoord. Aan het verplichtingenbegrip wordt hierbij op dezelfde wijze inhoud gegeven als in het geval van de algemene personeels- uitgaven van het Ministerie, te weten Kas=Verplichtingen.

– De materiële uitgaven van de Stichtingen worden door het Ministerie van LNV gesubsidieerd. Hierop worden de baten in mindering gebracht. Eén en ander vindt plaats op basis van een vooraf goedgekeurd werkplan, met bijbehorende exploitatiebegroting. De toezegging op het gebied van de subsidiëring van het exploitatiesaldo voor een begrotingsjaar wordt als verplichting vastgelegd.

Garanties

Voor de samenstelling wordt verwezen naar paragraaf 2.3 De staat van garantieverplichtingen.

Buiten begrotingsverband

De uitgaven van de verplichtingen buiten begrotingsverband worden verantwoord op uitgaven c.q. ontvangsten buiten begrotingsverband. Het saldo dat in de balans wordt opgenomen betreft de gerealiseerde uitgaven minus de ontvangen bijdragen van derden.

Een deel van de verplichtingen wordt in ecus gewaardeerd. In de saldibalans zijn de ecu-verplichtingen gewaardeerd in guldens tegen de middenkoers van de ecu per balansdatum (f 2,16).

Balanspost 12. Deelnemingen 5 409

Het verwerven van aandelen door de Staat in privaatrechtelijke ondernemingen wordt conform de RDB, tegen de oorspronkelijke aankoopprijs extra-comptabel vastgelegd.

De deelneming betreft de NV Vuil Afvoer Maatschappij (V.A.M.).

2.3 DE STAAT VAN GARANTIE-VERPLICHTINGEN

Garantie verplichtingen per 31 december 1996

Artikela) ten behoeve van b) aanIngangsdatumLooptijd in jarenMaximaal verleendLopende verplichting
12.05a) Stichting Borgstellingsfonds  175 000110 147
      
13.06a) Rente en aflossingen van leningen, inzake aankoop van natuurgebieden en landschappen     
 b) AEGON22-05-95307 0006 929
 b) AMEV16-05-943011 31410 242
 b) St. Notarieel Pensioenfonds20-06-942018 61817 707
  01-12-923012 00011 625
 b) St. Pensioenfonds Rabobankorg.30-03-96304 0003 857
  17-08-93303 5003 367
 b) Alg. Spaarbank voor Nederland08-04-92308 0007 702
  05-06-923010 0009 628
  05-07-9472 4051 818
 b) Alg. sociaal fonds voor de grafische bedrijven20-11-87304 0003 543
  20-11-87302 0001 772
 b) Internationale Nederlanden30-10-92302 0001 920
  27-05-93304 0003 858
  04-11-933010 0009 601
  17-02-943012 00011 681
  20-05-941910 0009 433
  21-04-941812 95212 138
  12-12-94305 0004 906
 b) Algemeen burgerlijk pensioenfonds30-09-95305 0004 946
  31-03-95309 0008 921
  15-08-88156 7173 634
  17-08-88129 3193 943
  17-08-88137 2623 536
  15-08-88157 6154 474
  15-11-88158 6155 134
  15-09-88159 1925 400
  15-04-922019 65617 822
  21-04-922018 90017 137
  08-02-853015 00012 723
  08-02-863015 00013 082
  02-07-873010 0008 710
  01-08-88105 0001 266
  05-11-881010 0002 527
  15-01-89154 5892 998
  05-04-892013 83610 927
  05-07-89158 5415 661
  15-07-89158 4495 560
  30-06-89306 0005 509
  31-12-89306 0005 532
  16-07-90306 0005 682
  30-01-91307 0006 705
  08-07-91307 0006 681
  10-09-91306 0005 736
  27-05-94307 0006 851
  15-09-94308 0007 839
  20-05-94198 2497 797
  24-01-963010 00010 000
  28-03-963010 00010 000
 a) Nederlandse Draf- en Rensport1995 7 0007 000
 Subtotaal artikel  418 729355 460
      
15.04a) NV Vuilafvoer Maatschappij (VAM)     
 b) ING bank01-01-72301 500621
  21-04-70303 5001 076
  01-08-70301 500465
  11-06-69302 000440
  24-11-72251 400112
 b) Nederlandse Waterschapsbank28-05-7425400139
 b) AMEV16-02-87102 000400
 Subtotaal artikel  12 3003 253
      
16.09a) Gebouwen en terreinen voor gesubsidieerde scholen Agrarisch onderwijs  103 20718 817
 a) Gebouwen Stichting Studentenhuisvesting in Deventer  1 650992
 Subtotaal artikel  104 85719 809
 Totaal generaal  710 886488 669

3 FINANCIËLE VERANTWOORDING 1996 AGENTSCHAP PLANTENZIEKTENKUNDIGE DIENST

3.1 Algemeen

De Plantenziektenkundige Dienst (PD) heeft tot taak om ziekten en plagen in de plantaardige sector te weren en waar mogelijk te helpen beheersen en bestrijden.

Als beginselen gelden daarbij een duurzame, concurrerende en veilige land- en tuinbouw, een ongestoord handelsverkeer en behoud van het Nederlandse landschap.

Door ziekten en plagen zoveel mogelijk te voorkomen en te beperken wordt gestreefd naar minder gebruik en mindere afhankelijkheid van chemische bestrijdingsmiddelen.

Voor de PD was 1996 het derde jaar als agentschap binnen het ministerie van LNV.

Zoals afgesproken bij de start van het agentschap is eind 1996 begonnen met de evaluatie van de agentschapstatus voor de PD over de eerste drie jaren. Deze evaluatie zal in het voorjaar 1997 zijn afgerond en als bijlage worden toegevoegd aan de begroting 1998.

In 1996 is verder gewerkt aan de ontwikkeling van de bestuurlijke informatievoorziening van het agentschap PD. Bij de implementatie van het nieuwe financiële informatiesysteem is veel aandacht besteed aan de integratie van diverse informatiestromen binnen dit systeem. Hiermee wordt aan de integraal manager een adequate ondersteuning geboden bij de sturing en verantwoording.

Veranderende werkwijzen en de voortschrijdende automatisering noopten tot het actualiseren van de administratieve organisatie en een adequate informatiebeveiliging. Hiertoe zijn in 1996 twee projectgroepen van start gegaan onder leiding van één stuurgroep. Inmiddels is de administratieve organisatie op hoofdlijnen beschreven en zal medio 1997 voldaan worden aan het Voorschrift Informatiebeveiliging Rijksdienst (VIR).

Aan het in 1994 ontwikkelde kwaliteitsbeleid is in 1996 verder vormgegeven. Het kwaliteitsproject met als doel de PD als inspectie-instelling te laten erkennen door de Raad voor Accreditatie (STERIN) zal in 1997 worden afgerond. Dit heeft betrekking op de door de PD uitgevoerde inspecties van import- en exportzendingen.

Het jaar 1996 stond voor de PD vooral in het teken van activiteiten waar het profijtbeginsel op van toepassing is. Dit betrof o.a. activiteiten in het kader van de quarantaineziekte bruinrot in aardappelen maar ook bijv. het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen (CTB) verleende meer opdrachten door het project versnelde herbeoordeling milieukritische stoffen. Het aantal exportinspecties nam toe en er was een hausse in de afgifte van vergunningen gewasbescherming. Hierdoor is de opbrengst derden in 1996 met 52% toegenomen ten opzichte van 1995. Ondanks de hieruit voortvloeiende hogere kosten steeg het positief saldo ten opzichte van 1995.

De waardering en resultaatbepaling heeft plaatsgevonden met inachtneming van algemene beginselen van voorzichtigheid, toerekening aan periodes, continuïteit en bestendige gedragslijn.

In beginsel luiden alle bedragen tegen nominale waarde en/of op basis van historische uitgaafprijzen.

3.2 De Balans van het Agentschap Plantenziektenkundige Dienst per 31 december 1996

Bedragen (x f 1 000,–) 31-12-19961-1-1996
Activa    
     
Vaste activa     
Immateriële vaste activa198 283  
Materiële vaste activa     
– Grond en gebouwenpm pm  
– Installaties en inventaris1 172 1 341 
– Computer apparatuur677 483 
  2047 2 107
     
Vlottende activa     
Voorradenpm pm 
Debiteuren6 669 5 331  
Nog te ontvangen123 207 
Liquide middelen7189 4778 
  13 981 10 316
Totaal activa 16 028 12 423
Passiva    
     
Agentschapsvermogen     
– Algemene reserves4 878 4 878  
– Bestemmingsreserves4 000 4 000 
– Saldo exploitatie boekjaar2836  
  11 714 8 878
     
Voorzieningen    
– Assurantie eigen risico50  
– Verhuizing1 350  
– Themajaar 99175  
– Wachtgelden547 345 
  2122 345
     
Kortlopende schulden     
– Crediteuren1 110 1 489  
– Nog te betalen1082 1711 
  2 192 3 200
Totaal passiva 16 028 12 423

3.3. De specificatie van de rekening van baten en lasten van agentschap «Plantenziektenkundige Dienst» (bedragen x f 1 000)

Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begroting Mutaties (+ of –) op grond van eerste suppletore begroting Mutaties (+ of –) op grond van tweede suppletore begroting Totaal geraamd Realisatie Slotwetmutaties (+ of –) (+ = tekortschietend t.o.v. geraamd bedrag)
Baten       
opbrengst moederdepartement17 881232663 18 77618 807– 31
opbrengst overige departementen4 700   4 700+ 4 700
opbrengst derden8 752   8 75217 509– 8 757
rentebatenpm   pm139– 139
buitengewone batenpm   pm170– 170
        
Totaal baten31 333232663 32 22836 625– 4 397
        
Lasten       
apparaatskosten        
* personeel20 062232207 20 59123 447+ 2 856
* materieel5 961 366 6 3277 478+ 1 151
* huisvestingskosten4 700   4 700 – 4 700
rentelasten        
afschrijvingskosten        
* materieel485   485574+ 89
* immaterieel125   12585– 40
dotaties voorzieningenpm   pm2 036+ 2 036
buitengewone lastenpm   pm169+ 169
        
Totale lasten31 333232663 32 22833 789+1 561
        
Saldo van baten en lasten000 0+2 836– 2 836

3.4 De specificatie van de rekening van kapitaaluitgaven en kapitaalontvangsten van agentschap «Plantenziektenkundige Dienst» (bedragen x f 1 000)

 (1) (2) (3)  (4) = (1) + (2) + (3) (5) (6) = (5) – (4)
OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begroting Mutaties (+ of –) op grond van eerste suppletore begroting Mutaties (+ of –) op grond van tweede suppletore begroting  Totaal geraamd RealisatieSlotwetmutaties (+ of –) (+ = tekortschietend t.o.v. geraamd bedrag)
Totale kapitaaluitgaven610100  710768+ 58
        
uitgaven onroerende goederen        
uitgaven overige kapitaalgoederen610100  710768+ 58
        
Totale kapitaalontvangsten610100  7103 459– 2 749
        
investeringsbijdrage van het departement        
toevoeging aan liquide middelen (afschrijving)610100  710659+ 51
voorstel toevoeging bestemmingsreserve (resultaat)     2 800– 2 800

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Algemeen

Deze grondslagen zijn niet gewijzigd ten opzichte van het vorige boekjaar. De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn gebaseerd op aanschaffingskosten dan wel vervaardigingskosten.

Vaste activa

De immateriële en materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen aanschaffingsprijs onder aftrek van lineaire afschrijvingen.

Vorderingen

De vorderingen zijn opgenomen tegen nominale waarde verminderd met de noodzakelijk geachte voorziening voor mogelijke oninbaarheid.

Resultaatbepalingsgrondslagen

De resultaten zijn berekend op basis van historische kostprijzen, waarbij de baten en lasten zijn toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben.

Buitengewone baten en lasten

De buitengewone baten en lasten betreffen resultaten die geen betrekking hebben op de gewone bedrijfsvoering of betrekking hebben op voorgaande boekjaren.

3.5 Toelichting op de balans per 31 december 1996

ACTIVA

Vaste activa

Bedragen x f 1 000,–ImmaterieelMaterieelTotaal
Aanschaffingsprijs7824 3425 124
Cumulatieve afschrijvingen4992 5183 017
Boekwaarde per 1-1-19962831 8242 107
    
Mutaties boekjaar 1996:    
Bij: Investeringen768768
Af: – Boekwaarde verkopen (aansch.pr. 416) 169169
– Afschrijvingen85574659
Totaal mutaties– 8525– 60
    
Aanschaffingsprijs7824 6945 476
Cumulatieve afschrijvingen5842 8453 429
Boekwaarde per 31-12-19961981 8492 047

De immateriële vaste activa bestaan uit specifiek voor de PD ontwikkelde software, voor zover de verwachting is gefundeerd dat zij een bijdrage leveren aan huidige en toekomstige opbrengsten. Zij zijn gewaardeerd tegen de hiervoor door derden berekende kosten. De afschrijvingstermijn is gesteld op 5 jaar.

De materiële vaste activa bestaan uit activa die een duurzame bijdrage leveren aan huidige en toekomstige opbrengsten van de PD. Grond en gebouwen behoren hier nog niet toe, omdat die nog niet zijn overgedragen aan het Agentschap PD.

In 1994 werd een activeringsgrens gehanteerd van f 5000,–; vanaf 1 januari 1995 is deze grens op f 1000,– gesteld.

De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde verminderd met lineaire afschrijvingen. Afhankelijk van de economische/technologische levensduur wordt een afschrijvingstermijn gehanteerd van 3 tot 10 jaar.

Vlottende activa

Voorraden

De voorraden zijn niet gewaardeerd vanwege de geringe omvang. Het betreft alleen gebruiksgoederen waarvan de aanschafwaarde kleiner is dan f 1000,–.

Debiteuren

De post bestaat uit:

Bedragen (x f 1 000,–)31-12-19961-1-1996
Debiteuren7 1025 504
Af: voorziening wegens oninbaarheid433173
 6 6695 331

Het verloop in de voorziening wegens oninbaarheid luidt als volgt:

Stand per 1-1-1996 173
   
Bij: dotatie voorziening260 
Af: vrijval t.g.v. exploitatie 
afgeboekte vorderingen 
  260
Stand per 31-12-1996 433

De debiteuren zijn volledig als kortlopend te beschouwen. De stijging van de debiteuren, ten opzichte van de stand ultimo 1995, vindt zijn oorzaak in het uitvoeren van meer activiteiten voor derden. De toevoeging aan de voorziening wegens oninbaarheid is 1,5% van de omzet derden.

Nog te ontvangen

De post nog te ontvangen bestaat voornamelijk uit vooruitbetaalde kosten en is kortlopend.

Liquide middelen

De specificatie van de liquide middelen is:

Bedragen (x f 1 000,–)31-12-19961-1-1996
Kassen8017
Banken12
Rekening courant Ministerie van Financiën7 1084 759
Saldo liquide middelen7 1894 778

PASSIVA

Agentschapsvermogen

Het Agentschapsvermogen is als volgt tot stand gekomen:

Bedragen (x f 1 000,–)Saldo exploitatie boekjaar Algemene reservesBestemmingsreservesAgentschapsvermogen
Stand per 1-1-1996 4 8784 0008 878
Saldo exploitatie boekjaar2 8362 836
Stand per 31-12-19962 8364 8784 00011 714

Op voorstel van de PD heeft het ministerie van LNV erin toegestemd de bestemmingsreserve ten behoeve van de ver-/nieuwbouw van de hoofdvestiging van de PD te brengen op f 5.8 mln. en een nieuwe bestemmingsreserve te vormen voor het vernieuwen van het meubilair (f 1.0 mln), zodat in de nieuwe huisvesting wordt voldaan aan de laatste arbo-eisen. Het restant van het exploitatiesaldo (f 36 000) wordt toegevoegd aan de algemene reserve, deze reserve komt daarmee op f 4,914 mln..

Deze mutaties in de samenstelling van het agentschapsvermogen zullen pas worden doorgevoerd na goedkeuring van de financiële verantwoording van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij over het jaar 1996 door de Staten-Generaal.

Voorzieningen

Het verloop van de voorzieningen is als volgt:

Bedragen (x f 1 000,–)WachtgeldAssurantie eigen risicoVerhuizingThemajaar '99Totaal
Stand per 1-1-1996345   345
Dotaties202501 3501751 777
Stand per 31-12-1996547501 3501752 122

Voor wachtgelden ontstaan na 1 januari 1994 is het agentschap zelf verantwoordelijk. Jaarlijks wordt daartoe 1% van de loonkosten regulier personeel aan de voorziening wachtgeld toegevoegd. De voorziening is daarmee nagenoeg gelijk aan de verwachte uitgaven uit hoofde van op 31 december 1996 bestaande wachtgeldverplichtingen (statistische methode). In 1996 is door het ministerie geen wachtgelduitkering bij de PD in rekening gebracht.

De voorziening assurantie eigen risico is getroffen voor inbraakschades, waarvoor de PD geen verzekering heeft afgesloten.

De voorziening verhuizing is getroffen voor de verhuizingen van en naar de tijdelijke huisvesting, die moet plaatsvinden om tijdens de ver-/nieuwbouw van de hoofdvestiging (1997 t/m 1999) de voortgang van de werkzaamheden te waarborgen.

Er is een egalisatievoorziening getroffen ter realisatie van het geplande themajaar '99 onder de titel: «risicomanagement bij liberalisering van de wereldhandel». Rond de in dat jaar gedenkwaardige feiten als het 100-jarig bestaan van de PD en de opening van de vernieuwde hoofdvestiging worden in het kader van dit thema nationale en internationale evenementen georganiseerd (congres, workshops en publicaties) die de positie van Nederland als 3e op de wereldranglijst van plantaardige handelsnaties profileren. Daarnaast wordt aandacht besteed aan het feestelijk karakter.

De voorzieningen kunnen voor de volgende bedragen als langlopend worden aangemerkt:

Bedragen (x f 1 000,–)WachtgeldAssurantie eigen risicoVerhuizingThemajaar '99Totaal
Bedrag langlopend400507001751 325

Kortlopende schulden

De samenstelling van deze post is als volgt:

Bedragen (x f 1 000,–)31-12-19961-1-1996
Crediteuren1 1101 489
Nog te betalen:   
Personeel1 0741 135
Overige8576
Totaal kortlopende schulden2 1923 200

Onder personeel zijn declaraties en de in 1996 opgebouwde rechten op vakantiegeld en interim-vergoeding opgenomen. De post overige f 8 000 bestaat uit diverse kleinere verplichtingen.

3.6 Toelichting op de rekening van baten en lasten

BATEN

Opbrengst moederdepartement

De opbrengst moederdepartement is een vergoeding voor een taakstellende capaciteit aan dienstverlening ten behoeve van of namens het moederdepartement. Het betreft o.a. activiteiten in het kader van beleidsondersteuning, -evaluatie, import en fytosanitaire acties.

Opbrengst overige departementen

De hier begrote opbrengst betreft de bijdrage van de Rijksgebouwendienst (RGD) als huurcomponent voor de gebouwen. De besprekingen over de huisvesting met de RGD bieden zicht op afronding, maar hebben nog niet geleid tot definitieve overeenstemming.

Opbrengst derden

De verdeling van de opbrengst derden naar productgroepen is als volgt:

Bedragen (x f 1 000,–)19961995
Export5 7275 210
Fytosanitaire acties3 4663 601
Systeem borging5831
Deugdelijkheidsbeoordeling924759
Fytofarmaceutische acties2 281752
Diagnostiek3 312626
Expertise & faciliteiten1 741547
Totaal opbrengst derden17 50911 526

De belangrijkste component in de productgroep export betreft de inkomsten uit exportinspecties. Deze inkomsten namen in 1996 weer toe door export op Oost-Europese landen.

De toename van de opbrengst in de productgroep fytofarmaceutische acties komt voornamelijk voort uit de opbrengsten van vergunningen gewasbescherming, die vanaf 1 juli verplicht zijn voor de handel in en toepassing van gewasbeschermingsmiddelen.

De toename in de opbrengsten van diagnostiek en expertise & faciliteiten vloeit voort uit extra activiteiten in het kader van de uitroeiing van de quarantaineziekte bruinrot in het economisch belangrijke gewas aardappel.

Rentebaten

De rentebaten hebben betrekking op de rentevergoeding over het saldo van de rekening-courant bij het Ministerie van Financiën. Het rentepercentage over dat tegoed varieerde in 1996 van 2,75 tot 2%.

Buitengewone baten

De buitengewone baten waren niet begroot en betreffen voornamelijk opbrengsten van voorgaand boekjaar.

LASTEN

Apparaatskosten

De kosten voor personeel kunnen als volgt worden gespecificeerd:

Bedragen (x f 1 000,–)19961995
Regulier personeel20 12818 771
Niet-regulier personeel1 0271 417
Detacherings- en uitzendkrachten2 2921 039
Totaal personeel23 44721 227

Eind 1996 waren bij de PD 303 medewerkers (op basis van 281,4 fte) in vaste dienst, wat nagenoeg gelijk is aan het aantal in 1995. Gedurende het jaar lag het aantal medewerkers echter ongeveer 8 hoger. De toename van de kosten regulier personeel wordt voor een deel hierdoor veroorzaakt, voor het andere deel uit reguliere loonstijgingen. De extra activiteiten in het kader van quarantaineziekte bruinrot zijn in 1996 vooral verricht door detacherings- en uitzendkrachten, in 1995 werd hiervoor niet-regulier personeel (seizoenspersoneel) ingezet.

Het toenemen van de activiteiten veroorzaakt tevens een toename van de materiële kosten, zoals reiskosten, materiaalverbruik e.d.

De voorzieningen zijn in tegenstelling tot de begroting apart weergegeven.

Zie voor de huisvestingskosten de opmerking bij opbrengsten overige departementen.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten zijn hoger dan gepland door investeringen in automatiseringsapparatuur met een korte afschrijvingstermijn.

Bedragen (x f 1 000,–)19961995
Afschrijvingen materieel  
Inventaris/installaties319227
Computerapparatuur255170
 574397
Afschrijvingen immaterieel85153
Totaal afschrijvingen659550

Dotaties voorzieningen

De dotaties aan voorzieningen betreffen:

Bedragen (x f 1 000,–)1996
Wachtgelden (1% van loonkosten reg. personeel)202
Dubieuze debiteuren (1.5% van opbrengst derden)260
Assurantie eigen risico (raming)50
Verhuizing (raming)1 350
Themajaar '99 (egalisatie f 700 000,–/4 jr.)175
Totaal dotaties voorzieningen2 036

Buitengewone lasten

De buitengewone lasten betreffen het boekverlies op de apparatuur van het chemisch laboratorium ontstaan door de overdracht om niet, in samenhang met de overdracht van de werkzaamheden aan de Dienst Landbouwkundig Onderzoek.

Bestemming saldo van baten en lasten 1996

Zoals aangegeven bij de toelichting op de balans bij het agentschapsvermogen wordt voorgesteld het positief exploitatie-saldo over 1996 toe te voegen aan de bestemmingsreserves (f 2,8 mln) en aan de algemene reserve f 3 600.

3.7 Kasstroomoverzicht

Bedragen (x f 1 000,–) Realisatie
Liquide middelen 1-1-1996 4 778
Saldo baten en lasten+ 2 836  
Correctie voor afschrijvingen en voorzieningen en buitengewone lasten+ 2 865  
Correctie voor mutatie in werkkapitaal (excl. liquide middelen)– 2 522 
Kasstroom uit operationele activiteiten + 3 179
   
Uitgaven roerende kapitaalgoederen–   768 
Kasstroom uit investeringsactiviteiten – 768
   
Kasstroom uit financieringsactiviteiten 0
Liquide middelen 31-12-1996 7 189

3.8 Kengetallen

3.8.1 Voortgangs- en sturingsinformatie kst-25479-17-1.gifkst-25479-17-2.gif

 Realisatie 1996Realisatie 1995
Prestaties (aantallen)  
Importzendingen21 46019 490
Exportzendingen135 513122 257
Bedrijfsbezoeken7 5525 846
Perceelsbezoeken92 16772 692
Mutaties besmetverklaringen550765
Diagnostische inzendingen49 47014 155
Adviesuren landbouwkundige deugdelijkheid4 045nb
Verstrekte vergunningen64 86322 197
Fysisch-chemische analyses182583
Resistentietoetsingen95976
Monsters bruinrot80 922ca. 44 000
   
Prestaties (in uren)  
Gemiddelde duur inspectie importzending0,50,5
Gemiddelde duur inspectie exportzending0,50,4
Gemiddelde duur verstrekte vergunning0,40,5

Toelichting op prestaties

Importzendingen. Het aantal inspecties van import uit derde landen blijft stijgen, door de implementatie van de EU-regelgeving. Hiervoor kunnen geen tarieven in rekening worden gebracht. Tariefstelling komt echter onder het Nederlands voorzitterschap op de EU-agenda. De gemiddelde duur van de importinspectie is stabiel.

Exportzendingen. Het aantal exportzendingen is toegenomen doordat de handel zich meer richt op Oost-Europese landen.

Perceelsbezoeken. Het aantal perceelsbezoeken is hoger dan 1995 door omvangrijke inspanningen ter opsporing en bestrijding van de quarantaineziekte bruinrot.

Diagnoses. Het aantal diagnoses is eveneens toegenomen door omvangrijke inspanningen voor met name quarantaineziekte bruinrot.

Adviesuren landbouwkundige deugdelijkheid. Het aantal opdrachten voor evaluatie landbouwkundige deugdelijkheid is niet langer een zinvol gegeven daar opdrachten steeds meer geclusterd worden verleend. Het aantal netto adviesuren is aanzienlijk hoger dan gepland door het project versnelde herbeoordeling milieukritische stoffen.

Verstrekte vergunningen. Het aantal verstrekte vergunningen neemt toe doordat er meer vergunningen gewasbescherming zijn afgegeven dan gepland. Door het grote aandeel en de relatief korte verwerkingstijd van dit type vergunning neemt de gemiddelde duur af.

Fysisch-chemische analyses. Door het chemisch laboratorium zijn aanzienlijk minder analyses verricht dan gepland, door met name het wegvallen van de opdrachten van het CTB. Per 1 november is het chemisch laboratorium overgegaan naar het RIKILT-DLO.

Resistentietoetsingen. Het aantal resistentietoetsingen neemt sterk af door onder meer de overdracht van het resistentie-onderzoek aardappelmoeheid aan het bedrijfsleven.

Monsters bruinrot. Door de vondst van bruinrot in pootaardappelen zijn, om de export veilig te stellen, ook dit jaar alle pootaardappelexporten bemonsterd. Tevens zijn veel watermonsters genomen om de verspreiding van de bruinrotbacterie via het oppervlaktewater te kunnen monitoren.

3.8.2 Indicatoren

 Realisatie 1996Realisatie 1995
Doeltreffendheid wering quarantaine-organismen  
Aantal onderschepte quarantaine-organismen217225
   
Kwaliteit  
Aantal in buitenland afgekeurde exportzendingen183215
Aantal internationale bemiddelingen bij export675784
   
Slagvaardigheid (doorlooptijd in dagen)  
Inzendingen14,815,4
fysisch/chemische analyses55,057,1

Toelichting op indicatoren

Doeltreffendheid

Het aantal onderschepte Q-organismen is iets lager dan in 1995.

Kwaliteit

Het aantal in het buitenland afgekeurde exportzendingen is lager dan in 1995, de PD is in deze echter afhankelijk van de ontvangst van notifications of interception van de importerende landen. Het aantal internationale bemiddelingen is afgenomen door vruchtbaar overleg met Oost-Europa in 1995.

Slagvaardigheid

De gemiddelde doorlooptijd van inzendingen is afgenomen door het grote aandeel inzendingen van bruinrot en de relatief kortere onderzoekstijd hiervan. De gemiddelde doorlooptijd van fysisch/chemische analyses stemt vrijwel overeen.

Naar boven