25 479
Financiële verantwoordingen over het jaar 1996

nr. 15
FINANCIËLE VERANTWOORDING VAN HET MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTAAT (XII)

Deze financiële verantwoording bestaat uit:

– de rekening van verplichtingen, uitgaven en ontvangsten, zoals blijkt uit bijgevoegde staten, voorzien van een toelichting;

– de op deze rekening aansluitende saldibalans per 31 december 1996, voorzien van een toelichting.

De financiële verantwoordingen van de agentschappen Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut en Rijksdienst voor Radiocommunicatie bestaan uit de rekening van baten en lasten en van kapitaaluitgaven en -ontvangsten, zoals blijkt uit de bijgevoegde staten, voorzien van een toelichting en de balans per 31 december 1996, voorzien van een toelichting.

Den Haag, 29 augustus 1997

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

InhoudsopgaveBlz.
    
Rekening, inclusief toelichting 
    
1Rekening3
1.1Algemeen deel22
 1.1.1Inleiding22
 1.1.2M&O-problematiek22
1.2Artikelgewijze toelichting24
 1.2.1Uitgaven/verplichtingen24
 1.2.2Ontvangsten74
 Bijlage: Verdeling loonbijstelling 199691
    
Saldibalans, inclusief toelichting 
    
2Saldibalans92
2.1Inleiding93
 2.1.1Algemeen93
 2.1.2Samenstelling93
2.2Activa95
 2.2.1Begrotingsuitgaven95
 2.2.2Liquide middelen95
 2.2.3Intra-comptabele vorderingen95
 2.2.4Extra-comptabele vorderingen97
 2.2.5Deelnemingen99
 2.2.6Leningen u/g101
 2.2.7Voorschotten102
 2.2.8Tegenrekeningen109
2.3Passiva110
 2.3.1Begrotingsontvangsten110
 2.3.2Rekening-courantverh. Financiën110
 2.3.3Intra-comptabele schulden110
 2.3.4Leningen o/g112
 2.3.5Openstaande verplichtingen113
 2.3.6Openstaande garantieverplichtingen113
 2.3.7Tegenrekeningen113
 2.3.8Sluitrekening met Infrastructuurfonds114
    
 Bijlage: Staat van garanties115
    
Financiële verantwoordingen agentschappen 
    
3KNMI117
4RDR137

1. Rekening van verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) over het jaar 1996, voorzien van een toelichting

Begrotingsstaat behorende bij de Wet van 19 , Stb. en bij de financiële verantwoording over het jaar 1996 Rekening 1996 (inclusief slotwetmutaties) Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) Onderdeel uitgaven en verplichtingen (bedragen x f 1 000)

   (1) (2) (3)  (4) = (1) + (2) + (3) (5) (6) = (5) – (4)
Art.Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begroting Mutaties (+ of –) op grond van eerste suppletore begroting Mutaties (+ of –) op grond van tweede suppletore begroting  Totaal beschikbaar Realisatie Slotwetmutaties (+ of –) (+ = tekortschietend beschikbaar bedrag
   verplichtingenuitgaven verplichtingen uitgaven verplichtingenuitgaven  verplichtingen uitgaven verplichtingenuitgaven verplichtingen uitgaven
 TOTAAL  7 307 884 3 258 343 66 408  10 632 635 10 613 478 – 19 157
                
01 Algemene departementale aangelegenheden 2 167 039      5 148 793 5 120 710 – 28 083
                
  Algemeen             
 01Personeel en materieel Centrale diensten72 33974 82711 25514 7514 1824 158 87 77693 73 690 10590 1322 329– 3 604
 02Post-aktieven41 33341 333– 85– 85– 1 428– 1 428 39  82039 82039 81639 816– 4– 4
 03Algemene beleidsaangelegenheden34 11540 801– 1 253– 1 86727 1211  811 59 98340 74557 63046 705– 2 3535 960
 04Personeelsbeleid47 70747 707– 54– 541 2911 360 48 9 4449 01348 90348 723– 41– 290
 05Onderzoek en ontwikkeling1 1511 151  66 1 1571 1573 3831 1572 2260
 07Functionele kosten Koninklijk Huis5 8905 890  6363 5 9535 9535 8865 886– 67– 67
 08Crisisbeheersing3 8513 851  – 2– 2 3 8493 8493 3223 023– 527– 826
 09Raden en commissies3 4183 418– 18932720720 3 9494 1704 7194 516770346
 10Ruimtevaartactiviteiten015 813  119 052  119 05215 81315 86315 703– 103 189– 110
 11Onvoorziene uitgaven49249224 18024 180– 9 042– 9 042 15 63015 63015 00015 000– 630– 630
 12Loonbijstelling0Memorie45 22345 223– 45 223– 45 223 000000
 13Prijsbijstelling0Memorie70 45370 453– 70 453– 70 453 000000
 14Bijdragen aan het Infrastructuurfonds1 901 7561 901 7563 000 0113 000 011– 50 618– 50 618 4 851 1494 851 1494 850 0494 850 049– 1 100– 1 100
 16Bijdragen aan het buitenland i.v.m. «Eurovignet»30 00030 000– 2 242– 2 242   27 75827 75800– 27 758– 27 758
                
02 Rijkswaterstaatsaangelegenheden 1 929 640      2  106 983 2 108 180 1 197
                
  Algemeen             
 01Personeel en materieel Rijkswaterstaat911 060911 56024 85826 10817 17411 705 953 092949 373983 038964 94729 94615 574
 02Zuiderzeesteunwet en uitkeringen aan ex-werknemers van de Maatschappij Overijsselsche Kanalen838838– 200– 200   638638601601– 37– 37
 03Specifieke uitgaven Rijkswaterstaat58 43463 92948 2827 7229 3756 645 116 09178 296156 52994 32540 43816 029
 05Voorlichtingsuitgaven500500  994994 1 4941 4942 0321 866538372
                
  Waterkeren             
 12Onderhoud waterkeringen130 970150 23432 413– 5 29538 12112 021 201 504156 960178 474154 195– 23 030– 2 765
 14Onderzoek waterkeringen6 9606 96088528– 76 7 4966 8928 1796 009683– 883
 15Stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg30 02243 984– 12 8429 6008 700– 600 25 88052 98424 74650 212– 1 134– 2 772
 17Cultuurtechnische werken IJsselmeerpolders16 49726 2599 1723 9242 3512 351 28 02032 53434 19235 2196 1722 685
 18Bouwkundige werken IJsselmeerpolders2 86517 49210 65812 5006 5633 375 20 08633 36719 33029 617– 756– 3 750
 19Sociaal-economische ontwikkeling IJsselmeerpolders8 9908 885– 1 198– 1 1987 5007 500 15 29215 18713 97512 600– 1 317– 2 587
 20Specifieke uitgaven IJsselmeerpolders10 44211 42523 52625 000– 12 700– 12 700 21 26823 72533 46130 95112 1937 226
 21Garantie ten behoeve van de NV Flevolandse Drinkwatermaatschappij op aangegane en aan te gane geldleningen tot een bedrag van f 50 mln.0Memorie     000000
 22Onderhoud IJsselmeerpolders010 609   – 7 000 03 60937 0002 27037 000– 1 339
 23Overige uitgaven waterkeringen6 3776 509345153 8001 000 10 5227 5248 4897 762– 2 033238
 24Deltaplan Grote Rivieren110 655152 10144 00621 9066 0313 901 160 692177 908295 219174 199134 527– 3 709
                
  Waterbeheren             
 30Onderzoek en ontwikkeling10 61610 616– 53– 539898 10 66110 6619 2179 268– 1 444– 1 393
 33Onderhoud waterhuishouding64 22992 06335 565– 5 679– 2 268– 2 668 97 52683 71680 08782 841– 17 439– 875
 35Bijdragen waterhuishouding1 55816 448 – 397 – 3 000 1 55813 05101 3 080– 1 55829
 36Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren6 00022 3694 608– 10010 59016 000 21 19838 26918 80138 104– 2 397– 165
 37Onderzoek waterbeheer en meting basisgegevens19 90420 30478282134194 20 11620 78020 00418 864– 112– 1 916
 38Herstel watersystemen87 26088 1009782 2783 0923 092 91 33093 47094 36290 9423 032– 2 528
 39Sanering waterbodems en aanleg bergingslokaties132 37683 25132 090– 810784– 2 716 165 25079 725164 17678 376– 1 074– 1 349
 41Monitoring waterstaatkundige toestand des lands27 45528 79613 6504 070– 71– 4 071 41 03428 79540 18229 965– 8521 170
                
  Mobiliteit             
 50Garantie van rente en aflossing van een lening van f 17 050 000 ten behoeve van Wagenborg passagiersdiensten voor twee veerboten0Memorie     000000
 51Bijdragen landwegen en oeververbindingen5 62861 013  4 969– 341 10 59760 6727 97359 908– 2 624– 764
 52Onderzoek en ontwikkeling9 61425 526 4 0001 071600 10 68530 12611 02120 463336– 9 663
 53Informatieverwerking8 7079 741  – 158– 158 8 5499 5837 4907 533– 1 059– 2 050
 54Westerscheldetunnel    1 621 00036 700 1 621 00036 7001 300 14334 367– 320 857– 2 333
                
  Veiligheid in verkeer en vervoer             
 60Taakstelling verkeersveiligheidsbeleid17 59717 638– 1 503– 1 503– 392– 392 15 70215 74314 30514 698– 1 397– 1 045
 61Stimulering van en bijdragen aan derden18 02334 523– 2 500 1 205303 16 72834 82624 86834 7998 140– 27
 62Registratie van en onderzoek naar verkeersonveiligheid6 9677 9671 6831 6831 150725 9 80010 3759 65710 199– 143– 176
                
03 Openbaar vervoer en goederenvervoer 2 503 076      2 737 855 2 747 812 9 957
                
  Algemeen             
 01Personeel en materieel Directoraat-Generaal voor het Vervoer85 36885 3683 5923 5922 5994 613 91 55993 573110 05996 23018 5002 657
 02Onderzoek en ontwikkeling27 58032 9141 7501 750– 500– 2 100 28 83032 56436 86530 6698 035– 1 895
 03Specifieke uitgaven8 4498 449– 545211630630 8 5349 2909 5849 2601 050– 30
 04Voorlichtingsuitgaven2 4002 4003453451 4311 600 4 1764 3454 8914 598715253
                
  Mobiliteit             
 10Bijdragen Openbaar Vervoer1 650 7761 713 652  902 44232 705 2 553 2181 746 3572 684 9541 749 192131 7362 835
 11Garanties voor de aflossingen en rentebetalingen op aangegane geldleningen ten behoeve van het openbaar vervoer210 000Memorie     210 000000– 210 0000
 12Kapitaalstorting vervoerbedrijven50 00050 000 12 000132 000132 000 182 000194 000182 000194 00000
 14Stimulering openbaar vervoer34 84841 956– 1 160 16 930– 4 743 50 61837 21350 15537 385– 463172
 15Schone bussen14 76816 008– 3 176– 250– 5 325– 5 915 6 2679 8436 5489 759281– 84
 16Bedrijfsvervoer13 00010 0001 769– 1 500– 2 296– 4 484 12 4734 01612 4734 8000784
 18Bereikbaarheidsbevorderende en mobiliteitsgeleidende maatregelen52 17152 4441 6551 6554 070– 7 350 57 89646 74961 08354 7673 1878 018
 19Bijdragen aan de Nederlandse Spoorwegen462 240462 240  6 46062 460 468 700524 700167 700524 700– 301 0000
                
  Veiligheid in verkeer en vervoer             
 30Rijksverkeersinspectie1 3221 322608623   1 9301 9452 0852 083155138
                
  Voorwaarden scheppen             
 40Sector Stimulering Goederenvervoer9 08218 657– 1 143– 1 1434 4914 480 12 43021 99410 48118 839– 1 949– 3 155
 41Uitkeringen herstructurering binnenvaart3 6667 6663 6003 600   7 26611 26610 40411 5303 138264
                
04 Luchtvaartaangelegenheden 230 487      197 025 203 386 6 361
                
  Algemeen             
 01Personeel en materieel Rijksluchtvaartdienst37 84337 843– 180– 1802 3732 924 40 03640 58742 49142 3372 4551 750
 02Bijdrage aan de KLM Luchtvaartschool (KLS)01 150  185185 1851 335341 231– 151– 104
 03Onderhoud en exploitatie van een vliegtuig ten behoeve van de regering en van de leden van het Koninklijk Huis4 6774 677     4 6774 6775 8484 5541 171– 123
 05Aanschaf van een nieuw vliegtuig ten behoeve van de regering en van de leden van het Koninklijk Huis05 000  4 2123 712 4 2128 7124 4246 359212– 2 353
                
  Mobiliteit             
 10Beheer en ontwikkeling luchthavens48 17818 228750750266– 7 282 49 19411 69615 38312 062– 33 811366
 11Zonering in het kader van de Luchtvaartwet59 39059 390– 32 000– 32 000– 16 440– 12 900 10 95014 49017 57720 4946 6276 004
 12Garanties voor de aflossing en rentebetalingen op aangegane geldleningen ten behoeve van luchtvaart0Memorie     000000
                
  Veiligheid in verkeer en vervoer             
 20Veiligheid en toezicht op het gebied van de luchtvaart5 8485 848  241341 6 0896 1896 0756 125– 14– 64
 21Bijdrage aan ZBO Luchtverkeersbeveiliging30 74131 341  3 4558 009 34 19639 35043 49240 4709 2961 120
                
  Voorwaarden scheppen             
 30Bijdragen aan internationale organisaties1 9791 979     1 9791 9792 0452 0456666
 31Onderzoek en ontwikkeling60 60165 031– 2 763 4 7532 979 62 59168 01068 82267 7096 231– 301
                
05 Zeescheepvaart en maritieme aangelegenheden 155 370      165 123 165 229 106
                
  Algemeen             
 01Personeel en materieel Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken58 32158 321– 1 461– 1 2611 2601 289 58 12058 34957 96957 821– 151– 528
 02Informatievoorziening5 3425 551– 678 1 754882 6 4186 4336 5785 873160– 560
 03Onderzoek en ontwikkeling1 7971 797– 257 380360 1 9202 1572 1151 762195– 395
 04Voorlichtingsuitgaven350350– 25 275  600350582274– 18– 76
                
  Mobiliteit             
 10Verkeersregeling zeescheepvaart14 54724 1811 1291 7408 7794 014 24 45529 93521 42628 077– 3 029– 1 858
 11Vaarwegmarkeringsdienst15 44616 246– 940– 9401 2551 000 15 76116 30617 92217 1482 161842
                
  Veiligheid in verkeer en vervoer             
 20Veiligheid en milieu4 2344 316– 200– 200– 178  3 8564 1164 0883 793232– 323
 21Scheepvaartinspectie1 0691 069400400– 250– 250 1 2191 219841893– 378– 326
  Voorwaarden scheppen             
 30Maritieme politiek1 6441 9991 1541 3431 734677 4 5324 0192 7802 680– 1 752– 1 339
 31Stimulering Zeescheepvaartsector12 93321 540– 1 6125 123– 4 520– 4 424 6 80122 2397 29020 908489– 1 331
 32Zeehavenontwikkeling20 00020 000     20 00020 000102 76326 00082 7636 000
                
06 Telecommunicatie en postzaken 26 732      44 452 39 904 – 4 548
                
  Algemeen             
 01Personeel en materieel Hoofddirectie Telecommunicatie en Post20 23320 2333723722 0022 439 22 60723 04425 03322 7732 426– 271
 02Bijdrage aan het agentschap Rijksdienst voor de Radiocommunicatie  10 00010 0004 9034 903 14 90314 90310 80310 803– 4 100– 4 100
                
  Voorwaarden scheppen             
 10Telecommunicatie en Post6 4996 499– 568– 568190400 6 1216 3316 2966 152175– 179
 11Herplaatsing aandelen KPN0Memorie   174 0174017602
                
07 Meteorologische aangelegenheden 62 635      54 774 54 446 – 328
                
  Algemeen             
 01Personeel en materieel Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut9 2009 200– 9 152– 9 152347347 39539541838623– 9
 04Bijdragen internationale organisaties1 7781 778  – 1 385  3931 7781541 459– 239– 319
 05Bijdragen aan het agentschap KNMI51 65751 657  944944 52 60152 60152 60152 60100
                
08 Rijksdienst voor het wegverkeer 232 905      177 630 173 811 – 3 819
                
  Algemeen             
 01Personeel en materieel Rijksdienst voor het Wegverkeer101 292101 292 2 200– 45 078– 43 739 56 21459  75351 69654 913– 4 518– 4 840
 02Bijdragen en vergoedingen verband houdende met de verzelfstandiging van de RDW    66 92166 921 66 92166 92168 08968 0891 1681 168
                
  Veiligheid in verkeer en vervoer             
 10Keuringen en toezicht motorvoertuigen15 77415 844 770– 13 293– 13 074 2 4813 5402 2803 471– 201– 69
                
  Voorwaarden scheppen             
 20Informatie motorvoertuigen en rijbewijzen69 53042 839 4 800– 62 669– 31 126 6 86116 5136 80516 447– 56– 66
 21Afgifte documenten door de Rijksdienst voor het Wegverkeer en de KPN47 83972 930  – 45 006– 42 027 2 83330 9032 82030 891– 13– 12

Mij bekend,

De minister van Verkeer en Waterstaat,

Begrotingsstaat behorende bij de Wet van 19 , Stb. en bij de financiële verantwoording over het 1996, Rekening 1996 (inclusief slotwetmutaties) Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) Onderdeel ontvangsten (bedragen x f 1 000)

   (1) (2) (3)  (4) = (1) + (2) + (3) (5) (6) = (5) – (4)
Art.Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begroting Mutaties (+ of –) op grond van eerste suppletore begroting Mutaties (+ of –) op grond van tweede suppletore begroting  Totaal geraamdRealisatie Slotwetmutaties (+ of –) (+ = meer ontvangen)
   ontvangsten ontvangstenontvangsten  ontvangsten ontvangsten ontvangsten
  TOTAAL1 982 991– 112 05738 384 1 909 3181 913 0793 761
          
01 Algemene departementale aangelegenheden37 598   47 20836 041– 11 167
          
  Algemeen       
 01Personeel en materieel Centrale diensten958 3 464 4 4224 601179
 10Ruimtevaartactiviteiten2 000 2 293 4 2935 108815
 15Bijdragen ten laste van het Fonds Economische Structuurversterking34 6403 853  38 49326 332– 12 161
          
02 Rijkswaterstaatsaangelegenheden198 817   348 742372 53423 792
          
  Algemeen       
 01Personeel en materieel Rijkswaterstaat23 9377 3718 266 39 57436 958– 2 616
 02Zuiderzeesteunwet en uitkeringen aan ex-werknemers van de Maatschappij Overijsselsche KanalenMemorie   000
 03Specifieke ontvangsten Rijkswaterstaat3 0001 130800 4 9307 8142 884
          
  Waterkeren       
 12Onderhoud waterkeringen1702051 496 1 8715 5413 670
 14Onderzoek waterkeringen 8  89789
 15Stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg10 063600  10 66310 6630
 17Cultuurtechnische werken IJsselmeerpolders17 3063 7503 125 24 18120 263– 3 918
 18Bouwkundige werken IJsselmeerpolders    0119119
 19Sociaal-economische ontwikkeling IJsselmeerpolders29 62169 46460 635 159 720178 05618 336
 23Specifieke ontvangsten waterkeringen50015  51580– 435
 24Bijdragen Deltaplan Grote Rivieren 9069 140 10 04611 1881 142
          
  Waterbeheren       
 33Onderhoud waterhuishouding710846342 1 8984 2662 368
 36Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren110 300 – 25 935 84 36586 4432 078
 37Onderzoek waterbeheer en meting basisgegevens 282254 536113– 423
 38Herstel watersystemen2002 1783 403 5 7816 036255
 39Sanering waterbodems en aanleg bergingslokatiesMemorie   0111111
 41Monitoring waterstaatkundige toestand des lands1 310– 130274 1 4541 343– 111
          
  Mobiliteit       
 52Onderzoek en ontwikkeling    05252
          
  Veiligheid in verkeer en vervoer       
 60Taakstelling verkeersveiligheid    0148148
 62Registratie van en onderzoek naar verkeersonveiligheid1 7001 000500 3 2003 24343
          
03 Openbaar vervoer en goederenvervoer21 568   54 17829 230– 24 948
          
  Algemeen       
 01Personeel en materieel Directoraat-Generaal voor het Vervoer262 336 598964366
 02Onderzoek en ontwikkeling1 200   1 200429– 771
          
  Mobiliteit       
 10Verrekening van voorschotten openbaar vervoerMemorie   02424
 11Garantieprovisie  109 1091090
 14Sociale veiligheid  680 680256– 424
 15Vervoer van gevaarlijke stoffen60   6035– 25
 18Bereikbaarheidsbevorderende en mobiliteitsgeleidende maatregelen  3 792 3 7924 746954
          
  Veiligheid in verkeer en vervoer       
 30Rijksverkeersinspectie3 2501 200– 500 3 9503 937– 13
          
  Voorwaarden scheppen       
 40Stimulering goederenvervoer630 393 1 023980– 43
 41Herstructurering binnenvaart16 1663 60023 000 42 76617 750– 25 016
          
04 Luchtvaartaangelegenheden125 152   148 845149 681836
          
  Algemeen       
 01Personeel en materieel Rijksluchtvaartdienst2 173 220 2 3932 371– 22
 02Rijksopleiding verkeersvliegers800 325 1 125847– 278
 03Regeringsvliegtuig700   7001 106406
 05Ontvangsten verkoop regeringsvliegtuig  4 212 4 2124 2142
          
  Mobiliteit       
 10Dividenden48 000 29 158 77 15877 1591
 11Zonering in het kader van de Luchtvaartwet26 750 – 12 900 13 85017 0293 179
 12Garantieprovisie111 123 2342340
          
  Veiligheid in verkeer en vervoer       
 20Veiligheid en toezicht op het gebied van de luchtvaart12 705 – 3 500 9 2057 974– 1 231
 21Bijdrage van ZBO Luchtverkeersbeveiliging26 823 6 055 32 87831 665– 1 213
          
  Voorwaarden scheppen       
 31Onderzoek en ontwikkeling7 090   7 0907 082– 8
          
05 Zeescheepvaart en maritieme aangelegenheden70 044   73 62874 171543
          
  Algemeen       
 01Personeel en materieel Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken880 30 91096656
 05B.V. Loodswezen9 000   9 0009 0000
          
  Mobiliteit       
 10Verkeersregeling zeescheepvaart45 240800– 6 745 39 29540 152857
 11Vaarwegmarkeringsdienst5 764 1 000 6 7646 868104
          
  Veiligheid in verkeer en vervoer       
 21Scheepvaartinspectie9 160400  9 5609 728168
          
  Voorwaarden scheppen       
 31Terugvordering steunverlening zeescheepvaart0 8 099 8 0997 457– 642
          
06 Telecommunicatie en postzaken1 343 491   1 142 9761 157 48014 504
          
  Algemeen       
 01Personeel en materieel Hoofddirectie Telecommunicatie en Post429 3041 088 10 4345 360– 5 074
 02Bijdrage van het agentschap Rijksdienst voor de Radiocommunicatie  1 200 1 2000– 1 200
          
  Voorwaarden scheppen       
 10Ontvangsten telecommunicatie en post9 804– 9 804  000
 11Ontvangsten herplaatsing aandelen KPNMemorie   000
 13Ontvangsten KPN1 333 645– 202 035– 268 1 131 3421 152 12020 778
          
08 Rijksdienst voor het wegverkeer186 321   93 74193 942201
          
  Algemeen       
 01Personeel en materieel Rijksdienst voor het Wegverkeer271 42 31339683
          
  Veiligheid in verkeer en vervoer       
 10Toezicht en keuringen motorvoertuigen65 645 – 28 815 36 83036 92494
          
  Voorwaarden scheppen       
 20Informatieverstrekking motorvoertuigen en rijbewijzen8 241 – 6 388 1 8531 86310
 21Afgifte documenten door de RDW en KPN112 164– 7 000– 50 419 54 74554 75914

Mij bekend,

De minister van Verkeer en Waterstaat,

Staat behorende bij de Wet van 19 , Stb. en bij de financiële verantwoording over het jaar 1996 Rekening 1996 (inclusief slotwetmutaties) Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) Agentschap KNMI (bedragen x f 1000)

   (1) (2) (3)  (4) = (1) + (2) + (3) (5) (6) = (5) – (4)
Art.Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begroting Mutaties (+ of –) op grond van eerste suppletore begroting Mutaties (+ of –) op grond van tweede suppletore begroting  Totaal geraamdRealisatie Slotwetmutaties (+ of –) (+ = meer ontvangen)
  Agentschap KNMI       
          
  Totale baten74 926   74 92677 1392 213
  Totale lasten74 926   74 92676 1751 249
  Saldo van baten en lasten0   0964964
          
  Totale kapitaaluitgaven15 597   15 59713 189– 408
  Totale kapitaalontvangsten15 597   15 59719 0463 449

Mij bekend,

De Minister van Verkeer en Waterstaat

Staat behorende bij de Wet van 19 , Stb. en bij de financiële verantwoording over het jaar 1996 Rekening 1996 (inclusief slotwetmutaties) Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) Agentschap HDTP/RDR (bedragen x f 1000)

   (1) (2) (3)  (4) = (1) + (2) + (3) (5) (6) = (5) – (4)
Art.Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begroting Mutaties (+ of –) op grond van eerste suppletore begroting Mutaties (+ of –) op grond van tweede suppletore begroting  Totaal geraamdRealisatie Slotwetmutaties (+ of –) (+ = meer ontvangen)
  Agentschap HDTP/RDR       
          
  Totale baten45 200   45 20048 8643 664
  Totale lasten45 900   45 90045 205– 695
  Saldo van baten en lasten– 700   – 7003 6594 359
          
  Totale kapitaaluitgaven11 800   11 8005 329– 6 471
  Totale kapitaalontvangsten11 800   11 80011 261– 539

Mij bekend,

De Minister van Verkeer en Waterstaat

1.1 Algemeen deel

1.1.1 Inleiding

Over 1995 is voor het eerst invulling gegeven aan de nieuwe bepalingen in de comptabiliteitswet (6e wijziging CW) met betrekking tot de financiële verantwoording, namelijk het scheiden van de slotwet en de rekening.

Bij de verantwoording over dat jaar is aangegeven dat wat betreft de toelichting bij de rekening, in de toekomst verbeteringen kunnen worden aangebracht.

Hiertoe is ondermeer – mede rekening houdend met de opmerkingen van de Kamer bij het begrotingsonderzoek van 13 november 1996 – gekozen voor het hanteren van de hieronder aangeven norm op artikel(onderdeel)niveau.

Norm bij verklaren van verschillen:

Voor begrotingsbedragenVerschillen
< f 10 mln.> 50%
f 10 – f 50 mln.> f 5 mln.
> f 50 mln.> 10%

Deze keuze houdt impliciet in dat die artikel(onderdel)en, waarbij het verschil tussen het begrotingsbedrag en de realisatie (= rekening) kleiner is dan de aangegeven norm, niet worden toegelicht.

Ook die artikelen die nieuw in de begroting zijn ingevoegd omdat daarop relatief geringe ontvangsten zijn verkregen die direkt samenhangen met de corresponderende uitgavenartikelen (terugbetalingen of afrekeningen), zijn niet van een aparte toelichting voorzien.

In de regel is de Tweede kamer over het merendeel van de mutaties al geïnformeerd door middel van de suppletoire begrotingen over 1996; voor een meer uitvoerige verklaring wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij die begrotingen.

□1e begrotingswijziging (samenhangende met Voorjaarsnota): Wet van 26 september 1996, Stb. 497; Kamerstukken II, 24 732, XII, 1996–1997)

□2e begrotingswijziging (samenhangende met Najaarsnota): Wet van 30 januari 1997, Stb. 49; Kamerstukken II, 25 141, XII, 1996–1997)

□3e begrotingswijziging (slotwet): Wet van .. ....199.; Kamerstukken II, .. ..., XII, 1996–1997)

1.1.2 M&O (Misbruik en Oneigenlijk gebruik)-problematiek

Subsidiebeleid

De kaderwet V&W-subsidies, waaraan de werkgroep Wettelijke inkadering V&W-subsidies heeft gewerkt, is in 1996 nagenoeg voltooid. De kaderwet is gericht op de verbetering van de juridische onderbouwing van bestaande regelingen, ter voorbereiding op de invoering van de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht.

Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren (WVO)

Het opleggen van heffingen op grond van de WVO geschiedt primair op basis van door heffingplichtigen ingediende aangiftebiljetten. Hierdoor moet met resterende onzekerheden rekening gehouden worden, waarvan de omvang niet kan worden geschat. Ter controle van de heffingen wordt voor een deel informatie verkregen uit de WVO-vergunningen die aan lozers op rijkswateren zijn verleend en voor een deel uit controlewaarnemingen – en metingen.

Voor de uitvoering van het controlebeleid is begin 1996 een plan van aanpak opgesteld. Dit plan is gericht op het verbeteren van de reguliere controles en de uitvoering van bedrijfstak gerichte controle-akties.

De in het plan van aanpak opgenomen akties zijn in 1996 in gang gezet conform de planning.

Uitkerings- en wachtgeldregelingen

De minister van Binnenlandse Zaken is verantwoordelijk voor de uitvoering van de uitkerings- en wachtgeldregelingen voor het rijkspersoneel. De feitelijke uitvoering daarvan wordt sinds 1 januari 1996 verzorgd door de Stichting USZO (Uitvoeringsorganisatie Sociale Zekerheid voor Overheidspersoneel). Dit met uitzondering van de regeling Functioneel leeftijdsontslag; deze wordt door het ABP verzorgd. Voor de uitgaven voor voornoemde regelingen hebben deze instellingen over 1996 bij V&W een bedrag van totaal f 79,4 mln. gedeclareerd.

De personeelsfunctie binnen het ministerie van Verkeer en Waterstaat stelt conform de geldende weten regelgeving en voor zover dat door dit ministerie mogelijk is, de voor de toekenning bepalende gegevens op en geeft deze door aan USZO. Als extra toets beoordeelt de personeelsfunctie van het ministerie van Verkeer en Waterstaat de van USZO ontvangen gegevens omtrent de beslissing tot toekenning aan de hand van de oorspronkelijke gegevens. USZO verzorgt de toekenning namens de minister van Binnenlandse Zaken, de uitbetaling, de administratie, de uitvoering van het M&O-beleid en de doorbelasting naar de departementen.

Een aantal regelingen is gevoelig voor misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) met name ten aanzien van de aspecten arbeidsverleden en neveninkomsten. Op grond van het verstrekken van onjuiste gegevens over deze aspecten kunnen aanvragers onrechtmatig uitkeringen of wachtgelden ontvangen.

Aangezien door de Gemeenschappelijke Accountantsdienst ABP-USZO nog geen accountantsverklaring bij deze uitgaven is afgegeven, bestaat er op dit moment onzekerheid over de rechtmatige uitvoering van deze regelingen.

Besluit tegemoetkoming ziektekosten rijkspersoneel (BTZR)

De tegemoetkoming in de ziektekosten van ambtenaren is sinds 1 april 1994 geregeld in de BTZR. In 1996 is op grond van deze regeling f 55,2 mln. uitgekeerd.

De vergoedingen worden verstrekt op basis van gegevens, naar waarheid door de werknemer ondertekend. De Directie Personeelszaken toetst op de waarschijnlijkheid van een combinatie van deze gegevens. Sinds de invoering van de BTZR is de controle uitgebreid door bij verandering van gegevens het inzenden van bewijsstukken verplicht te stellen. Bij het niet-inzenden hiervan door de aanvrager wordt de uitkering geweigerd.

Verder wordt er een steekproef getrokken met een omvang van 10% van het lopende bestand. De gegevens van de personen uit deze steekproef worden getoetst op consistentie met de gegevens van aanvragers bij andere overheidsinstanties. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld dubbele aanvragen worden geconstateerd.

1.2 ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING

1.2.1 Uitgaven/verplichtingen

01 Algemene departementale aangelegenheden

Algemeen

Artikel 01.01 Personeel en materieel centrale diensten

a. Grondslag

In dit artikel zijn opgenomen naast alle verplichtingen en uitgaven die nodig zijn voor het functioneren van het ambtelijk apparaat van de Centrale Diensten de kosten die betrekking hebben op algemene departementale aangelegenheden.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
01.01 PERSONEEL EN MATERIEEL CD72,490,117,724%74,990,215,320%
 01 Actief regulier personeel51,555,03,57%51,553,92,45%
 02 Ov. personele uitgaven5,55,70,24%5,65,4– 0,2– 4%
 03 Materieel CD14,528,313,895%16,929,913,077%
 04 Repr. Minister en alg. leiding0,20,40,2100%0,20,40,2100%
 05 Dep. vervoersdienst0,70,70,00%0,70,6– 0,1– 14%

d. Toelichting op verschillen

Voor de toelichting op de ten laste van dit artikel geboekte uitgaven voor de tegemoetkoming ziektekosten van ambtenaren (f 2,3 mln.) wordt verwezen naar het algemene deel van deze toelichting onder M&O-problematiek.

03 Materieel

De hogere verplichtingen- en uitgavenrealisatie heeft betrekking op de navolgende zaken.

Per 1 januari 1996 is in het kader van de totstandkoming van het kerndepartement een aantal aktiviteiten en de daarmee samenhangende budgetten ten behoeve van de vestiging van de beleidskern van DGSM en RWS overgenomen door de Direktie Facilitaire Zaken. Hiervoor is ruim f 5 mln. overgeheveld naar dit artikelonderdeel.

Daarnaast is door DGV f 1,6 mln. overgeboekt voor de extra kosten die zijn gemaakt voor de inrichting van een aantal projektbureau's bij DGV.

De resterende verhogingen betreffen ondermeer een incidentele investering wegens achterstallig onderhoud in het netwerk en de kosten voor het inrichten van de projektorganisatie Organisatie-Ontwikkeling.

04 Representatie Minister en algemene leiding

De oorzaak van de hogere realisatie is gelegen in het groot aantal buitenlandse reizen – en de daarbij behorende representatiekosten – van de Minister in het kader van de internationale ontwikkelingen (onder andere delegatie China).

Hiermee kon bij het opstellen van de begroting voor 1996 nog geen rekening worden gehouden.

Artikel 01.02 Post-actieven

a. Grondslag

Op dit artikel worden de uitgaven in verband met post-actief Verkeer en Waterstaat-personeel verantwoord.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
01.02 POST-ACTIEVEN41,339,8– 1,5– 4%41,339,8– 1,5– 4%

c. Volume- en prestatiegegevens en (begrotings)kentallen

Gespecificeerde toedeling naar geraamde en gerealiseerde uitgaven (bedragen x f 1 mln.)

UitgavencategorieBegrotingRealisatieVerschil
Regulier wachtgeld17,127,610,5
Wet Werkloosheids Voorziening (WWV)1,90,6– 1,3
Functioneel Leeftijdsontslag19,910,7– 9,2
Overig2,40,9– 1,5
Totaal41,339,8– 1,5

Voor een toelichting op de achtergronden van de ten laste van dit artikel geboekte uitgaven voor de diverse wachtgeldregelingen (totaal f 38,9 mln.) wordt verwezen naar het algemeen deel van deze toelichting onder M&O-problematiek.

Artikel 01.03 Algemene beleidsaangelegenheden

a. Grondslag

Dit artikel heeft betrekking op uitgaven voor departementale activiteiten op het gebied van voorlichting, internationale betrekkingen, automatisering en specifieke centraal uit te voeren departementale activiteiten.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
01.03 ALGEMENE BELEIDSAANGELEGENHEDEN34,157,723,669%40, 846,75,914%
 01 Dep. voorlichtingsactiviteiten4,35,31,023%4,35,20,921%
 02 Internat. betrekkingen1,31,70,431%1,31,70,431%
 03 Automatisering20,142,021,9109%22,331,08,739%
 04 Specifieke uitgaven8,48,70,34%12,98,8– 4,1– 32%

d. Toelichting op verschillen

De hogere kasrealisatie op het automatiseringsbudget (03) betreft met name de apparaatskosten van f 7,6 mln. voor het USZO (Uitvoeringsorgaan Sociale Zekerheid voor Overheidspersoneel); de resterende overschrijding wordt ondermeer verklaard uit reeds in 1996 verrichtte automatiseringsbetalingen die eerst in 1997 waren voorzien. Wat betreft de kosten USZO geldt dat bij Voorjaarsnota 1996 f 3,2 mln. door het ministerie van Binnenlandse Zaken (BiZa) aan de V&W-begroting is toegevoegd.

De hogere verplichtingenrealisatie is daarnaast bijna geheel veroorzaakt door het in 1996 vastleggen van meerjarige betalingsverplichtingen voor de uitbesteding van het (FAIS-)functioneel systeembeheer. Hiermee kon bij het opstellen van de begroting voor 1996 nog geen rekening worden gehouden.

Artikel 01.04 Personeelsbeleid

a. Grondslag

Op dit artikel worden de uitgaven verantwoord die verband houden met het realiseren van het personeelsbeleid.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
01.04 PERSONEELSBELEID47,748,91,23%47,748,81 ,12%
 01 Flankerend beleid44,643,8– 0,8– 2%44,643,9– 0,7– 2%
 02 Departementaal sociaal beleid3,15,12,065%3,14,91,858%

d. Toelichting op verschillen

De hogere realisatie op artikelonderdeel 02 betreft door het ministerie BiZa overgeboekte (en gerealiseerde) gelden voor de uitvoering van het arbeidsomstandighedenbeleid (de intensivering van de begeleiding van het ziekteverzuim), dat door de Rijks Bedrijfsgezonds- en Bedrijfsveiligheidsdienst (RBB) wordt uitgevoerd.

Voor de toelichting op de achtergronden van de ten laste van dit artikel geboekte uitgaven voor de 55+ regeling (f 38,9 mln.) wordt verwezen naar het algemeen deel van deze toelichting onder M&O-problematiek.

Artikel 01.05 Onderzoek en ontwikkeling

a. Grondslag

Deze uitgaven hebben betrekking op bijdragen van V&W voor het verrichten van onderzoeken e.d. voor zover deze niet bij de afzonderlijke beleidsterreinen zijn onder te brengen.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
01.05 ONDERZOEK EN ONTWIKKELING1,23,42,2183%1,21,20,00%
 01 TNO0,00,0100%0,00,0100%
 02 NNI0,40,3– 0,1– 25%0,40,40,00%
 03 Antarctica0,83,12,3287%0,80,80,00%

d. Toelichting op verschillen

De verplichtingenoverschrijding heeft betrekking op een 4-jarige overeenkomst (voor de periode 1996–1999) die is afgesloten in het kader van de bijdragen voor Antartica. Ten tijde van het opstellen van de begroting voor 1996 kon hiermee nog geen rekening worden gehouden.

Artikel 01.10 Ruimtevaartactiviteiten

a. Grondslag

De hoofddoelstelling is het tot stand brengen van een coherent programma van satellietwaarnemingen en infrastructuur ten behoeve van klimaat, meteorologie, monitoring van de toestand van aardse hulpbronnen, navigatie en communicatie. V&W is het coördinerende ministerie voor Aardobservatie, een taak die sinds 1988 door het KNMI wordt verzorgd.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
01.10 RUIMTEVAARTACTIVITEITEN15,915,9100%15,815,7– 0,1– 1%

c. Volume- en prestatiegegevens en (begrotings)kentallen

Specificatie van de ruimtevaartprogramma's

De looptijd heeft betrekking op de duur van het projekt waaraan Nederland haar bijdrage heeft toegezegd. Deze bijdragen (x f 1 000) zijn gebaseerd op verdragen en internationale afspraken.

Er is geen cijfermatige aansluiting met tabel b. te maken, omdat de programma's in het verleden zijn gestart (dus voor 1996) en tot na 2001 (soms 2012) doorlopen. De onderstaande bedragen betreffen verplichtingen die vanaf 1997 tot betaling zullen komen. Het overzicht geeft derhalve slechts een indicatie van de stand van zaken van lopende programma's en het kaseffect van de programma's voor de jaren na 1996.

Omschrijving programma'sVerplichtingenstand 1996Looptijd t/m
aERS-2 fase C/D/E5371997
 Deelname aan het ERS-2 programma t.b.v. de bouw en exploitatie van de ERS-2 satelliet. Dit programma is de opvolger van het ERS-1 programma als garantie voor de continuïteit over meerdere jaren in de waarnemingen (besluit van 16 maart 1990).   
    
bEOPP-extensie741997
 Bijdragen in de verlenging en uitbreiding van het EOPP (Earth Observation Prepatory Program) van de ESA t.b.v. de voorbereidende studies op het terrein van aardobservatie en meteorologie voor het komende decennium. Dit programma loopt af in 1997 (besluit van 8 maart 1991).   
    
cMSG9 2132000
 De ontwikkeling en lancering van de eerste satelliet van het type Meteosat Second Generation (MSG) van de ESA, heeft een technologische, een wetenscahppelijke en een meteorologische /milieu taak. Met de huidige meteosat serie is een reeks van waarnemingen opgebouwd die van groot belang zijn voor de studies t.a.v. de veranderingen in klimaat en milieu. MSG zal deze reeks voortzetten, waardoor een betere klimaatmonitoring kan plaatsvinden (besluit van 7 mei 1993).   
    
dGB18 3222 012
 De deelname aan dit programma is verplicht door aanvaarding van Nederland van het verdrag tot oprichting van een Europese Organisatie voor de exploitatie van meteorologische satellieten «EUMETSAT» op 23 maart 1984 (trb.1983, 161), oprichting in 1986.   
    
eMTP3 2622 002
 Verlenging van het huidige MOP-programma van de EUMETSAT organisatie als overbrugging naar de 2e generatie Meteosat satellieten. Dit Meteosat Transition Program (MTP) moet de operationele dienstverlening garanderen tot het jaar 2000. Het programma behelst de produktie van één satelliet, identiek aan het MOP type (besluit van 8 maart en 8 mei 1991).   
    
fMSG66 0892 012
 Een bijdrage van de EUMETSAT organisatie in de ontwikkeling en lancering van de 1e satelliet van het type MSG bij de ESA organisatie. Het ontwikkelen, aanschaffen en testen van een grondsegment door de EUMETSAT in deze pre-operationele fase van het MSG programma. Dit programma van de EUMETSAT organisatie behelst de continuering van de dienstverlening met meteorologische satellieten van het type METOSAT vanaf het jaar 2000, voor het verkrijgen van basisgegevens voor de operationele meteorologie en voor het waarnemen en bestuderen van (de veranderingen in) het klimaat (besluit van 8 maart en 8 mei 1991).   
    
gEPS pre production1 9251998
 Het voorbereidend programma Eumetsat Polar System (EPS) van de EUMETSAT organisatie omvat een haalbaarheidsstudie voor een serie Europese meteorologische satellieten in een polaire baan (besluit van 7 mei 1993).  
    
hMSG22 0292 012
 Financiering door V&W van een deel van het EUMETSAT-MSG programma in afwachting van nadere departementale afspraken   
    
iNationale Ondersteuning8 2502000

Onderstaand is een specificatie verstrekt van de gerealiseerde uitgaven over 1996 naar de verschillende projekten (x f 1 000).

Omschrijving programma'sUitgaven 1996
1ERS-1 fase E-extensie557
2ERS-2 fase C/D/E787
3EOPP-extensie216
4MSG (besluit van 7 mei 1993)767
5GB1 784
6MTP1 170
7MSG (besluit van 8 maart en 8 mei 1991)5 350
8EPS pre production888
9MSG (financiering door V&W, in afwachting van departementale afspraken)1 783
10Nationale Ondersteuning1 500
11Noordwijk Space Expo100
12OMI800
 Totaal15 702

d. Toelichting op verschillen

De verwachting was dat er in 1996 besluitvorming zou plaatsvinden omtrent de Nederlandse deelneming in een groot aantal toekomstige programma's van het Europees Ruimte Agentschap (ESA) en de Europese Organisatie voor de Exploitatie van Meteorologische Satellieten (EUMETSAT); door middel van de tweede begrotingswijziging over 1996 is de verplichtingenraming hiervoor met ca. f 119 mln. verhoogd.

Deze besluitvorming is evenwel vertraagd waardoor Verkeer en Waterstaat geen verplichtingen voor deze programma's aan heeft kunnen gaan, de officiële inschrijving voor de programma's bij ESA en EUMETSAT moet nog plaatsvinden.

De in het verslagjaar vastgelegde bedragen hebben betrekking op bijstellingen van al lopende programma's (f 4,8 mln.) – als gevolg van nieuwe begrotingen van ESA en EUMETSAT – en op het programma Nationale ondersteuning (f 9,8 mln.).

Tevens is een deel van het toekomstige EPS-programma nu al verplicht (f 1,3 mln.)

Artikel 01.11 Onvoorziene uitgaven

a. Grondslag

Uit dit artikel worden tijdens de begrotingsuitvoering overschrijdingen gecompenseerd op grond van artikel 5 lid 6 van de Comptabiliteitswet.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
01.11 ONVOORZIENE UITGAVEN1,015,014,01 400%1,015,014,01  400%

d. Toelichting op verschillen

De realisatie heeft betrekking op de bijdrage van V&W aan het Groenfonds (dat door het ministerie van LNV wordt beheerd) in de financiering van het strategische groenprojekt Haarlemmermeer, zoals vastgelegd in de Planologische KernBeslissing Schiphol en omgeving.

Door middel van de eerste begrotingswijziging over 1996 zijn hier gelden voor gereserveerd; voor een meer uitvoerige toelichting wordt naar de memorie van toelichting daarbij verwezen.

Artikel 01.12 Loonbijstelling

a. Grondslag

Dit artikel is in de nieuwe comptabele regelgeving ingevoerd om niet-verdeelde looncompensatie te parkeren, alvorens deze wordt verdeeld over de betreffende artikelen.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
01.12 LOONBIJSTELLING0,00,0Mem.0,00,0

d. Toelichting op verschillen

Voor een verdeling (f 49,6 mln.) van de loonbijstelling 1996 naar de reguliere personele en andere loongevoelige artikelen, wordt verwezen naar het in de bijlage opgenomen overzicht.

Artikel 01.13 Prijsbijstelling

a. Grondslag

Dit artikel is in de nieuwe comptabele regelgeving ingevoerd om niet-verdeelde prijscompensatie te parkeren, alvorens deze wordt verdeeld over de betreffende artikelen.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
01.13 PRIJSBIJSTELLING0,00,0Mem.0,00,0

d. Toelichting op verschillen

De in 1996 aan de begroting toegevoegde prijsbijstelling van ca. f 70,5 mln. is niet over de daarvoor in aanmerking komende prijsgevoelige artikelen verdeeld, maar gebruikt om budgettaire problemen binnen de begroting van V&W op te lossen (zie ook de antwoorden op de Kamervragen naar aanleiding van de tweede begrotingswijziging van V&W (XII) voor het jaar 1996).

Artikel 01.14 Bijdragen aan het Infrastructuurfonds

a. Grondslag

Op dit artikel worden de bijdragen aan het Infrastructuurfonds verantwoord. De bijdragen zijn in de begroting van het fonds zichtbaar op het ontvangstenartikel 07.01.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
01.14 BIJDRAGEN AAN HET INFRASTRUCTUURFONDS1 951,84 850,02 898,21 48%1 951,84 850,02 898,2148%

d. Toelichting op verschillen

Het te verklaren verschil heeft met name betrekking op de gewijzigde voedingssystematiek van het Infrastructuurfonds; de voeding uit de heffingen is vanaf 1996 omgezet in een bijdrage uit de algemene middelen.

Artikel 01.16 Bijdragen aan het buitenland i.v.m. Eurovignet

a. Grondslag

Op 9 februari 1994 is in Brussel het verdrag tussen de Eurovignetstaten ondertekend. Hierin is vastgelegd dat op basis van een formule onderling verrekeningen zullen plaatsvinden.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
01.16 BIJDR. AAN BUITENL. IVM EUROVIGNET30,00,0– 30,0– 100%30,00,0–  30,0– 100%

d. Toelichting op verschillen

Doordat er tussen de deelnemende lidstaten nog geen verrekeningen hebben plaatsgevonden is het beschikbare budget onbesteed gebleven.

De verrekening over 1996 tussen de deelnemende lidstaten kan pas plaatsvinden als het jaar 1996 definitief is afgesloten (in 1997). De eerste verrekeningen zullen waarschijnlijk medio 1997 plaatsvinden.

02 Rijkswaterstaatsaangelegenheden

Algemeen

Artikel 02.01 Personeel en materieel Rijkswaterstaat

a. Grondslag

In dit artikel zijn alle uitgaven opgenomen die nodig zijn voor het functioneren van het ambtelijk apparaat van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
02.01 PERSONEEL EN MATERIEEL RWS912,7983,070,38%913,2964,951,76%
01 Actief regulier personeel771,7795,824,13%772,2791,619,43%
02 Overige personele uitgaven29,565,836,3123%29,561,331,8108%
03 Materieel111,5121,49,99%111,5112,00,50%

d. Toelichting op verschillen

Bij de behandeling van de begroting 1996 is het amendement nr. 31 van Hofstra c.s. aangenomen. Daardoor zijn de voor 1996 voorgestelde bezuinigingen op het terrein van de verkeersveiligheid (zie toelichting bij uitgavenartikelen 02.60 en 02.61) van f 1,7 mln. ongedaan gemaakt, onder gelijktijdige verlaging van dit artikel.

De uitgaven voor inhuur waren aanvankelijk begroot op artikelonderdeel 01 Actief regulier personeel. Aangezien de verantwoording van deze kosten op artikelonderdeel 02 Overige personele uitgaven moet plaatsvinden, heeft er een budgetoverheveling plaatsgevonden (f 32 mln.). Dit verklaart de hogere realisatiecijfers op onderdeel 02.

Naast de hiervoor genoemde bijstellingen kent de hogere verplichtingen- en uitgavenrealisatie op onderdeel 01 de volgende oorzaken:

– de uitvoering van prioritaire taken (doorwerking Najaarsnota 1995);

– overboekingen ten behoeve van de aktie Apparaat op Peil (AOP) uit diverse uitbestedings- en werkartikelen;

– extra benodigd personeel voor de realisatie van de Westerschelde Oeververbinding;

– de overdracht van de facilitaire taken van Rijkswaterstaat naar de Centrale V&W-diensten.

Voor de toelichting op de ten laste van dit artikel geboekte uitgaven voor de tegemoetkoming ziektekosten van ambtenaren (f 39,6 mln.) wordt verwezen naar het algemene deel van deze toelichting onder M&O-problematiek.

Artikel 02.03 Specifieke uitgaven Rijkswaterstaat

a. Grondslag

Het betreft hier de kosten van automatisering, de aanschaf van vaartuigen en overige uitgaven (ondermeer aan diverse commissies).

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
02.03 SPECIFIEKE UITGAVEN RIJKSWATERSTAAT58,5156,598,0168%64,094, 430,448%
01 Automatisering44,184,440,391%44,464,019,644%
02 Vaartuigen5,948,642,7724%11,118,97,870%
03 Overige specifieke uitgaven8,522,413,9164%8,510,11,619%
04 Programma Samenwerking Oost-Europa en Azië1,11,1100%1,41,4100%

d. Toelichting op verschillen

01 Automatisering

Als oorzaken voor de hogere realisatie kunnen worden genoemd: het versneld invoeren van Windows95, het financieel stimuleren van uniforme (RWS-brede) oplossingen door middel van landelijke pilotprojecten en het afsluiten van centrale contracten, het vervangen van grote aantallen pc's, het vernieuwen en vergroten van de capaciteit van de lokale netwerken en het landelijke netwerk voor intrAnet toepassingen, het verstrekken van gemiddeld 5 omscholing/opleidingsdagen aan ca. 10 000 fte's voor de overgang van een DOS- naar een Windows-omgeving, de intensieve voorbereiding om te komen tot een europese aanbesteding van een nieuw landelijk V&W-netwerk (WAN), de aanpassingen in de BedrijfsvoeringsInformatieSystemen en de aanpassing van de personele systemen (Comi-P) aan een systematiek voor de 36-urige werkweek.

Het aangaan van economisch gunstige meerjarige contracten heeft tot een hogere overschrijding van het verplichtingenbudget (ten opzichte van de kas) geleid.

02 Vaartuigen

De hogere verplichtingenrealisatie is veroorzaakt door het afsluiten van het contract voor de vervanging van het oliebestrijdingsvaartuig de Smal Agt. De meeruitgaven betreffen de eerste betaling aan de bouw van de Smal Agt.

03 Overige specifieke uitgaven

In de verplichtingenbegroting was er oorspronkelijk rekening mee gehouden, dat de verplichtingen ten behoeve van de Beleidscommissie Remote Sensing jaarlijks worden vastgelegd. Deze zijn echter in 1996 al voor de gehele periode aangegaan. Hiervoor is een verschuiving van bijna f 5,9 mln. vanuit de jaren 1997–2000 naar 1996 aangebracht. Verder zijn ten behoeve van het projekt RWS 200+ de verplichtingen voor een groot deel (f 3,7 mln.) al in 1996 vastgelegd alsmede diverse verplichtingen op automatiseringsgebied.

04 PSO

Vanuit artikel 01.03 Algemene beleidsaangelegenheden is ca. f 0,7 mln. overgeboekt voor projekten die in Azië en in Midden- en Oost Europa worden uitgevoerd. Daarnaast was er met betrekking tot enkele in Oost-Europa uitgevoerde projekten (Zwarte Zee en Coastal Management Polen) sprake van uit voorgaande jaren overlopende betalingsverplichtingen naar 1996 en zijn aan Israël gelden toegezegd in het kader van landaanwinningsprojekten.

Artikel 02.05 Voorlichtingsuitgaven

a. Grondslag

De uitgaven op dit artikel hebben betrekking op voorlichtingsuitgaven.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
02.05 VOORLICHTINGSUITGAVEN0,52,01,5300%0,51, 91,4280%

d. Toelichting op verschillen

Een actualisatie van de communicatieactiviteiten rondom het Deltaplan Grote Rivieren heeft tot hogere uitgaven en verplichtingen geleid.

Waterkeren

Artikel 02.12 Onderhoud waterkeringen

a. Grondslag

De uitgaven voor het onderhoud van de waterkeringen die in beheer van het Rijk zijn, alsmede voor de kustlijnzorg, worden onder dit artikel verantwoord.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
02.12 ONDERHOUD WATERKERINGEN130,9178,547,636%150,3154, 23,93%
 01 Beheer en onderhoud rijksw.keringen32,732,70,00%37,429,4– 8,0– 21%
 02 Beheer en onderhoud stormvl.kering18,754,135,4189%38,338,70,41%
 03 Kustlijnzorg79,591,712,215%74,686,111,515%

c. Volume- en prestatiegegevens en (begrotings)kentallen

02.12.01

De in de begroting 1996 gepresenteerde kwantitatieve informatie betreft de planning voor 1996. In de begroting voor 1997 (Kamerstukken II, 1996–1997, 25 000, XII) is de geaktualiseerde planning weergegeven.

02.12.03 Kustlijnzorg/Kustsuppleties 1996

 kubieke meter* 106 [m3] totaal prijs* 106 [Fl] prijs per kubieke meter [Fl/m3]realisatie
Noord Nederland    
Ameland, Ballum (6–11)1,6516,6510,11996
     
Noord-Holland    
NH Kop (3–8) en     
Callantsoog (10–14)1,3 13,7 10,541996
Wijk aan Zee (50–51)0,475,311,28'96/'971
Texel De Koog (18–25)2,0 19,99,95'96
     
Zuid-Holland   1996
Wassenaar (92–94) en   1996
Scheveningen (97–101)1,3 12,2 9,381996
Hoek van Holland (117–118)0,2 0,5 2,5  
     
Zeeland    
Schouwen0,684,5 6,621996
Onrustpolder 2–40,4 2,9 7,251996
Oranjezon 9–110,454,19,111996
Schooneveld 2–350,130,75,3819962
Totaal8,5880,459,38 

1 Wegens problemen met de «Punaise» is oplevering in 1996 niet gelukt. In 1997 wordt het restant (250 000 m3) afgemaakt met behulp van een conventioneel zandwinwerktuig. 1996: 2,3 mln.; 1997: 3 mln.

2 In 1996 is 60 000 m3 te weinig aangebracht vanwege minder aanbod uit het onderhoudsbaggerwerk van de haven van Terneuzen. Aangezien het een 2-jarig bestek betreft wordt deze hoeveelheid naar verwachting in 1997 extra aangebracht.

d. Toelichting op verschillen

01 Beheer en onderhoud rijkswaterkeringen

In het kader van de overdracht van het onderhoud van Kust Goeree aan het waterschap Goeree Overflakkee is het artikel met f 3,7 mln. verlaagd. Daarnaast is de aanbesteding van de renovatie van de bekleding van de Houtribdijk lager uitgevallen.

Tenslotte zijn de projektkosten van de verzwaring van de Buitenhaven van Vlissingen lager uitgevallen dan geraamd.

Door deze oorzaken is de realisatie op het artikel uiteindelijk f 8 mln. lager uitgekomen.

02 Beheer en onderhoud stormvloedkering Oosterschelde

Bij Voorjaarsnota is het onderdeel met f 17 mln. aan verplichtingen verhoogd. Voor f 10 mln. betreft dit een correctie van de begroting 1996 waarin de verplichtingenraming met betrekking tot de oplossing van de problemen met de rond de peilers aangebrachte asfaltmastiek foutief was verwerkt.

Een en ander zou in 1995 contractueel worden geregeld; bij nader inzien is besloten om de werkzaamheden gefaseerd aan te besteden. Daardoor is f 7 mln. aan verplichtingen van 1995 doorgeschoven naar 1996.

Het resterende verschil wordt verklaard doordat bij Najaarsnota een verplichtingenverschuiving vanuit 1997 en 1998 naar 1996 heeft plaatsgevonden om de betalingsverplichtingen ten behoeve van de reparatie van het aangetaste asfaltmastiek op de projekten sluisgaten Oost- en West Hammen, West Schaar en Oost Roompot vast te kunnen leggen.

03 Kustlijnzorg

De hogere verplichtingen- en uitgavenrealisatie was noodzakelijk om de achterstand in het kustsuppletieprogramma in te lopen. Het betreft de suppleties bij Texel-De Koog en bij de kust van Schouwen.

Artikel 02.14 Onderzoek waterkeringen

a. Grondslag

Op dit artikel wordt het beleidsvoorbereidend onderzoek voor de sector waterkeren verantwoord. Binnen dit onderzoek wordt een tweetal thema's onderscheiden, te weten Veiligheid en Integrale kusten waterkeringszorg.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
02.14 ONDERZOEK WATERKERINGEN7,08,21,217%7,06,0– 1,0–  14%

c. Volume- en prestatiegegevens en (begrotings)kentallen

Programma 02.14 (bedragen x f 1 mln.)BegrotingRealisatieVerschil
1. Algemeen onderzoek:   
Waterkeringen/hydraulische randvoorwaarden/zandige kust0,80,5– 0,3
2. Beleidsvoorbereidend onderzoek:   
Inundatierisico buitendijkse gebieden0,10,10,0
Visie 1996 op integrale waterkeringszorg0,20,1– 0,1
Gevolgen klimaatverandering voor de kust1,21,0– 0,2
Gevolgen klimaatverand. en stroomgebiedenontw. Rijn/Maas0,40,40,0
Overgang dijkvak naar inundatie-risicobenadering2,42,40,0
Kustnota 20001,81,5– 0,3
Totaal6,96,0– 0,9

Artikel 02.15 Stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg

a. Grondslag

Ten laste van dit artikel komen die uitgaven die rechtstreeks met de bouw van de stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg samenhangen.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
02.15 STORMVLOEDKERING NIEUWE WATERWEG30,024,7– 5,3– 18%44,050,26,214%

d. Toelichting op verschillen

Voor een beschrijving van de voortgang van de aanleg van de stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg wordt verwezen naar de voortgangsrapportages die in het kader van controle grote projecten twee maal per jaar aan de Tweede Kamer worden gestuurd. In deze voortgangsrapportages worden de verschillen tussen de benodigde en beschikbare bedragen aangegeven.

Artikel 02.17 Cultuurtechnische werken IJsselmeerpolders

a. Grondslag

De werkzaamheden betreffen het voorbereiden en uitvoeren van plannen voor de ontginning, tijdelijke exploitatie, inrichting en overdracht van drooggevallen gronden.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
02.17 CULTUURTECHNISCHE WERKEN IJ'POLDERS16,534,217,7107%26,335,28,934%

d. Toelichting op verschillen

De hogere kas- en verplichtingenrealisatie heeft betrekking op de voltooiing van de basisinrichting van Flevoland, een en ander conform het convenant. Bij de planvorming en de besteksvoorbereiding is een aantal inrichtings- en inplantingsprojekten versneld in uitvoering genomen.

Aan Staatsbosbeheer zijn in het kader van de afbouw RIJP, bos- en natuurgebieden overgedragen. Om de hieraan gerelateerde afwerkprogramma's te garanderen zijn contracten zoveel mogelijk in 1996 afgesloten. Mede dankzij de goede weersomstandigheden zijn flinke vorderingen in het uitvoeringsprogramma gemaakt.

Artikel 02.18 Bouwkundige werken IJsselmeerpolders

a. Grondslag

De werkzaamheden betreffen de planvoorbereiding en uitvoering van bouwkundige en civieltechnische projecten in Almere en Zeewolde ingevolge de met die gemeenten gesloten bestuursovereenkomsten, en overige werken in het landelijke gebied.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
02.18 BOUWKUNDIGE WERKEN IJSSELMEERPOLDERS2,919,316,4566%17,529, 612,169%

d. Toelichting op verschillen

De hogere kas- en verplichtingenrealisatie wordt veroorzaakt door de noodzakelijke uitgaven voor de renovatie van het Smedinghuis (f 4,9 mln.) en de hogere kosten voor de afronding van de basisinrichting Flevoland (f 7,2 mln.).

Het betreft hogere kosten voor advisering, projectvoorbereiding en uitvoeringsbegeleiding door adviesbureaus en hogere kosten in verband met werkzaamheden aan beschoeiingen, grondwerken en stuwen in het Lepelaarsgebied.

Artikel 02.19 Sociaal-economische ontwikkeling IJsselmeerpolders.

a. Grondslag

De werkzaamheden betreffen het stimuleren van de vestiging van personen, bedrijven en instellingen, het uitoefenen van het byzonder domeinbeheer en het uitvoeren van landmeetkundige werkzaamheden.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
02.19 SOC.ECON. ONTWIKKELING IJ'POLDERS9,014,05,056%8,912,63,742%

d. Toelichting op verschillen

De afwijkingen zijn veroorzaakt door de uitvoering van bodemsaneringen alsmede door hogere uitgaven voor landmeetkundig werk en milieumaatregelen en een betaling als gevolg van een correctie inzake de startbijdrage aan de gemeente Almere.

Artikel 02.20 Specifieke uitgaven IJsselmeerpolders

a. Grondslag

Op dit artikel worden de algemene uitgaven verantwoord die voortvloeien uit het beleid gericht op de afbouw van de rijksdienst voor de IJsselmeerpolders door overdrachten, privatiseringen en verloopbevorderende maatregelen.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
02.20 SPECIFIEKE UITGAVEN IJ'POLDERS10,433,523,1222%11,431,019,6172%

d. Toelichting op verschillen

Met name door de betaling van frictiekosten als gevolg van de privatisering van NZ-27 (f 3,1 mln.), Stichting Het Erf (f 5,5 mln.) en de expositieruimte de Trekvogel (f 1 mln.) is er sprake van een hogere verplichtingen- en uitgavenrealisatie.

Daarnaast was extra verplichtingen- en uitgavenruimte benodigd voor de projekten Oostvaardersplassen en de stortplaats Braambergen.

Artikel 02.21 Garantie t.b.v. NV Flevolandse Drinkwater Maatschappij op aangegane en aan te gane geldleningen tot een bedrag van f 50 mln.

a. Grondslag

Dit artikel betreft een garantie van rente en aflossing op de aangegane geldlening bij de oprichting van de FDM.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
02.21 GARANTIE T.B.V. FDM0,00,0Mem.0,00,0

c. Garantie-overzicht

Artikel 02.21 (bedragen x f 1 mln.)BegrotingRealisatieVerschil
Garantieplafond50 00050 0000
Uitstaand risico 1/1/9612 80012 8000
Vervallen/te vervallen8008000
Uitstaand risico 31/12/199612 00012 0000

Artikel 02.22 Onderhoud IJsselmeerpolders

a. Grondslag

Deze werken worden uitgevoerd in het kader van de bij de overdracht van diverse werken aan provincie, waterschappen en gemeenten gemaakte bestuurlijke afspraken.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
02.22 ONDERHOUD IJSSELMEERPOLDERS37,037,0100%10,72,3–  8,4– 79%

d. Toelichting op verschillen

Op dit artikel is f 8,4 mln. minder tot betaling gekomen. De oorzaak ligt in vertragingen. Enerzijds door de MER-procedure in de aanbesteding van de Houtribhoogte en de dijkversterking van de Oostvaardersdijk. Anderzijds als gevolg van de lange winterperiode.

Vanaf 1997 worden de uitgaven voor de sanering van de vuilstort Zee-asterweg Lelystad op dit artikel verantwoord. De verplichting van f 37 mln. is in 1996 aangegaan.

Artikel 02.24 Deltaplan Grote Rivieren

a. Grondslag

Tot het Deltaplan grote Rivieren behoren niet alleen de rivierdijkversterkingen, maar ook de versterkingen in het kader van de Deltawet van 1958.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
02.24 DELTAPLAN GROTE RIVIEREN110,7295,2184,5167%152,1174,22 2,115%
 01 Aanv. werken SVKW (bijdragen)53,038,8– 14,2– 27%58,727,5– 31,2– 53%
 02 Aanv. werken SVKW (Rijk)5,113,38,2161%5,869,864,01 103%
 03 Verst. ov.prim. waterk. (bijdragen)4,2109,4105,22 505%15,710,0– 5,7– 36%
 04 Verst ov.prim. waterk. (Rijk)18,182,664,5356%27,124,2– 2,9– 11%
 05 Bijdragen Deltaplan Grote Rivieren3,03,90,930%17,416,7– 0,7– 4%
 06 Verdieping en verbreding Maas20,041,121,1106%20,020,70,73%
 07 Overige uitgaven7,36,1– 1,2– 16%7,45,3– 2,1– 28%

c. Volume- en prestatiegegevens en (begrotings)kentallen

De in de begroting 1996 gepresenteerde kwantitatieve informatie betreft de planning voor 1996. In de begroting voor 1997 (Kamerstukken II, 1996–1997, 25 000, XII) is de geaktualiseerde planning weergegeven.

d. Toelichting op verschillen

01 Aanvullende werken SVKW (bijdragen)

De in 1996 geplande start van de uitvoering Hardinxveld-Giessendam-centrum is vertraagd omdat de benodigde gronden in eigendom nog niet zijn verworven. De uitvoering van Sliedrecht Centrum is nog niet gestart in afwachting van een uitspraak van de Raad van State betreffende het principeplan. Tevens is de procedure met betrekking tot de Lekdijk vertraagd.

Door een vertraging inzake het principeplan van de Nieuw Maasdijk en Papendrecht Oost zijn daarnaast minder verplichtingen gerealiseerd.

02 Aanvullende werken SVKW (Rijk)

In 1996 heeft een versnelde aflossing plaatsgevonden aan de gemeente Rotterdam inzake de Hartelkering. Dit verklaart de hogere kasrealisatie in 1996.

De hogere verplichtingenrealisatie wordt veroorzaakt doordat ten behoeve van de Europoortkering meer verplichtingen zijn vastgelegd.

03 Versterking overige primaire waterkeringen (bijdragen)

Als gevolg van een bestuursovereenkomst met het waterschap IJsseldelta is de verplichtingenrealisatie ruim f 100 mln. hoger uitgekomen. De bestuursovereenkomst betreft de aanleg van de waterkering Ramspol; een en ander hangt samen de maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de overstromingen in het recente verleden en konden derhalve niet in de begroting 1996 worden meegenomen. Aan de Bouwdienst is gevraagd de besluitvorming voor te bereiden en aansluitend de realisatie van de waterkering ter hand te nemen. De waterkering zal bestaan uit, of gelijksoortig zijn aan een circa 25 meter brede balgstuw in het Ramsdiep en een circa 150 meter brede balgstuw in de Ramsgeul.

Als gevolg van een met het waterschap Friesland gesloten convenant, met betrekking tot de waterkeringen Harlingen en Terschelling, is er uiteindelijk minder tot betaling gekomen.

04 Versterking overige primaire waterkeringen (Rijk)

Bij Voorjaarsnota is de verplichtingenraming verhoogd met f 43,9 mln. ten behoeve van de projekten Zuidersluis en Kleine Sluis en een deel van de waterkering over de Noordersluis. Eind 1996 is deze verder verhoogd ten behoeve van de dijkversterkingsprojekten Millingse Bandijk en Duffeltdijk, waar extra steunbermen zullen worden aangebracht.

06 Verdieping en verbreding Maas

De niet geraamde verplichtingen hebben betrekking op de vastlegging van een proefbaggerbestek voor de Zandmaas.

Waterbeheren

Artikel 02.33 Onderhoud waterhuishouding

a. Grondslag

Op dit artikel worden de uitgaven verantwoord die nodig zijn voor het beheer en onderhoud van waterstaatswerken die een functie vervullen in de waterhuishouding én (nog) in beheer zijn bij het Rijk.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
02.33 ONDERHOUD WATERHUISHOUDING64,280,115,925%92,182,8– 9,3– 10%

d. Toelichting op verschillen

Bij Voorjaarsnota is f 4,2 mln. overgeheveld naar artikel 02.41, het betreft het deel dat betrekking heeft op monitoring. Het artikel is bij Najaarsnota verder verlaagd met ruim f 2 mln. ten behoeve van de overdracht van het Apeldoorns Kanaal en een overboeking naar VROM voor de uitvoering van de emissieregistratie.

Het resterende deel heeft betrekking op een verlaging van het artikel in verband met de personele inzet WVO.

Het verplichtingenbudget is verhoogd ter voorbereiding en het uitvoerings gereedmaken van vervangende werken voor de uitvoering van de Spuisluis.

Artikel 02.35 Bijdragen waterhuishouding

a. Grondslag

Dit artikel dient om aan te geven hoeveel RWS in totaal aan subsidies uitgeeft aan lagere publiekrechterlijke lichamen en het bedrijfsleven ter verbetering en instandhouding van de waterhuishoudkundige toestand, zowel kwalitatief als kwantitatief.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
02.35 BIJDRAGEN WATERHUISHOUDING1,60,0– 1,6– 100%16,413 ,1– 3,3– 20%

c. Volume- en prestatiegegevens en (begrotings)kentallen

Abusievelijk zijn in de begroting voor 1996 (met uitzondering van het Waterpaviljoen) ook de bedragen voor latere jaren in de begrotingsonderbouwing verwerkt. In de hieronder aangegeven begrotingscijfers is alleen uitgegaan van de raming 1996.

(bedragen x f 1 mln.)BegrotingRealisatieVerschil
1. vergroten pompcapaciteit kanalen Drenthe2,40,6– 1,8
2. Waterpaviljoen2,33,41,1
3. Verbetering Bronse Beek1,21,1– 0,1
4. LWI10,58,0– 2,5
Totaal16,413,1– 3,3

1. De uitvoering van het projekt vergroten pompcapaciteit Drenthe dat wordt uitgevoerd door de provincie is goedkoper uitgevallen. Daarnaast was de provincie niet in staat nog tijdig een declaratie voor het restantbedrag van 1996 in te dienen.

2. Van de totaal nog te betalen bijdrage aan het waterpaviljoen van f 4 mln. is in 1996 f 1,1 mln. meer betaald dan geraamd door een snellere realisatie van het projekt.

4. De lagere realisatie bij LWI is veroorzaakt door vertraging in Fes-projekten. Gebleken is dat een aantal in 1996 vastgelegde projekten pas in 1997 tot betaling zal komen. Voorts heeft er een herbezinning plaatsgevonden van de taken van de produktgroep informatietechnologie waardoor er een verschuiving van 1996 naar 1997 heeft plaatsgevonden.

d. Toelichting op verschillen

De verplichtingenraming is niet gerealiseerd doordat voor 1996 voorziene contracten al in eerdere jaren zijn aangegaan, onder andere het dwarsprofiel nabij gemaal Kandia.

Artikel 02.36 Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren

a. Grondslag

In het kader van de WVO voert RWS het kwaliteitsbeheer voor de rijkswateren. Het grootste deel van de op dit artikel beschikbare middelen is bestemd voor bijdragen op grond van de Uitkeringsregeling bestrijding verontreiniging Rijkswateren (UKR) met betrekking tot de sanering van ongezuiverde lozingen van zuurstof-bindende stoffen op rijkswateren.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
02.36 WET VERONTREINIGING OPPERVLAKTEW.6,018,812,8213%22,438,115 ,770%
 01 Uitkeringsregeling11,811,8100%16,432,516,198%
 02 Overige WVO-uitgaven6,07,01,017%6,05,6– 0,4– 7%

c. Volume- en prestatiegegevens en (begrotings)kentallen

Per deelnemende provincie is ingegaan op het aantal goedgekeurde/in uitvoering zijnde projekten met betrekking tot waterzuiveringsinstallaties ten behoeve van de sanering van lozingen op de rijkswateren.

Projekten per provincie (aantallen)BegrotingRealisatieVerschil
– Groningen121
– Gelderland1210– 2
– Noord-Holland 22
– Zuid-Holland1912– 7
– Zeeland31– 2
– Limburg 22
– Nog goed te keuren projekten9 – 9
Totaal4429– 15

1. Per ultimo 1996 zijn er 25 projekten, waarvoor nog een gedeelte van de UKR-bijdrage betaald moet worden; deze projekten zijn of afgerond of nagenoeg voltooid.

2. Voor 2 projekten geldt dat zij weliswaar zijn uitgevoerd, maar dat er om uiteenlopende redenen geen UKR-bijdrage kon worden uitgekeerd.

3. Voor 2 projecten is (door overmacht) uitstel verleend van de in artikel 8a, derde lid van de UKR genoemde datum, tot 31 december 1997.

d. Toelichting op verschillen

In de laatste wijziging van de UKR is bepaald, dat de eerste opdracht tot realisatie van een projekt uiterlijk 31 december 1996 verleend moest zijn (artikel 8a, derde lid); deze bepaling heeft ertoe geleid, dat er meer nieuwe en aanvullende verplichtingen zijn vastgelegd dan voorzien.

In de tweede helft van 1996 is een kasbedrag van f 20 mln. aan dit artikel toegevoegd; hiervan kon uiteindelijk 20% niet worden gerealiseerd wegens het ontbreken van accountantsverklaringen.

Artikel 02.38 Herstel watersystemen

a. Grondslag

Op dit artikel worden de uitgaven verantwoord van het beleid voortvloeiend uit de derde Nota waterhuishouding en de Evaluatienota Water. Het betreft met name de inrichting van oevers en uiterwaarden en maatregelen gericht op duurzaam herstel van watersystemen.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
02.38 HERSTEL WATERSYSTEMEN87,294,37,18%88,190,92,83%
01 Herstel watersystemen Rijk72,270,1– 2,1– 3%73,167,2– 5,9– 8%
03 Natuur aan het werk15,024,29,261%15,023,78,758%

c. Volume- en prestatiegegevens en (begrotings)kentallen

De in de begroting 1996 gepresenteerde kwantitatieve informatie betreft de planning voor 1996. In de begroting voor 1997 (Kamerstukken II, 1996–1997, 25 000, XII) is de geaktualiseerde planning weergegeven.

d. Toelichting op verschillen

De hogere verplichtingen- en kasrealisatie op artikelonderdeel 03 is veroorzaakt door diverse grondaankopen in het kader van de Nadere Uitwerking RivierenGebied (NURG), waaronder de Sliedrechtse Biesbosch. Deze waren eerst in latere jaren voorzien.

Artikel 02.39 Sanering waterbodems en aanleg bergingslokaties

a. Grondslag

Op dit artikel worden alle uitgaven verantwoord die betrekking hebben op de sanering van waterbodems die door het Rijk worden uitgevoerd alsmede de uitgaven voor de realisatie van grootschalige baggerdepots.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
02.39 SAN. WATERBODEMS EN AANL. BERG.LOK.132,4164,131,724%83,278,4– 4, 8– 6%
01 Sanering waterbodems6,413,97,5117%9,015,56,572%
02 Aanleg bergingslokaties126,0150,224,219%74,262,9– 11,3– 15%

c. Volume- en prestatiegegevens en (begrotings)kentallen

De in de begroting 1996 gepresenteerde kwantitatieve informatie betreft de planning voor 1996. In de begroting voor 1997 (Kamerstukken II, 1996–1997, 25 000, XII) is de geaktualiseerde planning weergegeven.

d. Toelichting op verschillen

01 Sanering waterbodems

Bij Voorjaarsnota is dit onderdeel verhoogd ten behoeve van baggerproeven in het Ketelmeer. Deze proeven zijn uitgevoerd ter voorbereiding van de saneringen.

Daarnaast was extra budget benodigd ten behoeve van proefsaneringen in de Nieuwe Merwede en in de Petroleumhaven.

02 Aanleg bergingslokaties

Bij Voorjaarsnota is een verplichtingenverschuiving van 1995 naar 1996 aangebracht naar aanleiding van de vertraging bij de vergunningverlening van het Ketelmeerdepot.

Gelijktijdig is het kasbudget verlaagd met f 7,7 mln. ten behoeve van onderdeel 01 (baggerproeven en proefsaneringen).

De bouw van het Ketelmeerdepot met een bergingscapaciteit van 20 miljoen kubieke meter baggerspecie is begin 1996 gestart. Tevens is begonnen met het ontwerp van de exploitatie-voorzieningen, de voorbereiding van de daadwerkelijke exploitatie en het dagelijks beheer van het depot. Door vertraging bij de uitvoering van het slipdepot is in 1996 uiteindelijk f 5 mln. niet tot betaling gekomen.

Artikel 02.41 Monitoring waterstaatkundige toestand des lands

a. Grondslag

De uitgaven op dit artikel betreffen de monitoring van de waterstaatkundige toestand zoals deze taak is verwoord in het Organiek Besluit Rijkswaterstaat.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
02.41 MONITORING WATERST.KUNDIGE TOESTAND27,540,212,746%28,830,01,24%

c. Volume- en prestatiegegevens en (begrotings)kentallen

De in de begroting 1996 gepresenteerde kwantitatieve informatie betreft de planning voor 1996. In de begroting voor 1997 (Kamerstukken II, 1996–1997, 25 000, XII) is de geaktualiseerde planning weergegeven.

d. Toelichting op verschillen

De hogere verplichtingenrealisatie betreft met name een planningscorrectie (ruim f 9 mln.) als gevolg van het afsluiten van meerjarige contracten in plaats van geplande eenjarige overeenkomsten. Deze overeenkomsten hebben betrekking op het voltooien en het onderhoud van het geografische informatie-systeem, de 5e nauwkeurigheidsmeting (waterpassing) en 3 overeenkomsten voor het onderhoud van meetstations.

Daarnaast zijn de in de begroting op artikel 02.33 geraamde aktiviteiten in het kader van het onderhoud van de waterhuishouding (ca. f 4 mln.) naar dit artikel overgeheveld, omdat met ingang van 1996 de monitoring-uitgaven ten laste van artikel 02.41 worden verantwoord.

Mobiliteit

Artikel 02.50 Garantie van rente en aflossing van een lening van f 17 050 000 ten behoeve van Wagenborg passagiersdiensten voor twee veerboten

a. Grondslag

Het Rijk staat borg voor een (annuïteiten)lening afgesloten door Wagenborg passagiersdiensten voor de bouw van twee veerboten. De maatschappij betaalt deze lening jaarlijks af.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
02.50 GARANTIE T.B.V. WAGENBORG0,00,0Mem.0,00,0

c. Garantie-overzicht

Artikel 02.50 (bedragen x f 1 mln.)BegrotingRealisatieVerschil
Garantieplafond17 05017 0500
Uitstaand risico 1/1/9610 97910 9790
Vervallen/te vervallen822974152
Uitstaand risico 31/12/199610 15710 005– 152

Artikel 02.54 Westerscheldetunnel

a. Grondslag

De uitgaven hebben betrekking op de bouw van de Westerscheldetunnel (Kamerstukken II, 1995–1996, 17 741).

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
02.54 WESTERSCHELDETUNNEL1 300,11 300,1100%34,434,4100%

d. Toelichting op verschillen

Voor een beschrijving van de voortgang van dit projekt wordt verwezen naar de voortgangsrapportages die in het kader van controle grote projecten twee maal per jaar aan de Tweede Kamer worden gestuurd. In deze voortgangsrapportages worden de verschillen tussen de benodigde en beschikbare bedragen aangegeven.

Veiligheid in verkeer en vervoer

Artikel 02.60 Taakstelling verkeersveiligheidsbeleid

a. Grondslag

Op dit artikel worden de uitgaven verantwoord die worden gedaan in het kader van de ontwikkeling van een verkeersveiligheidsbeleid, dat moet leiden tot het behalen van de taakstelling die in SVV II is vertaald in een streefbeeld voor het jaar 2010.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
02.60 TAAKSTELLING VERKEERSVEILIGHEIDSBEL.16,814,3– 2,5– 15%16,814,7– 2,1– 13%

c. Volume- en prestatiegegevens en (begrotings)kentallen

(bedragen x f 1 mln.)BegrotingRealisatieVerschil
1 Nationale beleidsontwikkelingen/Speerpunten3,02,0– 1,0
2 Beleidsadvisering4,96,21,3
3 Pilot-projecten in het kader van beleidsontwikkeling en ondersteuning van beleidsuitvoering5,43,7– 1,7
4 Nationale voorlichtingscampagnes3,52,7– 0,8
Totaal16,814,6– 2,2

1. Nationale beleidsontwikkelingen/speerpunten

Voor Nationale beleidsontwikkelingen/speerpunten is in eerste instantie f 3 mln. begroot. Naar aanleiding van het niet doorgaan van het puntenstelsel vallen de daarvoor gereserveerde gelden vrij.

2. Beleidsadvisering

Het verschil tussen het oorspronkelijke bedrag van f 4,9 mln. en de feitelijke realisatie van f 6,2 mln. wordt veroorzaakt door o.a. de ontwikkelkosten voor de nieuwe verkeersongevallenregistratiesystematiek (middelen afkomstig uit amendement 31 en uit nationale beleidsontwikkelingen/speerpunten).

3. pilot-projecten i.h.k.v. beleidsontwikkeling en ondersteuning van beleidsuitvoering

Het verschil dat is ontstaan tussen het begrote bedrag van f 5,4 mln. en de feitelijke realisatie (f 3,7 mln.) wordt onder andere veroorzaakt, doordat de kosten van een aantal onderzoeken in het kader van de demonstratieprojecten Duurzaam Veilig lager zijn geweest dan de gestelde prognose, vertragingen in het verkrijgen van politiek draagvlak bij de counter parts en het niet tijdig ontvangen van rekeningen.

4. Nationale voorlichtingscampagnes

Het verschil wordt veroorzaakt door een vermindering van de inzet op voorlichting als gevolg van de decentralisatie. De Rijksoverheid beperkt zich meer tot campagnes die in het teken staan van de introductie van nieuwe verkeersveiligheidsmaatregelen. De campagnes die in het teken staan van bestaand beleid worden door lagere overheden uitgevoerd.

d. Toelichting op verschillen

Bij de behandeling van de begroting 1996 is het amendement nr. 31 van Hofstra c.s. aangenomen. Daardoor zijn de voor 1996 voorgestelde bezuinigingen op het terrein van de verkeersveiligheid van f 1,7 mln ongedaan gemaakt, onder gelijktijdige verlaging van artikel 02.01 Personeel en materiaal Rijkswaterstaat.

In het amendement is een verdeling aangehouden van f 0,8 mln. ten gunste van dit artikel en f 0,9 mln. ten gunste van artikel 02.61. Uiteindelijk is gebleken dat op dit artikel een beperkt overschot is ontstaan; op artikel 02.61 is een gering tekort opgetreden. De conclusie is dat het amendement is uitgevoerd, maar dat (achteraf) geconstateerd moet worden dat de oorspronkelijke verdeling over twee artikelen van het beleidsterrein voor verkeersveiligheid niet nodig is gebleken.

Artikel 02.61 Stimulering van en bijdragen aan derden

a. Grondslag

Op dit artikel worden de uitgaven verantwoord die worden gedaan in de sfeer van de stimulering van lagere overheden en particuliere organisaties.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
02.61 STIMUL. VAN EN BIJDRAGEN AAN DERDEN17,124,97,846%33,634,81,24%
 01 Stimulering0,10,10,00%16,616,60,00%
 02 Bijdragen aan organisaties17,024,87,846%17,018,21,27%

c. Volume- en prestatiegegevens en (begrotings)kentallen

(bedragen x f 1 mln.)BegrotingRealisatieVerschil
02.61.01 – 1. Beleidsuitvoering door provincie16,616,60,0
02.61.02 – 2. Versterking draagvlak voor beleid10,411,10,7
– 3. Instandhouding kennisinfrastructuur4,14,10,0
– 4. Vorderingen en herkeuringen2,53,00,5
Totaal33,634,81,2

2.Versterking draagvlak voor beleid

Naar aanleiding van diverse bijstellingen zoals: loonbijstelling (1995 en 1996) met betrekking tot de particuliere organisaties, een korrektie inzake het CBR, het amendement 31 (de korting op de particuliere organisaties werd hiermede ongedaan gemaakt) en het in 1996 aangaan van een verplichting voor het LOS) is er sprake van hogere realisatiestanden.

4. Vorderingen en herkeuringen

De overschrijding van f 0,5 mln. wordt veroorzaakt door het groter aantal vorderingen dat door het CBR werd uitgebracht. Krachtens de overeenkomst met het CBR is V&W gehouden deze extra kosten te betalen.

d. Toelichting op verschillen

Bij de behandeling van de begroting 1996 is het amendement nr. 31 van Hofstra c.s. aangenomen. Daardoor zijn de voor 1996 voorgestelde bezuinigingen op het terrein van de verkeersveiligheid van f 1,7 mln. ongedaan gemaakt, onder gelijktijdige verlaging van artikel 02.01.

03 Openbaar vervoer en goederenvervoer

Algemeen

Artikel 03.01 Personeel en materieel directoraat-generaal voor het vervoer

a. Grondslag

In dit artikel zijn opgenomen alle verplichtingen en uitgaven die nodig zijn voor het functioneren van het ambtelijk apparaat van het Directoraat-Generaal voor het Vervoer.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
03.01 PERSONEEL EN MATERIEEL DGV85,4110,124,729%85,496,210,813%
 01 Actief regulier personeel74,884,59,713%74,870,7– 4,1– 5%
 02 Overige personeelsuitgaven3,216,713,5422%3,216,713,5422%
 03 Materieel7,48,91,520%7,48,81,419%

d. Toelichting op verschillen

De uitgaven met betrekking tot inhuur en uitzendkrachten behoren te worden verantwoord op artikelonderdeel 02. Voorheen werd een aantal betalingen voor de inhuur ten laste van de programma-artikelen geboekt. De betreffende budgetten zijn derhalve, grotendeels reeds bij Najaarsnota, overgeboekt vanuit de programma-artikelen naar onderdeel 02.

Daarnaast hebben de personele en materiële uitgaven van de in 1996 ingestelde projectgroepen als Verkenningsfase Ruimteprobleem Mainport Rotterdam (VERM), Lange termijn Verkenning Personele Mobiliteit en Yangtze River Basin op dit artikel gedrukt. Dit was oorspronkelijk niet voorzien Voor het project Rekening Rijden alsmede voor de projektdirecties Betuweroute en HSL-Zuid zijn in 1996 meerjarige verplichtingen aangegaan voor de inhuur van deskundigen.

Voor de toelichting op de ten laste van dit artikel geboekte uitgaven voor de tegemoetkoming ziektekosten van ambtenaren (f 3 mln.) wordt verwezen naar het algemene deel van deze toelichting onder M&O-problematiek.

Artikel 03.02 Onderzoek en ontwikkeling

a. Grondslag

Binnen dit artikel worden ten behoeve van onderzoek en ontwikkeling de volgende uitgavencategorieën onderscheiden: onderzoek en bijdragen aan wetenschappelijke instellingen.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
03.02 ONDERZOEK EN ONTWIKKELING27,636,99,334%32,930,7– 2, 2– 7%
 01 Vervoerstudies27,236,59,334%32,530,3– 2,2– 7%
 02 Bijdr. wetensch. instellingen0,40,40,00%0,40,40,00%

d. Toelichting op verschillen

Het afgelopen jaar werd gekenmerkt door een toenemende druk om het projekt «rekening rijden» versneld in te voeren. Er is daarvoor in 1996 een aanzienlijk aantal meerjarige verplichtingen aangegaan; omdat hiermee in de begroting 1996 geen rekening kon worden gehouden is er een verplichtingentekort ontstaan.

Er is op verschillende vlakken een groot aantal activiteiten geweest. Er is bijvoorbeeld een kosten/baten-analyse uitgevoerd naar de maatschappelijke effecten van de invoering van rekening rijden, eerder uitgevoerde studies naar de mogelijke effecten op inkomensverdeling zijn geactualiseerd en er is een aanvang gemaakt met de vormgeving van de werkingssfeer.

Daarnaast zijn in 1996 de voorbereidingen gestart voor een technische proef waarbij een aantal consortia de gelegenheid zal worden gegeven hun «kunnen» te demonstreren op de openbare weg. Deze proef zal tevens gericht zijn op het aantonen van interoperabiliteit tussen de systemen van verschillende leveranciers, mede bedoeld om daarmee een krachtige impuls te geven aan het Europese standaardisatieproces.

Artikel 03.03 Specifieke uitgaven

a. Grondslag

Binnen dit artikel worden de kosten geraamd voor informatie-management en automatisering en de overige specifieke uitgaven voor het Directoraat-Generaal voor het Vervoer.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
03.03 SPECIFIEKE UITGAVEN8,49,61,214%8,49,30,911%

c. Volume- en prestatiegegevens en (begrotings)kentallen

Automatiseringsuitgaven

BegrotingsjaarTotaalbedragAantalBedrag/
 (x f 1 000)werknemerswerknemer
19946 300671,2f 9 386
19957 600722,2f10 523
1996 – Begroting6 600723,6f 9 100
– Realisatie8 000773,0f10 349

Artikel 03.04 Voorlichting

a. Grondslag

Met ingang van 1996 worden naast voorlichtingsuitgaven ook de uitgaven van activiteiten verantwoord met betrekking tot het vergroten van het draagvlak voor het SVV-beleid.

Binnen het artikel is een drietal categorieën te onderscheiden: publiekscampagne, marketing SVV en communicatie.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
03.04 VOORLICHTING2,44,92,5104%2,44,62,292%

d. Toelichting op verschillen

De aanpak van files en de zorgen over de (economische) bereikbaarheid zijn veel hoger op de politieke en maatschappelijke agenda komen te staan. Communicatie en daarmee het stimuleren van maatschappelijke partners om actief bij te dragen aan het oplossen van de problemen zijn aangemerkt als een der belangrijkste bouwstenen voor de intensivering van het filebeleid. Nieuwe activiteiten die in dit kader kunnen worden genoemd zijn de communicatie rond de actie filebestrijding Rotterdam, ondersteunende bijdragen aan de ANWB en een bijdrage ten behoeve van de voorlichtingscampagne rondom de Nota Samenwerken aan Bereikbaarheid (SWAB).

Verder zijn er in 1996 niet voorziene bijdragen verstrekt aan twee communicatieprojekten (Huis op de snelweg en Verkeer en Vervoer in het onderwijs) van de projectgroep Telematica.

Mobiliteit

Artikel 03.10 Bijdragen openbaar vervoer

a. Grondslag

Dit artikel heeft betrekking op de bijdrage aan het lokale en interlokale openbaar vervoer.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
03.10 BIJDRAGEN OPENBAAR VERVOER1 600,82 685,01 084,268%1 663,71  749,185,45%
 01 Bijdrage Kaderw.996,91 047,951,05%1 023,71 011,0– 12,7– 1%
 02 Bijdrage lokaal OV210,2243,533,316%222,1239,117,08%
 03 Bijdrage interlokaal OV380,7493,6112,930%404,9499,094,123%
 04 NS-personenvervoer0,0 0,0 
 05 Capaciteitsmanagement0,00,00,0 
 06 Contractsector10,00,0– 10,0– 100%10,00,0– 10,0– 100%
 07 Investeringsimpuls stad/streek3,0900,0897,029 900%3,00,0– 3,0– 100%

c. Volume- en prestatiegegevens en (begrotings)kentallen

Zoals aangegeven in de begroting 1996 is het niet mogelijk om volume- en prestatiegegevens te presenteren. Dit is een gevolg van de herindeling van beleidsterrein 03.

d. Toelichting op verschillen

Op basis van amendement nr. 30 van Hofstra zijn de beschikbare bedragen voor stads- en streekvervoer verhoogd met in totaal f 50 mln. Dekking werd gevonden door het artikel 04.04 Investeringsbijdragen stads/streekvervoer op het Infrastructuurfonds met f 50 mln. te verlagen. In 1996 is volledige uitvoering aan dit amendement gegeven.

De verlaging op onderdeel 06 Contractsector was mogelijk omdat voor de periode tot medio 1998 een totaal-afspraak met NS-Rail is gemaakt over het voorzieningenniveau, zodat in 1996 geen aanvullende middelen voor de Contractsector benodigd waren. De vrijvallende gelden zijn elders binnen dit artikel ten behoeve van het openbaar vervoer ingezet; voor een meer uitvoerige toelichting hierbij wordt verwezen naar de eerste begrotingswijziging over 1996.

Op onderdeel 07 Investeringsimpuls stad/streek zijn dit jaar geen betalingen verricht doordat de goedkeuring van de aangemelde programma's niet tijdig kon worden afgegeven. Ook hier geldt dat de vrijvallende gelden binnen dit artikel zijn ingezet ten behoeve van het openbaar vervoer.

Wat betreft de verplichtingen van de Investeringsimpuls stad/streek waren in eerste instantie alleen de in 1996 te verwachten kapitaallasten begroot. In 1996 is echter het totaal voorziene bedrag over de belanghebbenden verdeeld.

Artikel 03.11 Garanties voor de aflossingen en rentebetalingen op aangegane geldleningen ten behoeve van het openbaar vervoer

a. Grondslag

In de juni 1995 gesloten overeenkomst met de NS is bepaald dat de NS tot het jaar 2000, onder voorwaarden, maximaal f 800 mln. aan leningen voor rollend materieel kan opnemen. In die periode wordt gestreefd naar opheffing van de garantieverplichting van de overheid ingaande per 1 januari 2000.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
03.11 GARANTIES0,00,0Mem.0,00,0

c. Garantieoverzicht

Artikel 03.11 (bedragen x f 1 mln.)BegrotingRealisatieVerschil
Garantieplafond1 766,61 416,7– 349,9
Uitstaand risico 1/1/961 534,91 410,7– 124,2
Vervallen/te vervallen70,686,115,5
Verleende/te verlenen210,00,0– 210,0
Uitstaand risico 31/12/19961 674,31 324,6– 349,7

d. Toelichting op verschillen

In het jaar 1996 is door de NS geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot het opnemen van leningen onder staatsgarantie.

Artikel 03.12 Kapitaalstorting vervoerbedrijven

a. Grondslag

Op dit artikel worden de kapitaalstortingen ten behoeve van de NS en het Verenigd Streekvervoer Nederland (VSN) zichtbaar gemaakt.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
03.12 KAPITAALSTORTING VERVOERBEDRIJVEN50,0182,0132,0264%50,01 94,0144,0288%
 01 Kap.storting NS-Reizigersvervoer0,00,00,00,0
 02 Kap.storting Streekvervoer0,00,00,00,0
 03 Kap.storting NS-Goederenvervoer50,0182,0132,0264%50,0194,0144,0288%

c. Volume- en prestatiegegevens en (begrotings)kentallen

Vermogenspositie VSNKapitaalstorting Streekvervoer (x f 1 000)Solvabiliteit (eigen vermogen/totaal vermogen)
199342 35028%
199442 98531%
199543 84534%
19960n.n.b.

1. In 1996 heeft geen kapitaalstorting aan het streekvervoer plaatsgevonden;

2. Op het moment van opstellen van de Financiële Verantwoording over 1996 van V&W was het solvabiliteitspercentage nog niet bekend. Dit moet blijken uit de Jaarrekening van VSN.

d. Toelichting op verschillen

In het kader van de verzelfstandiging van NS-Cargo zijn afspraken gemaakt ten aanzien van het bewerkstelligen van een goede financiële uitgangssituatie van NS-Cargo. Samen met de reorganisatie zal deze balansversterking een basis moeten bieden voor een toekomstig rendabel funktioneren van NS-Cargo als zelfstandig spoorvervoerder.

Met NS is ten aanzien van de finale kapitaaldotatie, die volledig in 1996 is geëffektueerd, een bedrag overeengekomen van in totaal f 194 mln.; in deze kapitaaldotatie is een eenmalig bedrag ten behoeve van NS-Reizigers begrepen van f 32 mln.

De onderbouwing van deze kapitaaldotatie is in 1996 separaat aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangeboden (brief van 12 december 1996 met als onderwerp «Overeenstemming kapitaaldotatie NS-Cargo» en kenmerk DGV/G4/V6 254 531).

Artikel 03.14 Stimulering openbaar vervoer

a. Grondslag

Onder dit artikel zijn voor het openbaar vervoer specifieke uitgaven geraamd die geen verband houden met de reguliere exploitatiebijdragen die de vervoerssectoren ten laste van artikel 03.10 worden verleend uit hoofde van de Wet personenvervoer.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
03.14 STIMULERING OPENBAAR VERVOER34,850,215,444%42,037,4– 4,6– 11%
 01 Agressiebestrijding24,124,10,00%24,124,0– 0,1– 0%
 02 Gehandicaptenvoorzieningen10,00,7– 9,3– 93%10,51,2– 9,3– 89%
 03 Reizigersinformatie0,725,424,73 529%7,412,24,865%

d. Toelichting op verschillen

02 Gehandicaptenvoorzieningen:

De lagere realisaties zijn een gevolg van het feit dat de uitgaven in het kader van de verbetering van de toegankelijkheid van het openbaar vervoer voor gehandicapten onderdeel vormen van het bekostigingssysteem op artikel 03.10 Bijdragen Openbaar Vervoer. De betreffende middelen zijn om die redenen overgeboekt naar artikel 03.10.

03 Reizigersinformatie:

In 1996 is met de Openbaar Vervoer Reizigersinformatie (OVR) een geleidelijker afbouw van de Rijkssubsidie afgesproken. De subsidie zal worden beëindigd in het jaar 2000.

In 1996 is de gehele verplichting van de afbouwregeling (totaal f 25 mln.) vastgelegd. Als gevolg van de afspraken in het kader van de afbouwregeling is er f 5 mln. extra betaald.

Artikel 03.15 Schone bussen

a. Grondslag

Het op dit artikel verantwoorde programma SSZ (stiller, schoner, zuiniger) vloeit voort uit aktiepunten uit het SVV II en het NMP-plus gericht op het terugdringen van emissies in het bijzonder in binnensteden. De nadruk ligt hierbij in eerste instantie op het terugdringen van emissie bij het collectief personenvervoer en het goederenvervoer.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
03.15 SCHONE BUSSEN14,86,5– 8,3– 56%16,09,8– 6,2–  39%

c. Volume- en prestatiegegevens en (begrotings)kentallen

In 1996 (en latere jaren) is gewerkt met de onderstaande verdeling; deze wijkt af van de in de oorspronkelijke begroting 1996 opgenomen specificatie.

Categorieën1996 
 Begr.Real.
1. Onderzoek, ontwikkeling en experimenten100%61%
2. Stimulering23%
3. Ondersteuning16%
Totaal100%100%

d. Toelichting op verschillen

Doordat de goedkeuring uit Brussel van de regeling Schoon, Stil en Zuinig lang op zich heeft laten wachten, trad er vertraging op in de uitvoering van projekten in het kader van deze regeling.

Verder zijn er in 1996 taakstellende verlagingen op dit artikel aangebracht ten behoeve van problematiek elders binnen de DGV-begroting, ondermeer voor de financiering van de afbouwregeling voor de Openbaar Vervoer Reizigersinformatie (OVR), afkoop E1700-locs en de calamiteitenorganisatie NS.

Artikel 03.16 Bedrijfsvervoer

a. Grondslag

De regeling bedrijfsvervoer beoogt in verband met de belasting van het milieu en de slechte bereikbaarheid van bepaalde delen van Nederland het individueel gebruik van de auto te verminderen in het woon-werkverkeer, door een bijdrage te verstrekken in door bedrijven of groepen van bedrijven georganiseerd bedrijfsvervoer.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
03.16 BEDRIJFSVERVOER13,012,5– 0,5– 4%10,04,8– 5,2– 52%

d. Toelichting op verschillen

De lagere uitgaven worden enerzijds verklaard door de late start van de nieuwe regeling.

De bijdrageregeling Bedrijfsvervoer (tot vermindering van het individuele autogebruik in het woon-werkverkeer) zou oorspronkelijk na 5 jaar eindigen. Besloten is echter de regeling tot en met 1997 voort te zetten. Dit zou ingaan op 1 oktober 1995, maar is door vertraging verschoven naar december 1995. Hierdoor is er in 1996 een overschot ontstaan van f 1,5 mln.

Anderzijds is gebleken dat er een aanmerkelijk grotere groep blijkt te zijn die slechts één keer per jaar zijn declaratie indient.

De deelnemende bedrijven kunnen maximaal twee keer per jaar (per juni en per december) deklareren. De deklaraties moeten voorzien zijn van een accountantsverklaring. Alleen de deklaraties van juni hebben een kaseffekt in het lopende jaar. De deklaraties per december komen in het volgende jaar tot uitbetaling. Bedrijven die er voor kiezen eenmaal per jaar te deklareren kunnen dat alleen in december. De laatste groep is aanmerkelijk groter gebleken dan was ingeschat; het resterende overschot wordt hier voornamelijk door verklaard.

Artikel 03.18 Bereikbaarheidsbevorderende en mobiliteitsgeleidende maatregelen

a. Grondslag

Het betreft hier gelden die dienen ter stimulering van alternatieven voor en de reductie van het solistisch autogebruik, alsmede de stimulering van de bestuurlijke samenwerking op het gebied van het regionale verkeers- en vervoerbeleid.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
03.18 B&M-MAATREGELEN52,261,18,917%52,454,82 ,45%
 01 B%M maatregelen52,261,18,917%52,454,82,45%
 02 Onderzoek Rijkswegen–  0,00,0– –  0,00,0

d. Toelichting op verschillen

De overschrijding van de verplichtingenbegroting is met name ontstaan binnen het vervoersmanagement en wordt voor een groot deel veroorzaakt door de televisie-serie «Wie Durft». Deze serie is ontstaan doordat op basis van het initiatief van de Commissie van Aanbeveling werd ingestemd met de TV-serie. Daarnaast wordt een deel van de overschrijding verklaard door extra activiteiten ten behoeve van gedeeld autobezit.

Artikel 03.19 Bijdragen aan de NS

a. Grondslag

De verzelfstandiging van de NS heeft zijn neerslag gekregen in een aantal overeenkomsten die betrekking hebben op de bijdrage van de Rijksoverheid aan het reizigersbedrijf van de NS en aan het Capaciteitsmanagement. Deze bijdrage wordt op dit artikel geboekt.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
03.19 BIJDRAGEN AAN DE NS462,2167,7– 294,5– 64%462,2524,762,514%
 01 Capaciteitsmanagement161,0165,74,73%161,0165,74,73%
 02 Overgangscontract NS301,22,0– 299,2– 99%301,2359,057,819%

d. Toelichting op verschillen

De hogere uitgaven op onderdeel 02 Overgangscontract NS zijn een gevolg van extra betalingen voor de afkoop van de loonkostensprong als gevolg van de verzelfstandiging van het Spoorweg-pensioenfonds; voor een nadere toelichting hierop wordt verwezen naar de 2e Nota van Wijziging op de tweede begrotingswijzing 1996.

De lagere verplichtingenrealisatie op dat onderdeel is een gevolg van het feit dat bij het afsluiten van de overeenkomst inzake de verzelfstandiging van de NS in juni 1995, het contract méérjarig is vastgelegd, waardoor in 1996 minder verplichtingenruimte nodig was.

Veiligheid in verkeer en vervoer

Artikel 03.30 Rijksverkeersinspectie

a. Grondslag

Op dit artikel worden alle uitgaven geboekt die direct te relateren zijn aan de handhavingsactiviteiten in verband met:

1. handhaving van vervoerswet- en regelgeving;

2. uitvoering van de regels in het kader van marktordening;

3. toezicht op de veiligheid van de spoorwegen.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
03.30 RIJKSVERKEERSINSPECTIE1,32,10,862%1,32, 10,862%

c. Volume- en prestatiegegevens en (begrotings)kentallen

ControlesBegroot aantalGerealis. aantalVerschil
1. Rijtijdenwet/Wet Goederenvervoer over de Weg  0
– a-selecte controles18 00014 811– 3 189
– deelmarktonderzoeken240199– 41
– bedrijfscontroles8513045
– reguliere staandehoudingen39 00028 349– 10 651
– snelheidsbegrenzer1 69619 35117 655
– fraudeonderzoeken30– 3
– EU-taakstelling en overbelading10 0009 505– 495
2. Wet personenvervoer/Rijtijdenwet   
– reguliere staandehoudingen4 1052 348– 1 757
– bedrijfscontroles164311147
– fraudeonderzoeken50– 5
– taxicontroles9711013
– snelheidsbegrenzer246602356
3. Wet Vervoer binnenvaart   
– reguliere staandehoudingen1 3281 166– 162
4. Wet gevaarlijke stoffen   
– reguliere staandehoudingen weg31 20024 163– 7 037
– daadwerkelijke lading gevaarlijk stoffen7 8004 186– 3 614
– reguliere staandehoudingen binnenvaart200443243
Schepenwet: – staandehoudingen gevaarlijke stoffen1 2381 142– 96
Luchtvaartwet: – staandehoudingen gevaarlijke stoffen2 1562 023– 133
Spoorwegnet: – staandehoudingen9921 192200

d. Toelichting op verschillen

In verband met de oprichting van nieuwe afdelingen in het kader van controles overbelading zijn hogere exploitatie-uitgaven en verplichtingen ontstaan.

Voorwaarden scheppen

Artikel 03.40 Sector stimulering goederenvervoer

a. Grondslag

De middelen die in de planperiode 1996 tot en met 2000 ter beschikking zijn gesteld, dienen ter vergroting van de marktkansen van het bedrijfsleven in de transport- en dienstensector. Ter ondersteuning hiervan zal het beleid ten aanzien van de voorlichting, promotie, onderwijs en internationale samenwerking worden voortgezet. Als gevolg van de in 1994 samen met EZ gehouden audit, wordt de overheidsfinanciering van de stichting Nederland Distributieland (NDL) gecontinueerd tot 1 juli 1999.

Tevens zijn op dit artikel de middelen opgenomen ter dekking van dat deel van de kosten uit het Albeda-pakket (Kamerstukken II 1994/1995, 24 134, nr. 5) die vallen onder de stimulerende en flankerende maatregelen.

Ter stimulering van de transporttechnologie worden Fes-gelden ter beschikking gesteld. Het Fes-project Kennis Infrastructuur voor de transporttechnologie is een investeringsprogramma gericht op versterking van de kennisinfrastructuur voor de transport- en distributiesector.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
03.40 SECTOR STIMULERING GOEDERENVERVOER8,610,51,922%18,218,80, 63%

d. Toelichting op verschillen

Een aantal welzijnsinstellingen in de Binnenvaart werd tot en met 1995 gesubsidieerd door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). In verband met gewijzigde kerntaken bij SZW is na overleg met V&W overeengekomen de subsidieregeling over te nemen van SZW. Door middel van het amendement nr. 29 Leers is de raming bij dit artikel met f 0,5 mln. verhoogd.

Alle subsidieaanvragen die op dit project zijn ingediend zijn voor een groot deel gehonoreerd. Het budget op dit project werd nagenoeg geheel uitgeput, waarmee amendement Leers geheel is uitgevoerd.

Artikel 03.41 Uitkeringen herstructurering binnenvaart

a. Grondslag

In het kader van de herstructurering van de binnenvaart worden uitkeringen gedaan op basis van een aantal regelingen.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
03.41 UITKERINGEN HERSTRUCT. BINNENVAART3,710,46,7181%7,711,53,849%
 01 Sleep/duw/sleepduwboten0,60,0– 0,6– 100%0,60,0– 0,6– 100%
 02 EG-sloopregeling 1101/89–  0,00,0– 4,03,6– 0,4– 10%
 03 EG-sloopregeling 3690/923,16,63,5113%3,14,21,135%
 04 EG-sloopregeling 3039/94–  0,00,0–  0,50,5100%
 05 EG-sloopregeling 2839/95– 3,83,8100%–  3,23,2100%

d. Toelichting op verschillen

In 1996 is van de regeling op artikelonderdeel 01 geen gebruik gemaakt omdat de nieuwe regeling aantrekkelijker is.

Op artikelonderdeel 03 zijn in het afgelopen jaar 10 sloopvergunningen afgegeven door de Commissie. Voor 4 van deze schepen is in 1996 een betaling verricht; de overige 6 schepen waarvoor een sloopvergunning is afgegeven zullen vermoedelijk in 1997 betaald worden.

In 1996 is op artikelonderdeel 04 nog een betaling verricht van f 0,5 mln. voor 4 schepen waarvan de sloop reeds in 1995 was uitgevoerd. Deze betalingen konden niet meer in dat jaar worden verricht.

Op onderdeel 05 heeft een desaldering plaatsgevonden met het ontvangstenartikel 03.41.05. Voor de uitvoering van deze eenmalige sloopactie is ca. f 3,8 mln. in 1996 van de EU ontvangen. Hiervan is in 1996 f 3,2 mln. tot betaling gekomen. Begin 1997 zal het restant uitbetaald worden.

04 Luchtvaartaangelegenheden

Algemeen

Artikel 04.01 Personeel en materieel rijksluchtvaartdienst

a. Grondslag

In dit artikel zijn opgenomen alle verplichtingen en uitgaven die nodig zijn voor het functioneren van het ambtelijk apparaat van het Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienst (RLD).

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
04.01 PERSONEEL EN MATERIEEL RLD37,842,54,712%37,842,44,612%
 01 Actief regulier personeel28,530,62,17%28,530,52,07%
 02 Overige personeelsuitgaven0,82,61,8225%0,82,61,8225%
 03 Materieel8,59,30,89%8,59,30,89%

d. Toelichting op verschillen

De overschrijding van artikelonderdeel 02 Overige personele uitgaven heeft met name betrekking op de extra inhuur als gevolg van de groei van het takenpakket van de RLD (zie de tweede begrotingswijziging over 1996) alsmede gaat het om hogere uitgaven voor langdurig zieken.

Voor de toelichting op de ten laste van dit artikel geboekte uitgaven voor de tegemoetkoming ziektekosten van ambtenaren (f 1,3 mln.) wordt verwezen naar het algemene deel van deze toelichting onder M&O-problematiek.

Artikel 04.05 Aanschaf van een vliegtuig ten behoeve van de regering en van de leden van het Koninklijk Huis

a. Grondslag

In lijn met de besluitvorming van het kabinet inzake de vervanging van het regeringsvliegtuig is gekozen voor de aanschaf van een Fokker-70 VIP.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
04.05 AANSCHAF REGERINGSVLIEGTUIG4,44,4100%5,06,41,428%

d. Toelichting op verschillen

De hogere verplichtingenrealisatie heeft voornamelijk betrekking op de inruil van het oude regeringsvliegtuig.

Bij het besluit tot aankoop in 1994 van het nieuwe regeringsvliegtuig is de inruilwaarde in mindering gebracht op de aanschafwaarde van het nieuwe vliegtuig. De Comptabiliteitswet schrijft evenwel voor dat beide elementen apart zichtbaar moeten worden gemaakt in de begroting (zie ook M 04.05).

Mobiliteit

Artikel 04.10 Beheer en ontwikkeling luchthavens

a. Grondslag

De uitgaven hebben betrekking op de ontwikkeling van infrastructuur op en om de regionale luchthavens, bijdragen in de exploitatie van de luchthavens en op de kosten die zijn gemoeid met de aanwijzing van luchthavens.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
04.10 BEHEER EN ONTWIKKELING LUCHTHAVENS48,215,4– 32,8– 68%18,212,1– 6,1– 34%
 01 Ontwikkeling infrastruct. luchth.36,00,0– 36,0– 100%6,00,0– 6,0– 100%
 02 Exploitatie luchthavens6,48,62,234%6,45,9– 0,5– 8%
  03 Kosten aanwijzing luchthavens2,83,60,829%2,83,10,311%
  06 Struct.schema Burgerluchtvrt.terr.3,03,20,27%3,03,10,13%

d. Toelichting op verschillen

De oorspronkelijk voor Ontwikkeling infrastructuur luchthavens (01) geraamde bedragen zijn in 1996 niet gerealiseerd. Het laat in het jaar tot stand komen van een besluit over het toestaan van nachtvluchten heeft ertoe geleid dat de daadwerkelijke aanbesteding met betrekking tot de Oost-Westbaan op de luchthaven Maastricht niet kon starten in 1996.

Artikel 04.11 Zonering in het kader van de luchtvaartwet

a. Grondslag

Op dit artikel worden de uitgaven verantwoord met betrekking tot het aanbrengen van geluidwerende voorzieningen danwel het amoveren van woningen rond Schiphol en de regionale luchthavens.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
04.11 ZONERING I.H.K.V. DE LUCHTVAARTWET59,417,5– 41,9– 71%59,420, 4– 39,0– 66%
  1 Isolatiekosten Schiphol fase 159,015,4– 43,6– 74%59,019,0– 40,0– 68%
  2 Isolatiekosten regionale luchthavens0,00,00,00,0
  3 Isolatiekosten luchthaven Maastricht0,00,00,00,0
  4 Ruimtelijke maatregelen0,40,0– 0,4– 100%0,40,0– 0,4– 100%
  5 Isolatiekosten Schiphol fase 22,12,11,41,4

c. Volume- en prestatiegegevens en (begrotings)kentallen

Kasuitgaven 1996 (bedr. x f 1 000)BegrotingRealisatieVerschil
– isolatie Schiphol fase 14 6824 682
– isolatie Schiphol fase 2, en    
projekt- en procedurele kosten fase 250 5001 446– 49 054
– terugbetaling SGIS (fase 1)8 54014 3435 803
– ruimtelijke maatregelen35022– 328
Totaal59 39020 493– 38 897

d. Toelichting op verschillen

In de oorspronkelijke begroting 1996 zijn zowel de voor dat jaar geraamde kosten van de eerste (f 8,5 mln.) als de tweede fase (f 50,5 mln.) Isolatie Schiphol geraamd. Om de uitgaven ten behoeve van de tweede fase inzichtelijker te maken, is een nieuw onderdeel (05) ingevoerd en is de verplichtingen- en kasraming daarnaar overgeboekt.

Met betrekking tot het geluidsisolatieprojekt Schiphol fase 1 (GIS 1) heeft V&W zich contractueel verplicht tot het terugbetalen van de voorfinanciering door de SGIS indien de ontvangsten de uitgaven overtreffen. In 1996 was dit het geval (ca. f 14 mln.).

De uitgaven voor de isolatie van woningen ten behoeve van fase 1 bedroegen ongeveer f 5 mln.

Wat betreft fase 2 geldt dat de aanwijzing Schiphol in 1996 vertraging heeft opgelopen. Dit werd veroorzaakt door onder andere niet voorziene factoren bij de vaststelling van de spreidingsgebieden ten behoeve van de berekening van de geluidszones.

De aanwijzing is bepalend voor het moment dat daadwerkelijk met de isolatiewerkzaamheden kan worden begonnen. Het exacte aantal woningen binnen de geluidszones is pas te bepalen na de definitieve aanwijzing. Gevolg hiervan was dat in 1996 niet kon worden gestart met de daadwerkelijk isolatie van woningen binnen de geluidszones; door middel van de eerste en tweede suppletoire wet over 1996 zijn de ramingen hiervoor neerwaarts bijgesteld. De uiteindelijk gerealiseerde uitgaven hebben betrekking op de voorbereidingskosten.

Op onderdeel 04 Ruimtelijke maatregelen was rekening gehouden met de aanschaf en amovering van 1 woning. De procedure is vertraagd omdat de verkoper nog niet akkoord is gegaan met de geboden financiële voorwaarden.

Artikel 04.12 Garanties voor de aflossing en rentebetalingen op aangegane geldleningen ten behoeve van de luchtvaart

a. Grondslag

Het betreft diverse garanties ten behoeve van hieronder nader gespecificeerde bedrijven op het gebied van de luchtvaart.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
04.12 GARANTIES T.B.V. DE LUCHTVAART0,00,0Mem.0,00,0

c. Garantieoverzicht

01 N.V. LUCHTHAVEN SCHIPHOL (bedragen x f 1 000)BegrotingRealisatieVerschil
Garantieplafond52 06852 0680
Vervallen/te vervallen13 16813 1680
Uitstaand risico 31/12/199638 90038 9000
02 N.V. LUCHTHAVEN MAASTRICHT (bedragen x f 1 000)BegrotingRealisatieVerschil
Garantieplafond46460
Vervallen/te vervallen1514– 1
Uitstaand risico 31/12/199631321
03 N.V. LUCHTVAARTTERREIN TEXEL (bedragen x f 1 000)BegrotingRealisatieVerschil
Garantieplafond14162
Vervallen/te vervallen40– 4
Uitstaand risico 31/12/199610144
04 DUITS NEDERLANDSE WINDTUNNEL (bedragen x f 1 000)BegrotingRealisatieVerschil
Garantieplafond15 74615 7460
Vervallen/te vervallen2 0102 0100
Uitstaand risico 31/12/199613 73613 7360
05 N.V. LUCHTHAVEN TWENTE (bedragen x f 1 000)BegrotingRealisatieVerschil
Garantieplafond8508500
Vervallen/te vervallen000
Uitstaand risico 31/12/19968508500
06 NLRGC (bedragen x f 1 000)BegrotingRealisatieVerschil
Garantieplafond4 6504 6500
Vervallen/te vervallen000
Uitstaand risico 31/12/19964 6504 6500

Veiligheid in verkeer en vervoer

Artikel 04.20 Veiligheid en toezicht op het gebied van de luchtvaart

a. Grondslag

Het beleid is er op gericht om in het licht van de ontwikkelingen in de luchtvaart toezichthoudende taken uit te voeren ter handhaving van het veiligheidsniveau en de milieunormen zowel in de lucht als op luchthavens.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
04.20 VEILIGH./TOEZICHT O.H.G.V.LUCHTVAART5,96,10,23%5,96,20,35%
 01 Luchtvaartinspectie2,02,00,00%2,02,00,00%
 02 Bijdragen en vergoedingen3,94,10,25%3,94,20,38%

c. Volume- en prestatiegegevens en (begrotings)kentallen

Bijdragen en vergoedingen (bedr. x f 1 000)BegrotingRealisatieVerschil
– examencommissies1 9501 771– 179
– milieucommissies1 0221 161139
– Kon. Ned. Vereniging voor Luchtvaart9111 166255
– VACS 6767
Totaal3 8834 165282

Artikel 04.21 Bijdrage aan ZBO luchtverkeersbeveiliging

a. Grondslag

Op dit artikel worden de uitgaven verantwoord die betrekking hebben op het beleid ten aanzien van de Nederlandse verkeersleidingsdienstverlening.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
04.21 BIJDRAGE AAN ZBO LVB30,743,512,842%31,340,59,229%
 04 Regionale velden25,637,411,846%26,234,48,231%
 05 Vrijgestelde vluchten5,16,11,020%5,16,11,020%

d. Toelichting op verschillen

De hogere bijdrage aan het ZBO LVB is voornamelijk veroorzaakt door de afkoop van de huurpenningen met betrekking tot de LVB-opstallen op Eelde; zie eveneens het gestelde hieromtrent in de tweede suppletoire begroting over 1996.

Voorwaarden scheppen

Artikel 04.31 Onderzoek en ontwikkeling

a. Grondslag

Onder dit artikel vallen de gebudgetteerde bedragen voor exploitatie en investeringen bij de stichting Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR).

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
04.31 ONDERZOEK EN ONTWIKKELING60,768,98,214%65,267,72,54%
 01 Opdrachten NLR en NLRGC3,211,48,2256%3,25,42,269%
 02 Exploitatie NLR38,438,40,00%38,438,40,00%
 03 Investeringen NLR en ETW14,614,60,00%19,119,10,00%
 04 Onderzoeken o.h.g.v. de luchtvaart4,34,30,00%4,34,60,37%
 05 PMMS0,20,20,00%0,20,20,00%

d. Toelichting op verschillen

De hogere verplichtingen- en uitgavenrealisatie voor opdrachten NLR/NLRGC houden met name verband met de co-financiering van een projekt uit het vierde Europese kaderprogramma.

05 Zeescheepvaart en maritieme aangelegenheden

Algemeen

Artikel 05.01 Personeel en materieel Directoraat Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken

Voor de toelichting op de ten laste van dit artikel geboekte uitgaven voor de tegemoetkoming ziektekosten van ambtenaren (f 2,3 mln.) wordt verwezen naar het algemene deel van deze toelichting onder M&O-problematiek.

Mobiliteit

Artikel 05.10 Verkeersregeling zeescheepvaart

a. Grondslag

Deze uitgaven houden verband met de (milieu-)veilige en vlotte afwikkeling van het scheepvaartverkeer op de zeescheepvaartwegen van en naar de Nederlandse zeehavens en op de Noordzee.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
05.10 VERKEERSREGELING ZEESCHEEPVAART14,521,46,948%24,228,13, 916%

d. Toelichting op verschillen

Eind 1996 is tussen het Rijk (V&W) en de gemeente Rotterdam een overeenkomst gesloten, waarin de kapitaallasten van het VBS-systeem op de Nieuwe Waterweg verdeeld worden.

Hiermee is een einde gekomen aan een discussie die sinds 1989 gevoerd werd. Overeengekomen is dat V&W jaarlijks f 7,5 mln. via het Gemeentefonds bijdraagt. Dit komt in de plaats van de bijdrage aan de midlife conversie, waaraan tot aan het eind van 1996 toe f 0,9 mln. was bijgedragen.

Voorwaarden scheppen

Artikel 05.30 Maritieme politiek

a. Grondslag

De uitgaven op dit artikel zijn gericht op de behartiging van de politieke, economische en sociale belangen van de Nederlandse maritieme sector in internationaal en nationaal verband.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
05.30 MARITIEME POLITIEK1,62,81,275%2,02,70,735%

d. Toelichting op verschillen

Een aantal welzijnsinstellingen in de Binnenvaart werd tot en met 1995 gesubsidieerd door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). In verband met gewijzigde kerntaken bouwt SZW deze subsidieregeling af. Na overleg met V&W is besloten dat V&W met ingang van 1996 de subsidieregeling van SZW overneemt.

De jaarlijkse subsidie van ca. f 1,1 mln aan de Stichting Zeemanswelzijn betreft een aandachtsveld van DGSM en wordt daarom op dit artikel verantwoord.

Artikel 05.31 Stimulering zeescheepvaartsector

a. Grondslag

De uitgaven op dit artikel hebben betrekking op het geheel van maatregelen waarmee de Nederlandse zeescheepvaartsector wordt gestimuleerd.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
05.31 STIMULERING ZEESCHEEPVAARTSECTOR12,97,3– 5,6– 43%21, 520,9– 0,6– 3%
  01 Steunverlening zeescheepvaart7,15,6– 1,5– 21%15,719,13,422%
  02 Stimulering kennisinfrastructuur5,81,7– 4,1– 71%5,81,8– 4,0– 69%

d. Toelichting op verschillen

Ten behoeve van ondermeer de afwikkeling van de bijdrage aan de Stichting Coördinatie Maritiem Onderzoek (CMO) en de subsidie aan het Nederlands Instituut voor het Maritiem Onderzoek (NIM), is in 1996 f 4 mln. naar de begroting van het ministerie van Economische Zaken overgeboekt.

Artikel 05.32 Zeehavenontwikkeling

a. Grondslag

Op dit artikel worden de rijksbijdragen verantwoord inzake zeehavenprojecten. Deze vorm van medefinanciering door het Rijk vloeit voort uit de in het Regeerakkoord vastgelegde intentie ter versterking van de economische infrastructuur en is nader uitgewerkt in de nota Zeehavenontwikkeling.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
05.32 ZEEHAVENONTWIKKELING20,0102,882,8414%20, 026,06,030%

d. Toelichting op verschillen

De hogere verplichtingenrealistie van ca. f 82,8 mln. houdt verband met het feit dat de beschikbare gelden voor de Haven Interne Projecten (HIP) meerjarig zijn toegezegd aan de gegadigden. In de begroting was oorspronkelijk een 1:1 relatie verondersteld met de uitgavenraming.

Doordat zich elders binnen de begroting enkele kasvertragingen aftekenden is op dit artikel uiteindelijk f 6 mln. meer tot betaling gekomen. De HIP-regeling voorziet in de toepassing van deze mogelijkheid.

06 Telecommunicatie en postzaken

Algemeen

Artikel 06.01 Personeel en materieel hoofddirectie telecommunicatie en post

a. Grondslag

In dit artikel zijn opgenomen alle verplichtingen en uitgaven die nodig zijn voor het functioneren van het ambtelijk apparaat van de Hoofddirectie Telecommunicatie en Post (HDTP).

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
06.01 PERSONEEL EN MATERIEEL HDTP20,225,14,924%20,222,82,613%
  01 Actief regulier personeel11,710,5– 1,2– 10%11,710,5– 1,2– 10%
  02 Overige personeelsuitgaven0,71,91,2171%0,71,71,0143%
  03 Materieel7,812,74,963%7,810,62,836%

d. Toelichting op verschillen

De hogere verplichtingen- en uitgavenrealisatie op dit artikel doet zich bijna geheel voor op het materieel budget (03).

De HDTP had in 1996 te maken met een aantal zaken die het kenmerk hadden dat ze complex zijn, nieuw als beleidsfenomeen en binnen een bepaalde termijn gerealiseerd moeten worden. Dit laatste vaak door Europese besluitvorming. Het betrof bijvoorbeeld de projekten Wet op de Telecommunicatievoorzieningen, vergunning verlening Interimwettoets en het Europees voorzitterschap. Om deze doelen ook daadwerkelijk te kunnen realiseren was er, naast eigen mankracht, extra geld nodig voor inhuur en uitbesteding. In 1996 ging het om f 1,8 mln., waarvan f 1,4 mln. op dit artikel is verantwoord; het resterende bedrag is op uitgavenartikel 06.10 gerealiseerd.

Het restant van de overschrijding wordt voornamelijk verklaard door diverse bijstellingen, ondermeer met betrekking tot de opbouw van de TND-organisatie, de overdracht van GSM-taken aan RDR, projekten Oost-Europa , Ermes en DCS1800; voor een meer uitvoerige uiteenzetting wordt verwezen naar het gestelde in de tweede begrotingswijziging over 1996.

Met de kosten van inhuur is in de begroting 1996 rekening gehouden op artikelonderdeel 01 Aktief regulier personeel; de verantwoording dient evenwel plaats te vinden op de Overige personeelsuitgaven (02). De (tegengestelde) mutaties op beide artikelonderdelen, hebben hierop betrekking.

Voor de toelichting op de ten laste van dit artikel geboekte uitgaven voor de tegemoetkoming ziektekosten van ambtenaren (f 0,4 mln.) wordt verwezen naar het algemene deel van deze toelichting onder M&O-problematiek.

Voorwaarden scheppen

Artikel 06.02 Bijdrage aan het agentschap Rijksdienst voor de Radiocommunicatie

a. Grondslag

Op dit artikel worden de uitgaven verantwoord die betrekking hebben op de ondersteuning van het agentschap RDR.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
06.02 BIJDRAGE AAN HET AGENTSCHAP R.D.R.10,810,8100%10,810,8100%

d. Toelichting op verschillen

De realisatie heeft betrekking op de kosten met betrekking tot de ondersteuning van het agentschap bij de overgang naar een baten/lasten-stelsel. Zie ook de memorie van toelichting bij met name de eerste begrotingswijzing over 1996.

Artikel 06.10 Telecommunicatie en post

a. Grondslag

Op dit artikel worden alle uitgaven geraamd die een rechtstreekse relatie hebben met de beleidsterreinen waarop de HDTP activiteiten verricht.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
06.10 TELECOMMUNICATIE EN POST6,66,3– 0,3– 5%6,66,1– 0,5– 8%
 01 Specifieke uitgaven1,61,90,319%1,61,70,16%
 02 Bijdragen internationale organ.4,44,40,00%4,44,40,00%
 03 Automatisering0,60,0– 0,6– 100%0,60,0– 0,6– 100%

c. Volume- en prestatiegegevens en (begrotings)kentallen

02 Bijdr. Internationale organisaties (x f 1 000)BegrotingRealisatieVerschil
– Int. Tel. Union (ITU)3 5003 491– 9
– Univ. Postal Union (UPU)38042444
– Conf. Adm. Post. Tel. (CEPT)607919
– Eur. Tel. Standard Inst. (ETSI)440418– 22
Totaal4 3804 41232

d. Toelichting op verschillen

De op artikelonderdeel 03 Automatisering oorspronkelijk geraamde uitgaven en verplichtingen zijn met ingang van 1996 overgeboekt naar artikel 06.01 (Personeel en materieel).

Artikel 06.11 Herplaatsing aandelen KPN

a. Grondslag

Op dit artikel staan de aanloopkosten voor de tweede tranche van de herplaatsing van de aandelen KPN.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
06.11 HERPLAATSING AANDELEN KPN0,00,0Mem.0,20,2100%

d. Toelichting op verschillen

In 1995 heeft de verkoop van de tweede tranche van het aandelenpakket in KPN plaatsgevonden. De hiermee gemoeide verkooponafhankelijke uitgaven (met name juridische -, PR- en financiële adviseurs) zijn geheel in 1995 als betalingsverplichting vastgelegd (zie slotwet over 1995); een aantal rekeningen is eerst begin 1996 betaald.

07 Meteorologische aangelegenheden

Algemeen

Artikel 07.01 Personeel en materieel Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

a. Grondslag

Op dit artikel zijn opgenomen alle verplichtingen en uitgaven die samenhangen met de voorfinanciering van de RGD voor de nieuwbouw van het KNMI en de uitgaven met betrekking tot de nieuwbouw.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
07.01 PERSONEEL EN MATERIEEL KNMI9,20,4– 8,8– 96%9,20,4– 8,8– 96%

d. Toelichting op verschillen

In de begroting was f 9,2 mln. opgenomen ter voor-financiering van de Rijksgebouwendienst (RGD). Dit bedrag is hiervoor niet aangewend omdat de RGD heeft aangegeven het geld niet in 1996 nodig te hebben. De realisatie heeft betrekking op gemaakte kosten in verband met de verhuizing; zie ook de memorie van toelichting bij de tweede begrotingswijziging over 1996.

Artikel 07.04 Bijdragen internationale organisaties

a. Grondslag

Het betreft met name de bijdrage aan de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO). De WMO speelt een hoofdrol bij het maken en handhaven van wereldwijde afspraken inzake inzameling, uitwisseling en bewerking van meteorologische gegevens. De organisatie speelt in toenemende mate een rol op het gebied van klimaat: coördinatie van klimaatwaarnemingen en het stimuleren van het onderzoek.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
07.04 BIJDRAGEN INTERNATIONALE ORGAN.1,80,2– 1,6– 89%1,81,5– 0,3– 17%

c. Volume- en prestatiegegevens en (begrotings)kentallen

Specificatie WMO-begroting (in f 1 000)Eenheid1996:
  Begr.Real.
Bijdrage WMOSfr.72 00062 200
Nederlandse contributie%1,841,59
Koers 1Sfr.Hfl.1,341,39
Raming/realisatie 07.04Hfl.1 7781 372

d. Toelichting op verschillen

Door een gewijzigde ramingssystematiek voor de contributiebetalingen aan het WMO – eens in de twee jaar wordt een verplichting aangegaan voor de komende twee jaren – kon volstaan worden met een lagere verplichtingenrealisatie.

Artikel 07.05 Bijdragen aan het agentschap KNMI

a. Grondslag

Op dit artikel wordt de bijdrage aan het agentschap KNMI geraamd. Het betreft voornamelijk betalingen voor het afnemen van geleverde produkten.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingVerplichtingenUitgaven
 Begr.Real.VerschilBegr.Real.Verschil
07.05 BIJDRAGEN AAN HET AGENTSCHAP KNMI51,752,60,92%51,752,60,92%

c. Volume- en prestatiegegevens en (begrotings)kentallen

Specificatie bijdrage 1996 (in f 1 000)BegrotingRealisatie
– afname produkten49 15750 101
– investeringsbijdrage2 5002 500
Totaal51 65752 601

08 Rijksdienst voor het wegverkeer

De Rijksdienst voor het Wegverkeer is per 1 juli 1996 verzelfstandigd. De taken worden vanaf die datum uitgevoerd door het Zelfstandig BestuursOrgaan Dienst Wegverkeer (RDW). Door de verzelfstandiging van de RDW is de begroting voor 1996 door middel van de tweede suppletoire wet over dat jaar (Wet van 30 januari 1997, Stb. 49; Kamerstukken II, 1996–1997, 25 141, XII) aangepast.

Voor een uitgebreide uiteenzetting bij de totstandkoming van de mutaties per artikel wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij genoemde wet.

In het slotregularisatievoorstel over 1996 zijn tenslotte nog enkele correcties opgenomen op grond van de accountantscontrole, verschuivingen van uitgaven waarvan bij Najaarsnota werd aangenomen dat deze uitgaven op het personele artikel moesten worden verantwoord, maar die bij nader inzien ten laste van het bijdrage-artikel met de RDW zijn gebracht en de voorlopige afrekening van de (voorlopige) vaststelling van de slotbalans.

Voor de toelichting op de ten laste van uitgavenartikel 08.01 geboekte uitgaven voor de tegemoetkoming ziektekosten van ambtenaren (f 2,9 mln.) wordt verwezen naar het algemene deel van deze toelichting onder M&O-problematiek.

1.2.2 Ontvangsten

01 Algemene departementale aangelegenheden

Algemeen

Artikel 01.01 Personeel en materieel centrale diensten

a. Grondslag

Op dit artikel zijn de ontvangsten geraamd die betrekking hebben op actief regulier personeel en overige personele aangelegenheden alsmede die verband houden met de materiële uitgaven van de Centrale Diensten.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
01.01 PERSONEEL EN MATERIEEL CENTRALE DIENSTEN1,04,63,6360%
 01 Actief regulier personeel0,10,10,00%
 02 Overige personeelsontvangsten3,73,7100%
 03 Materieel0,90,8– 0,1– 11%

d. Toelichting op verschillen

Door het ministerie van BiZa worden aan de voormalige medewerkers van de Luchtverkeersbeveiliging (LVB) diverse ontslaguitkeringen verstrekt en bij V&W in rekening gebracht (uitgavenartikel 01.02 Post-aktieven). Vervolgens worden deze uitgaven weer aan de LVB doorberekend.

De van de LVB terug te vorderen uitkeringen over 1995 bedroegen in totaal ca. f 3,5 mln. en zijn ten gunste van artikelonderdeel 02 verantwoord.

Artikel 01.10 Ruimtevaartactiviteiten

a. Grondslag

Het betreft hier budgetoverschotten van verschillende ruimtevaartorganisaties op uit voorgaande jaren ontvangen bijdragen en terugbetalingen door andere departementen van opgenomen voorfinancieringen.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
01.10 RUIMTEVAARTACTIVITEITEN2,05,13,1155%

d. Toelichting op verschillen

Onderstaand is de ontvangstenrealisatie nader gespecificeerd.

Omschrijving programma'sOntvangsten 1996 (x f 1 000)
1ERS-2 fase C/D/E11
2MOP252
3GB306
4MTP946
5MSG (besluit van 8 maart en 8 mei 1991)293
6EPS pre production328
7MSG (financiering door V&W, in afwachting van departementale afspraken)98
8ENVISAT, Terugbetaling door het ministerie van LNV1 575
9MTP, Terugbetaling van OCW voor door V&W voorgefinancierde bijdrage1 300
Totaal 5 109

ad 8:

Het ministerie van LNV heeft (in overleg met V&W) de door V&W voorgefinancierde bedragen versneld terugbetaald; voor 1996 betekende dit een extra ontvangst van f 1,1 mln.

Door de aan de aardobservatieprogramma's deelnemende ministeries is verder overeengekomen dat alle betalingen ten laste moeten komen van OC&W en LNV; dit heeft geresulteerd in een extra betaling van LNV aan V&W van f 0,4 mln.

ad 9:

Van het ministerie van OC&W is f 1,3 mln. ontvangen. Dit bedrag was door V&W voorgefinancierd.

Artikel 01.15 Bijdragen ten laste van het Fonds economische structuurversterking (Fes)

a. Grondslag

Ten gunste van dit artikel worden alle bijdragen vanuit het Fes verantwoord.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
01.15 BIJDRAGEN TEN LASTE VAN HET FES34,626,3– 8,3– 24%

d. Toelichting op verschillen

Onderstaand is een onderbouwing verstrekt van de geraamde- en de gerealiseerde Fes-bijdrage alsmede is aangegeven op welke artikelen de projekten worden verantwoord. De lagere realisatie is een gevolg van vertragingen op deze projekten.

Specificatie bijdrage 1996 (in mln.)BegrotingRealisatie
U 02.35: Landwater-impuls11,68,0
U 02.52: Ondergronds bouwen15,011,2
U 03.40: Transporttechnologie8,06,8
Totaal34,626,0

02 Rijkswaterstaatsaangelegenheden

Algemeen

Artikel 02.01 Personeel en materieel rijkswaterstaat

a. Grondslag

Op dit artikel worden de ontvangsten geraamd die gerelateerd zijn aan de personele en materiële uitgaven op het overeenkomstige uitgavenartikel.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
02.01 PERSONEEL EN MATERIEEL RIJKSWATERSTAAT23,936,913,054%
 01 Actief regulier personeel13,125,112,092%
 02 Overige personeelsontvangsten–  2,32,3100%
 03 Materieel10,89,5– 1,3– 12%

d. Toelichting op verschillen

De meerontvangsten zijn voornamelijk het gevolg van door Rijkswaterstaat verrichte (personeels)werkzaamheden voor derden, waarvan de kosten geheel of gedeeltelijk zijn doorberekend.

Tevens is sprake van toegenomen inkomsten uit schaderijdingen- en varingen alsmede waren de bijdragen van ouders met betrekking tot de kinderopvang hoger dan voorzien.

Artikel 02.03 Specifieke ontvangsten Rijkswaterstaat

a. Grondslag

Op dit artikel worden specifieke ontvangsten van RWS verantwoord.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
02.03 SPECIFIEKE ONTVANGSTEN RWS3,07,84,8160%

d. Toelichting op verschillen

De hogere inkomsten zijn ondermeer verkregen uit de verkoop van een vijftal schepen en bijdragen in het tweede Nationaal Remote Sensing Programma (BCRS-NRSP-II), waarvan de uitgaven op het overeenkomstige uitgavenartikel worden verantwoord.

Waterkeren

Artikel 02.12 Onderhoud waterkeringen

a. Grondslag

De inkomsten op dit artikel houden verband met de uitgaven op het overeenkomstige uitgavenartikel.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
02.12 ONDERHOUD WATERKERINGEN0,25,55,32 650%

d. Toelichting op verschillen

De hogere realisatie wordt verklaard uit het feit dat door derden is bijgedragen in uit te voeren zandsuppleties in de Noord-Oosthoek van Vlieland.

Daarnaast zijn er ontvangsten verkregen die betrekking hebben op de Europese bijdrage voor de sluis van het uitwateringskanaal Gorkum-Dalem en de exploitatie van het Topshuis. Hiermee kon bij het opstellen van de begroting voor het jaar 1996 nog geen rekening worden gehouden.

Artikel 02.19 Sociaal-economische ontwikkeling IJsselmeerpolders

a. Grondslag

De opbrengsten betreffen in hoofdzaak verkopen van gronden in de stedelijke gebieden van Almere en Zeewolde, van agrarische objecten in het landelijk gebied alsmede de opbrengsten van pachten en erfpachten.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
02.19 SOCIAAL-ECONOM. ONTWIKKELING IJSSELMEERPOLDERS29,6178,1148,5502%

d. Toelichting op verschillen

De hogere ontvangsten van ca. f 148 mln. kunnen als volgt worden gespecificeerd:

– Meer grondaankopen door gemeenten dan verwachtf 74 mln;
– Grootschalige aankoop door pachters van bedrijfsgebouwen en gronden wegens gewijzigd beleid bij Domeinenf 63 mln;
– Hogere opbrengsten uit pachten als gevolg van pachtsprijsherzieningf  5 mln;
– Overig domeinbeheer en incidentele verkopen als gevolg van privatiseringenf  5 mln;
– terugbetaling inzake een grondtransaktief  1 mln.

Artikel 02.23 Specifieke ontvangsten waterkeringen

a. Grondslag

Op dit artikel worden de inkomsten verantwoord die een relatie hebben met het overeenkomstige uitgavenartikel.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
02.23 SPECIFIEKE ONTVANGSTEN WATERKERINGEN0,50,1– 0,4– 80%

d. Toelichting op verschillen

De geraamde ontvangsten voor Coastel Zone Management Center zijn in 1996 niet ontvangen.

Artikel 02.24 Deltaplan Grote Rivieren

a. Grondslag

Tot het Deltaplan grote Rivieren behoren niet alleen de rivierdijkversterkingen, maar ook de versterkingen in het kader van de Deltawet van 1958.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
02.24 DELTAPLAN GROTE RIVIEREN11,211,2100%

d. Toelichting op verschillen

Als gevolg van de uitvoering van de DGR-projekten Ramspol, Hollandsch Duitsch Gemaal en dijken West-Overijssel zijn er ontvangsten gegenereerd op dit artikel.

Waterbeheren

Artikel 02.33 Onderhoud waterhuishouding

a. Grondslag

Op dit artikel worden de ontvangsten verantwoord voor de bestrijding van olie en andere verontreiniging op zee wanneer materieel ten behoeve van derden is ingezet, danwel waarvan de kosten door de veroorzaker – voor zover te achterhalen – worden gedragen. Verder komen ten gunste van dit artikel de bijdragen van de provincies Drenthe en Overijssel in de kosten van de bemaling van het Meppelerdiep.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
02.33 ONDERHOUD WATERHUISHOUDING0,74,33,6514%
 01 Terugbetaling bestrijding verontreiniging– 0,60,6100%
 02 Overige bijdragen0,73,73,0429%

d. Toelichting op verschillen

De ontvangsten op onderdeel 01 hebben betrekking op verhaalacties met betrekking tot verontreinigingen in de Noordzee.

In verband met de eindafrekening met de provincie Groningen voor de Rioolzuiveringsinstallatie Delfzijl zijn er tevens hogere ontvangsten op onderdeel 02 gerealiseerd. Hiermee kon bij het opstellen van de begroting voor 1996 nog geen rekening worden gehouden.

Artikel 02.36 Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren

a. Grondslag

Op dit artikel worden de ontvangsten verantwoord van de heffingen als bedoeld in artikel 19 van de WVO, voor de lozingen van zuurstofbindende en andere stoffen in oppervlaktewateren in beheer van het Rijk.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
02.36 WET VERONTREINIGING OPPERVLAKTEWATEREN110,386,4– 23,9– 22%

d. Toelichting op verschillen

De forse verlaging van de ontvangsten kan geheel worden toegeschreven aan een kleiner aantal vervuilingseenheden dan waarmee oorspronkelijk in de begroting rekening is gehouden. Dit is het gevolg van de reductieregeling voor zuiveringsinstallaties in beheer bij lagere overheden.

Wat betreft de M&O-problematiek wordt verwezen naar het gestelde in het algemeen deel van de toelichting.

Artikel 02.38 Herstel watersystemen

a. Grondslag

Op dit artikel worden de ontvangsten van derden verantwoord die betrekking hebben op de kosten van maatregelen ten behoeve van het herstel van watersystemen.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
02.38 HERSTEL WATERSYSTEMEN0,26,05,82 900%

d. Toelichting op verschillen

De hogere ontvangsten hebben met name betrekking op een niet geraamde bijdrage in het Drainage Executive Management projekt (DEMP) in Egypte (in opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken).

Daarnaast zijn bijdragen ontvangen van de NAM voor uitgevoerde werken in de jaren 1993 tot en met 1995, van het ministerie van LNV voor het natuurontwikkelingsproject de Maat in de Overijsselse Vecht en van derden als vergoeding in de kosten die gemaakt zijn voor laboratoriummateriaal, monitoring/analyse Oostvaardersplassen en cursussen.

Veiligheid in verkeer en vervoer

Artikel 02.62 Registratie van en onderzoek naar verkeersonveiligheid

a. Grondslag

Op dit artikel worden de inkomsten geboekt die worden gerealiseerd door de verkoop van verkeersongevallengegevens aan diverse gebruikers.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
02.62 REGISTRATIE VAN EN ONDERZOEK NAAR VERK.ONVEILIGH.1,73,21,588%

d. Toelichting op verschillen

De hogere ontvangsten zijn het gevolg van een grotere vraag van derden naar ongevallengegevens.

03 Openbaar vervoer en goederenvervoer

Algemeen

Artikel 03.01 Personeel en materieel directoraat-generaal voor het vervoer

a. Grondslag

Op dit artikel worden de ontvangsten geraamd die gerelateerd zijn aan de personele en materiële uitgaven op het overeenkomstige uitgavenartikel.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
03.01 PERSONEEL EN MATERIEEL DGV0,21,00,8400%
 01 Actief regulier personeel0,10,40,3300%
 02 Overige personeelsontvangsten0,10,1100%
 03 Materieel0,10,50,4400%

d. Toelichting op verschillen

Voornamelijk door bijdragen van derden in salariskosten alsmede door inhoudingen op het salaris als bijdragen in de kosten van openbaar vervoer abonnementen woon–werkverkeer, die in het kader van het Vervoersplan aan medewerkers zijn verstrekt, is er op de personele artikelonderdelen ca. f 0,3 mln. meer ontvangen dan geraamd.

De ontvangsten op het materiële onderdeel worden met name verkregen uit dienstverlenende aktiviteiten op het gebied van automatisering.

Artikel 03.02 Onderzoek en ontwikkeling

a. Grondslag

Op dit artikel worden in het kader van onderzoek diverse bedragen ontvangen.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
03.02 ONDERZOEK EN ONTWIKKELING1,20,4– 0,8– 67%

d. Toelichting op verschillen

Doordat de in de begroting geraamde bijdrage aan het projektbureau Integrale Verkeer- en Vervoerstudies niet is verstrekt zijn ook de ontvangsten van de Rijkwaterstaat en de Rijks Planologische Dienst niet verkregen.

Mobiliteit

Artikel 03.18 Vervoer van gevaarlijke stoffen

a. Grondslag

De eventueel te verwachten ontvangsten betreffen ontvangsten ten behoeve van diverse projecten.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
03.18 B&M0,04,74,7100%

d. Toelichting op verschillen

In de begroting was geen rekening gehouden met de terugontvangsten van niet bestede voorschotten uit het Treintaxiproject (financiële afronding van 1993 en 1994) van ca. f 2,4 mln.

Door het ministerie van Economische Zaken is verder voor ca. f 0,9 mln. bijgedragen in de kosten van uitvoering van een onderzoeksproject naar alternatieve vervoerwijzen met de bedoeling tussen metrostation Rotterdam Kralingse Zoom en het kantorencomplex Rivium een onbemand elektronisch bestuurd busje te laten rijden.

Daarnaast zijn op dit artikel een aantal bijdragen van derden geboekt ten behoeve van diverse projekten Goederenvervoer die niet waren voorzien.

Voorwaarden scheppen

Artikel 03.40 Stimulering goederenvervoer

a. Grondslag

De ontvangsten betreffen het aandeel van RWS, RLD en DGSM in de bijdrage van Verkeer en Waterstaat aan Nederland Distributie Land.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
03.40 STIMULERING GOEDERENVERVOER0,61,00,467%

d. Toelichting op verschillen

De hogere realisatie wordt voornamelijk verklaard door een bijdrage van het ministerie van Buitenlandse Zaken in de kosten van uitvoering van het Albanië-projekt (f 0,7 mln.).

Aan de andere kant geldt dat er een budgetuitruil tussen DGV en RWS heeft plaatsgevonden. Hierdoor is ondermeer het aandeel van laatstgenoemde dienst in de bijdrage aan Nederland Distributie Land komen te vervallen.

Artikel 03.41 Herstructurering binnenvaart

a. Grondslag

Deze ontvangsten hangen samen met de sloopregelingen onder het gelijknamige uitgavenartikelen.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
03.41 HERSTRUCTURERING BINNENVAART16,217,71,59%
 02 EG-sloopregeling 1101/8913,110,1– 3,0– 23%
 03 EG-sloopregeling 3690/923,13,90,826%
 05 EG-sloopregeling 2839/95–  3,73,7100%

d. Toelichting op verschillen

Dit jaar is f 3,7 mln. ontvangen van de Europese Unie (EU) ten behoeve van de financiering van een nieuwe incidentele sloopaktie. Om zowel de uitgaven als de ontvangsten voor deze regeling zichtbaar in de begroting te registreren, is een apart onderdeel (05) in de begroting ingevoegd.

04 Luchtvaartaangelegenheden

Algemeen

Artikel 04.01 Personeel en materieel rijksluchtvaartdienst

a. Grondslag

Op dit artikel worden algemene ontvangsten verantwoord uit hoofde van de verkoop van boeken, documenten, deelnemersbijdragen in pc-privé projecten, doorberekende apparaatsuitgaven en dergelijke.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
04.01 PERSONEEL EN MATERIEEL RIJKSLUCHTVAARTDIENST2,22,50,314%
 01 Actief regulier personeel1,31,1– 0,2– 15%
 02 Overige personeelsontvangsten0,10,20,1100%
 03 Materieel0,81,20,450%

d. Toelichting op verschillen

De meerontvangsten zijn ondermeer verkregen uit de administratieve afhandeling van de uitleen van medewerkers, de verkoop van ICAO-documenten en dienstreizen van RLD-medewerkers ten behoeve van derden.

Artikel 04.03 Regeringsvliegtuig

a. Grondslag

De ontvangsten hebben betrekking op de doorberekening van het gebruik van het regeringsvliegtuig aan andere departementen.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
04.03 REGERINGSVLIEGTUIG0,71,10,457%

d. Toelichting op verschillen

Het verschil van f 0,4 mln. betreft een meevaller uit hoofde van de exploitatie van het regeringsvliegtuig.

Artikel 04.05 Ontvangsten verkoop regeringsvliegtuig

a. Grondslag

De ontvangst op dit artikel heeft betrekking op de opbrengst uit de inruil van het oude regeringsvliegtuig. Om deze ontvangst op een juiste wijze te kunnen verantwoorden, is dit (nieuwe) artikel bij Najaarsnota 1996 in de begroting ingevoegd.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
04.05 ONTVANGSTEN VERKOOP REGERINGSVLIEGTUIG4,24,2100%

Mobiliteit

Artikel 04.10 Dividenden

a. Grondslag

Dit betreft ontvangsten uit staatsdeelnemingen in de burgerluchtvaart.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
04.10 DIVIDENDEN48,077,229,261%
 04 KLM41,065,524,560%
 05 Luchthaven Schiphol7,011,74,767%

d. Toelichting op verschillen

De deelnemingen van het Rijk in de N.V. Koninklijke Luchtvaartmaatschappij en in de N.V. Luchthaven Schiphol hebben voor 1996 geresulteerd in een totaal uitgekeerd dividend van ruim f 77 mln.

Artikel 04.11 Zonering in het kader van de luchtvaartwet

a. Grondslag

Het betreft ontvangsten uit heffingen op luchtvaartuigen en passagiers die gebruik maken van de luchthaven Schiphol, voor-financiering door de stichting geluidsisolatie Schiphol (SGIS) en heffingen op luchtvaartuigen die gebruik maken van regionale velden. Uit deze ontvangsten worden isolatieprojekten en de amovering van woningen gefinancierd.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
04.11 ZONERING I.H.K.V. DE LUCHTVAARTWET26,817,0– 9,8– 37%

c. Volume- en prestatiegegevens en (begrotings)kentallen

Toedeling naar inkomsten (bedr. x f 1 000)BegrotingRealisatieVerschil
– Heffingen NVLS fase 1 Schiphol13 25014 3961 146
– Heffingen regionale velden6001 207607
– Financiering SGIS1 4001 400
– Ticketheffing fase 2 Schiphol12 9000– 12 900
Totaal26 75017 003– 9 747

d. Toelichting op verschillen

De lagere realisatie wordt voornamelijk veroorzaakt door de vertraging in de wetswijziging die een ticketheffing ten behoeve van de tweede fase geluidsisolatie Schiphol mogelijk moet maken.

Artikel 04.12 Garantieprovisie

a. Grondslag

Het betreft een garantieprovisie ten behoeve van gegarandeerde leningen van de N.V. luchthaven Schiphol.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
04.12 GARANTIEPROVISIE0,10,20,1100%

d. Toelichting op verschillen

In 1995 is de voor dat jaar geraamde garantieprovisie van de N.V. Luchthaven Schiphol niet ontvangen. Dit bedrag is nu in 1996 verkregen.

Veiligheid in verkeer en vervoer

Artikel 04.20 Veiligheid en toezicht op het gebied van de luchtvaart

a. Grondslag

Voor een groot aantal produkten en tarieven die de Luchtvaartinspectie ten behoeve van de luchtvaartindustrie uitvoert, wordt een tarief in rekening gebracht. Het betreft onder andere tarieven voor bewijzen van bevoegdheid, bewijzen van luchtwaardigheid, ontheffingen, certificaties, erkenningen, examens en vergunningen tot vluchtuitvoering.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
04.20 VEILIGHEID EN TOEZICHT O.H.G.V. DE LUCHTVAART12,78,0– 4,7– 37%

c. Volume- en prestatiegegevens en (begrotings)kentallen

 BegrotingRealisatieVerschil
PRESTATIEGEGEVENS:   
– Ingeschreven vliegtuigen1 9002 165265
– Brevetten2 4001 791– 609
– Erkenningen6050– 10
– Examens14 50015 497997
– Vergunning tot vluchtuitvoering22220
RAMING INKOMSTEN (x f1 000)   
– bewijzen van luchtwaardigheid1 7051 305– 400
– bewijzen van bevoegdheid1 000526– 474
– certificaties3 0001 637– 1 363
– erkenningen2 2501 172– 1 078
– examens2 2752 517242
– vergunning tot vluchtuitvoering1 550523– 1 027
– ontheffingen260129– 131
– nieuwe tarieven5000– 500
Tarieven12 5407 809– 4 731
– Bijdrage Defensie in subsidie aan het KNVvL1651650
Totaal12 7057 974– 4 731

Artikel 04.21 Bijdrage van ZBO Luchtverkeersbeveiliging

a. Grondslag

Dit artikel betreft ontvangsten van het ZBO LVB voor rente en aflossing, afdracht Eurocontrol en vergoeding van de kosten van de interface.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
04.21 BIJDRAGE VAN ZBO LUCHTVERKEERSBEVEILIGING26,831,64,818%
 06 Rente en aflossing18,918,90,00%
 07 Afdracht Eurocontrol7,010,03,043%
 08 Interface0,90,90,00%
 09 Overige ontvangsten–  1,81,8100%

d. Toelichting op verschillen

Uit de afrekening van de Luchtverkeersbeveiliging over 1995 is gebleken dat V&W ca. f 1,8 mln. terugkrijgt. Om een en ander afzonderlijk zichtbaar te kunnen maken, is het nieuwe artikelonderdeel 09 Overige ontvangsten LVB ingevoegd.

De meevallende opbrengst in het kader van de Eurocontrol-heffingen wordt veroorzaakt door de nog resterende nabetaling op basis van de definitieve jaarcijfers 1995 van Eurocontrol, de wijziging van de verdeelsleutel tussen de landen vanwege het toetreden van meer landen tot de organisaties en fluctusties in de verrekenkoers van de ECU.

05 Zeescheepvaart en maritieme aangelegenheden

Mobiliteit

Artikel 05.10 Verkeersregeling zeescheepvaart

a. Grondslag

Onder dit artikel vallen de ontvangsten die verband houden met het aandeel van België in de exploitatiekosten van de Schelderadarketen en de ontvangsten inzake het VBS-tarief.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
05.10 VERKEERSREGELING ZEESCHEEPVAART45,240,2– 5,0– 11%

c. Volume- en prestatiegegevens en (begrotings)kentallen

RegioScheepsbewegingenOpbrengst (x f 1 mln.)
 Begr.Real.Begr.Real.
– Noord1 2002 6860,550,74
– IJmond6 0008 1034,404,46
– Rijnmond34 00030 1976,5522,11
– Scheldemond *5 2006 2324,053,59
Totaal46 40047 21835,5530,90

* excl. Scheldevaarders

d. Toelichting op verschillen

In de begroting is rekening gehouden met een geleidelijke verhoging van het VBS-tarief. In afwachting van de uitkomsten van de evaluatie van de loodswet en de scheepvaartverkeerswet, is er evenwel voor gekozen de tarieven te bevriezen op het niveau van 1995. Dit verklaart de lagere ontvangsten over 1996.

Veiligheid in verkeer en vervoer

Artikel 05.21 Scheepvaartinspectie

a. Grondslag

Op dit artikel worden alle ontvangsten van de Scheepvaartinspectie verantwoord.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
05.21 SCHEEPVAARTINSPECTIE9,29,70,55%

c. Volume- en prestatiegegevens en (begrotings)kentallen

Prestatiegegevens (in aantallen)

 BegrotingRealisatieVerschil
1 Inspecties en certificeringen   
– inspecties koopvaardij5 1004 958– 142
– inspecties visserijschepen3 0002 528– 472
– inspecties binnenvaartschepen2 6003 198598
    
2 Metingen   
– metingen zeeschepen500300– 200
– metingen binnenvaartschepen60063434
– nationaliteitsverklaringen400570170
– zeebrieven600862262
– brandmerken ten behoeve van teboekstellingen5001 8021 302
– inschrijvingen in het rompbevrachtingsregister10155
– bijzondere werkzaamheden100417317
    
3 Examenactiviteiten   
– examens1 000654– 346
– monsterboekjes3 3003 581281
– af- en aanmonsteringen55 00053 884– 1 116
– vaarbevoegdheidsbewijzen6 0002 947– 3 053
– Rijnschipperspatenten400385– 15
– radarpatenten300287– 13

Artikel 05.31 Terugvordering steunverlening zeescheepvaart

a. Grondslag

Dit betreft terugvorderingen van reeds uitbetaalde premies in het kader van de Investeringspremieregeling Zeescheepvaart (IPZ), de Interimregeling Stimulering Zeescheepvaart (ISZ) en de Wet Stimulering Zeescheepvaart (WSZ).

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
05.31 TERUGVORDERING STEUNVERLENING ZEESCHEEPVAARTmem.7,57,5100%

d. Toelichting op verschillen

Van een reder is f 7 mln. ontvangen wegens het niet voldaan hebben aan de IPZ-voorwaarden. De firma is hier tegen in beroep gegaan.

Daarnaast is f 0,5 mln. teruggevorderd van scheepvaartmaatschappijen, omdat de eindafrekening van de investering lager is uitgevallen dan de aan hen verstrekte voorschotten.

06 Telecommunicatie en postzaken

Algemeen

Artikel 06.01 Personeel en materieel hoofddirectie telecommunicatie en post

a. Grondslag

Op dit artikel worden de restituties van het ABP verantwoord. Daarnaast gaat het om bijdragen van andere overheidsinstellingen.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
06.01 PERSONEEL EN MATERIEEL HDTP0,05,45,4100%
 01 Actief regulier personeel0,00,20,2100%
 02 Overige personeelsontvangsten–  0,00,0
 03 Materieel–  5,25,2100%

d. Toelichting op verschillen

De in de begroting 1996 op artikel 06.10 (Ontvangsten telecommunicatie en post) geraamde ontvangsten (f 9,8 mln.) zijn aan het begin van het verslagjaar geheel overgeboekt naar dit artikel.

Met name door een vertraging van 1996 naar 1997 in het verkrijgen van de ontvangsten van de direktie TND (ruim f 4 mln.) is de realisatie hierbij uiteindelijk achtergebleven.

Voorwaarden scheppen

Artikel 06.10 Ontvangsten telecommunicatie en post

a. Grondslag

Dit artikel is met ingang van 1996 komen te vervallen; de raming is door middel van de eerste begrotingswijziging over 1996 structureel overgeboekt naar artikel 06.01.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
06.10 ONTVANGSTEN TELECOMMUNICATIE EN POST9,80,0– 9,8– 100%

Artikel 06.13 Ontvangsten KPN

a. Grondslag

Dit artikel heeft betrekking op de ontvangsten van de rente en aflossing van aan KPN verstrekte leningen.

b. Tabel realisatie afgezet tegen begroting

Bedragen x f 1 mln.

ArtikelomschrijvingOntvangsten
 Begr.Real.Verschil
06.13 ONTVANGSTEN KPN1 333,61 152,1– 181,5– 14%
– Dividend741,3559,8– 181,5– 24%
– Rente181,7181,70,00%
– Aflossing410,6410,60,00%

d. Toelichting op verschillen

Door de herplaatsing in 1995 van aandelen KPN is het belang van de Staat teruggebracht van 70% naar 45%. In verband hiermee is de winstuitkering (dividend) in 1996 met f 182 mln. afgenomen.

BIJLAGE

Verdeling loonbijstelling 1996

(bedragen x f 1 000)

Art.OmschrijvingVerplichtingen 1996Uitgaven 1996
01 Algemene departementale aangelegenheden  
 01Personeel en materieel Centrale diensten621621
 02Post-actieven– 428– 428
 04Personeelsbeleid– 193– 193
 05Onderzoek en ontwikkeling66
 07Functionele kosten Koninklijk Huis6363
 08Crisisbeheersing2222
 09Raden en commissies55
 12Loonbijstelling– 49 554– 49 554
 14Bijdragen aan het Infrastructuurfonds9 2709 270
     
02 Rijkswaterstaatsaangelegenheden  
 01Personeel en materieel Rijkswaterstaat9 4239 423
 17Cultuurtechnische werken IJsselmeerpolders226226
 30Onderzoek en ontwikkeling9898
 51Bijdragen landwegen en oeververbindingen659659
 61Stimulering van en bijdragen aan derden303303
     
03 Openbaar vervoer en goederenvervoer  
 01Personeel en materieel DGV906906
 10Bijdragen openbaar vervoer21 16021 160
 14Stimulering openbaar vervoer236236
 15Schone bussen185185
 16Bedrijfsvervoer116116
 19Bijdragen aan de Nederlandse Spoorwegen4 6014 601
     
04 Luchtvaartaangelegenheden  
 01Personeel en materieel RLD345345
 10Beheer en ontwikkeling luchthavens113113
 20Veiligheid en toezicht op het gebied van de luchtvaart2020
 21Bijdrage aan ZBO LVB285285
 31Onderzoek en ontwikkeling546546
     
05 Zeescheepvaart en maritieme aangelegenhe  
 01Personeel en materieel DGSM578578
     
06 Telecommunicatie en postzaken  
 01Personeel en materieel HDTP100100
     
07 Meteorologische aangelegenheden  
 05Bijdragen aan het agentschap KNMI288288
Totaal  00

2 Saldibalans per 31 december 1996 van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) en de bij die saldibalans behorende toelichting

Activa: 
Begrotingsuitgavenf 10 613 436 830,23
Begrotingsuitgaven 1995f  7 820 352 762,88
Liquide middelenf    2 538 219,65
Intra-comptabele vorderingenf    19 487 123,90
Extra-comptabele vorderingenf    96 907 318,04
Deelnemingenf  5 577 946 120,00
Leningen u/gf  2 689 489 513,75
Voorschottenf  1 452 648 463,70
Tegenrekening leningen o/gf    87 383 000,78
Tegenrekening openstaande verplichtingenf  6 880 100 000,00
Tegenrekening garantieverplichtingenf  1 404 812 902,93
Totaal-activaf 36 645 102 255,86
Passiva: 
Begrotingsontvangstenf  1 913 077 994,69
Begrotingsontvangsten 1995f  4 960 986 162,41
Rekening-courant Ministerie van Financiënf 11 059 723 713,50
Intra-comptabele schuldenf    66 614 797,37
Leningen o/gf    87 383 000,78
Openstaande verplichtingenf  6 880 100 000,00
Openstaande garantieverplichtingenf  1 404 812 902,93
Tegenrekening extra-comptabele vorderingenf    96 907 318,04
Tegenrekening deelnemingenf  5 577 946 120,00
Tegenrekening leningen u/gf  2 689 489 513,75
Tegenrekening voorschottenf  1 452 648 463,70
Sluitrekening met Infrastructuurfondsf   455 412 268,69
Totaal-passivaf 36 645 102 255,86

2.1 Inleiding

2.1.1 Algemeen

Ook in het jaar 1996 was sprake van een aantal ontwikkelingen in het financieel beheer. Zo is met ingang van dit jaar de grootboek-administratie van de divisie-controller van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat overgedragen aan de directie Financieel-Economische Zaken. Dit leidde tot een verkorting van de administratieve doorlooptijd naar de rijkswaterstaatdirecties.

Met betrekking tot de periodiek te houden toezichtgesprekken met de directoraten-generaal/hoofddirecties kan worden vermeld, dat in 1996 het vorderingenbeheer het onderzoeksthema is geweest.

Geconcludeerd kan worden dat het vorderingenbeheer, door de (extra) inspanningen die zijn verricht, een verbeteringsslag heeft ondergaan en zich thans in het algemeen op een acceptabel niveau bevindt.

De projectgroep «Betalingsorganisatie» heeft in concept de regelgeving met betrekking tot de betalingsorganisatie gereed.

Er vindt momenteel overleg plaats met het ministerie van Financiën, opdat deze regelgeving aansluit op het nog door het ministerie van Financiën uit te brengen «Besluit kasbeheer».

Ook is in gezamenlijk overleg met het ministerie van Financiën de draad weer opgepakt, wat betreft het onderzoek naar het elektronisch aanleveren van betaalopdrachten aan de verschillende betaalinstanties. Het fysieke transport van betaalopdrachten door middel van diskettes zal hiermee komen te vervallen, zodat een nog veiliger en logistiek nog beter beheersbare situatie kan worden bereikt.

Begin 1997 is een eerste proef gestart. Na een positief resultaat hiervan, kan deze wijze van betalen voor het gehele ministerie van Verkeer en Waterstaat van toepassing worden verklaard.

De samenstelling van de openstaande saldi per 31 december 1996 is gewijzigd door de agentschapstatus per 1 januari 1996 van de Rijksdienst voor Radiocommunicatie (RDR), de voormalige directie Operationele Zaken van de Hoofddirectie Telecommunicatie en Post, en het per 1 juli 1996 optreden van de Dienst Wegverkeer, de voormalige Rijksdienst voor het Wegverkeer, als Zelfstandig Bestuursorgaan (ZBO).

Een aantal meteorologische aangelegenheden is onder de directe verantwoordelijkheid van het ministerie gebleven. De daarvoor benodigde administratie wordt door het agentschap KNMI gevoerd en is in deze verantwoording onder de noemer «meteorologische aangelegenheden» weergegeven.

2.1.2 Samenstelling

In situaties waarin een minister meer dan één begroting beheert, in ons geval Verkeer en Waterstaat (XII) en het Infrastructuurfonds, moet per begroting een saldibalans worden opgesteld.

Om aan de wens van afzonderlijke saldibalansen tegemoet te komen is een tweetal overzichten opgesteld.

Daarbij wordt gebruik gemaakt van de in de verplichtingenadministratie van het FAIS vastgelegde gegevensstructuur, waarin voor iedere begroting afzonderlijk een hoofdstuknummer is opgenomen.

De posten die niet zondermeer toewijsbaar zijn aan een bepaalde begroting, zijn opgenomen in de saldibalans van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII).

Daarmee is de saldibalans conform het gestelde in de Regeling Departementale Begrotingsadministratie (RDB) samengesteld. Uitzondering daarop zijn de leningen en de openstaande garantieverplichtingen. Hoewel deze een onderdeel vormen van de extra-comptabele vorderingen en schulden, respectievelijk de openstaande verplichtingen, worden deze omwille van de inzichtelijkheid, afzonderlijk gepresenteerd.

2.2 Activa

2.2.1 Begrotingsuitgaven

Begrotingsuitgaven f 10 613 436 830,23

De begrotingsuitgaven van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) komen overeen met de rekening en zijn artikelgewijs verdeeld in kolom 5 (realisatie) van de rekening van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII), onderdeel uitgaven en verplichtingen, welke rekening als staat bij de financiële verantwoording behoort.

Begrotingsuitgaven 1995 f 7 820 352 762,88

De begrotingsuitgaven van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) dienstjaar 1995 komen overeen met de rekening over dienstjaar 1995.

Deze uitgaven zijn nog niet met het ministerie van Financiën verrekend.

2.2.2 Liquide middelen f 2 538 219,65

De rekening liquide middelen is samengesteld uit de kassaldi van de kasbeheerders, de aan de kasvoorschothouders verstrekte gelden, alsmede de saldoregulatie van het betalingsverkeer, welke niet meer op 31 december 1996 heeft plaats gehad, maar eerst op 2 januari 1997 met Financiën is verrekend.

Een ontvangst op 31 december 1996 ad. f 1,3 mln., in het kader van de geluidshinderheffing van de N.V. Luchthaven Schiphol, maakt deel uit van dit saldo.

Daar het Rijksinstituut voor Kust en Zee veelvuldig opdrachten in samenwerking met andere internationale partners voor de Europese Gemeenschap uitvoert, wordt een ECU-rekening aangehouden. Het saldo bedraagt per 31 december 1996 f 0,6 mln..

Ten behoeve van ontwikkelingswerk in Egypte wordt een bankrekening aangehouden, welke per 31 december 1996 een saldo van f 0,4 mln. weergeeft.

2.2.3 Intra-comptabele vorderingen f 19 487 123,90

Onder de intra-comptabele vorderingen zijn de bedragen opgenomen die niet ten laste van de begroting zijn gebracht. Dit omdat de verwachting bestaat dat deze met derden kunnen worden verrekend en omdat zij niet tot de taakuitoefening van het ministerie van Verkeer en Waterstaat behoren.

Deze intra-comptabele vorderingen kunnen alle als direct opeisbare vorderingen worden beschouwd.

Nadere detaillering

In tabel 1 wordt een nadere detaillering gegeven van de aantallen intra-comptabele vorderingen, verdeeld naar dienstonderdeel en ouderdom. Kolom 2 geeft het totaal aantal vorderingen dat op 31 december 1996 openstaat.

Kolom 3 geeft inzicht in het aantal vorderingen dat 1 jaar of korter openstaat.

Terwijl kolom 4 het aantal vorderingen presenteert, dat langer dan 1 jaar openstaat.

Tabel 1: Openstaande intra-comptabele vorderingen (aantallen en ouderdom)

Dienstonderdeel:Totaal aantal pos- ten per 31-12-1996 openstaand:Aantal posten ≤ 1 jaar openstaand:Aantal posten> 1 jaar openstaand:
(1)(2)(3)(4)
Centrale Diensten64640
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat18482102
Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienst990
Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken848383465
Hoofddirectie Telecommunicatie en Post440
Totaal-generaal:1109542567

Met tabel nummer 2, wordt inzicht verschaft in de openstaande totaalbedragen van de intra-comptabele vorderingen, verdeeld naar dienstonderdeel. Kolom 2 geeft informatie over het totaalbedrag per 31 december 1996 dat openstaat.

De kolommen 3 en 4 geven informatie over de ouderdom.

Tabel 2: Openstaande intra-comptabele vorderingen (totaalbedragen en ouderdom)

Dienstonderdeel:Totaalbedrag per 31-12-1996:Openstaand bedrag ≤ 1 jaar:Openstaand bedrag > 1 jaar:
(1)(2)(3)(4)
Centrale Dienstenf3 375 760,53f 3 375 760,53f 0,00
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaatf 12 823 573,53f 6 604 619,76f 6 218 953,77
Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienstf306 112,00f 306 112,00f 0,00
Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zakenf 2 939 554,04f 1 232 423,89f 1 707 130,15
Hoofddirectie Telecommunicatie en Postf42 123,80f 42 123,80f 0,00
Totaal-generaal:f 19 487 123,90f 11 561 039,98f 7 926 083, 92

Specifieke toelichting

– Centrale diensten –

Dit saldo is onder andere samengesteld uit een vordering ten bedrage van f 2,4 mln. op het Zelfstandig Bestuursorgaan Luchtverkeersbeveiliging (ZBO LVB), inzake in 1996 gedane betalingen met betrekking tot diverse ontslaguitkeringen aan voormalige werknemers van dit orgaan.

– Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat –

De grootte van het bedrag aan intra-comptabele vorderingen bij dit directoraat-generaal vindt vooral zijn oorzaak in het feit dat achttien regionale en specialistische diensten onder dit directoraat-generaal ressorteren.

Het saldo is opgebouwd uit een groot aantal posten, van relatief kleine omvang, verdeeld over deze diensten.

Het saldo wordt onder andere gevormd door uitgaven ten behoeve van geluidsaneringsprojecten, welke zijn verricht voor het ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ad. f 6,6 mln. en nog moeten worden verrekend.

– Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken –

Het bedrag aan vorderingen betreft de voor Port State Control (PSC) verrichte uitgaven. Het secretariaat van dit orgaan, dat bestaat uit een samenwerking van zestien landen, voert de administratie ten behoeve van PSC.

Het directoraat-generaal verleent het secretariaat faciliteiten, inzake het verrichten van betalingen en het administreren daarvan.

2.2.4 Extra-comptabele vorderingen f 96 907 318,04

De extra-comptabele vorderingen hebben betrekking op vorderingen welke voortvloeien uit uitgaven die ten laste van de begroting zijn gebracht en nog met derden zullen moeten worden verrekend.

Deze extra-comptabele vorderingen kunnen grotendeels als direct opeisbare vorderingen worden beschouwd. Daar waar sprake is van dubieuze vorderingen of op termijn opeisbare vorderingen is dit expliciet vermeld.

Nadere detaillering

De aantallen van de extra-comptabele vorderingen zijn in tabel 3 per dienstonderdeel gespecificeerd, waarbij in de kolommen 3 en 4 de ouderdom is weergegeven

Tabel 3: Openstaande extra-comptabele vorderingen (aantallen en ouderdom) .

Dienstonderdeel:Totaal aantal posten per 31-12-1996 openstaand:Aantal posten ≤ 1 jaar openstaand:Aantal posten > 1 jaar openstaand:
(1)(2)(3)(4)
Centrale Diensten14811830
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat3 8202 5481 272
Directoraat-Generaal voor het Vervoer548132416
Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienst296132164
Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken2 3791 3011 078
Meteorologische Aangelegenheden404
Hoofddirectie Telecommunicatie en Post4 2714 25813
Totaal-generaal:11 4668 4892 977

Met tabel nummer 4, wordt inzicht verschaft in de openstaande totaalbedragen van de extra-comptabele vorderingen, verdeeld naar dienstonderdeel. Kolom 2 geeft informatie over het totaalbedrag per 31 december 1996 dat openstaat.

De kolommen 3 en 4 geven informatie over de ouderdom.

Tabel 4: Openstaande extra-comptabele vorderingen (totaalbedragen en ouderdom)

Dienstonderdeel:Totaalbedrag per 31-12-1996:Openstaand bedrag ≤ 1 jaar:Openstaand bedrag > 1 jaar:
(1)(2)(3)(4)
Centrale Dienstenf452 863,37f 369 392,73f 83 470,64
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaatf 61 764 156,99f 41 140 469,36f 20 623 687,63
Directoraat-Generaal voor het Vervoerf 4 057 469,43f 2 230 611,58f 1 826 857,85
Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienstf 2 029 104,77f 1 604 485,70f 424 619,07
Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zakenf 23 874 497,58f 2 258 241,45f 21 616 256,13
Meteorologische aangelegenhedenf 1 464 633,60f 0,00f 1 464 633,60
Hoofddirectie Telecommunicatie en Postf 3 264 592,30f 3 263 914,30f 678,00
Totaal-generaal:f 96 907 318,04f 50 867 115,12f 46 040 202 ,92

Specifieke toelichting

– Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat –

Op het gebied van personele en materiële inzet door dit directoraat-generaal zijn er vorderingen voor een gezamenlijk bedrag van ruim f 40 mln. ontstaan. Het betreft hier een groot aantal posten, circa 3000 stuks, veelal kleine bedragen. Een aantal is vermeldenswaardig.

Als gevolg van de gesloten privatiseringsovereenkomsten staan op de Stichting «Erf» in de B.V. «NZ-27» vorderingen open ten bedrage van respectievelijk f 3,1 mln. en f 0,7 mln.. Dit in verband met de verkoop van roerende goederen. Op de gemeente Almere staat een vordering open ad. f 28,5 mln. als gevolg van de verkoop van gronden. Het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap in België draagt bij in de schelde-radarwerkzaamheden. Per 31 december 1996 staat nog een bedrag van f 1,0 mln. als vordering open.

Voor de bestrijding van olie- en andere verontreiniging op zee geldt dat de daaraan verbonden kosten geheel door de vervuilers, voorzover deze zijn te achterhalen, moeten worden gedragen.

Als gevolg daarvan staat aan vorderingen op diverse rederijen een totaalbedrag van circa f 15,5 mln. open. Een vordering op Nordfrakt te Noorwegen ad. f 7,5 mln. vormt een belangrijk deel van dit bedrag.

– Directoraat-Generaal voor het Vervoer –

Het project Stimulering Treintaxi is een aanvullend openbaar vervoer produkt, dat door de N.V. Nederlandse Spoorwegen is opgezet in samenwerking met lokale taxi-bedrijven. Er is een bijdrage in de kosten voor de consolidatie van dit project aan de N.V. Nederlandse Spoorwegen verstrekt ad. f 11,2 mln.. De definitieve bijdrage is vastgesteld op f 8,4 mln.. Van het aldus ontstane overschot is f 2,4 mln. in 1996 beschikt aan het project «Zuilschuil», in het kader van het trein-taxi-project, en moet f 0,4 mln. nog in 1997 worden terugbetaald.

Vorderingen voor een bedrag ad. f 2,9 mln. zijn voornamelijk ontstaan als gevolg van de regeling oud-voor-nieuw, welke tot doel heeft het in de vaart brengen van nieuwe tonnage in de binnenscheepvaart te ontmoedigen. Dit door het heffen van een speciale bijdrage of het laten slopen van gelijkwaardige tonnen laadvermogen.

– Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienst –

Deze post bestaat voornamelijk uit vorderingen als gevolg van afgegeven vergunningen, type-certificaten, erkenningen, luchtvaartbewijzen, ontheffingen en afgenomen examens met betrekking tot de luchtvaart.

– Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken –

Een belangrijk deel van de vorderingen van het directoraat-generaal wordt gevormd door terug te vorderen bedragen, voortvloeiende uit de Investeringspremieregeling Zeescheepvaart (IPZ).

Hierin is een totaalbedrag begrepen van f 4,9 mln. dat als dubieus wordt aangemerkt. Het betreft een tweetal vorderingen op rederijen, welke reeds lange tijd in staat van faillissement verkeren. De kans op enige uitkering uit de boedel is nihil.

Voorts is onder deze vorderingen met betrekking tot een debiteur een bedrag begrepen ad. f 5,6 mln. waarmee een betalingsregeling is getroffen. Daarbij is overeengekomen dat alleen betaald wordt indien daarvoor voldoende middelen beschikbaar zijn. Deze vordering is achtergesteld ten opzichte van andere schuldeisers en vervalt in ieder geval voor het jaar 2003. Eveneens bevindt zich onder deze post een vordering ter grootte van f 9,0 mln. op het geprivatiseerde Loodswezen, inzake het «functioneel leeftijdsontslag».

Er is overeengekomen dat de bedragen voor het functioneel leeftijdsontslag in jaarlijkse vaste termijnen zullen worden terugbetaald. Naar verwachting zal deze post in 1997 zijn afgewikkeld.

– Meteorologische aangelegenheden –

Deze vorderingen, die dateren uit 1993 en 1994, betreffen de voorfinanciering van de ruimtevaartprogramma's POEM-1 en ENVISAT-1, ten behoeve van het ministerie van Landbouw Natuurbeheer en Visserij. De afrekening zal in delen plaatshebben en naar verwachting in 1997 zijn afgewikkeld.

– Hoofddirectie Telecommunicatie en Post –

Deze directie is met de liberalisering van de Europese markt voor telecommunicatie, ondermeer belast met de nummeruitgifte en het verstrekken van regionale en nationale infrastructuurvergunningen. De vorderingen komen derhalve veelal voort uit de machtigingen, verleend in het kader van de Wet op de Telecommunicatie Voorziening (WTV).

Verder is bij het opstellen van de openingsbalans van de Rijksdienst voor Radiocommunicatie (RDR) gebleken, dat deze hoofddirectie een vordering van f 0,8 mln. op de RDR heeft.

2.2.5 Deelnemingen f 5 577 946 120,00

De verworven aandelen door de Staat der Nederlanden in privaatrechtelijke ondernemingen en nationale instellingen zijn, conform het gestelde in de RDB, tegen de oorspronkelijke aankoopprijs extra-comptabel vastgelegd.

Nadere detaillering

Met tabel 5 wordt inzicht verkregen in de deelnemingen in privaatrechtelijke ondernemingen en nationale instellingen door het ministerie van Verkeer en Waterstaat per 31 december 1996.

Tabel 5: Deelneming in privaatrechtelijke ondernemingen en nationale instellingen.

Dienstonderdeel:Bedragen:
Directoraat-Generaal voor het Vervoerf 1 991 748 000,00
Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienstf   929 191 120,00
Hoofddirectie Telecommunicatie en Postf 2 657 007 000,00
Totaal-generaal:f 5 577 946 120,00

Specifieke toelichting

– Directoraat-Generaal voor het Vervoer –

N.V. Nederlandse Spoorwegenf 1 816 438.000,00
N.V. Verenigd Streekvervoer Nederland–  175 310 000,00
 f 1 991 748.000,00

In 1991 werd met de N.V. Nederlandse Spoorwegen overeenstemming bereikt over de financiering van de N.V. Nederlandse Spoorwegen voor de middellange termijn, ten behoeve van het reizigersvervoer.

De afspraken houden in dat aan de N.V. Nederlandse Spoorwegen voldoende financiële middelen ter beschikking worden gesteld voor de instandhouding van het reizigersbedrijf. Een jaarlijkse uitbreiding van het geplaatste aandelenkapitaal maakt hiervan deel uit.

In 1996 werd de uitbreiding vastgesteld op f 172,7 mln.

Daarnaast werd voor de uitbreiding van het aandelenkapitaal een bedrag gestort van f 194,0 mln. ter uitbreiding van het kapitaal van NS Cargo.

De deelneming ten aanzien van de N.V. Verenigd Streekvervoer Nederland (VSN) is ten opzichte van 1996 niet gewijzigd.

– Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienst –

N.V. Koninklijke Luchtvaart Mij.f 786 262 120,00
N.V. Luchthaven Schipholf 129 880 000,00
N.V. Groningen Airport Eeldef  7 360 000,00
N.V. Maastricht Aachen Airportf  5 346 000,00
N.V. Luchtvaartterrein Texelf   343 000,00
 f 929 191 120,00

De stand van de opgenomen deelnemingen is gewijzigd ten opzichte van de saldibalans over dienstjaar 1995. Dit als gevolg van een afname van de 5% preferente niet winstdelende aandelen in de N.V. Koninklijke Luchtvaart Mij. met 82 645 stuks. Dit voor een gezamenlijk bedrag van f 1,7 mln.

– Hoofddirectie Telecommunicatie en Post –

Koninklijke PTT Nederland N.V.f 2 656 417 000,00
N.V. Nederlandse Omroepzender Mij.f     590 000,00
 f 2 657 007 000,00

De deelneming in het aandelenkapitaal van de Koninklijke PTT Nederland N.V. bedroeg oorspronkelijk f 4,0 mld.

Echter als gevolg van de verkoop van een eerste tranche in 1994 van 138 150 000 aandelen, gevolgd door de verkoop van een tweede tranche in 1995 van 115 000 000 aandelen, alsmede de overeengekomen conversie in 1994 van de leningen A en B in 6 047 381 aandelen, is de deelneming in het aandelenkapitaal van de Koninklijke PTT Nederland N.V. per saldo f 1,3 mld. afgenomen.

2.2.6 Leningen u/g f 2 689 489 513,75

De door het ministerie van Verkeer en Waterstaat verstrekte geldleningen (niet zijnde voorschotten) worden afzonderlijk weergegeven. Deze leningen kunnen, gezien het specifieke karakter, zowel als op korte termijn opeisbare vorderingen, als op lange termijn opeisbare vorderingen worden beschouwd.

Nadere detaillering

Door middel van tabel 6 wordt, per dienstonderdeel, inzicht gegeven in de leningen u/g, welke door het ministerie in dienstjaar 1996 of voorgaande jaren zijn verstrekt.

Tabel 6: Leningen u/g.

Dienstonderdeel:Bedragen:
Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienstf   136 406 179,05
Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zakenf    1 400 000,00
Hoofddirectie Telecommunicatie en Postf 2 551 683 334,70
Totaal-generaal:f 2 689 489 513,75

Specifieke toelichting

– Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienst –

Bij de verzelfstandiging van de directie Luchtverkeersbeveiliging (LVB) per 1 januari 1993, is onder meer afgesproken, dat het saldo van de over te dragen activa en passiva zal worden gefinancierd door middel van een door de Staat der Nederlanden aan het Zelfstandig Bestuursorgaan Luchtverkeersbeveiliging (ZBO LVB) te verstrekken lening. Deze lening is opgebouwd uit een drietal onderdelen. De omvang en voorwaarden van deze onderdelen zijn in de op 26 september 1994 gesloten leen-overeenkomst als volgt vastgesteld:

– een bedrag van f 97,2 mln., rentedragend en aflosbaar met een looptijd van 10 jaar, derhalve aflopend aan het eind van het jaar 2002, met een rentepercentage van 8,5%, af te lossen op annuïteitenbasis. Het restantbedrag bedraagt per 31 december 1996 f 67,5 mln..

– een bedrag van f 48,6 mln., rentedragend en niet aflosbaar gedurende 10 jaar. Na afloop van deze 10 jaar kunnen de condities opnieuw worden vastgesteld. De rente bedraagt 8,5%.

– een bedrag van f 14,6 mln., niet rentedragend en niet aflosbaar, en direct opeisbaar bij een voorgenomen opheffing, overname of fusie van de ZBO LVB.

Als gevolg van de privatisering van de Rijksluchtvaartschool (RLS) is een bedrag opgenomen ter financiering van de verschuldigde eigen bijdrage in de opleidingskosten door leerlingen van deze school. Van deze lening, waarop in 1996 voor een bedrag van f 0,9 mln. is afgelost, bedraagt het restantbedrag per 31 december 1996 f 3,6 mln. en is de looptijd tot het jaar 2002.

De waarde benadert grotendeels de werkelijke waarde van deze leningen.

Daarnaast maakt een in 1994 aan de Stichting Nationaal Lucht- en Ruimtevaartgeneeskundig Centrum (NLRGC) verstrekte lening deel uit van deze post. In deze door de ministeries van Defensie en Verkeer en Waterstaat gezamenlijk verstrekte kapitaalinjectie, ter grootte van f 4,3 mln., neemt een ieder voor 50% deel.

Deze kapitaalinjectie heeft tot doel de financiële basis te saneren, zodat de stichting in staat is te kunnen functioneren zonder financiële hulp van de overheid, dat wil zeggen op basis van geleverde diensten.

Deze lening is renteloos en in beginsel niet aflosbaar.

– Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken –

Op advies van de Adviescommissie Maritieme Onderzoekinfra-structuur (ACMOI) is door de ministeries van Economische Zaken, Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en Verkeer en Waterstaat in 1993 een renteloze lening verstrekt aan het Maritiem Research Instituut (MARIN) als overbruggingssteun. De lening van het ministerie van Verkeer en Waterstaat bedraagt f 1,4 mln.

Per eind 1996 is er nog geen verandering opgetreden ten aanzien van de status van deze lening. Er is echter wel een kabinetsstandpunt ingenomen, dat er spoedig uitsluitsel moet worden gegeven, inzake een eventuele verhoging van de jaarlijkse subsidie.

In 1997 zal overleg worden gevoerd met voornoemde ministeries en zal er duidelijkheid moeten komen op welke wijze deze lening wordt afgewikkeld.

– Hoofddirectie Telecommunicatie en Post –

Dit betreft enerzijds een lening welke in 1988 is verstrekt aan de Koninklijke PTT Nederland N.V. (KPN) in oprichting.

De hoofdlening is gesplitst in twee afzonderlijke leningen te weten: een geldlening met vaste rente (lening A genoemd) en een achtergestelde geldlening met vaste rente (lening B genoemd).

De hoofdsom van lening A bedroeg oorspronkelijk f 4,9 mld. en heeft een maximum looptijd van 15 jaar. De aflossingen hebben sinds 1992, conform de overeenkomst, plaatsgevonden.

De hoofdsom van lening B bedroeg oorspronkelijk f 1,6 mld. en heeft eveneens een looptijd van maximaal 15 jaar. De eerste aflossing is in 1999 gepland, vervroegde aflossing is onder voorwaarden mogelijk vanaf 1994.

Als gevolg van de in 1993 overeengekomen en in 1994 uitgevoerde conversie in aandelen, is de gezamenlijke hoofdsom van de leningen A en B met een bedrag van f 1,9 mld. verlaagd.

Daarnaast is in 1996 een lening verstrekt ad. f 4,6 mln. aan de Rijksdienst voor Radiocommunicatie, de voormalige directie Operationele Zaken van deze hoofddirectie, ten behoeve van investeringen.

De aflossing van deze renteloze lening zal vanaf 1998 in vier jaarlijkse termijnen, van elk f 1,15 mln. groot, plaatsvinden.

2.2.7 Voorschotten f 1 452 648 463,70

De in deze saldibalans opgenomen voorschotten betreffen bedragen waarvan nog niet is vastgesteld dat aan alle relevante voorwaarden voldaan is. Het gaat met name om subsidies en bijdragen.

Conform de gewijzigde regelgeving wordt met ingang van dit jaar informatie verstrekt over de in 1996 afgerekende voorschotten.

Nadere detaillering

Afgerekende voorschotten

Stand van de voorschotten per 31/12/1995f1 295,7 mln.
In 1996 vastgelegde voorschotten–   344,9 mln.
 f1 640,6 mln.
In 1996 afgerekende voorschotten–   188,0 mln.
Openstaande voorschotten per 31/12/1996f1 452,6 mln.
  

Opgemerkt wordt dat de stand per 31 december 1995 afwijkt van de stand voorkomende in de saldibalans behorende tot de Financiële verantwoording van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) van het jaar 1995. Dit wordt veroorzaakt door de agentschapstatus per 1 januari 1996 van de Rijksdienst voor Radiocommunicatie (RDR), welke met een openstaand voorschotbedrag van f 36 150,00 te boek stond en het per 1 juli 1996 optreden van de Dienst Wegverkeer als Zelfstandig Bestuursorgaan (ZBO), welke voor een totaalbedrag van f 2 304 729,92 aan voorschotten had openstaan.

Tabel 7 geeft, verdeeld over de dienstonderdelen, inzage in de aantallen welke in het dienstjaar 1996 en voorgaande jaren zijn verstrekt. Daarbij geeft kolom 2 het totaal aantal openstaande voorschotten per 31 december 1996 weer.

De kolommen 3 en 4 geven informatie over de ouderdom.

Tabel 7: Openstaande voorschotten (aantallen en ouderdom)

Dienstonderdeel:Totaal aantal posten per 31-12-1996 openstaand:Aantal posten ≤ 1 jaar openstaand:Aantal posten > 1 jaar openstaand:
(1)(2)(3)(4)
Centrale Diensten462917
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat1235370
Directoraat-Generaal voor het Vervoer40382
Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienst532726
Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken30857251
Hoofddirectie Telecommunicatie en Post431
Totaal-generaal:574207367

Informatie over de totaalbedragen van de openstaande voorschotten die, per dienstonderdeel, op 31 december 1996 nog openstonden, wordt met behulp van tabel 8 gegeven. De kolommen 3 en 4 geven de ouderdom weer.

Tabel 8: Openstaande voorschotten (totaalbedragen en ouderdom)

Dienstonderdeel:Totaalbedrag per 31-12-1996:Openstaand bedrag ≤ 1 jaar:Openstaand bedrag > 1 jaar:
(1)(2)(3)(4)
Centrale Dienstenf90 749 411,50f70 606 533,13f20 142 878,37
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaatf348 360 296,69f43 291 643,31f305 068 653,38
Directoraat-Generaal voor het Vervoerf133 615 427,25f57 091 507,25f76 523 920,00
Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienstf294 300 454,50f95 912 740,00f198 3 87 714,50
Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zakenf584 900 297,76f44 998 114,56f539 902 183,20
Hoofddirectie Telecommunicatie en Postf722 576,00f647 000,00f75 576,00
Totaal-generaal:f1 452 648 463,70f312 547 538,25f1 400 100 925,45

Specifieke toelichting

– Centrale diensten –

Als gevolg van het per 1 juli 1996 optreden van de Dienst Wegverkeer, de voormalige Rijksdienst voor het Wegverkeer, als Zelfstandig Bestuursorgaan (ZBO) is, om een financieel sluitende exploitatie voor de tweede helft van het jaar 1996 mogelijk te maken, een bijdrage op voorschotbasis verstrekt van f 48,0 mln.

In 1997 zal de definitieve afwikkeling plaatshebben.

In het kader van de financiering apparaatskosten over 1996 ad. f 7,6 mln. en de programmakosten USZO over december 1996 ad. f 4,0 mln., dit ten behoeve van de verzorging voor wachtgeld-uitkeringen, is een aantal voorschotten verstrekt. De afrekening van deze voorschotten zal vermoedelijk in 1997 plaatshebben.

Daarnaast zijn er voorschotten verstrekt aan het Koninklijk Huis ad. f 11,3 mln., inzake de functionele kosten, en aan de Nederlandse organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) ad. f 8,5 mln. in verband met een doelsubsidie.

De afwikkeling van deze voorschotten, verstrekt in de jaren 1993 tot en met 1995, wordt in 1997 verwacht.

Ook is een aantal voorschotten verstrekt in 1996 aan Van Hecke Catering B.V. voor een totaalbedrag van f 3,1 mln., teneinde de voortgang van de restauratieve voorzieningen op diverse lokaties te waarborgen. Deze voorschotten zullen medio 1997 worden verrekend.

In juni en december 1995 is een tweetal voorschotten verstrekt aan Simac Telematica B.V. voor een gezamenlijk bedrag van f 2,5 mln. Deze voorschotten zijn verstrekt op basis van een overeenkomst. Dit in verband met de levering van een automatiseringsnetwerk voor de lokatie Plesman- weg. Ná een positieve acceptatietest zal de afwikkeling vermoedelijk in 1997 plaatshebben.

Ten behoeve van het Antarctica-onderzoek naar het (mogelijk) afsmelten van de ijskap, alsmede de ozonproblematiek, is in de jaren 1995 en 1996 een tweetal voorschotten verstrekt voor een gezamenlijk bedrag van f 1,5 mln. aan de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. De afwikkeling, van dit door meerdere departementen gefinancierde onderzoek, wordt in 1997 verwacht.

Vanaf 1993 worden de voormalige BZB-activiteiten uitgevoerd door het bedrijf Ricas B.V. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft zich tot 1997 verplicht jaarlijks voor een bepaald bedrag aan diensten af te nemen. De financiering loopt deels via een voorschot in contanten en deels via de aflossing van overgedragen materieel.

In 1995 en 1996 zijn voorschotten verstrekt voor een totaalbedrag van f 1,3 mln., die vermoedelijk in 1997 worden afgewikkeld.

In het kader van een getroffen regeling en VUT-uitkeringen met betrekking tot het voormalig personeel van de Stichting Bedrijfskantine en restaurant, zijn voorschotten uitbetaald voor een gezamenlijk bedrag van f 1,1 mln.

Afwikkeling van deze voorschotten zal naar verwachting in 1997 plaatsvinden.

– Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat –

De hoogte van het bedrag aan voorschotten bij het directoraat-generaal wordt mede verklaard door het feit dat onder het directoraat-generaal een groot aantal regionale directies en specialistische diensten ressorteren. Deze hebben, naast de hierna toegelichte voorschotten, ook afzonderlijk een groot aantal kleine bedragen aan voorschotten uitstaan.

Zo is aan de provincie Limburg, in het kader van de waternoodsramp, met betrekking tot herstelwerkzaamheden en het aanbrengen van kades, f 155,0 mln. aan voorschotten verstrekt.

In het kader van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren (WVO) voert het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat ook het kwaliteitsbeheer voor de rijkswateren. Voorschotten voor een bedrag van meer dan f 50 mln. zijn verstrekt voor het bouwen en aanpassen van zuiveringsinstallaties voor de directe lozingen op rijkswateren. Zo zijn er voorschotten verstrekt ten behoeve van een rioolzuiveringsinstallatie in de gemeente Elburg voor een bedrag van f 6,0 mln. en een zuiveringsinstallatie bij Dreumel voor een bedrag van f 6,1 mln..

Ten behoeve van een zuiveringsinstallatie in de Dokhaven, is aan het zuiveringschap Hollandse eilanden en Waarden in de gemeente Rotterdam een voorschot verstrekt ad. f 38,6 mln..

Dit bedrag wordt naar verwachting in 1997 afgerekend.

In het kader van het gezamenlijk terugdringen van de verkeersonveiligheid is sinds 1989 in iedere provincie een Regionaal Orgaan voor de Verkeersveiligheid (ROV) geïnstalleerd. Na goedkeuring van het jaarlijkse werkplan door de minister, wordt er een werkbudget beschikbaar gesteld. Er is voor een totaalbedrag van f 33,0 mln. aan voorschotten verstrekt.

Om het draagvlak van de verkeersveiligheid te behouden en waar mogelijk te vergroten, zijn aan diverse organisaties, zoals aan Veilig Verkeer Nederland (VVN) f 15,6 mln., de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) f 7,5 mln. en de Voetgangersvereniging (VBV) f 4,5 mln., voorschotten verstrekt.

De werkzaamheden aan de inrichting van oevers en uiterwaarden, en de maatregelen gericht op het duurzaam herstel van watersystemen, ter voorkoming van de verontreiniging van de zoete en zoute oppervlaktewateren, worden jaarlijks intensiever. In het kader van de Rijn- en Noordzeeconferenties is het Rijn-zoutverdrag getekend.

Op grond daarvan zijn aan Frankrijk in de jaren 1993, 1994 en 1996 voorschotten verstrekt voor een gezamenlijk bedrag van f 18,8 mln..

Tevens is een aantal voorschotten verstrekt in het kader van de jaarlijkse bijdrage in de exploitatie van de Westerschelde-veren, de overdracht van de zogenoemde zoute veren en de veerdiensten welke de verbinding over het Noordzeekanaal verzorgen.

Zo zijn in de jaren 1995 en 1996 aan NACO Ferries B.V. voorschotten verstrekt voor een gezamenlijk bedrag van f 17,7 mln.

Aan de N.V. Texels Eigen Stoombootonderneming (TESO), inzake PAS 65+, rederij Doeksen en Wagenborg passagiersdiensten B.V. voor een gezamenlijk bedrag van f 1,5 mln. Tevens zijn voorschotten verstrekt voor een gezamenlijk bedrag ad. f 2,0 mln. aan de Stichting Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek (CROW).

Dit in het kader van het bevorderen en coördineren van studies, onderzoeken en regelgeving op bovengenoemde gebieden.

In het kader van onderzoek en ontwikkeling ter vervulling van de kerntaak faciliteren, beheersen en geleiden van mobiliteit zijn voorschotten verstrekt aan het Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving (CUR) voor financiering Centrum Ondergronds Bouwen voor een gezamenlijk bedrag van f 17,1 mln.

Voor het verstrekken van subsidies en bijdragen aan lagere publiekrechtelijke lichamen en het bedrijfsleven, in het kader van de waterhuishouding, is aan de Stichting Land Water en Informatietechnologie voor programmakosten over het 2e halfjaar 1996 en voorschot verstrekt ad. f 8,0 mln. Daarnaast is voor een bijdrage in de kosten aan de Stichting Transporttechnologie een voorschot verstrekt van f 2,5 mln.

Aan diverse organisaties zijn voorschotten verstrekt, zoals de Stichting Buisleidingenstraat, de Stichting Noordzee, het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI), de Stichting Rijnwater en de Stichting Arbitrage Bouwbedrijven. Dit voor een gezamenlijk bedrag van f 3,2 mln.

In het kader van onderzoek waterbeheer en meting basisgegevens zijn er in 1995 en 1996 voorschotten verstrekt aan de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) voor een gezamenlijk bedrag van f 2,2 mln..

In verband met de monitoring van de waterstaatkundige toestand, zoals verwoord in het Organiek Besluit Rijkswaterstaat, zijn in 1994 voorschotten verstrekt aan het Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) ad. f 1,2 mln., voor het vervaardigen van een digitale grondwaterkaart.

– Directoraat-Generaal voor het Vervoer –

In verband met de beëindiging van rijksdeelname aan de Zeeuwse Havenschappen is een beginsel-accoord gesloten en een eenmalige bijdrage verstrekt in 1994 van f 75,0 mln. Zodra de definitieve overeenkomst is gesloten, zal de bijdrage als definitief worden beschouwd.

Ten behoeve van het Landelijk reisinformatiecentrum openbaar vervoer, wordt jaarlijks een exploitatiesubsidie verstrekt.

Met betrekking tot de bijdrage over 1996 ad. f 6,7 mln. moet nog een accountantsverklaring worden verstrekt.

Aan de Stichting Transporttechnologie wordt jaarlijks, vanaf 1995 tot en met 1998, een bijdrage verstrekt op grond van de bijdrageregeling ICES-project Kennisinfrastructuur Transporttechnologie. Conform deze regeling wordt jaarlijks 90% van de geraamde kosten als voorschot betaald. In 1996 is een voorschot van f 6,2 mln. verstrekt, waarvoor naar verwachting aan het eind van het eerste kwartaal van 1997 een accountantsverklaring zal worden afgegeven. Daarnaast is aan deze stichting en op grond van eerdergenoemde regeling, ten behoeve van het project Stiller Treinverkeer, door de ministeries van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Verkeer en Waterstaat een subsidie toegezegd van elk f 2,5 mln. groot. Dit voor de periode 1996 tot en met 1998. In 1996 is door het ministerie van Verkeer en Waterstaat f 1,25 mln. verstrekt.

Ten behoeve van het project Sociale Veiligheid is in 1996 aan vervoerbedrijven en aan kaderwetgebieden een twintigtal voorschotten verstrekt tot een gezamenlijk bedrag van f 22,4 mln.

De afwikkeling zal naar verwachting in 1997 plaatsvinden.

In 1993 en 1994 zijn aan de N.V. Verenigd Streekvervoer West- Nederland bijdragen verleend voor een totaalbedrag van f 1,5 mln. voor het experiment rolstoeltoegankelijkheid openbaar vervoer Nieuwegein en omstreken.

Het experiment is inmiddels beëindigd en de financiële verantwoording moet nog van een accountantsverklaring worden voorzien. De afwikkeling zal naar verwachting in 1997 plaatsvinden.

Op grond van de subsidieregeling schipperszorg binnenvaart is in 1996 aan een drietal instellingen, de stichtingen Algemene Maatschappij voor Varenden (AMVV), Katholiek Sociaal Cultureel Centrum voor Rijn- en Binnenvaart (KSCCR) en Varenscentrum Kanaalzône Zeeuws-Vlaanderen, subsidie verleend. Dit ten behoeve van stimulering, coördinatie en uitvoering schipperszorg voor respectievelijk f 1,4 mln., f 0,9 mln. en f 0,1 mln. De afwikkeling is in 1997 voorzien.

Aan de N.V. Nederlandse Spoorwegen zijn in 1995 exploitatiebijdragen verstrekt voor Railned B.V. en NS-Verkeersleiding. Op deze bijdragen zijn exploitatie-overschotten ontstaan van respectievelijk f 0,8 mln. en f 12,9 mln. In het contract over 1996 met de N.V. Nederlandse Spoorwegen was opgenomen, dat overschotten ten gunste van de reserves gebracht mochten worden onder voorwaarde dat aan de eisen met betrekking tot het bekostigingssysteem per 1 januari 1997 voldaan zou worden.

Daar hiervan geen sprake is, wordt momenteel onderhandeld om de niet gebruikte gelden terug te vorderen.

– Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienst –

De grootte van het bedrag aan verstrekte voorschotten bij het Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienst wordt voornamelijk bepaald door de volgende voorschotten.

De voorschotten aan de Stichting Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) kunnen in drie soorten worden onderverdeeld. Ten eerste een viertal voorschotten op de bijdrage in het exploitatietekort, samenhangende met het eigen basisonderzoek en de exploitatielasten van de Duits-Nederlandse Windtunnel (DNW).

Deze voorschotten, voor een gezamenlijk bedrag van f 164,1 mln. en verstrekt in de jaren 1993 tot en met 1996, worden naar verwachting in 1997 en 1998 afgewikkeld.

Ten tweede op de subsidie voor investeringen in de uitbreiding en verbetering van onderzoeksfaciliteiten, die bestemd zijn voor het op peil houden en uitbreiden van apparatuur, noodzakelijk voor wetenschappelijk onderzoek op luchtvaartgebied. Ook dit betreft een viertal voorschotten voor een totaalbedrag van f 58,5 mln., welke eveneens naar verwachting in 1997 en 1998 zullen worden afgewikkeld.

Als derde kan nog worden genoemd een viertal voorschotten, tezamen f 22,1 mln. groot, op de subsidie voor deelname in de bouw van een Europese Transsone Windtunnel (ETW), hetgeen in samenwerking met Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië geschiedt. Deze voorschotten, verstrekt in 1993 tot en met 1996, zullen naar verwachting in 1997 en 1998 worden afgerekend.

Bij de verzelfstandiging van de directie Luchtverkeersbeveiliging (LVB), per 1 januari 1993, is bepaald dat het Rijk de tekorten op de dienstverlening aan de gecontroleerde regionale velden blijft dragen, aangezien de uitgaven voor de regionale velden niet volledig door de inkomsten worden gedekt. Verder blijft het Rijk de kosten dragen van vluchten die, op grond van aanhangsel III van de toepassingsvoorwaarden van de kostengrondslag van het en-route verkeer, zijn vrijgesteld.

De voorlopige bijdrage wordt bij voorschot voldaan en na afloop van elk jaar vindt er een afrekening plaats. In 1996 is voor een totaalbedrag van f 32,2 mln. voor regionale velden, de zogenoemde vrijgestelde vluchten en het radar van de luchthaven N.V. Groningen Airport Eelde, aan voorschotten betaald.

De afrekening zal vermoedelijk in 1997 plaatsvinden voor de LVB en in 1998 voor de luchthaven Eelde.

In 1993 tot en met 1996 is een viertal voorschotten aan N.V. Groningen Airport Eelde verstrekt voor een totaalbedrag van f 5,1 mln.. Daarnaast is in 1996 aan de luchthaven Maastricht en in 1995 aan de luchthaven Eindhoven, een voorschot verstrekt van f 1,9 mln., respectievelijk f 0,6 mln.. Al deze voorschotten hebben betrekking op de (verwachte) tekorten op de exploitatiebegrotingen van deze luchthavens over 1993 tot en met 1996 en waar de Staat der Nederlanden achtereenvolgens 40%, 40% en 25% van het tekort draagt.

Deze voorschotten zullen vermoedelijk in 1997 en 1998 worden afgewikkeld.

De Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart (KNVVL) stelt zich onder meer ten doel het bevorderen van de luchtvaart, de luchtvaartgezindheid en het versterken en in stand houden van een breed maatschappelijk draagvlak voor de luchtvaart en de luchtsporten. Op 31 december 1996 zijn de jaarlijks te verstrekken subsidie-voorschotten ten behoeve van de exploitatiekosten over de jaren 1993 tot en met 1996 ter grootte van f 3,8 mln. nog niet afgerekend. De verwachting bestaat dat deze in de jaren 1997 en 1998 zullen worden afgewikkeld.

De Stichting Nationaal Lucht- en Ruimtevaartgeneeskundig Centrum (NLRGC) streeft naar het optimaliseren van het menselijk functioneren (human factors) in de luchtvaart en het langs die weg bevorderen van de vliegveiligheid. Als belangrijkste activiteit houdt het NLRGC zich bezig met het keuren van vliegers. Daarnaast verricht zij onderzoek op luchtvaartgeneeskundig gebied.

Met ingang van 1994 is de financiële relatie tussen de overheid en het NLRGC gewijzigd in de zin dat vanaf 1994 op basis van kostendekkende tarieven wordt gewerkt. De tekortafdekking bij wet is daarmee komen te vervallen. Een drietal voorschotten met betrekking tot 1993, voor een totaalbedrag van f 2,1 mln., zal naar alle waarschijnlijkheid in 1997 worden afgewikkeld.

– Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken –

Het bedrag aan voorschotten bestaat grotendeels, zijnde een gezamenlijk bedrag van f 555,2 mln., uit verstrekte premies in het kader van de Investeringspremieregeling Zeescheepvaart (IPZ), de Interimregeling Stimulering Zeescheepvaart (ISZ) en de daarop aansluitende Wet Stimulering Zeescheepvaart (WSZ). Deze premies dienen als stimulans voor rederijen om investeringen te doen met betrekking tot de zeescheepvaart.

Gedurende de in de betreffende regelingen gestelde termijnen, moet men aan een aantal voorwaarden voldoen. Indien blijkt dat niet (meer) aan deze voorwaarden wordt voldaan zal tot terugvordering worden overgegaan. Dit impliceert echter niet dat in alle gevallen tot invordering van het volledige bedrag zal worden overgegaan.

Er wordt daarbij een zogenoemde «pro-rata» regeling toegepast, waarbij het terug te vorderen bedrag vermindert naar mate de ouderdom toeneemt. Is echter sprake van het niet (meer) voldoen aan een aantal zwaarwegende voorwaarden, of valsheid in geschrifte, dan wordt wèl tot volledige invordering van het beschikbaar gestelde bedrag overgegaan. Per 31 december 1996 zou bij het niet meer voldoen aan de gestelde voorwaarden, de zwaarwegende voorwaarden buiten beschouwing gelaten, het vorderingspotentieel circa f 260,9 mln. bedragen.

In het kader van de regeling Haveninterne projecten (HIP) is voor een totaalbedrag van f 26,0 mln. aan gelden uitgekeerd.

Als gevolg van deze regeling worden subsidies verstrekt om de ontwikkeling en uitvoering van havenprojecten te bespoedigen.

Bij de start van een project wordt maximaal 80% van de subsidie bij wijze van voorschot uitbetaald: in een aantal gevallen wordt hier van afgeweken. Ná afloop van een project vindt er een slotafrekening plaats, waarna de definitieve vaststelling van het subsidie-bedrag kan plaatsvinden.

2.2.8 Tegenrekeningen f 8 372 295 903,71

Ten behoeve van de extra-comptabele rekeningen aan de passiva-zijde worden uit het oogpunt van het evenwichtsverband verschillende tegenrekeningen gehanteerd. Deze tegenrekeningen behoeven geen nadere toelichting.

2.3 Passiva

2.3.1 Begrotingsontvangsten

Begrotingsontvangsten f 1 913 077 994,69

De begrotingsontvangsten van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) komen overeen met de rekening en zijn artikelgewijs verdeeld in kolom 5 (realisatie) van de rekening van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII), onderdeel ontvangsten, welke rekening als staat bij de financiële verantwoording behoort.

Begrotingsontvangsten 1995 f 4 960 986 162,41

De begrotingsontvangsten van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) van dienstjaar 1995 komen overeen met de rekening over het dienstjaar 1995. De verrekening met het ministerie van Financiën heeft nog niet plaats gehad.

2.3.2 Rekening-courantverhouding Financiën f 11 059 723 713,50

De rekening geeft de vordering- of schuldverhouding weer tussen het ministerie van Financiën en het ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Dit saldo is gelijk aan de saldobevestiging per 31 december 1996, welke middels een brief van het ministerie van Financiën, d.d. 10 februari 1997, kenmerk RHB 43, aan dit ministerie kenbaar is gemaakt.

2.3.3 Intra-comptabele schulden f 66 614 797,37

Onder de intra-comptabele schulden zijn die bedragen opgenomen, die niet ten gunste van de begroting zijn gebracht, omdat deze ontvangsten en/of inhoudingen nog aan derden moeten worden afgedragen. Indien niet expliciet vermeld, kunnen deze intra-comptabele schulden als op korte termijn opeisbare schulden worden beschouwd.

Nadere detaillering

De bij het ministerie voorkomende intra-comptabele schulden zijn in tabel 9 verdeeld naar dienstonderdeel.

Daarbij geeft kolom 2 inzicht in het aantal intra-comptabele schulden per 31 december 1996, terwijl de kolommen 3 en 4 inzicht verschaffen over de ouderdom.

Tabel 9: Openstaande intra-comptabele schulden (aantallen en ouderdom)

Dienstonderdeel:Totaal aantal posten per 31-12-1996 openstaand:Aantal posten ≤ 1 jaar openstaand:Aantal posten > 1 jaar openstaand:
(1)(2)(3)(4)
Centrale Diensten220
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat24021030
Directoraat-Generaal voor het Vervoer1901900
Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienst30282
Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken327134193
Hoofddirectie Telecommunicatie en Post220
Centrale Financiële Administratie/FEZ2132130
Totaal-generaal:1004779225

Met behulp van tabel 10 wordt, per dienstonderdeel, informatie verschaft over de openstaande intra-comptabele schulden in totaalbedragen en ouderdom.

Tabel 10: Openstaande intra-comptabele schulden (totaalbedragen en ouderdom)

Dienstonderdeel:Totaalbedrag per 31-12-1996:Openstaand bedrag ≤ 1 jaar:Openstaand bedrag > 1 jaar:
(1)(2)(3)(4)
Centrale Dienstenf96 556,54f96 556,54f0,00
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaatf21 792 574,36f17 895 540,19f3 897 034,17
Directoraat-Generaal voor het Vervoerf235 248,44f235 248,44f0,00
Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienstf417 454,23f415 761,47f1 692,76
Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zakenf3 305 115,68f906 313,56f2 398 802,12
Hoofddirectie Telecommunicatie en Postf25 175,21f25 175,21f0,00
Centrale Financiële Administratie/FEZf40 742 672,91f40 742 672,91f0,00
Totaal-generaal:f66 614 797,37f60 317 268,32f6 297 529,05

Specifieke toelichting

– Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat –

Als gevolg van het in europees verband tot stand gekomen Rijnzoutverdrag, is nog een bedrag verschuldigd ad. f 2,8 mln. aan derden. Een van de Europese Commissie verkregen bedrag ad. f 7,6 mln., dat bestemd is voor de medefinanciering van «hoogwaterprojecten», moet nog worden doorgestort aan diverse waterschappen.

In voorgaande jaren zijn door projectontwikkelaars, in verband met de aankoop van onroerend goed in Almere depôtgelden gestort ad. f 2,7 mln. ten behoeve van de gemeente Almere. Deze gelden zijn bestemd voor de bouw van parkeervoorzieningen en voor de realisatie van toekomstige sociaal culturele voorzieningen. Per 31 december 1996 bedraagt het saldo f 1,3 mln. voor de bouw van parkeervoorzieningen en f 0,6 mln. voor de realisatie van de sociaal culturele voorzieningen.

Door verzekeringsmaatschappijen worden gelden gestort als borg voor de schades die ontstaan als gevolg van schadevaringen op rijkswateren. Tot op het moment dat het werkelijke schadebedrag bekend is waarvoor de veroorzaker aansprakelijk gesteld wordt, blijven deze gelden in depôt. Het totaalbedrag dat op 31 december 1996 nog in depôt was bedroeg circa f 5,0 mln..

Iedere maand wordt aan het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) de pensioenpremie afgedragen. Het ingehouden werknemersdeel over de maand december 1996 van dit directoraat-generaal moet, voor een gezamenlijk bedrag van f 1,3 mln., nog worden afgedragen.

– Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken –

Deze post heeft nagenoeg geheel betrekking op Port State Control (PSC) ad. f 3,2 mln.. Deze organisatie is belast met het coördineren en harmoniseren van de belangen van de maritieme autoriteiten met betrekking tot de activiteiten in en om de internationale havens. Het bedrag heeft voornamelijk betrekking op voor PSC ontvangen contributies van de deelnemende landen.

– Centrale Financiële Administratie/FEZ –

Dit betreft onder andere de ingehouden loonheffing op de salarissen over de maand december 1996 ad. f 39,7 mln., die in januari 1997 aan de Belastingdienst is afgedragen.

2.3.4 Leningen o/g f 87 383 000,78

Zoals ook reeds vermeld bij de leningen u/g worden ook de door het ministerie van Verkeer en Waterstaat opgenomen geldleningen afzonderlijk als extra-comptabele schuld weergegeven.

Deze leningen kunnen, gezien hun specifieke karakter, zowel als op korte termijn opeisbare schulden, als op lange termijn opeisbare schulden worden aangemerkt.

Specifieke toelichting

– Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienst –

In het kader van de Luchtvaartwet worden jaarlijks uitgaven verricht wegens het aanbrengen van geluidwerende voorzieningen en/of het amoveren van woningen rond de N.V. Luchthaven Schiphol. Deze uitgaven worden gefinancierd uit heffingen, die via de N.V. Luchthaven Schiphol worden geïnd. In de afgelopen jaren, met uitzondering van 1996, waren de investeringen hoger dan de inkomsten uit de heffingen.

Deze hogere uitgaven zijn voorgefinancierd door de Stichting Geluidsisolatie Schiphol (SGIS).

Het totaalbedrag van de voorgefinancierde uitgaven bedroeg f 101,7 mln.. In 1996 is gestart met de terugbetaling van de voorfinanciering. Inmiddels is f 14,3 mln. terugbetaald.

De terugbetaling van het restantbedrag zal in de jaren 1997 tot en met 2012 plaatsvinden.

Een bedrag van f 6,0 mln., deel uitmakend van voornoemd bedrag, zou met ingang van 1994 in vijf jaarlijkse termijnen van f 1,2 mln. afgelost worden. Echter in 1994 is met de N.V. Luchthaven Schiphol overeengekomen dat aan de Staat der Nederlanden uitstel van betaling wordt verleend tot en met het jaar 2012, met dien verstande dat het bedrag dan ineens wordt terugbetaald.

Een en ander onder de voorwaarde dat de terugbetaling pas zal plaatsvinden, nadat de overige leningen van de Staat der Nederlanden aan de SGIS zijn terugbetaald. Deze aflossingsverplichting is eveneens opgenomen onder de per 31 december 1996 openstaande verplichtingen.

2.3.5 Openstaande verplichtingen f 6 880 100 000,00

Het saldo van de openstaande betalingsverplichtingen per 31 december 1996 is opgebouwd uit de in het jaar 1996 aangegane verplichtingen, alsmede de in voorgaande jaren aangegane nog lopende verplichtingen, die niet tot een kaseffect in dienstjaar 1996 hebben geleid.

Tevens zij opgemerkt dat onder de openstaande verplichtingen ten behoeve van het Directoraat-Generaal voor het Vervoer onder andere een overeenkomst is opgenomen die een financieringskarakter kent.

Het betreft een verplichting van de Staat der Nederlanden aan de N.V. Nederlandse Spoorwegen ten behoeve van het versneld uitvoeren van infrastructuur projecten in de periode 1991 tot en met 1993 voor een totaalbedrag (inclusief rente-bestanddeel) van f 699,3 mln.. Deze lening met een oorspronkelijke grootte van f 539,9 mln wordt vanaf 1994 op annuïteitenbasis in 15 jaarlijkse termijnen afgelost. De restschuld per 31 december 1996 bedraagt f 462,9 mln..

Samenstelling verplichtingen

Verplichtingen 31/12/1995 f  4 810,5 mln.

Aangegane verplichtingen in 1996 – 12 739,0 mln.

f 17 549,5 mln.

Tot betaling gekomen in 1996 – 10 613,4 mln.

Negatieve bijstellingen van a.g.g.

verpl. uit eerdere begr.jaren –   142,1 mln.

Openstaande verplichtingen 31/12/1996 f  6 794,0 mln.

Samenstelling verplichtingen buiten begrotingsverband

In tegenstelling tot de verplichtingen binnen begrotingsverband kan van de verplichtingen buiten begrotingsverband, om systeemtechnische redenen, nog niet eenzelfde verdeling zoals bovenstaand worden weergegeven. De stand van de openstaande verplichtingen buiten begrotingsverband bedroeg ultimo 1996 f 86,1 mln.

2.3.6 Openstaande garantieverplichtingen f 1 404 812.902,93

In die gevallen waarbij geen bijdrage wordt verleend voor ondersteuning van op zichzelf wel wenselijk geachte activiteiten, verleent het ministerie echter wel garanties aan instellingen of particulieren (bijlage A). Met deze staatsgarantie achter zich, zijn deze in staat leningen af te sluiten. Op deze wijze kunnen bepaalde zaken worden gefinancierd.

2.3.7 Tegenrekeningen f 9 816 991.415,49

Ten behoeve van de extra-comptabele rekeningen aan de activa-zijde worden uit oogpunt van het evenwichtsverband verschillende tegenrekeningen gehanteerd, zoals de tegenrekeningen extra-comptabele vorderingen, deelnemingen, leningen u/g en voorschotten.

2.3.8. Sluitrekening met Infrastructuurfonds f 455 412 268,69

Deze rekening dient als sluitrekening met de saldibalans behorend tot de begroting van het Infrastructuurfonds, omdat géén gescheiden administratie wordt gevoerd ten behoeve van dit fonds.

BIJLAGE STAAT VAN GARANTIES

Opgave van de op 31 december 1996 lopende garantie als bedoeld onder punt 4,4 van de Regeling Departementale Begrotingsadministratie

Wet of andere regeling op grond waarvan garantie-verlening geschiedtGegarandeerde verbintenissen van derden of andere objectenTot welk bedrag garantieverlening kan geschiedenGedurende welke tijd garantie kan worden verleendMaximaal te garanderen bedrag1. Bedrag verleende garantie 2. Aan wie verleend 3. Ten behoeve van wie verleendBedragen waarvoor de Staat risico loopt gedurende de looptijd van de garantie excl. rente per 31.12.961. Betaalde bedragen 2. Terugontvangen bedragen
Wet van 19 mrt '97 Stb. 204 max 519,5 mln art. 03.11Aflossing en Rentef 515 600 000,00Onbeperktf 805 936 500,00a. f 805 936  500,00 2. Div. Geldgevers 3. Div. Autobusondernemingenf   299 461 145,001. f 1 104 164,00 2. nihil
        
Brief aan Financiën dd. 24-3-1991 art. 03.11Aflossing en Rentef 100 000 000,00na 1 jan. 1982f  41 800 000,001. f  34 800 000,00 2. Diversen 3. N.V. Aandelenbezit Streekvervoerf    7 750 000,001. nihil 2. nihil
        
Wet van 6 juni 1968 Stb. 328 Gewijzigd bij de wet van 1 mei 1970 Stb.nr. 253 art. 03.11Aflossing en Rentef 315 000 000,00tot 1 jan. 1971f 315 000 000,001. f 315 000 000,00 2. Div. Geldgevers 3. N.V. Ned. Spoorw.f        0,001. nihil 2. nihil
        
Tractatenblad 1956 nr. 10 van 19-1-1956 Eurofima art. 03.11Verb. voortvloeiende uit deelneming aan EurofimaOnbeperktOnbeperktNiet van toepassing1. f ........... 2. Eurofima 3. N.V. Ned. Spoorw.f 1 017 415 240,901. nihil 2. nihil
        
brief Financiën van 14 september 1964 nr. A4-10896 art. 04.12.01Aflossing en Rentef 380 000 000,00tot 15-10-2003f 368 000 000,001. f 368 000 000,00 2. Div. geldgevers (banken) 3. N.V. Luchthaven Schipholf    38 900 000,001. nihil 2. nihil
        
brief Financiën van 31 oktober 1967 nr. A7/14375 art. 04.12.02Aflossing en Rentef   220 000,00t/m 01-09-1998f   220 000,001. f   220 000,00 2. Nat. Levensverzekeringsbank 3. N.V. Luchthaven Limburgf      31 320,001. nihil 2. nihil
        
brief Financiën van 22 augustus 1969 nr. A69/11097 art. 04.12.03Aflossing en Rentef   120 000,00t/m 01-08-1998f   120 000,001. f   120 000,00 2. N.V. Bank Ned. Gemeenten 3. N.V. Luchthaven Texelf      14 400,001. nihil 2. nihil
        
brief Financiën van 6 november 1975 nr. 47/50352 art. 04.12.04Aflossing en Rentef  14 075 000,00t/m 31-07-2004f  14 075 000,001. f  14 075 000,00 2. ABP 3. NLR /DNWf    9 171 282,001. nihil 2. nihil
        
brief Financiën van 6 november 1975 nr. 47/50352 art. 04.12.04Aflossing en Rentef  10 045 000,00t/m 31-08-1999f  10 045 000,001. f  10 045 000,00 2. ABP 3. NLR /DNWf    3 705 989,001. nihil 2. nihil
        
brief Financiën van 18 maart 1993 nr. BGW 93/460 art. 04.12.04Aflossing en Rentef  1 071 650,00t/m 31-03-2004f  1 071 650,001. f  1 071 650,00 2. ABP 3. NLR /DNWf     858 787,001. nihil 2. nihil
        
Ovk. A/24.042 eA/024.044 dd.17-06-1986 Hfd. XII 1989 art. 0605N.V. Flevolandse Drinkwater Mij.f 50 000 000,00tot 1-2011f  50 000 000,001. f  50 000 000,00 2. Div. geldgevers 3. N.V. F.D.M.f    12 000 000,001. nihil 2. nihil
        
Ovk. HW/WBU-U-5373 Hfd. XII 1990 art. 0305Aflossing en Rentef 17 050 000,00tot 31-12-2006f  17 050 000,001. f  17 050 000,00 2. ABN 3. Wagenborgf    10 004 739,031. nihil 2. nihil
        
brief van V&W van 17 november 1994 nr. JBZ/L 94.008769Bijdrage baanrenovatief   850 000,00t/m 31-12-2003f   850 000,001. f   850 000,00 2. Ministerie van Defensie 3. L.H. Twentef     850 000,001. nihil 2. nihil
        
brief van Financiën/V&W/Defensie dd. 28 februari 1995 nr. F/95/00569Wachtgeldregelingf  4 650 000,00t/m 31-12-1997f  4 650 000,001. f  4 650 000,00 2. Ministerie van Defensie 3. NLRGC  
Totaal     f 1 404 812 902,93 

3. Financiële verantwoording agentschap KNMI

Algemeen

In het tweede jaar als agentschap heeft het KNMI de lijn doorgetrokken waarbij gestreefd wordt naar steeds betere kwaliteit tegen zo mogelijk lagere kosten.

Eén van de voorbeelden hiervan is de vernieuwing van ons radar- en bliksemmeetnet. Deze grote investering zal zeker bijdragen aan een nog betere kwaliteit van onze gegevens.

Ook de operationele meteorologische dienstverlening kon in het afgelopen jaar met nieuwe producten én nieuwe klanten worden uitgebreid.

Nieuwe onderzoeksprojecten gaven stevige impulsen aan onze wetenschappelijke expertise en voorts is in 1996 de eervolle uitnodiging ontvangen om bij te dragen aan het rapport van de Tijdelijke Commissie Klimaatverandering van de Tweede Kamer. Door het KNMI wordt dit gezien als een erkenning van de deskundigheid op dit gebied.

De verbeteringen konden worden bereikt zonder dat dit tot negatieve financiële consequenties leidde; integendeel de overeengekomen efficiencyverbeteringen werden gerealiseerd en er werd ook in 1996 een positief financieel resultaat geboekt.

Aanleiding om op de lauweren te gaan rusten is er voorshands niet, omdat in 1997 nog de uitdaging wacht om een structurele vermindering van f 3,5 mln. op de inkomsten van het ministerie van Verkeer en Waterstaat op te vangen. De realisatie hiervan kan slechts slagen, als er enerzijds grote besparingen in het productieproces worden aangebracht en anderzijds meer inkomsten van derden worden binnengehaald. Om dit te bereiken zal er voor een aanzienlijk bedrag moeten worden geïnvesteerd.

Grote investeringen zullen ook moeten worden verricht ten behoeve van onze huisvesting. Het nieuwbouw- en renovatieproject dat momenteel wordt uitgevoerd, moet ertoe leiden dat er in de loop van 1997 en begin 1998 een huisvestingsvoorziening tot stand komt die een positieve bijdrage levert aan het functioneren van het KNMI.

Bedrijfsvoering

Bij de totstandkoming van de agentschapsvorm was met het ministerie van Verkeer en Waterstaat overeengekomen dat het KNMI bij gelijkblijvende productie in 1996 f 2 mln. minder zou ontvangen. Met behulp van een groot aantal kleinere efficiencyverbeteringen en een stijging van de inkomsten van derden is het gelukt om deze inkomsten-derving op te vangen zonder in de rode cijfers te belanden.

De bezuiniging van f 3,5 mln. die voor 1997 is opgelegd is echter niet meer met kleinere besparingen te realiseren. Vandaar dat het KNMI reeds is gestart met een projectmatige aanpak om tot een grondige herstructurering van het meteorologische productieproces te komen. Alleen met een dergelijke rigoureuze aanpak kunnen de gewenste besparingen worden verkregen. In combinatie met de besparingen moet het behoud van bestaande afnemers en het vinden van nieuwe klanten, tot een sluitend financieel plaatje voor de komende jaren leiden.

De financiële resultaten per afzonderlijke productgroep laten slechts beperkte afwijkingen zien. Groter zijn de verschillen tussen de geraamde kosten uit de oorspronkelijke Rijksbegroting en de realisatie.

Deze afwijkingen vinden vooral hun oorzaak in de verschuiving in de boekhoudkundige systematiek, zoals die werd gebruikt vòòr (begroting) en ná (realisatie) de invoering van de agentschapsvorm.

Op organisatorisch gebied werd in 1996 een verdere clustering van onze meteorologische activiteiten voor derden gerealiseerd en ook werden «de puntjes op de i gezet» inzake het inzicht in en het beheer van onze activa.

In 1996 is het agentschapsstatuut KNMI vastgesteld. Hierin is de startsituatie van het agentschap vastgelegd en is tevens zichtbaar gemaakt hoe de informatievoorziening door middel van kengetallen zal gaan verlopen.

Tarievenbeleid.

Het tarievenbeleid dat door het KNMI wordt gehanteerd, vormt de basis voor het vermijden van enige vorm van concurrentieverstoring. Om tot een goede uitvoering hiervan te kunnen komen, is binnen het KNMI een strikte administratieve scheiding aangebracht tussen de producten die uit de Rijksbegroting worden betaald en de producten die voor rekening van derden worden vervaardigd. Voor de producten voor derden zijn de condities gelijk gemaakt aan producten van commerciële weerbedrijven.

Overigens is deze werkwijze ook in Europees verband van belang. In 1995 is het Europese samenwerkingsverband «Ecomet» opgericht. Doel hiervan is de nationale meteorologische diensten en particuliere weerbedrijven met elkaar te laten concurreren, zonder de noodzakelijke samenwerking in de meteorologische wereld te verstoren. Ecomet heeft in 1996 aan die functie voldaan.

Agentschap KNMI

Balans per 31-12-1996 * 31-12-1995*
Bedragen in guldens     
     
Activa    
Materiële vaste activa 30 165 636 28 093 212
* Grond en gebouwen573 000 579 750  
* Installaties en inventaris14 169 728 13 762 434 
* Overige activa10 819 545 8 824 053 
* In ontwikkeling4 603 363 4 926 975 
     
Voorraden 571 349 242 805
     
Vorderingen 6 264 989 9 181 048
* Debiteuren2 479 311 4 886 950 
* Transitorische activa3 785 678 4 294 098 
     
Liquide middelen 16 716 482 7 368 320
Totaal activa 53 718 456 44 885 385
     
Passiva    
Agentschapsvermogen 42 465 038 36 148 898
* Algemene reserves32 982 298 33 523 753 
* Bestemmingsreserve9 482 740 2 625 145 
Saldo exploitatie boekjaar 964 093 3 332 318
     
Schulden op korte termijn 10 289 325 5 404 169
* Crediteuren3 780 509 2 488 111 
* Transitorische passiva6 508 816 2 916 058 
Totaal passiva 53 718 456 44 885 385

* Voor verwerking van de resultaatbestemming.

Rekening van baten en lasten 1996 1995
1996 ten opzichte van voorgaand jaar     
Bedragen in guldens     
     
Totale baten 77 139 330 75 411 840
opbrengst opdracht V&W 50 101 001 49 535 281
opbrengst derden 26 334 395 25 622 937
rentebaten 291 496 193 437
buitengewone baten 412 438 60 185
     
Totale lasten 76 175 237 72 079 522
     
kosten apparaat 63 283 376 62 726 470
* personeel46 399 827 46 100 212 
* materieel16 883 549 16 626 258 
afschrijvingen 11 076 669 9 030 586
dotatie voorzieningen 167 659 0
buitengewone lasten 1 647 533 322 466
     
Saldo van baten en lasten 964 093 3 332 318
Rekening van baten en lasten 1996 begrotingrealisatieslotwet mutaties
1996 ten opzichte van de begroting     
     
Bedragen in guldens     
     
Totale baten 74 926 00077 139 3302 213 330
opbrengst opdracht V&W 49 157 00050 101 001944 001
opbrengst derden 25 769 00026 334 395565 395
rentebaten pm291 496291 496
buitengewone baten 0412 438412 438
     
Totale lasten 74 926 00076 175 2371 249 237
kosten apparaat     
* personeel 41 628 00046 399 8274 771 827
* materieel 20 765 00016 883 549– 3 881 451
afschrijvingen 12 533 00011 076 669– 1 456 331
dotatie voorzieningen 0167 659167 659
buitengewone lasten 01 647 5331 647 533
     
Saldo van baten en lasten 0964 093964 093

TOELICHTING

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

1. Algemeen

Het KNMI opereert nu twee jaar als agentschap. In dit verslag konden daardoor de bedragen van het voorgaande jaar ter vergelijking worden opgenomen.

Als uitgangspunt is de handleiding agentschappen gehanteerd die is uitgegeven door het ministerie van Financiën.

Hieronder wordt een nadere toelichting gegeven op de waarderingsgrondslagen.

2. Waarderingsgrondslagen van de activa en passiva

Algemene grondslagen

Alle activa en passiva worden, voor zover niet anders is vermeld, opgenomen voor de nominale waarde, inclusief BTW.

Activa

Materiële vaste activa.

Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de aanschaffingsprijs, verminderd met de afschrijving. Onder aanschaffingsprijs wordt verstaan de investeringsuitgaven, die verband houden met het verkrijgen of het zelf vervaardigen van het actief. De afschrijvingen worden lineair berekend, gebaseerd op de geraamde economische levensduur. Afschrijving vindt plaats vanaf het moment van ingebruikname.

Onder grond en gebouwen is uitsluitend begrepen het pand Emmalaan 5 in De Bilt dat in 1993 door het ministerie van Verkeer en Waterstaat is aangekocht. De andere in gebruik zijnde gebouwen zijn eigendom van de Rijksgebouwendienst.

Onder installaties en inventaris zijn begrepen huisvestingsinstallaties, meubilair, computers en computerinfrastructuur, apparatuur en de uitrusting van de drukkerij.

Onder overige activa zijn begrepen waarneemapparatuur en -infrastructuur, software, meet en regelapparatuur, bewerkingsmachines, en communicatie-apparatuur.

Onder activa in ontwikkeling worden activa opgenomen die nog niet bedrijfsklaar zijn. Deze activa worden gewaardeerd tegen de directe kosten.

De gehanteerde afschrijvingspercentages per jaar zijn als volgt:

terreinen en activa in ontwikkeling 0%

gebouwen 2,5%

installaties en inventaris tussen 10 en 33,3%

overige activa tussen 10 en 33,3%

Voorraden

Onder de voorraden zijn opgenomen onderhouds- en kantoorartikelen, alsmede de voorraad radiosondes.

Deze voorraden zijn gewaardeerd tegen de gemiddelde inkoopprijs, onder aftrek van een voorziening voor incourantheid.

Bovendien is het onderhandenwerk onder voorraden opgenomen. Dit wordt gewaardeerd tegen directe kosten en voorzover nodig onder aftrek van een voorziening voor verwacht verlies. Ultimo 1995 waren de termijndeclaraties hierop in mindering gebracht.

Vorderingen

De debiteuren zijn opgenomen tegen de nominale waarde, verminderd met de noodzakelijk geachte voorziening voor oninbaarheid.

Passiva

Agentschapsvermogen

Het agentschapsvermogen is het saldo van bezittingen en schulden. Onderdelen van het agentschapsvermogen zijn de algemene reserve en de bestemmingsreserve. De algemene reserve dient voor het opvangen van algemene bedrijfsrisico's. De bestemmingsreserve is bestemd voor het doen van uitgaven voor materiële en immateriële vaste activa in latere jaren, voornamelijk voor investeringen in de meteorologische infrastructuur.

Schulden op korte termijn

Onder transitorische passiva zijn ondermeer de gedeclareerde termijnen opgenomen.

In 1995 waren de termijndeclaraties in mindering van het onderhandenwerk gebracht.

3. Grondslagen voor resultaatbepaling

Bedrijfsresultaat.

De resultaten zijn berekend op basis van historische kostprijzen, waarbij de baten en lasten zijn toegerekend aan de perioden waarop zij betrekking hebben. De transacties in vreemde valuta zijn omgerekend in Nederlandse guldens, tegen de middenkoers aan het begin van de betreffende maand.

Buitengewone baten en lasten

De buitengewone baten en lasten betreffen resultaten welke geen betrekking hebben op de gewone bedrijfsuitoefening.

TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 1996

AKTIVA  31-dec-96 31-dec-95
      
Materiële vaste activa  30 165 636  
Verloop van de materiële vaste activa  30 165 636 28 093 212
 gebouweninstallatiesoverigintotaal
 terreineninventaris ontwikkeling 
Aanschaffingsprijs600 00041 486 50030 476 0244 926 97577  489 499
Cumulatieve afschrijvingen20 25027 724 06621 651 971049 396 287
Boekwaarde 31/12/95579 75013 762 4348 824 0534 926 97528 093 212
Aanpassing 1/1/96      
Aanschaffingsprijs05 276 6223 144 03708 420 659
Cumulatieve afschrijvingen04 053 4951 883 34105 936 836
Aangepaste boekwaarde 1/1/96579 75014 985 56110 084 7494 926 97530 577 035
      
Mutaties boekjaar:      
Investeringen07 662 8584 849 717– 323 61212 188 963
Afschrijvingen6 7508 377 3532 692 566011 076 669
Des-investeringen03 817 4834 746 73608 564 219
Afschr. desinvesteringen03 716 1453 324 38107 040 526
Totaal mutaties– 6 750– 815 833734 796– 323 612– 411 399
      
Aanschaffingsprijs600 00050 608 49733 723 0424 603 36389  534 902
Cumulatieve afschrijvingen27 00036 438 76922 903 497059 369 266 59 369 266
Boekwaarde per 31/12/96573 00014 169 72810 819 5454 603 36330 165 636

De materiële vaste activa zijn per 1 januari 1996 gedeeltelijk aangepast. Een aantal reeds langer aanwezige activa is alsnog begin 1996 in de balans opgenomen.

Voorraden  f 571 349 f 242 805
Kantoor-/magazijnvoorraad  f 329 371 f 624 280
Voorziening incourant  f – 23 924 f – 64 000
Onderhanden-werk *)  f 265 902 f – 317 475
(minus gefactureerde termijnen)
Totaal  f 571 349 f 242 805

* In 1995 zijn de gedeclareerde termijnen in mindering gebracht op het onderhandenwerk.

Debiteuren  2 479 311 4 886 950
Debiteuren  2 997 311 5 354 950
Voorziening  – 518 000 – 468 000
Totaal  2 479 311 4 886 950
      
Transitorische activa  3 785 678 4 294 098
Vooruitbetaald  1 507 830 1 002 790
Vordering op ministerie van Verkeer en Waterstaat  p.m. 3 046 791
Overige vorderingen  2 277 848 244 517
Totaal  3 785 678 4 294 098
      
Liquide middelen  16 716 482 7 368 320

Het saldo liquide middelen betreft met name de rekening courant met het ministerie van Financiën.

PASSIVA 31-dec-96 31-dec-95
     
Agentschapsvermogen 42 465 038 36 148 898
Algemene reserve    
Stand per 1/133 523 753 36 148 898 
Aanpassing per 1/196311 852    
Winstbestemming 19951 558 092   
Ten gunste van bestemmingsreserve– -2 411 399 – 2 625 145 
Stand per 31/12 32 982 298 33 523 753
     
Bestemmingsreserve    
Stand per 31/12/952 625 145   
Aanpassing afschrijvingen 19952 171 970    
Winstbestemming 19951 774 226    
Bij: toevoeging aan bestemmingsreserve agv.     
* Afschrijvingen11 076 669 9 030 586 
* Investeringsbijdragen moederdeparte2 500 000 1 000 000 
* Desinvesteringen8 564 219 1 311 495 
Af: onttrekkingen aan bestemmingsreserve agv.     
* Investeringen in vaste activa-12 188 963 -7 701 629 
* Afschrijvingen desinvesteringen– 7 040 526 – 1 015 307 
Stand per 31/12 9 482 740 2 625 145

De aanpassing van de materiële vaste activa per 1 januari 1996 veroorzaakt per die datum een aanpassing van de algemene reserve en de bestemmingsreserve. De aanpassingen zijn berekend als waren de activa begin 1995 in de materiële vaste activa opgenomen.

Het moederdepartement heeft een investeringsbijdrage toegezegd van dfl. 1 000 000. Hiervan is in 1996 dfl. 500 000 ontvangen. De reeds eerder toegezegde bijdrage ad dfl. 2 000 000 is reeds in 1996 ontvangen.

Deze bijdrage was per 31 december 1995 in de algemene reserve begrepen.

 
Crediteuren 3 780 509 2 488 111

Het betreft schulden met een looptijd korter dan een jaar.

Transitorische passiva 6 508 816 2 916 058
Dit saldo bestaat uit:     
* Gedeclareerde termijnen* 2 483 204 0
* Te betalen vakantiegeld 1 648 932 1 570 368
* Overige nog te betalen bedragen 1 403 116 255 156
* Nog te betalen interim-regeling ziektekosten 566 426 496 788
* Vooruit ontvangen bedragen 246 750 247 016
* Af te dragen belastingen 160 388 346 730
Totaal 6 508 816 2 916 058

* In 1995 zijn de gedeclareerde termijnen in mindering gebracht op het onderhanden werk.

Niet uit de balans blijkende verplichtingen

* ECMWF

(European Centre for Medium Range Weather Forecasts)

Dit betreft de conventie aangegaan door de Staat der Nederlanden, welke gedelegeerd is aan het KNMI.

Deelname aan de conventie kan opgezegd worden. De opzegtermijn is twee jaar. Aansprakelijkheid voor een aantal kosten blijft echter bestaan.

In 1996 is door het ECMWF aan het agentschap ú 783 800 (dfl 2 mln) in rekening gebracht.

* Wachtgelden

Eventuele wachtgelduitkeringen worden volgens de afspraken bij het tot stand komen van het agentschap gefinancierd door het moederdepartement.

Niet uit de balans blijkende vorderingen

De vordering op het ministerie van Verkeer en Waterstaat betreft de nog te ontvangen investeringsbijdrage van f 500 000,–.

TOELICHTING OP DE REKENING VAN BATEN EN LASTEN 1996

BATEN 1996 1995
Opbrengst opdracht V&W 50 101 001 49 535 281

De opbrengsten betreffen de producten die het ministerie van V&W jaarlijks vaststelt. Het KNMI krijgt op grond van haar overheidstaak de opdracht deze produkten te leveren.

 
Opbrengsten derden 26 334 395 25 622 937

De opbrengsten betreffen de in 1996 geleverde prestaties.

 
Rentebaten 291 496 193 437

Deze post bestaat uit rente-opbrengsten van de uitstaande bedragen in de rekening courant met het ministerie van Financiën.

Het rente percentage is gebaseerd op de voorschotrente en varieerde in 1996 van 2,0% tot 2.75%.

 
Buitengewone baten 412 438 60 185

Deze post bestaat voor dfl. 350 000 uit opbrengst van verkochte activa. Het overige deel van deze baten bestaat uit opbrengsten uit voorgaande jaren.

LASTEN 1996 1995
Personeel 46 399 827 46 100 212
Lonen en salarissen 45 120 566 45 056 743
regulier personeel42 956 259 42 092 248 
niet-regulier personeel2 164 307 2 964 495 
Overige personele kosten 1 279 261 1 043 469
Totaal 46 399 827 46 100 212
     
Materieel 16 883 549 16 626 258
Onderhoud 5 089 066 4 746 434
Bijdragen organisaties 2 621 144 2 835 742
Communicatiekosten 2 532 738 1 956 446
Huisvestingskosten 1 769 237 1 597 738
Overige algemene kosten 1 580 332 1 428 446
Kantoorkosten 1 358 505 1 384 197
Reiskosten 1 303 361 1 236 963
Diensten door derden 366 488 1 123 566
Publiciteits- en marketingkosten 262 678 316 726
Totaal 16 883 549 16 626 258

LASTEN 1996 1995
afschrijvingen 11 076 669 9 030 586

De afschrijvingskosten kunnen als volgt worden gespecificeerd:

onderdeel% afschrijvingen/jaar  
gebouwen2,5%6 7506 750
installaties/inventarisvariëert van 10% tot 33,3%8 377 3537 041 624
overigvariëert van 10% tot 33,3%2 692 5661 982 212
Totaal 11 076 6699 030 586

Indien de activa aanpassing per 1 januari 1996, in 1995 verwerkt zou zijn geweest, dan zou de afschrijving in 1995 dfl. 11 202 556 hebben bedragen.

 
dotatie voorzieningen167 659  
LASTEN 1996 1995

Het betreft de toevoeging aan de voorziening dubieuze debiteuren en incourante voorraden.

Dubieuze debiteuren:    
Saldo voorziening per 1/1/96468 000    
Afgeboekt tlv voorziening25 856   
Saldo voorziening442 144   
Benodigde voorziening per 31/12518 000   
Dotatie aan de voorziening 75 856   
Incourante voorraden:     
Saldo voorziening per 1/1/9664 000    
Afgeboekt tlv voorziening131 879   
Saldo voorziening– 67 879    
Benodigde voorziening per 31/1223 924   
Dotatie aan de voorziening 91 803  
Totaal 167 659  
     
buitengewone lasten 1 647 533 322 466
Des-investeringsverlies 1 512 194 296 188
Kosten over voorgaande jaren 135 339 26 278
Totaal 1 647 533 322 466

Het desinvesteringsverlies betreft voor het grootste deel meetapparatuur die buitengebruik is gesteld, voordat de verwachte levensduur voorbij was.

 
SALDO BATEN EN LASTEN 964 093 3 332 318

winstbestemming:

Voorgesteld wordt, om het batig saldo over 1996 ad dfl. 964 093 toe te voegen aan de bestemmingsreserve. Deze winstbestemming is niet in de jaarrekening verwerkt.

De specificatie van de rekening van kapitaaluitgaven en kapitaalontvangsten van agentschap KNMI.

(bedragen x f 1000)(1)(2)(3)(4) = (1) + (2) +(3)(5)(6) = (5) – (4)
OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begrotingMutaties op grond van eerste suppletoire begrotingMutaties op grond van tweede suppletoire begrotingTotaal beschikbaarRealisatieSlotwetmutaties
Totale kapitaaluitgaven15 597  15 59712  189– 3 408
uitgaven onroerende goederen       
uitgaven overige kapitaalgoederen15 597  15 59712 189– 3 408
       
Totale kapitaalontvangsten15 597  15 59719 0463 449
investeringsbijdragen van het departement2 500  2 5002 5000
onttrekkingen aan reserves13 097  13 09716 5463 449
       
Saldo kapitaaluitgaven en -ontvangsten   06 8576 857

Het saldo kapitaaluitgaven/ontvangsten is gelijk aan de mutatie 1996 in de bestemmingsreserves.

BIJLAGEN

Begroting en realisatie van kosten en opbrengsten per productgroep.

 kosten per produktgroepbegrootrealisatieverschil
awoAlgemeen met. wetenschappelijk onderzoek4,33,8–0,5
kaKlimaatonderzoek en -advies12,712,2–0,5
saSeismologische adviezen2,62,90,3
pvPublieksvoorlichting0,20,30,1
avwAlgemene verwachtingen incl. waarsch./cal.18,319,41,1
mvwMaritieme verwachtingen incl. waarsch./cal.9,910,40,5
lvwLuchtvaartverwachtingen incl. waarsch./cal.17,917,5–0,4
daData, adv. v. wetenschap en maatschappij7,77,90,2
baBeleidsadviezen1,01,10,1
ovrOverige producten en resultaten0,20,70,5
 Totaal kosten74,876,21,4
 opbrengsten per produktgroepbegrootrealisatiever schil
awoAlgemeen met. wetenschappelijk onderzoek4,24,50,3
kaKlimaatonderzoek en -advies12,612,70,1
saSeismologische adviezen2,62,5–0,1
pvPublieksvoorlichting0,20,30,1
avwAlgemene verwachtingen incl. waarsch./cal.18,218,1–0,1
mvwMaritieme verwachtingen incl. waarsch./cal.10,010,30,3
lvwLuchtvaartverwachtingen incl. waarsch./cal.19,118,6–0,5
daData, adv. v. wetenschap en maatschappij8,07,8–0,2
baBeleidsadviezen1,00,9–0,1
ovrOverige producten en resultaten0,31,41,1
 Totaal opbrengsten76,277,10,9
 financiële resultaten per produktgoepbegrootrealisatieverschil
awoAlgemeen met. wetenschappelijk onderzoek–0,10,70,8
kaKlimaatonderzoek en -advies–0,10,50,6
saSeismologische adviezen –0,4–0,4
pvPublieksvoorlichting –0,0–0,0
avwAlgemene verwachtingen incl. waarsch./cal.–0,1–1,3–1,2
mvwMaritieme verwachtingen incl. waarsch./cal.0,1–0,1–0,2
lvwLuchtvaartverwachtingen incl. waarsch./cal.1,21,1–0,1
daData, adv. v. wetenschap en maatschappij0,3–0,1–0,4
baBeleidsadviezen –0,2–0,2
ovrOverige producten en resultaten0,10,70,6
 Totaal resultaat1,41,0–0,4

Toelichting per productgroep agentschap KNMI 1996

Algemeen

De opbrengsten van V&W zijn f 0,9 mln. hoger uitgevallen dan begroot, dit werd veroorzaakt door de loon- en prijscompensatie en een compensatie van f 0,4 mln. voor het ingaan van de 36-urige werkweek per 1 januari 1997, tegenover deze compensatie staan echter vanzelfsprekend ook hogere personele kosten.

Algemeen met. wetenschappelijk onderzoek

De opbrengsten van derden zijn f 0,2 mln. hoger uitgevallen dan verwacht, daar stonden echter ook f 0,2 mln. extra kosten tegenover. Tevens vielen de afschrijvingskosten f 0,7 mln. lager uit dan begroot.

Klimaatonderzoek en -advies

De opbengsten van derden zijn f 0,2 mln. lager uitgevallen dan verwacht, de kosten van deze projecten zijn echter f 0,5 mln. lager uitgevallen.

Seismologische adviezen

De opbrengsten van derden zijn f 0,15 mln. lager dan begroot.

Publieksvoorlichting

De kosten en opbrengsten waren redelijk in overeenstemming met de begroting.

Algemene verwachtingen incl. waarsch./cal.

De opbrengsten van derden zijn ongeveer f 0,5 mln. lager dan begroot, vooral bij de weersverwachtingen voor speciale doelgroepen bleven de inkomsten achter bij de begroting.

Daarnaast waren de kosten hoger dan verwacht, voornamelijk veroorzaakt door een hogere personele inzet.

Maritieme verwachtingen incl. waarsch./cal.

De hogere kosten worden veroorzaakt door een mengeling van oorzaken; hogere personele inzet, hogere materiele kosten en een grotere afname van interne dienstverlening.

Luchtvaartverwachtingen incl. waarsch./cal.

De lagere kosten worden o.a veroorzaakt door lagere materiele kosten en een lagere afname van interne dienstverlening.

Data, adv. v. wetenschap en maatschappij

De opbrengsten van derden zijn f 0,3 mln. lager dan begroot.

De kosten zijn redelijk in overeenstemming met de begroting.

Beleidsadviezen

Geen bijzonderheden

Overige producten en resultaten

De kostenoverschrijding wordt voor een groot deel veroorzaakt door bijzondere lasten (niet voorzien in de begroting).

De toename van de opbrengsten wordt grotendeels veroorzaakt door bijzondere baten (niet voorzien in de begroting).

grafiek: Kosten per productgroep

kst-25479-15-1.gifkst-25479-15-2.gif

grafiek: Kosten en opbrengsten per productgroep

kengetallen

  Eenheidrealisatie 1996begroot 1996
1– extractie producten –    
 weerbewaking De Biltaantal8.7608.760
 teletekstaantal19.007 16.062
 weerbericht tvaantal1.720 1.800
 taf luchtvaartaantal10.95010.950
 trend luchtvaartaantal50.370 40.150
 waarnemingenaantal140.091 140.160
 radarbeeldenaantal34.33935.040
 publicaties klimaataantal144 112
     
2gemiddelde personeelsaantallen    
 lager (bbra 1-4)fte's16,9 17,3
 midden (bbra 5-10)fte's331,2327,4
 hoger (bbra (11-18)fte's  127 138
  fte's475,1 482,7
     
3omzet per medewerkerf 1.000 161,1 151,9
4kosten per medewerkerf 1.000 159,1 151,9
5investering per medewerkerf 1.000 25,9 31,6
6loonkosten per medewerkerf 1.000 90,4 84,4
     
7 personeelskosten in % van totaal%62%56%
8 materiele kosten in % van totaal%22%28%
9 afschrijvingskosten in % van totaal%16%17%
     
10 opbrengsten v&wƒ mln.50,1 49,2
11 opbrengsten derdenƒ mln.26,4 25,8
     
12 debiteuren % omzet derden%9,4%10,1%
13 crediteuren % mat.+inv.%12,9%9,3%

productgroepkosten in % van totaal %

Productgroep begrootrealisatie
Algemeen met. wetenschappelijk onderzoekawo 5,75,0
Klimaatonderzoek en -advieska17,0 16,0
Seismologische adviezensa3,5 3,8
Publieksvoorlichtingpv0,30,4
Algemene verwachtingen incl. waarsch./cal.avw24,525,5
Maritieme verwachtingen incl. waarsch./cal.mvw13,213,6
Luchtvaartverwachtingen incl. waarsch./cal.lvw23,923,0
Data, adv. voor wetenschap en maatschappijda10,310,4
Beleidsadviezenba1,3 1,4
Overige producten en resultatenovr0,3 0,9
Totale kosten 100,0100,0

grafiek: Productgroepkosten in % van totaal (realisatie)kst-25479-15-3.gif

4 Financiële verantwoording agentschap Rijksdienst voor Radiocommunicatie

Inleiding

De Rijksdienst voor Radiocommunicatie (RDR) is verantwoordelijk voor het beheer van het Nederlandse radiospectrum en stelt de eisen vast waaraan de apparatuur moet voldoen die is aangesloten op de telecommunicatie-infrastructuur. Op basis van de Telecommunicatiewet geeft de RDR uitvoering aan het telecommunicatiebeleid van de overheid.

De RDR is onderdeel van de Hoofddirectie Telecommunicatie en Post (HDTP) en wordt aangestuurd door de hoofddirecteur. Het kader waarbinnen de beheersverantwoordelijkheden en -bevoegdheden van de RDR worden uitgeoefend, is neergelegd in de Regeling Rijksdienst voor Radiocommunicatie. Het wettelijk kader is voorgeschreven in de Wet op de telecommunicatie-voorzieningen (Wtv).

Op 1 januari 1996 is de RDR een agentschap geworden binnen het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Het verkrijgen van deze nieuwe status is tevens de aanleiding geweest voor een nieuwe naam. De RDR heette voorheen Directie Operationele Zaken (DOZ).

De hoofdvestiging van de RDR staat in Groningen. Vanuit de districtskantoren in Nederhorst den Berg, Zwolle, Eindhoven en Capelle aan den IJssel houdt de RDR toezicht op een storingvrij, betrouwbaar en onbelemmerd radioverkeer. In Nederhorst den Berg is tevens het Monitoringstation gevestigd. Bij de RDR werkten in 1996 in totaal 317 medewerkers.

Afnemers van de RDR-diensten zijn de machtiginghouders, de Koninklijke PTT Nederland NV, de Nederlandsche Omroepzendermaatschappij NV (NOZEMA), het ministerie van Defensie, het zelfstandige bestuursorgaan Lucht Verkeers Beveiliging en het Korps Landelijke Politiediensten. De machtiginghouders omvatten in aantal meer dan 90 % van alle afnemers en in waarde ruim 60 % van alle opbrengsten.

Doelstellingen en hoofdtaken

De RDR is de nationale instantie die voor het Nederlands grondgebied uitvoering geeft aan het vastgestelde telecommunicatiebeleid en de geldende wet- en regelgeving. Dit voor zover het betrekking heeft op radiocommunicatie en randapparatuur.

De doelstellingen zijn:

– het zorgdragen voor de best denkbare ordening van het radiospectrum;

– de bevordering van een optimaal gebruik en een goede werking van de telecommunicatie-/etherinfrastructuur;

– het waarborgen van een goede technische werking van de telecommunicatie-eindapparatuur en in samenhang daarmee de goede en ongestoorde werking van de telecommunicatie-infrastructuur.

Om deze doelstellingen te realiseren voert de RDR de volgende hoofdtaken uit:

– frequentiemanagement;

– standaardisatie van telecommunicatie-apparatuur;

– handhaving van de etherordening.

Terugblik 1996

In relatief korte tijd zijn de nieuwe taken op het gebied van vaste verbindingen geïmplementeerd. In hechte samenwerking met de Directie Beleidszaken, het moederdepartement en de departementen van Economische Zaken, Financiën en Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is een aantal stappen gezet om de veiling van frequenties mogelijk te maken.

Tevens levert de RDR een belangrijke bijdrage aan de herziening van de Wet op de Telecommunicatievoorzieningen die begin 1998 wordt vervangen door de nieuwe Telecommunicatiewet.

Uit het voorgaande blijkt dat de kennis van de RDR een belangrijke factor is in de voorbereiding en de uitvoering van het Nederlandse telecommunicatiebeleid. De expertise van de RDR is een waardevol product dat in nationale en internationale contacten moet worden gecultiveerd, geïntensiveerd en uitgedragen.

Op het terrein van handhaving heeft de RDR in 1996 nieuwe en veelal waardevolle internationale contacten gelegd. Een eerste aanzet is gegeven voor een strategie-ontwikkeling. Dat heeft onder meer geleid tot een concept marketingbeleid, dat in de loop van 1997 verder wordt uitgewerkt. Een belangrijk instrument omdat de eisen die de afnemers van de RDR stellen ten aanzien van kwaliteit, doelmatigheid en efficiency steeds verder worden aangescherpt. Met de op handen zijnde verhuizing van het hoofdkantoor in Groningen naar het «Cascade-complex» wordt het huisvestingsprobleem opgelost; de RDR kampte al enige jaren met ruimtegebrek. In 1996 is het huurcontract voor het nieuwe kantoor ondertekend. Het nieuwe pand is uitstekend te bereiken met openbaar vervoer, omdat het op steenworp afstand ligt van het NS- en busstation.

In 1996 zijn met succes verkiezingen gehouden voor een RDR-Ondernemingsraad. Bij de oprichting van de Ondernemingsraad op 31 oktober 1996 is door de directeur RDR en de voorzitter van de Ondernemingsraad een medezeggenschapsconvenant getekend. In het convenant zijn de afspraken vastgelegd over de uitwerking van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR).

Balans per 31 december 1996 (voor bestemming van het resultaat) (bedragen in duizenden guldens)

ACTIVA31.12.960 1.01.96
Vaste activa  
Materiële vaste activa  
– Inrichtingen en verbouwingen1 4351 830
– Apparatuur10 75312 095
– Kantoorinventaris1 2811 450
– Hard- en software4 9074 985
– Vervoermiddelen2 7073 005
– Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering2 0521 102
Totaal vaste activa23 13524 467
   
Vlottende activa  
Vorderingen   
– Debiteuren2 2442 153
– Overige vorderingen7585 438
– Vooruitbetaalde bedragen1 427423
 4 4298 014
   
Liquide middelen17 45422
Totaal vlottende activa21 8838 036
TOTAAL ACTIVA45 01832 503

Balans per 31 december 1996 (voor bestemming van het resultaat) (bedragen in duizenden guldens)

PASSIVA31.12.9601.01.96
Agentschapsvermogen  
Algemene reserves2 2118 143
Bestemmingsreserves27 33221 400
Saldo exploitatie boekjaar4 089
Totaal agentschapsvermogen33 63229 543
   
Langlopende schulden  
Lening moederdepartement4 600
 4 600
   
Voorzieningen  
Garantieverplichtingen149125
Assurantie eigen risico244156
Totaal voorzieningen393281
   
Kortlopende schulden  
Leveranciers en handelskredieten3 889661
Overige schulden1 137877
Overlopende passiva1 3671 141
Totaal kortlopende schulden6 3932 679
TOTAAL PASSIVA45 01832 503

Rekening van baten en lasten over 1996 (bedragen in duizenden guldens)

 1996begroting 1996
Baten  
Opbrengst productgroepen47 31045 200
Opbrengst moederdepartement865
Diversen689
Som bedrijfsopbrengsten48 86445 200
   
Lasten  
Salarissen en pensioenlasten24 61524 500
Materiële kosten9 40510 500
Externe diensten4 1123 500
Afschrijvingen6 6616 800
Dotaties voorzieningen412600
Som bedrijfslasten45 20545 900
Bruto bedrijfsresultaat3 659–/- 700
Rente430400
Resultaat4 089–/- 300

Rekening van kapitaaluitgaven en -ontvangsten (bedragen in duizenden guldens)

 1996begroting 1996
TOTALE KAPITAALUITGAVEN   
Uitgaven overige kapitaalgoederen5 32911 800
Totaal kapitaaluitgaven5 32911 800
TOTALE KAPITAALONTVANGSTEN   
   
Lening moederdepartement4 600
Toevoeging aan liquide middelen6 66111 800
Totaal kapitaalontvangsten11 26111 800
Saldo kapitaaluitgaven en -ontvangsten5 9320

Het saldo kapitaaluitgaven en -ontvangsten is gelijk aan de mutaties in de bestemmingsreserves.

De uitgaven overige kapitaalgoederen zijn veel lager uitgekomen dan begroot. Dit is veroorzaakt doordat enerzijds ongeveer f 4 miljoen van het investeringsbudget is doorgeschoven naar 1997 (handhaving en informatieverzorging) en anderzijds omdat een dure meetwagen niet is aangeschaft. Met de Duitse Bundesamt für Post und Telekommunikation (BAPT) is namelijk een contract afgesloten over de huur van zo'n meetwagen. Voor een bedrag van DM 3 077 per dag kan de RDR beschikken over een meetwagen die is ingericht met technisch hoogwaardige apparatuur ter waarde van ongeveer f 2 miljoen.

Kasstroomoverzicht 1996 (bedragen in duizenden guldens)

 1996
Netto kasstroom uit operationele activiteiten 
  
Resultaat4 089
  
Afschrijvingen6 661
Mutaties voorzieningen112
Afname vorderingen en vooruitbetaalde bedragen3 585
Toename kortlopende schulden en overlopende passiva3 714
Netto kasstroom uit operationele activiteiten18 161
  
Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten 
  
Investeringen in materiële vaste activa5 550
Desinvesteringen in materiële vaste activa221
Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten5 329
  
Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten 
  
Toename langlopende schulden4 600
Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten4 600
Netto kasstroom Rijksdienst voor Radiocommunicatie17 432
  
Saldo liquide middelen 1 januari 199622
Saldo liquide middelen 31 december 199617 454
Mutatie liquide middelen17 432

ALGEMEEN

De jaarrekening van de RDR is in 1996 voor de eerste maal opgesteld volgens de methodiek van het baten- en lastenstelsel. Als uitgangspunt is de handleiding agentschappen gehanteerd die is uitgegeven door het Ministerie van Financiën.

GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA

Algemeen

Het vermogen wordt bepaald op basis van historische verkrijgingsprijzen. De activa en de passiva zijn, tenzij anders vermeld, gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Bij de balans per 31 december 1996 zijn als vergelijkende cijfers de bedragen uit de openingsbalans van de RDR per 1 januari 1996 opgenomen.

Materiële vaste activa

De waardering is gebaseerd op de aanschafwaarde onder aftrek van de verrichte afschrijvingen. Afschrijving gebeurt lineair op basis van de geschatte economische levensduur die varieert van drie tot tien jaar. Hierbij wordt rekening gehouden met een eventuele restwaarde.

Afschrijvingstermijnen:

Inrichtingen en verbouwingen 10 jaar

Apparatuur 4 tot 10 jaar

Kantoorinventaris 5 tot 10 jaar

Hard- en software 3 tot 4 jaar

Vervoermiddelen 4 jaar

Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering na ingebruikname

Vorderingen

De vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde verminderd met de noodzakelijk geachte voorziening voor mogelijke oninbaarheid.

Voorzieningen

De voorzieningen zijn gevormd voor verplichtingen en risico's die samenhangen met de bedrijfsvoering.

GRONDSLAGEN VOOR DE BEPALING VAN HET RESULTAAT

Algemeen

In de winst- en verliesrekening worden opbrengsten en kosten verantwoord die betrekking hebben op de bedrijfsactiviteiten die tijdens het boekjaar zijn verricht. Omdat alle kostencomponenten inzichtelijk worden gemaakt, is een administratie op basis van baten en lasten bij uitstek geschikt voor het bepalen van kostendekkende tarieven. Bij het agentschap RDR worden de integrale kosten in principe doorberekend aan de afnemers.

Vergelijkende cijfers met betrekking tot de winst- en verliesrekening zijn, gelet op het feit dat de RDR in 1996 voor het eerst opereert als agentschap conform het stelsel van baten en lasten, niet voorhanden. Als vergelijkende cijfers zijn de cijfers uit de begroting voor 1996 opgenomen. De begroting is opgenomen in de begroting van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Opbrengst productgroepen

De basis voor het in rekening brengen van tarieven voor onder andere machtigingen en vergunningen is te vinden in de Wet op de Telecommunicatievoorzieningen (Wtv) en de Vergunningenwet kabelgebonden telecommunicatie-infrastructuur. De in rekening gebrachte tarieven vloeien voort uit de jaarlijks door de Minister van Verkeer en Waterstaat goedgekeurde Regeling vergoedingen telecommunicatie-inrichtingen RDR welke gepubliceerd wordt in de Staatscourant.

Toelichting op de balans (bedragen in duizenden guldens)

ACTIVA

Materiële vaste activa
Het verloop van de materiële vaste activa is:
 Inrichtingen enverbouwingenApparatuurKantoorinventarisHard- en software
Boekwaarde per 1 januari 19961 83012 0951 4504 985
Investeringen 19961891 3842322 010
Desinvesteringen 19965044
 2 01913 4291 6386 995
Afschrijvingen 19965842 6763572 088
Boekwaarde per 31 december 19961 43510 7531 2814 907
     
Cumulatieve aanschafwaarde per 31 december 19963 59431 5392 88012 880
Cumulatieve afschrijvingen per 31 december 19962 15920 7861 5997 973
Boekwaarde per 31 december 19961 43510 7531 2814 907
 Vervoer-middelenVaste bedrijfsmiddelen in uitvoeringTotaal
Boekwaarde per 1 januari 19963 0051 10224 467
Investeringen 19967859505 550
Desinvesteringen 1996127221
 3 6632 05229 796
Afschrijvingen 19969566 661
Boekwaarde per 31 december 19962 7072 05223 135
    
Cumulatieve aanschafwaarde per 31 december 19965 9262 05258 871
Cumulatieve afschrijvingen per 31 december 19963 21935 736
Boekwaarde per 31 december 19962 7072 05223 135

Inrichtingen en verbouwingen

Dit zijn de investeringen die onlosmakelijk met het gebouw zijn verbonden.

Apparatuur

De apparatuur is belangrijk voor het primaire proces bij de RDR. Hierbij moet worden gedacht aan beveiligingsapparatuur, communicatie-apparatuur, electronische meetapparatuur, masten en antennes alsmede materialen, werktuigen en gereedschappen.

Kantoorinventaris

Een groot deel van het meubilair is aangeschaft in 1989 en zal over een aantal jaren moeten worden vervangen. Onder deze post vallen ook de kantoormachines zoals bijvoorbeeld een frankeermachine of inbindmachine.

Hard- en software

Hard- en software zijn onder één noemer opgenomen gezien de duidelijke onderlinge relatie die er bestaat. Veel software wordt in eigen beheer ontwikkeld waarbij consultants worden ingeschakeld. De geactiveerde bedragen van zelfgebouwde applicaties betreffen betaalde bedragen aan derden.

Vervoermiddelen

Het wagenpark van de RDR omvat circa 85 auto's. Het beheer van het wagenpark is uitbesteed aan een leasemaatschappij. Via een mantelovereenkomst is daar eveneens de aan- en verkoop geregeld.

Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering

Hieronder valt voornamelijk de ontwikkeling van het vaste meetnet. Met dit meetnet is het mogelijk om op een vaste lokatie metingen te verrichten in de ether vanuit diverse plaatsen in Nederland.

Vlottende activa 

Vorderingen

1. Debiteuren

 31.12.9601.01.96
Vorderingen op afnemers3 7662 135
Nog te factureren diensten4491 681
Overige debiteuren110
 4 2163 826
   
Af: voorziening dubieuze debiteuren1 9721 673
 2 2442 153

2. Overige vorderingen

 31.12.9601.01.96
Vorderingen op moederdepartement1555 400
Vorderingen project veilingen600
Vorderingen op personeel35
Diversen33
 7585 438

De vordering op het moederdepartement betreft een vordering van f 155 000 in verband met de afwikkeling van schadekosten. In de openingsbalans is een bedrag opgenomen ter grootte van f 5,4 miljoen die in 1996 als bruidsschat is ontvangen van het moederdepartement.

kst-25479-15-4.gif

De vordering vanuit het project veilingen is een resultante van de gemaakte kosten in 1996 ad f 1 200 000 en het ontvangen voorschot van f 600 000. De totale begroting van de RDR voor het project veilingen bedraagt f 6,6 miljoen. Deze kosten worden in mindering gebracht op de veilingopbrengsten. Zowel de veilingkosten als de veilingopbrengsten worden verantwoord bij het Ministerie van Financiën.

3. Vooruitbetaalde bedragen

 31.12.9601.01.96
Vooruitbetaling onderhoudscontract hardware946
Overige vooruitbetaalde bedragen481423
 1 427423

Liquide middelen

 31.12.9601.01.96
Rekening-courant Ministerie van Financiën17 444
Kas85
Kruisposten217
 17 45422

Over het positieve saldo bij het Ministerie van Financiën wordt een rentevergoeding ontvangen.

PASSIVA

Agentschapsvermogen

 31.12.9601.01.96
Algemene reserves2 2118 143
Bestemmingsreserves27 33221 400
Saldo exploitatie boekjaar4 089
 33 63229 543

Algemene reserves

De algemene reserves zijn bedoeld om algemene bedrijfsrisico's op te kunnen vangen. Een bedrag van f 5 932 000 is ten gunste van de bestemmingsreserves gebracht.

Bestemmingsreserves

Stand per 1 januari 1996 f 21 400
bij: afschrijvingenf 6 661  
desinvesteringenf 221 
lening moederdepartementf 4 600  
  f 32 882
af: investeringen in vaste activa f 5 550
Stand per 31 december 1996 f 27 332

Voorgesteld wordt om uit het positieve resultaat additioneel f 68 000 toe te voegen aan de bestemmingsreserves. Dit is noodzakelijk om de huidige, met eigen vermogen gefinancierde activa in de toekomst te kunnen vervangen.

Het totale bedrag van f 27,4 miljoen kan als volgt worden onderverdeeld:

– informatieverzorging f 10,5 miljoen

– herhuisvesting hoofdkantoor f 6,7 miljoen

– apparatuur handhaving f 10,2 miljoen

totaal f 27,4 miljoen

De investeringsbehoeften bepalen het bedrag dat onder de bestemmingsreserves wordt gereserveerd. De bestemmingsreserves worden gevormd via een afzonderlijke boeking ten laste van de algemene reserves en zijn opgebouwd uit de geplande kapitaaluitgaven voor de komende twee jaren. De achtergrond van deze beslissing is, dat binnen het meerjarenplan de kapitaaluitgaven voor de eerstkomende twee jaren concreet worden ingevuld.

De L-ratio (voor winstbestemming) bedraagt per 31 december 1996 f 4 008 000 (per 1 januari 1996 f 3 346 000). De L-ratio is een bruikbaar kengetal dat aangeeft hoe de liquiditeit is op de middellange termijn.

L-ratio = netto werkkapitaal -/- bestemmingsreserves + afschrijving komende twee jaar + resultaat komende twee jaar -/- aflossingen komende twee jaar

Langlopende schulden

Door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat is bij de aanvang van het agentschap een renteloze lening verstrekt ter grootte van f 4,6 miljoen. De aflossing zal plaatsvinden in gelijke jaarlijkse termijnen ad f 1,15 miljoen, te beginnen in het jaar 1998.

Voorzieningen

Voorziening garantieverplichtingen:

Bij het toedelen van frequenties aan derden kan het voorkomen dat zendapparatuur moet worden omgesteld in het belang van een beter etherbeheer. In een aantal gevallen dient de RDR de daarmee gepaard gaande omstemmingskosten (en eventuele extra kosten) te vergoeden. Hiervoor wordt jaarlijks een bedrag aan de voorziening toegevoegd van f 25 000 tot een maximum van f 200 000.

Voorziening assurantie eigen risico:

Deze voorziening is gevormd voor het onverzekerde risico van diefstal, verlies en breuk van activa. De dotatie aan deze voorziening komt overeen met marktconforme premies. Jaarlijks wordt aan deze voorziening een bedrag toegevoegd gelijk aan 0,15 % van de aanschafwaarde van de activa per ultimo boekjaar.

Het verloop van de voorzieningen (exclusief voorziening dubieuze debiteuren) is:

 Garantie-verplichtingenAssurantie eigen risicoTotaal
Stand per 1 januari 1996125156281
Onttrekkingen 199611
 124156280
Dotaties 19962588113
Stand per 31 december 1996149244393

Kortlopende schulden

* Leveranciers en handelskredieten

Het betreft hier schulden ad f 3 889 000 uit hoofde van leveringen en diensten. De schulden hebben een looptijd korter dan een jaar.

* Overige schulden

 31.12.9601.01.96
Moederdepartement794799
Schulden aan personeel24
Belastingen en premies sociale verzekeringen317
Diversen2654
 1 137877

De schuld aan het moederdepartement is ontstaan in het kader van de ontvlechting met de HDTP per 1 januari 1996.

Overlopende passiva

 31.12.9601.01.96
Opgebouwd vakantiegeld personeel911860
Opgebouwd IRZK-regeling personeel319281
Arbo Management Groep137
 1 3671 141

NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN

De belangrijkste niet uit de balans blijkende verplichtingen met een materieel financieel belang zijn:

Huurcontracten

Hoofdkantoor te Groningen

Het hoofdkantoor te Groningen is gehuurd tot 1 november 1997. Eind 1997 zal de verhuizing naar een ruimer pand gaan plaatsvinden in het Cascade-complex op loopafstand van het NS-hoofdstation. De huurperiode bedraagt 15 jaar tot 2012 voor een bedrag van f 1 720 178 per jaar.

Districtskantoren

Het districtskantoor in Zwolle aan de Emmastraat 16 is gehuurd tot het jaar 2006 voor een jaarlijks bedrag van f 287 844. In Eindhoven wordt het kantoor aan de Insulindelaan 120–122 gehuurd tot 2001 voor een jaarlijks bedrag van f 192 981. Het derde districtskantoor in gehuurd tot 2001 en staat in Capelle aan den IJssel aan de Barbizonlaan 1 met een jaarlijkse huur van f 218 642. Het district Noordwest, het Monitoringstation en de afdeling Technische Zaken zijn gehuisvest aan de Radioweg 3 te Nederhorst den Berg. Dit pand en de omliggende terreinen zijn eigendom van de Staat der Nederlanden (Dienst der Domeinen). Het Ministerie van Financiën heeft de terreinen formeel in materieel beheer overgedragen aan het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Het onderhoud van de gebouwen komt voor rekening van de RDR. De RDR betaalt voor het gebruik van de terreinen en de gebouwen te Nederhorst den Berg geen vergoeding aan de Domeinen.

Wachtgeld

Wachtgeldregelingen worden centraal betaald en verantwoord binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. In de jaarrekening van de RDR is zodoende geen verplichting opgenomen voor wachtgeld.

Vakantierechten

De verplichting uit hoofde van vakantierechten bedraagt per 31 december 1996 gemiddeld 6 dagen per personeelslid (per 31 december 1995 gemiddeld ook 6 dagen per personeelslid). Deze verplichting is niet in de balans tot uitdrukking gebracht.

Toelichting op de winst- en verliesrekening (bedragen in duizenden guldens)

Opbrengst productgroepen begroting

 1996begroting 1996
Vaste verbindingen893800
Mobiele communicatie32 40630 600
Radiodeterminatie1 0411 000
Amateurs1 5011 500
Omroep10 0469 400
Rand- en radio-apparatuur7021 000
Overige producten721900
Totaal productgroepen47 31045 200

De grootste absolute afwijking tussen begroting en realisatie is te vinden in de productgroepen Mobiele communicatie en Omroep. Bij de productgroepen Rand- en radio-apparatuur en Overige producten is sprake van een realisatie die lager is dan de begroting.

Salarissen en pensioenlasten begroting

 1996begroting 1996
Salarissen22 63922 600
Pensioenlasten1 9761 900
Totaal salarissen en pensioenlasten24 61524 500

Materiële kosten begroting

 1996begroting 1996
Vorming en opleiding399500
Algemene kosten713800
Reis- en verblijfkosten1 7111 900
Bureaukosten1 7501 700
Huisvestingskosten2 1422 300
Onderhoud/exploitatie/lease2 6903 300
Totaal materiële kosten9 40510 500

Externe diensten

Onder de kosten van externe diensten zijn onder andere de volgende posten opgenomen:

– advies- en proceskosten (primair proces en bedrijfsvoering)

– werving en selectie, kinderopvang

– drukwerk, schoonmaak, bewaking, catering

Afschrijvingen

De afschrijvingen zijn lager dan begroot. De oorzaak is dat relatief veel activa volledig zijn afgeschreven. Indien deze activa worden vervangen, heeft dit tot gevolg dat de afschrijvingskosten zullen toenemen. Hiermee is in de meerjarenraming rekening gehouden.

Dotaties voorzieningen

De dotaties voorzieningen bestaan uit toevoegingen aan de voorziening dubieuze debiteuren (f 299 000), de voorziening garantieverplichtingen (f 25 000) en de voorziening assurantie eigen risico (f 88 000).

Toelichting bij de rekening van kapitaaluitgaven en -ontvangsten

Vergelijkende cijfers

Vergelijkende cijfers met betrekking tot de rekening van kapitaaluitgaven en -ontvangsten zijn overgenomen uit de Rijksbegroting.

Algemeen

Het overzicht van kapitaaluitgaven en -ontvangsten geeft aan welke kapitaaluitgaven in het boekjaar 1996 zijn gedaan en op welke wijze deze kapitaaluitgaven zijn gefinancierd. Met dit overzicht is de Staten-Generaal in staat alle uitgaven en ontvangsten te autoriseren.

Kapitaaluitgaven

Kapitaaluitgaven omvatten de uitgaven die worden gedaan ten behoeve van de aanschaf van kapitaalgoederen met een gebruiksduur van meer dan een jaar. Ook aflossingen van leningen van het moederdepartement worden aangemerkt als kapitaaluitgaven.

Kapitaalontvangsten

De kapitaalontvangsten bestaan uit ontvangen investeringsbijdragen van het moederdepartement, leningen van het moederdepartement en de toevoeging aan liquide middelen.

Toevoeging aan liquide middelen

De toevoeging aan liquide middelen betreft de (gespaarde) liquide middelen uit afschrijvingen.

Toelichting bij het kasstroomoverzicht

Een kasstroomoverzicht is volgens de huidige handleiding niet voorgeschreven voor agentschappen. De RDR kiest er voor dit overzicht wel te presenteren. Er is een onderscheid gemaakt in operationele activiteiten, investeringsactiviteiten en financieringsactiviteiten.

Naar boven