25 479
Financiële verantwoordingen over het jaar 1996

nr. 13
FINANCIËLE VERANTWOORDING VAN HET MINISTERIE VAN DEFENSIE (X)

Deze financiële verantwoording bestaat uit:

– de rekening van verplichtingen, uitgaven en ontvangsten, zoals blijkt uit bijgevoegde staten, voorzien van een toelichting;

– de op deze rekening aansluitende saldibalans per 31 december 1996, voorzien van een toelichting.

De financiële verantwoording van het agentschap «Duyverman Computercentrum» bestaat uit de rekening van baten en lasten en van kapitaaluitgaven en -ontvangsten, zoals blijkt uit de bijgevoegde staten, voorzien van een toelichting en de balans per 31 december 1996, voorzien van een toelichting.

De financiële verantwoording van het agentschap «Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen» bestaat uit de rekening van baten en lasten en van kapitaaluitgaven en -ontvangsten, zoals blijkt uit de bijgevoegde staten, voorzien van een toelichting en de balans per 31 december 1996, voorzien van een toelichting.

Den Haag, 27 juni 1997

De Minister van Defensie,

Dr. Ir. J. J. C. Voorhoeve

Staat behorende bij de Wet van .......... 19.., Stb. ... en bij de financiële verantwoording over het jaar 1996 Rekening 1996 (inclusief slotwetmutaties), Ministerie van Defensie (X) Onderdeel uitgaven en verplichtingen (bedragen x f 1000)

   (1) (2) (3)  (4) = (1) + (2) + (3) (5) (6) = (5) – (4)
Art.Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begroting Mutaties (+ of –) op grond van eerste suppletore begroting Mutaties (+ of –) op grond van tweede suppletore begroting  Totaal geraamd Realisatie1Slotwetmutaties (+ of –) (+ = tekortschietend geraamd bedrag)
   verplichtingenuitgaven verplichtingen uitgaven verplichtingenuitgaven  verplichtingen uitgaven verplichtingenuitgaven verplichtingen uitgaven
  TOTAAL 13 596 158 202 546 – 51 974  13 746 730 13 707 847 – 38 883
                
01 Algemeen 708 774      628 296 601 419  
                
 01Burgerpersoneel000000 000000
 02Militair personeel000000 000000
 03Overige personele exploitatie000000 000000
 04Subsidies en bijdragen102 899102 8992 3972 3971 6171 617 106 913106 913106 366106 351– 547– 562
 05Materiële exploitatie000000 000000
 06Bouw2 1012 101005555 2 1562 1561 439485– 717– 1 671
 07Materieel/investeringen algemeen000000 000000
 08Geheime uitgaven1 2001 200– 1 000– 1 00000 20020020020000
 09Onvoorziene uitgaven000000 000000
 10Automatisering en telecommunicatie000000 000000
 11Internationale verplichtingen 139 417153 660– 6 099– 6 099– 24 7099 174 108 609156 735154 943137 71546 334– 19 020
 12Garanties6 9220– 6 922000 000000
 13Milieuheffing000000 000000
 14Milieumaatregelen12 83210 8423 6003 600– 1 954202 14 47814 64419 50316 7325 0252 088
 15Ontwikkeling nieuw defensiematerieel 28 65233 510– 4 0190– 2 4841 716 22 14935 22623 02031 463871– 3 763
 16Loonbijstelling38 13338 133– 17 441– 17 441– 20 692– 20 692 000000
 17Prijsbijstelling68 21068 21037 75337 753– 105 963– 105 963 000000
 18Personeel en materieel265 783270 06944 19944 199– 22 937– 27 790 287 045286 478287 413283 000368– 3 478
 19Overige departementale uitgaven29 78428 15000– 2 206– 2 206 27 57825 94425 47525 473– 2 103– 471
                
02 Pensioenen, wachtgelden en uitkeringen 1 747 801      1 805 642 1 815 020  
                
 01Wachtgelden burgerpersoneel en inactiviteitswedden militair personeel169 066169 06648 45748 457533533 218 056218 056218 569218 569513513
 02Militaire pensioenen en uitkeringen1 578 7351 578 73518 57818 578– 9 727– 9 727 1 587 5861 587 5861 596 6611 596 4519 0758 865
                
03 Koninklijke marine 2 540 645      2 602 311 2 615 920  
                
 01Burgerpersoneel343 475343 475– 12 129– 12 1294 3794 379 335 725335 725337 713337 0571 9881 332
 02Militair personeel 942 413942 41317 35517 35515 91215 912 975 680975 680986 554986 27910 87410 599
 03Overige personele exploitatie152 381154 781– 6 261– 6 261– 4 342– 4 342 141 778144 178151 050154 6999 27210 521
 04Subsidies en bijdragen903903686800 9719711 0231 0235252
 05Materiële exploitatie428 623479 946– 17 207– 17 20789 71028 710 501 126491 449613 603500 183112 4778 734
 06Bouw, alsmede aankoop van gronden en opstallen72 70367 00331 85531 8551 7421 742 106 300100 60093 956100 609– 12 3449
 07Overig groot materieel513 050487 112175 01031 910– 122 35514 151 565 705533 173490 611515 600– 75 094– 17 573
 08Multi-purpose fregatten14 78550 2850– 31 836– 12 238– 3 063 2 54715 3864 82315 4812 27695
 09Onderzeeboten Walrusklasse3 99114 7276 941– 7 749– 8 461– 1 829 2 4715 1493 0024 989531– 160
 10Mijnenbestrijdingsvaartuigen Alkmaarklasse000000 000000
04 Koninklijke landmacht 4 647 530      4 407 418 4 475 602  
                
 01Burgerpersoneel704 902704 90215515520 01520 015 725 072725 072749 830744 92924 75819 857
 02Militair personeel1 664 6371 664 637– 80 647– 80 647– 4 285– 4 285 1 579 7051 579 7051 602 0981 598 51222 39318 807
 03Overige personele exploitatie352 535387 894– 12 713– 29 778– 11 240– 12 511 328 582345 605334 466345 6275 88422
 04Subsidies en bijdragen16 29616 296– 1 206– 1 2061 0201 020 16 11016 11016 60216 13649226
 05Materiële exploitatie878 083963 05599 587– 21 004136 66038 564 1 114 330980 6151 147 2721 019 80832 94239 193
 06Bouw, alsmede aankoop van gronden en opstallen287 614241 778– 66 400– 61 7786 286– 13 714 227 500166 286220 847156 393– 6 653– 9 893
 07Overig groot materieel867 344668 968110 956– 107 072– 170 30032 129 808 000594 025751 445594 197– 56 555172
 08Pantserrupsvoertuigen YPR-765000000 000000
 09Tankvervanging/verbetering Leopard 1000000 000000
                
05 Koninklijke luchtmacht 2 760 793      2 894 673 2 846 268  
                
 01Burgerpersoneel130 894130 894707707814814 132 415132 415133 164133 129749714
 02Militair personeel871 190871 190– 5 757– 5 757– 31 479– 31 479 833 954833 954829 122829 088– 4 832– 4 866
 03Overige personele exploitatie149 906162 82726 80629 84011 26614 780 187 978207 447195 990216 8298 0129 382
 04Materiële exploitatie454 331537 777109 11450 666112 73444 130 676 179632 573739 740627 03663 561– 5 537
 05Bouw, alsmede aankoop van gronden en opstallen159 725178 14134 27718 65937 19840 600 231 200237 400240 754236 1039 554– 1 297
 06Overig groot materieel810 759491 244– 394 063177 7794 36422 071 421 060691 094408 199669 175– 12 861– 21 919
 07Geleide-wapen-systemen Patriot000000 000000
 08Gevechtsvliegtuigen F-160388 720388 116– 156 129– 246 692– 72 801 141 424159 790118 773134 908– 22 651– 24 882
                
06 Koninklijke marechaussee 408 569      417 273 410 995  
                
 01Burgerpersoneel7 5707 570562562712712 8 8448 8448 9788 978134134
 02Militair personeel278 508278 5081 2211 221– 4 603– 4 603 275 126275 126275 348275 348222222
 03Overige personele exploitatie28 48128 481– 890– 8903 4173 417 31 00831 00832 09330 9521 085– 56
 04Materiële exploitatie39 05038 850– 1 764– 1 7645 8733 173 43 15940 25950 19042 5577 0312 298
 05Bouw, alsmede aankoop van gronden en opstallen17 16032 56000– 1 1533 747 16 00736 30720 43028 8894 423– 7 418
 06Groot materieel23 60022 600004 1293 129 27 72925 72929 50124 2711 772– 1 458
                
08 Multi-service projecten en activiteiten 670 744      758 946 708 084  
                
 01Luchtmobiele brigade67 383370 149204 54984 947– 32 5088 748 239 424463 844163 435436 065– 75 989– 27 779
 02Vredesoperaties300 595300 59529 54729 547– 35 040– 35 040 295 102295 102270 723272 019– 24 379– 23 083
 03Doelmatigheidsbesparingen000000 000000
                
09 Defensie Interservice Commando (voorheen Groep Defensie-ondersteuning) 111 302      232 171 234 539  
                
 01Personeel en materieel GDO111 302111 302– 111 302– 111 30200 000000
 02Personeel en materieel Dico00240 240240 240– 10 669– 10 669 229 571229 571244 549231 09214 9781 521
 03Investeringen Dico009 1009 100– 6 500– 6 500 2 6002 6003 9493 4471 349847

1 De gerealiseerde bedragen zijn afgerond naar boven (op duizenden guldens).

Mij bekend,

De Minister van Defensie,

Staat behorende bij de Wet van .......... 19.., Stb. ... en bij de financiële verantwoording over het jaar 1996 Rekening 1996 (inclusief slotwetmutaties), Ministerie van Defensie (X) Onderdeel ontvangsten (bedragen x f 1000)

   (1) (2) (3)  (4) = (1) + (2) + (3) (5) (6) = (5) – (4)
Art.Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begroting Mutaties (+ of –) op grond van eerste suppletore begroting Mutaties (+ of –) op grond van tweede suppletore begroting  Totaal geraamdRealisatie Slotwetmutaties (+ of –) (+ = meer ontvangen)
   ontvangstenontvangsten ontvangsten  ontvangsten ontvangstenontvangsten
  TOTAAL600 30625 081– 25 900 599 487569 186– 30 301
          
01 Algemeen35 440   58 14058 453 
          
 01Verhaalswet ongevallen ambtenaren en Algemene Arbeidsongeschiktheidswet000 000
 02Ontvangsten en inhoudingen wegens diverse verstrekkingen alsmede wegens genot van kleding, voeding, huisvesting, geneeskundige verzorging e.d.000 000
 03Specifieke ontvangsten000 000
 04Ontvangsten van andere landen voortvloeiende uit internationale verplichtingen in verband met Navo-infrastructuur31 800022 700 54 50052 426– 2 074
 05Bijdragen in de kosten van de Stichting Nationaal Lucht- en Ruimtevaart Geneeskundig centrum000 000
 06Overige ontvangsten70000 7002 9662 266
 07Prijsbijstelling000 000
 08Ontvangsten personeel en materieel Kerndepartement2 94000 2 9403 061121
          
02 Pensioenen, wachtgelden en uitkeringen28 800   27 37524 324 
          
 01Ontvangsten uit het Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds25 300775– 2 200 23 87520 597– 3 278
 02Overige ontvangsten3 50000 3 5003 727227
          
03 Koninklijke marine114 151   131 751124 259 
          
 01Verhaalswet ongevallen ambtenaren en Algemene Arbeidsongeschiktheidswet1 500– 5000 1 0001 677677
 02Ontvangsten en inhoudingen wegens diverse verstrekkingen alsmede wegens genot van kleding, voeding, huisvesting, geneeskundige verzorging e.d.48 9601 590– 15 000 35 55027 175– 8 375
 03Verrekeningen wegens verstrekkingen en voor verrichte werkzaamheden en verleende diensten16 300– 8 9900 7 3106 950– 360
 04Terugontvangst B.T.W.28 30028 2000 56 50058 6352 135
 05Verpleging van burgerpatiënten in militaire ziekeninrichtingen, geneeskundige verzorging en verstrekkingen000 044
 06Opbrengsten van verkoop van zeekaarten, berichten aan zeevarenden, zeemansgidsen enz.1 900– 2000 1 7001 861161
 07Verrekening met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen in verband met het terbeschikking stellen van de Hr. Ms. Tydeman voor oceanografisch onderzoek01 0000 1 0001 165165
 08Ontvangsten uit hoofde van internationale samenwerking5 09112 500– 1 000 16 59117 577986
 09Ontvangsten uit hoofde van de levering van inventarisgoederen en klein materieel aan derden10 00000 10 0005 047– 4 953
 10Overige ontvangsten2 10000 2 1004 1682 068
          
04 Koninklijke landmacht170 336   181 974185 561 
          
 01Verhaalswet ongevallen ambtenaren en Algemene Arbeidsongeschiktheidswet4 385– 2 685500 2 2004 0061 806
 02Ontvangsten en inhoudingen wegens diverse verstrekkingen alsmede wegens genot van kleding, voeding, huisvesting, geneeskundige verzorging e.d.27 583366700 28 64932 5963 947
 03Verrekeningen wegens verstrekkingen en voor verrichte werkzaamheden en verleende diensten30 57317 182– 2 750 45 00546 1151 110
 04Terugontvangst B.T.W.10 9504 850– 4 800 11 000335– 10 665
 05Verpleging van burgerpatiënten in militaire ziekeninrichtingen, geneeskundige verzorging en verstrekkingen56 955– 9 9808 450 55 42558 6243 199
 06Verkoop topografische kaarten en drukwerk en verrekening verleende diensten4 4001 9050 6 3058 7632 458
 07Ontvangsten kantinedienst/materiële personeelsverzorgingspelotons28 1000– 2 100 26 00027 0891 089
 08Overige ontvangsten7 39000 7 3908 033643
          
05 Koninklijke luchtmacht118 007   114 600105 695 
          
 01Verhaalswet ongevallen ambtenaren en Algemene Arbeidsongeschiktheidswet1 9000– 600 1 3001 499199
 02Ontvangsten en inhoudingen wegens diverse verstrekkingen alsmede wegens genot van kleding, voeding, huisvesting, geneeskundige verzorging e.d.34 500– 10 400– 2 000 22 10025 2853 185
 03Verrekeningen wegens verstrekkingen en voor verrichte werkzaamheden en verleende diensten49 507– 16 707– 4 000 28 80033 0834 283
 04Terugontvangst B.T.W.10 50030 500– 4 400 36 60016 714– 19 886
 05Rente-ontvangsten grote projecten000 000
 06Ontvangsten in verband met dienstverlening/medegebruik vliegbases3 200900– 1 000 3 1002 541– 559
 07Verrekeningen in verband met geleverde brandstoffen, olie, smeermiddelen e.d.10 700– 4 5000 6 2003 256– 2 944
 08Overige ontvangsten7 7005 3003 500 16 50023 3176 817
06 Koninklijke marechaussee11 297   9 39710 382 
          
 01Verhaalswet ongevallen ambtenaren en Algemene Arbeidsongeschiktheidswet4000– 300 10018989
 02Ontvangsten en inhoudingen wegens diverse verstrekkingen alsmede wegens genot van kleding, voeding, huisvesting, geneeskundige verzorging e.d.4 0300– 1 400 2 6303 097467
 03Verrekeningen met derden6 2670– 500 5 7675 85285
 04Overige ontvangsten6000300 9001 244344
          
08 Multi-service projecten en activiteiten120 250   75 00058 082 
          
 01Luchtmobiele brigade000 000
 02Ontvangsten naar aanleiding van Vredesoperaties120 250– 25 250– 20 000 75 00058 082– 16 918
          
09 Defensie Interservice Commando (voorheen Groep Defensie-ondersteuning)2 025   1 2502 430 
          
 01Ontvangsten en personeel Groep Defensie-ondersteuning2 025– 20250 000
 02Ontvangsten personeel en materieel Defensie Interservice Commando01 2500 1 2502 4301 180

Mij bekend,

De Minister van Defensie

Staat behorende bij de Wet van ......... 19.., Stb. ... en bij de financiële verantwoording over het jaar 1996 Rekening 1996 (inclusief slotwetmutaties), Ministerie van Defensie (X), Agentschap Duyverman Computercentrum (bedragen x / 1000)

   (1) (2) (3)  (4) = (1) + (2) + (3) (5) (6) = (5) – (4)
Art.Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begroting Mutaties (+ of –) op grond van eerste suppletore begroting Mutaties (+ of –) op grond van tweede suppletore begroting  Totaal geraamdRealisatie Slotwetmutaties (+ of –) (+ = tekortschietend geraamd bedrag)
01 Agentschap Duyverman computercentrum       
          
  Totale baten133 700   133 700152 17118 471
  Totale lasten129 900   129 900147 63417 734
  Saldo van baten en lasten3 800   3 8004 537737
          
  Totale kapitaalontvangsten19 000   19 00025 8266 826
  Totale kapitaaluitgaven19 000   19 00010 289– 8 711

Mij bekend,

De Minister van Defensie

Staat behorende bij de Wet van .......... 19.., Stb. ... en bij de financiële verantwoording over het jaar 1996 Rekening 1996 (inclusief slotwetmutaties), Ministerie van Defensie (X), Agentschap Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen (bedragen x / 1000)

   (1) (2) (3)  (4) = (1) + (2) + (3) (5) (6) = (5) – (4)
Art.Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begroting Mutaties (+ of –) op grond van eerste suppletore begroting Mutaties (+ of –) op grond van tweede suppletore begroting  Totaal geraamdRealisatie Slotwetmutaties (+ of –) (+ = tekortschietend geraamd bedrag)
02 Agentschap Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen       
          
  Totale baten153 000   153 000156 6633 663
  Totale lasten149 300   149 300149 463163
  Saldo van baten en lasten3 700   3 7007 2003 500
          
  Totale kapitaalontvangsten7 200   7 2006 022– 1 178
  Totale kapitaaluitgaven7 200   7 2004 943– 2 257

Mij bekend,

De Minister van Defensie,

TOELICHTING BIJ DE REKENING 1996

Algemene toelichting

In de verantwoording 1996 wordt de ontwikkeling in de begrotingsuitvoering van de ontwerpbegroting 1996 tot en met de slotwet 1996 beschreven. Een aantal belangrijke zaken van invloed op de begrotingsuitvoering 1996 wordt in deze toelichting nader belicht.

Reorganisaties

In de beleidsbrief van 4 november 1994 (Kamerstuk 23 900 X, nr. 8 Herdruk) is een groot aantal maatregelen ter verbetering van de doelmatigheid van de ondersteuning en de «overhead» van het ministerie van Defensie aangekondigd. Daartoe was onder andere per 1 januari 1995 een werkmaatschappij opgericht, het beleidsterrein Groep Defensie-ondersteuning (GDO) waarin diverse uitvoerende diensten van de Centrale organisatie waren gebundeld. In de begroting 1996 zijn de betrokken uitgaven- en ontvangstenbudgetten uit het beleidsterrein Algemeen overgeheveld naar dit nieuwe beleidsterrein.

Ter verdere verbetering van de doelmatigheid is besloten per 1 april 1996 het Defensie Interservice Commando (Dico) op te richten. Daartoe is de naam van beleidsterrein 09 Groep Defensie-ondersteuning gewijzigd in Dico. Dit nieuwe beleidsterrein richt zich op de ondersteuning van de gehele defensie-organisatie waarbij centralisatie van activiteiten plaatsvindt. In eerste instantie betreft dit de Defensie-organisatie voor Werving en Selectie (DWS) en de Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie (DVVO).

In de eerste suppletore wet 1996 is het Dico als zelfstandig beleidsterrein in de begroting zichtbaar gemaakt en zijn de betrokken budgetten voor de in het Dico opgenomen bedrijven en diensten (zie Kamerstuk 24 400 X, nr. 69) van de centrale organisatie en de krijgsmachtdelen overgeheveld.

In 1996 zijn diverse medische activiteiten gebundeld binnen het Geneeskundig Facilitair Bedrijf (GFB). Hieronder vallen ook delen van de Krijgsmacht Hospitaal Organisatie. In de begroting 1997 wordt het budget van het GFB ontvlochten uit de begrotingen van de beleidsterreinen en overgeheveld naar het beleidsterrein Dico waarvan het GFB deel gaat uitmaken.

Een identieke situatie geldt voor de diensten voor Protestantse, Rooms-katholieke, Joodse en Humanistische geestelijke verzorging die gebundeld worden in de Dienst Geestelijke Verzorging.

Verbeterd Economisch Beheer (VEB)

In het beleidsterrein Defensie Interservice Commando zijn onder andere opgenomen de Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie (DVVO) en de Defensie-organisatie voor Werving en Selectie (DWS). Beide zijn, naast de krijgsmachtonderdelen Korps Mariniers, Logistieke-school Koninklijke marine, Koninklijke Militaire Academie, 41e Lichte Brigade, Opleidingscentrum Logistiek, 750 Verzorgingscommando en Depot Mechanisch Vliegtuigmaterieel Straalmotoren (DMVS), aangewezen als zogeheten «voortrekkers» van het verbeterd economisch beheer middels de overheveling van de beheersverantwoordelijkheid en de verantwoordelijkheid voor de levering van diensten en producten en de daarmee samenhangende bevoegdheden (Resultaat Verantwoordelijke Eenheden).

In 1997 zullen de ervaringen die zijn opgedaan bij de voortrekkers worden geëvalueerd. Met de resultaten zal bij de verdere invoering rekening worden gehouden.

In de brief van de Minister en de Staatssecretaris van Defensie van 18 juni 1996 (Kamerstuk 24 400 X, nr. 113) wordt nadere informatie gegeven over het raamwerk voor de invoering van het VEB.

Administratieve organisatie en interne controle

De decentralisatie van financiële taken als gevolg van de invoering van het Verbeterd Economisch Beheer stelt eisen en vraagt aandacht voor de opzet, de werking en het onderhoud van de administratieve organisatie en de interne controle.

Voor wat betreft de administratieve organisatie is vooral de aandacht gericht geweest op het beschrijven en actualiseren van reeds beschreven processen aangaande verzelfstandigde en nog te verzelfstandigen eenheden.

De departementale accountantsdienst heeft een «toetsingskader decentralisatie financiële functie» ontwikkeld, dat toegepast zal gaan worden ter vaststelling van de decentraal te nemen maatregelen op het gebied van de administratieve organisatie en interne controle.

Financiële Informatiesystemen

Het vroegere Geïntegreerde Verplichtingen- Kasadministratiesysteem (GVKA) is inmiddels uitgebreid met een kostenbeheersingsadministratie (KBS) tot het Geïntegreerde Verplichtingen-, Kas- en Kostenadministratiesysteem (GVKKA). In 1996 is een aanvang gemaakt met de gefaseerde invoer door de voortrekker-eenheden, Korps Mariniers, Logistieke-school Koninklijke marine, Koninklijke Militaire Academie, 41e Lichte Brigade, Opleidingscentrum Logistiek, 750 Verzorgingscommando, Depot Mechanisch Vliegtuigmaterieel Straalmotoren (DMVS), Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie (DVVO) en de Defensie-organisatie voor Werving en Selectie (DWS), van deze administratie te voorzien. De verdere invoer is onderdeel van het actie-programma Verbeterd Economisch Beheer.

Ontwikkeling kengetallen

Prestatiegevens, ramings- en doelmatigheidskengetallen vormen belangrijke elementen in de meer bedrijfsmatige benadering van de bedrijfsvoering bij Defensie. Het is van belang de zichtbaar gemaakte activiteiten en prestaties te relateren aan de integrale bedrijfsvoeringsbudgetten.

De begroting 1996 geeft ten opzichte van de begroting 1995 voor wat de kengetallen betreft een verdere positieve ontwikkeling te zien. In bijlage 14 van eerstgenoemde begroting (Kamerstuk 25 000 X, nr. 1–3) is een nadere toelichting opgenomen.

Samenhangend met de Defensie-brede invoering per 1 januari 1998 van het project Verbeterd Economisch Beheer zal met ingang van die datum de volledige integratie van de personele en materiële artikelen een feit zijn. In dat kader is in 1997, in samenwerking met het ministerie van Financiën een behoedzame aanpak uitgewerkt om voor ondersteunende eenheden doelmatigheidskengetallen te ontwikkelen en deze in de begroting te presenteren.

In de toelichting bij de begroting 1997 zijn voor het eerst bij twee ondersteunende organisaties van het Dico prestaties- en doelmatigheidskengetallen opgenomen.

De kengetallen die in de ontwerpbegroting 1996 waren opgenomen zijn in de artikelsgewijze toelichting bij de Rekening afgezet tegen de gerealiseerde kengetallen.

Rechtmatigheidsonderzoek 1995 van de Algemene Rekenkamer (Kamerstuk 24 830, nr. 1–2)

Aangaande de financiële verantwoording 1995 van het ministerie van Defensie kan geconcludeerd worden dat de

– verantwoording een deugdelijke weergave is van de uitkomsten van het financieel beheer en is opgesteld volgens de voorschriften en

– uitgaven, ontvangsten en verplichtingen respectievelijk de baten, lasten, kapitaaluitgaven en -ontvangsten die in de verantwoording zijn opgenomen rechtmatig zijn, dat wil zeggen: tot stand gekomen in overeenstemming met de begrotingswetten en andere wettelijke regelingen.

Uitzondering ten aanzien van het eerstgenoemde punt is een bedrag van f 488 000 in de saldibalans waarbij de Rekenkamer geen zekerheid had over de deugdelijke weergave en een bedrag van f 3 000 in de saldibalans waarbij er sprake was van een ondeugdelijke weergave.

In het eerste geval betrof het bij de Koninklijke landmacht een verschil tussen de stand in de Geïntegreerde Verplichtingen Kas- en Kostenadministratie (GVKKA) en het saldo van een rekening in de Verenigde Staten. In 1996 is op basis van een uitgevoerde analyse het saldo in de GVKKA gecorrigeerd waardoor bedoeld verschil niet meer voorkomt in de saldibalans per 31 december 1996.

In het tweede geval ging het om een in de jaarrekening 1995 geconstateerd verschil in de R-rekeningen. In 1996 is gebleken dat dit verschil werd veroorzaakt door onvolledige administratieve vastleggingen. In de loop van 1996 is het verschil niet meer geconstateerd.

Artikelsgewijze toelichting

01. Beleidsterrein Algemeen

Inleiding

Financieel beheer

De begroting van uitgaven voor beleidsterrein 01. Algemeen geeft, afgezien van de op de artikelen 01.16 en 01.17 geparkeerde bedragen voor loon- en prijsbijstelling, f 602,4 miljoen aan ten tijde van de ontwerpbegroting, terwijl de rekening over 1996 uitkomt op f 601,4 miljoen. Hoewel het verschil op het oog verwaarloosbaar is, betreft het saldo een combinatie van factoren waar materiële mutaties achter schuilgaan die elkaar per saldo in evenwicht houden. In onderstaande toelichting zijn deze op hoofdlijnen aangegeven.

Personeel beheer

De post bezoldiging vertoont voor het kerndepartement, ook na een verhoging van het budget in verband met overheveling van MID-diensten, per saldo een daling die met name wordt bepaald door het effect van de voor het kerndepartement ingestelde vacaturestop om het personeels-bestand te beteugelen.

Materieel beheer

Bij de behoeftestelling leidt nu eigen verantwoordelijkheid door zelfstandige budgethouderschappen tot een bewuster omgang met beschikbare middelen. In zijn algemeenheid is merkbaar dat een kleinere bedrijfsomvang van het kerndepartement directe gevolgen heeft voor de behoeftestellingen zoals die worden ingediend. Ook de invoering van de Standaardinfrastructuur Plein (STIP) en de daarmee voor ieder beschikbare software applicaties, heeft merkbaar gevolgen voor de aanvraag van hardware en software voor kantoorautomatisering. Om de grip op de uitgaven wegens automatisering verder te verbeteren, is in 1996 een inventarisering van lopende automatiserings-projecten opgesteld en zijn deze ondergebracht in een systeemcatalogus. In algemene zin is het contact tussen leveranciers en behoeftesteller verder geformaliseerd en verzakelijkt door een nauwlettender toezicht op de compleetheid van contract- en betalings-dossiers. Voor de financiële verhouding tot de agentschappen van Defensie (DCC en DGWT) wordt op dit punt geen uitzondering gemaakt. De verbeterde beheersbaarheid betreft met name de kantoorautomatisering. De overige uitgaven voor automatisering geven in 1996 een toename te zien. Dit heeft evenwel deels een incidenteel karakter. Dit gaat met name op voor de onvoorziene beleidsintensivering ten behoeve van de inrichting van het crisisbeheersingscentrum voor Defensie (DCBC), naar aanleiding van de ontwikkelingen in voormalig Joegoslavië.

Tegenover de bovenstaande ontwikkelingen, die van invloed zijn op de bestedingen door het kerndepartement, staat de nieuwe behoefte voor de MID/CO na integratie. De hogere uitgaven voor dit segment van de begroting voor beleidsterrein 01. Algemeen betreft zowel personele exploitatie als uitgaven voor materieel. Deze extra uitgaven zijn merendeels gecompenseerd door middel van overhevelingen uit de begrotingen van de krijgsmachtdelen. De omvang van de MID/CO nam in de periode 1995–februari 1997 sterk toe. De gewijzigde opzet van de MID leidt tot andere communicatie-structuren voor de toegevoegde diensten, die voorheen uitsluitend op het eigen krijgsmachtdeel waren georiënteerd. In 1996 heeft de nieuwe MID-organisatie een begin gemaakt met de investeringen die dit proces mogelijk moeten maken. Daarvan maakt onderdeel uit de inspanningsverplichting die op Defensie rust inzake de interdepartementale criminaliteitsbestrijding.

01.04 Subsidies en bijdragen

Voor 1996 zijn de doelstellingen met betrekking tot subsidies en bijdragen grotendeels gerealiseerd.

De afwijking van de uitgavenrealisatie ten opzichte van de oorspronkelijke begroting met f 3,452 miljoen is voornamelijk veroorzaakt door het omzetten van de uitgaven aan de Stichting Dienstverlening Veteranen (eerder verantwoord op artikel 02.02 Militaire pensioenen en uitkeringen) in een, gezien de aard van deze uitgaven, structurele subsidie (f 2,0 miljoen) en de uitdeling van de loonbijstelling ten behoeve van de Nederlandse organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) (f 1,150 miljoen).

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingen/Uitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996
I. Subsidies:  
   
– het Comité International de Médicine et de Pharmacie Militaires42
– de Koninklijke Vereniging ter beoefening van de Krijgswetenschap ten behoeve van de buitengewone leerstoel militair recht aan de Universiteit van Amsterdam en het tijdschrift de «Militaire Spectator»400426
– Veteranenplatform100180
– Bond Nederlandse Militaire Oorlogsslachtoffers(BNMO)500703
– Defensie Vrouwennetwerk1010
– Atlantic Exchange Program1515
– Stichting Dienstverlening Veteranen 2 000
Totaal subsidies1 0293 336
   
II. Bijdragen aan:   
   
– ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII): in de doelsubsidie TNO/DO95 88497 034
– ministerie van Buitenlandse Zaken (V):   
* Nationaal Bureau voor Verbindingsbeveiliging2 4102 439
* Stichting Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen «Clingendael»1 7581 758
* Internationaal Comité van het Rode Kruis7070
* Stichting Atlantische Commissie298298
– ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII): * bijdrage aan het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium1 0001 000
– ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI): * bijdrage ten behoeve van het Informatie- en Coördinatie-orgaan Dienstverlening Oorlogsgetroffenen (ICODO)450416
Totaal bijdragen101 870103 015
Totaal artikel102 899106 351

De verplichtingenrealisatie bedraagt f 106,366 miljoen. De kleine afwijking ten opzichte van de uitgaven is het gevolg van enkele kleine verschillen in de bijbehorende verplichtingen.

01.06 Bouw

De uitgaven met betrekking tot de bijdragen aan bouwactiviteiten zijn in 1996 lager dan oorspronkelijk was geraamd.

Het verschil van per saldo f 1,616 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijke uitgavenbegroting is met name het gevolg van lagere uitgaven met betrekking tot de nieuwbouw en verbouwing van gebouwen die door TNO worden gebruikt op het voormalig vliegveld Ypenburg. Door onzekerheden met betrekking tot de verlening van bouwvergunningen zijn voor 1996 geraamde betalingen doorgeschoven naar 1997.

Dit veroorzaakt tevens de lagere stand van de in 1996 aangegane verplichtingen.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996Begroting 1996 Realisatie 1996
(Ver)nieuwbouw Prins Maurits Laboratorium2 1011 4392 101485
Totaal2 1011 4392 101485

01.08 Geheime uitgaven

De raming van de geheime uitgaven is ontdaan van het gedeelte (f 1 miljoen) dat bij nadere beschouwing is aan te merken als normale bedrijfsvoeringskosten voor de Militaire Inlichtingendienst (MID). Deze component is overgeheveld naar artikel 01.18 Personeel en materieel.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996
Geheime uitgaven1 200200
Totaal1 200200

01.11 Internationale verplichtingen

In 1996 manifesteert zich een lagere bijdrage dan ten tijde van de ontwerpbegroting 1996 was voorzien. Dit is met name het gevolg van vertraging in de procesgang van projecten die in het kader van het Navo Veiligheids Investeringsprogramma voor verrekening in aanmerking kwamen en door een vermindering van de exploitatiebudgetten.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996Begroting 1996Realisatie 1996
Navo-infrastructuurwerken in Nederland32 76320 57132 76317 752
Bijdrage aan Navo Veiligheids Investeringsprogramma 70 36965 64360 590
Investeringen AWACS60 000 8 6004 534
Exploitatie AWACS14 14314 95014 1438 576
Bijdrage aan de militaire begroting van de Navo29 81122 80629 81122 806
Overige bijdragen2 70026 2472 70023 457
Totaal139 417154 943153 660137 715

Navo-infrastructuurwerken in Nederland

De lagere realisatie van de verplichtingen en de uitgaven ten opzichte van de oorspronkelijke begroting is voornamelijk het gevolg van de eerder genoemde vertraging bij de procesgang van de projecten die voor verrekening in aanmerking komen.

Bijdrage aan Navo Veiligheids Investeringsprogramma

De voorgenomen uitgaven op dit onderdeel zijn grotendeels gerealiseerd. In het kader van het Navo Veiligheids Investeringsprogramma vinden autorisaties plaats die berusten op de goedkeuring van «Capability Packages». Hiertoe wordt jaarlijks in de begrotingsadministratie een nieuwe verplichting vastgelegd op basis van de financiële planning van de Navo voor de komende jaren.

Verplichtingen die in latere jaren tot betaling zullen leiden zijn eerst in dit jaar aangegaan door het nu pas goedkeuren van het Navo middellange termijnplan.

Investeringen AWACS

Doordat het besluit over het nieuwe investeringsprogramma, met een financieel beslag in latere jaren, eerst na 1996 wordt genomen, zijn er geen verplichtingen gerealiseerd.

Daarnaast is het tempo van het realiseren van de huidige investeringen achtergebleven bij de oorspronkelijke verwachtingen, waardoor de kasuitgaven eveneens achterblijven bij de raming.

Exploitatie AWACS en de bijdrage aan de militaire begroting Navo

De hiervoor gerealiseerde bijdragen zijn lager uitgevallen als gevolg van de door de Navo bijgestelde kasprognosesystematiek.

Overige bijdragen

De hogere uitgaven en verplichtingen op dit artikelonderdeel van ongeveer f 21 miljoen respectievelijk f 23,5 miljoen, houden met name verband met een compensatie aan de Verenigde Staten voor de, bij het vertrek uit Soesterberg, achtergelaten en door hen gefinancierde woningen. De opbrengst van de verkoop aan particulieren via de Dienst der Domeinen is aan het defensie-budget toegevoegd.

01.12 Garanties

De in de begroting 1996 opgenomen garanties zijn reeds in voorgaande jaren aangegaan en hebben in 1996 niet geleid tot uitgaven.

Het ministerie van Defensie heeft de volgende garanties verleend:

– voor de wachtgeldregeling voor het personeel van de Stichting nationaal lucht- en ruimtevaart geneeskundig centrum dat per 31 december 1993 in dienst was. Deze garantstelling wordt verleend in combinatie met het ministerie van Verkeer en Waterstaat en loopt tot uiterlijk 1 januari 1998 (f 4,650 miljoen);

– voor de lening aan de Woonstichting «Ons Belang» voor een maximum van f 0,272 miljoen met een looptijd tot het jaar 2002;

– voor Eurometaal met een maximum van f 2 miljoen.

Met ingang van de eerste suppletore begroting 1996 worden uitsluitend de in het betreffende jaar af te geven garanties als aan te gane verplichtingen opgenomen.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingen
 Begroting 1996Realisatie 1996
Woonstichting Ons Belang272
Eurometaal2 000
Wachtgeldregeling personeel van het 4 650
Nationaal Lucht- en Ruimtevaart- geneeskundig Centrum (NLRGC)  
Totaal6 922

01.14 Milieumaatregelen

De doelstellingen met betrekking tot de milieumaatregelen zijn conform de begroting volledig gerealiseerd.

De hogere uitgaven en verplichtingen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting zijn het gevolg van een technische overheveling uit artikel 01.18, personeel en materieel, in verband met de uitgaven voor de begeleiding van onderzoeken naar bodemverontreiniging door het agentschap Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen (f 2,6 miljoen) en een noodzakelijke onvoorziene uitgave betreffende de poms-site Ter Apel.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996Begroting 1996Realisatie 1996
Milieumaatregelen12 83219 50310 84216 732
Totaal12 83219 50310 84216 732

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de het volume van de uitgaven (x f 1 000)

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
Milieu-advies7 84214 405
Milieu-onderzoek3 0002 327
Totaal10 84216 732

01.15 Ontwikkeling nieuw defensiematerieel

Het voorgenomen beleid met betrekking tot de ontwikkeling van nieuw Defensiematerieel en technologieën is in 1996 grotendeels gerealiseerd.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996Begroting 1996Realisatie 1996
Bijdrage ruimtevaartprogramma6 0006 0006 0007 200
Codema22 65217 02027 51024 263
Totaal28 65223 02033 51031 463

Bijdrage ruimtevaartprogramma

Als gevolg van de overheveling van f 1,2 miljoen betreffende de Beleidscommissie Remote Sensing Programma (BCRS) uit het artikelonderdeel Codema, is de realisatie van dit artikelonderdeel hoger dan in de ontwerpbegroting.

Het BCRS is een programma ter bevordering van «waarnemen op afstand», zowel uit de ruimte als met behulp van vliegtuigen. Hieraan nemen zeven ministeries deel.

Codema

Als gevolg van vertraging van diverse projecten en bovengenoemde overheveling vindt onderrealisatie plaats van zowel de uitgaven als de verplichtingen.

01.16 Loonbijstelling

De verlaging ten opzichte van het in de oorspronkelijke begroting opgenomen bedrag bij de uitgaven en de verplichtingen van per saldo f 38,133 miljoen hangt samen met de in de eerste suppletore begroting 1996 vermelde uitdeling over de beleidsterreinen van de gelden inzake het arbeidsvoorwaardenpakket 1995–1997 voor een totaal van f 111,654 miljoen. Deze uitdeling betreft zowel het in de ontwerpbegroting opgenomen bedrag als het in de eerste suppletore begroting, ten laste van de aanvullende post loonbijstelling, aan dit artikel toegevoegde bedrag van f 83,347 miljoen.

Samen met de overige mutaties in de eerste suppletore begroting (+ f 4,966 miljoen) volgt hierna in de tweede suppletore begroting een verlaging van per saldo f 20,692 miljoen; hiervan is f 13,112 miljoen via de systematiek van de eindejaarsmarge overgeheveld naar 1997.

Samenvattend geeft dit het volgende beeld:

– vermeld in de ontwerpbegroting 1996 + f 38,133 miljoen

– de toevoeging vanwege nog aan de beleidster- reinen uit te delen loonbijstelling 1996 + f 83,347 miljoen

– uitdeling over de beleidsterreinen van het arbeids- voorwaardenpakket 1995–1997 – f 111,654 miljoen

– diverse mutaties zoals vermeld in de eerste en tweede suppletore begroting 1996 (onder andere inzake A&O-gelden, de privatisering van het ABP, de Rijksbedrijfsgezondheids- en Bedrijfsveiligheidsdienst (RBB) en de sociale werkgeverslasten), per saldo + f 3,286 miljoen

– de in de tweede suppletore begroting vrijgegeven eindejaarsmarge – f 13,112 miljoen

f 0,0 miljoen

In 1996 zijn vanwege de arbeidsvoorwaarden 1995–1997 de volgende bedragen over de daarvoor in aanmerking komende artikelen van de beleidsterreinen verdeeld (bedragen x f 1000,–):

BeleidsterreinOmschrijvingBedragen
Artikel 1996
01 Algemeen 
 18Personeel en materieel1 744
    
02 Pensioenen, wachtgelden en uitkeringen 
 01Wachtgelden burgerpersoneel en inactiviteitswedden militair personeel4 453
 02Militaire pensioenen en uitkeringen19 437
    
03 Koninklijke marine 
 01Burgerpersoneel6 764
 02Militair personeel19 364
 03Overige personele exploitatie– 3 282
 05Materiële exploitatie– 1 400
    
04 Koninklijke landmacht 
 01Burgerpersoneel12 272
 02Militair personeel26 080
    
05 Koninklijke luchtmacht 
 01Burgerpersoneel2 838
 02Militair personeel14 801
    
06 Koninklijke marechaussee 
 01Burgerpersoneel88
 02Militair personeel5 015
    
08 Multi-service projecten en activiteiten 
 02Vredesoperaties2 809
    
09 Defensie Interservice Commando 
 02Personeel en materieel Dico671
  Totaal111 654

01.17 Prijsbijstelling

Dit artikel is ten opzichte van de oorspronkelijke begroting verlaagd met f 68,210 miljoen. Na toevoeging aan dit bedrag van f 28,374 miljoen ten laste van de aanvullende post prijsbijstelling, was hiervoor totaal f 96,584 miljoen beschikbaar en volgens onderstaande specificatie over de daarvoor in aanmerking komende artikelen van de beleidsterreinen verdeeld. Het resterende bedrag van f 9,379 miljoen betreft de technische verwerking van ten tijde van de eerste suppletore begroting op dit artikel geboekte bedragen. Deze laatste twee genoemde mutaties verklaren het in de tweede suppletore begroting genoemde bedrag van f 105,963 miljoen.

(bedragen x f 1000)

BeleidsterreinOmschrijvingBedragen
Artikel1996
01 Algemeen 
 04Subsidies en bijdragen438
 06Bouw55
 11Internationale verplichtingen2 474
 14Milieumaatregelen202
 15Ontwikkeling nieuw defensiematerieel469
 18Personeel en materieel2 585
 19Overige departementale uitgaven394
    
03 Koninklijke marine 
 05Materiële exploitatie1 186
 06Bouw, alsmede aankoop van gronden en opstallen1 742
 07Overig groot materieel14 454
    
04 Koninklijke landmacht 
 01Burgerpersoneel649
 02Militair personeel438
 03Overige personele exploitatie4 148
 04Subsidies en bijdragen70
 05Materiële exploitatie11 953
 06Bouw, alsmede aankoop van gronden en opstallen6 286
 07Overig groot materieel7 129
    
05 Koninklijke luchtmacht 
 03Overige personele exploitatie1 912
 04Materiële exploitatie6 315
 05Bouw, alsmede aankoop van gronden en opstallen4 632
 06Overig groot materieel5 778
 08Gevechtsvliegtuigen F-164 569
    
06 Koninklijke marechaussee 
 03Overige personele exploitatie367
 04Materiële exploitatie520
 05Bouw, alsmede aankoop van gronden en opstallen847
 06Groot materieel316
    
08 Multiservice projecten en activiteiten 
 01Luchtmobiele brigade14 382
    
09 Defensie Interservice Commando 
 02Personeel en materieel2 274
  Totaal96 584

01.18 Personeel en materieel

In dit artikel zijn de verplichtingen en uitgaven opgenomen die nodig zijn voor het functioneren van het ambtelijk apparaat van de centrale organisatie. Het artikel bevat ondermeer:

– loonkosten en overige tot het loon te rekenen kosten van de bewindslieden, het ambtelijk personeel en het militair personeel,

– overige personele uitgaven en

– materiële uitgaven.

De diverse ontwikkelingen die in de inleiding bij dit beleidsterrein Algemeen zijn geschetst, beïnvloeden met name dit artikel.

De onderverdeling naar de artikelonderdelen

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996Begroting 1996Realisatie 1996
01.18.01 Ambtelijk burgerpersoneel83 38386 44583 38386 445
01.18.02 Militair personeel69 36063 14569 36063 145
01.18.03 Overige personele uitgaven18 59716 74418 59716 060
01.18.04 Materieel94 443121 07998 729117 350
Totaal265 783287 413270 069283 000

01.18.01 Ambtelijk burgerpersoneel

Het verschil tussen de begroting en de realisatie van de bezoldiging voor ambtelijk burgerpersoneel is aan de hand van kengetallen onderstaand toegelicht.

(bedragen x f 1000)

ArtikelonderdeelOntwerpbegroting 1996Realisatie 1996
Actief ambtelijk burgerpersoneel - aantal936928
- middensom (x f 1)87 30691 876
- uitgaven81 71885 261
   
Niet actief ambtelijk burgerpersoneel - aantal4026
- middensom (x f 1)41 62545 538
- uitgaven1 6651 184
Totaal83 38386 445

De oorzaak van de hogere middensommen houdt verband met technische mutaties zoals de gerealiseerde incidentele looncomponent (ILC) en de uitgekeerde loonbijstelling.

01.18.02 Militair personeel

Het verschil tussen de begroting en de realisatie van de bezoldiging van militair personeel is aan de hand van kengetallen onderstaand toegelicht.

(bedragen x f 1000)

ArtikelonderdeelOntwerpbegroting 1996Realisatie 1996
vrijwillig dienend militair personeel -aantal419355
- middensom (x f 1)99 119103 983
- uitgaven41 53136 914
   
dienstplichtig personeel - aantal105
- middensom (x f 1)28 20030 200
- uitgaven282151
   
Lump sum geneeskundige verzorging27 54726 080
Totaal69 36063 145

De oorzaak van de hogere middensommen houdt verband met technische mutaties zoals de uitgekeerde loonbijstelling en de overheveling van uitvoerende diensten naar Dico dat geleid heeft tot een grotere wijziging van de middensommen van de Centrale Organisatie dan geprognotiseerd.

1.18.03 Overige personele uitgaven

Hoofdzakelijk als gevolg van lagere uitgaven bij verplaatsingskosten en raden en de commissies, zijn geraamde uitgaven en verplichtingen met respectievelijk f 2,537 miljoen en f 1,853 miljoen onderschreden.

De onderverdeling van het artikelonderdeel met kengetallen en volumegegevens (bedragen x f 1000)

ArtikelonderdeelOntwerpbegroting 1996Realisatie 1996
Niet-regulier personeel inhuur tijdelijk personeel/uitzendkrachten   
– aantal5063
– uitgaven1 3201 091
   
Reis- en verblijfkosten – personele sterkte1 3631 288
– gemiddeld (x f 1)4 4284 502
– uitgaven (x f 1000)6 0365 799
   
Verplaatsingskosten – personele sterkte1 3631 288
– gemiddeld (x f 1)1 6431 213
– uitgaven (x f 1000)2 2391 562
   
Vorming en opleiding – personele sterkte1 3631 288
– gemiddeld (x f 1)1 7591 839
– uitgaven (x f 1000)2 3982 369
   
Werving en keuring – werving26073
– keuring495513
   
Overige personele uitgaven  
– georganiseerd overleg2 6002 993
– raden en commissies1 893475
– kinderopvang350304
– overige1 006881
Totaal18 59716 060

Verplaatsingskosten

De lagere realisatie op dit artikelonderdeel is voornamelijk het gevolg van minder uitgaven betreffende verhuiskosten en dagelijks reizen woon/werkverkeer door een lagere gerealiseerde personeelssterkte.

Raden en commissies

De lagere realisatie op dit artikelonderdeel is voornamelijk het gevolg van het opheffen van het bureau gewetensbezwaren militaire dienst als gevolg van beëindiging van de opkomstplicht.

01.18.04 Materieel

Met betrekking tot de materiële exploitatie 1996 heeft een overrealisatie op de uitgaven en verplichtingen van respectievelijk f 18,621 miljoen en f 26,636 miljoen plaatsgevonden. De hogere realisatie ten opzichte van de oorspronkelijke begroting is het saldo van minder bureaukosten, frankerings- en bankkosten, drukkosten, investeringen telecommunicatie en hogere uitgaven voor huisvesting, exploitatie automatisering, uitbestedingen en investeringen in materieel ten behoeve van onder meer de reorganisatie van de Militaire Inlichtingendienst.

De onderverdeling van het artikelonderdeel met kengetallen en volumegegevens (bedragen x f 1000)

ArtikelonderdeelOntwerpbegroting 1996Realisatie 1996
Bureaukosten – personele sterkte1 3631 288
– gemiddelde (x f 1)7 6176 625
– uitgaven (x f 1000)10 3828 533
   
Representatie – personele sterkte1 3631 288
– gemiddelde (x f 1)1 5391 165
– uitgaven (x f 1000)2 0971 500
   
Huisvesting – personele sterkte1 3631 288
– gemiddelde (x f 1)15 10117 311
– uitgaven (x f 1000)20 58322 296
   
Frankering/bankkosten – personele sterkte1 3631 288
– gemiddelde (x f 1)2 164546
– uitgaven (x f 1000)2 950703
   
Drukkosten – personele sterkte1 3631 288
– gemiddelde (x f 1)1 919492
– uitgaven (x f 1000)2 615634
   
Tijdschriften/abonnementen – personele sterkte1 3631 288
– gemiddelde (x f 1)713862
– uitgaven (x f 1000)9721 110
   
Overige materiële uitgaven – Exploitatie telecommunicatie3 1003 611
– Exploitatie automatisering36 99040 449
– Uitbestedingen7 65114 592
– Vervoermiddelen1 5002 173
– Meubilair en stoffering6901 459
– Investeringen telecommunicatie4 1241 854
– Investeringen automatisering5 07518 436
Totaal98 729117 350

Bureaukosten

Als gevolg van hogere uitgaven betreffende huur, onderhoud en transportkosten door het onderbrengen van de Dienst Facilitaire Zaken (DFZ) bij het kerndepartement en lagere uitgaven betreffende het agentschap DGW&T waarvan een deel van de verwachte uitgaven naar artikel U01.19 Overige departementale uitgaven is overgeheveld, vindt op dit onderdeel per saldo onderrealisatie plaats.

Huisvesting

Met name de uitgaven met betrekking tot onderhoud van gebouwen (verschuiving van het onderhoudsprogramma), nutsvoorzieningen (extreem koude winter) en overige huisvestingskosten (herhuisvesting van de MID) zijn hoger dan verwacht.

Frankering- en bankkosten

Als gevolg van voornamelijk de overheveling van frankeerkosten van de Directie Voorlichting naar artikel 01.19 Overige departementale uitgaven zijn op dit onderdeel de uitgaven lager.

Drukkosten

De uitgaven voor het druk- en bindwerk betreffende de Directie Voorlichting zijn overgeheveld naar artikel 01.19 Overige departementale uitgaven.

Exploitatie automatisering

Als gevolg van voornamelijk hogere uitgaven met betrekking tot het Nieuw Salarissysteem Krijgsmacht zijn de uitgaven op dit onderdeel hoger dan verwacht. Dit wordt veroorzaakt door niet vooraf te bepalen onderhoud als gevolg van exogene factoren en initiële kosten met betrekking tot exploitatiekosten reducerende maatregelen.

Uitbestedingen

Voornamelijk als gevolg van de inhuur van adviesbureaus voor de Regiegroep doelmatigheidswinst zijn de uitgaven op dit artikelonderdeel hoger dan verwacht.

Investeringen telecommunicatie

Als gevolg van vertraging in de levering van communicatiemiddelen blijft de realisatie achter.

Investeringen automatisering

Voornamelijk als gevolg van onvoorziene noodzakelijke investeringen met betrekking tot het Defensie Crisisbeheersingscentrum (DCBC) en de Militaire Inlichtingen Dienst (MID) zijn de uitgaven op dit artikelonderdeel hoger dan geraamd.

01.19 Overige departementale uitgaven

De onderverdeling naar artikelonderdelen

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996Begroting 1996Realisatie 1996
01.19.01 Voorlichting4 2145 8713 8305 834
01.19.02 Schadevergoedingen15 50010 25214 9009 873
01.19.03 Samenwerkingsprogramma's4 5001 3864 4201 919
01.19.04 Overige uitgaven5 5707 9665 0007 847
Totaal29 78425 47528 15025 473

01.19.01 Voorlichting

De uitgaven zijn, uitgedrukt in percentages van het totaal, als volgt onderverdeeld:

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
specifieke krijgsmacht voorlichting 10% 10%
audiovisuele voorlichting 10% 5%
exposities 10% 5%
uitgaven ten behoeve van het defensievoorlichtingscentrum 5% 7%
defensieperiodieken: 65% 73%
Defensiekrant(30%) (27%) 
Alle Hens(18%) (18%)  
Legerkoerier(30%) (34%) 
Vliegende Hollander(18%) (20%)  
Omslag( 4%) ( 1%)* 
Totaal(100%)100%(100%)100%

* Als gevolg van slechts 2 edities van de Omslag zijn de kosten lager uitgevallen. Het blad is in 1996 opgeheven.

Vanwege overheveling van frankeerkosten van de Directie Voorlichting uit artikel 01.18 Personeel en materieel zijn de uitgaven en verplichtingen op dit artikelonderdeel hoger.

01.19.02 Schadevergoedingen

Als gevolg van minder oefeningen is de schade door oefeningen aanzienlijk lager dan vermeld in de ontwerpbegroting.

01.19.03 Hulp- en samenwerkingsprogramma's

Doordat minder steunverlening aan Navo-bondgenoten heeft plaatsgevonden en de West-Europese Unie geen aanvraag voor contributiebetaling heeft ingediend voor de exploitatie van het satellietcentrum treedt op dit artikelonderdeel onderrealisatie op.

01.19.04 Overige uitgaven

Als gevolg van de verrekening met het agentschap DGW&T van overlopende posten uit 1995 en het opnemen van het kostendeel van Defensie na invoering van de Wet Elektromagnetische Compatibiliteit, zijn op dit artikelonderdeel de uitgaven en de verplichtingen hoger uitgevallen.

02. Beleidsterrein Pensioenen, Wachtgelden en Uitkeringen

Inleiding

De uitgaven voor dit beleidsterrein geven over 1996 een uitkomst aan die ongeveer f 67 miljoen hoger ligt dan ten tijde van de ontwerpbegroting werd voorzien. Deze wijziging heeft merendeels een technisch karakter en ligt in mindere mate aan een toegenomen beroep op de voorzieningen.

Een toevoeging van f 23,890 miljoen bij eerste suppletore wet 1996 houdt verband met de loonbijstelling 1996. Deze uitkomst van het arbeidsvoorwaardenoverleg heeft een technisch karakter. Dat geldt ook voor de toevoeging van f 28,907 miljoen aan het artikel wachtgelden bij eerste suppletore wet in verband met de uitvoeringskosten van de Stichting Uitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid voor Overheid en Onderwijs (USZO). Dit bedrag is overgeheveld van Dico (in ontwerpbegroting 1996 nog GDO geheten) naar dit beleidsterrein en is bestemd als compensatie voor apparaatskosten van USZO.

Voornamelijk bij de post wachtgelden militair personeel is sprake van een toegenomen beroep op de regelingen. Wijzigingen doen zich bij de grootste post, de militaire pensioenen, slechts in beperkte mate voor. De afwijking tussen ontwerp en realisatie is hier ongeveer + 1 %. Dit is vrijwel gelijk aan de uitkomst van de technische loonbijstelling.

02.01 Wachtgelden burgerpersoneel en inactiviteitswedden militair personeel

Met de genoemde regelingen zijn de volgende aantallen burger- en militair personeel gemoeid. Deze aantallen komen overeen met het aantal per december 1996 (inclusief het resultaat van in- en uitstroom in dat jaar):

Aantallen burgerpersoneel met wachtgeld SBK/UBMO

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
Kerndepartement79131
Defensie interservice commando (in ontwerpbegroting nog Groep Defensie Ondersteuning)232139
Koninklijke marine290267
Koninklijke landmacht523594
Koninklijke luchtmacht156176
Koninklijke marechaussee 4
Totaal1 2801 311

Aantallen burgerpersoneel met overige wachtgelden

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
Kerndepartement9878
Defensie interservice commando (in ontwerpbegroting nog Groep Defensie Ondersteuning)4268
Koninklijke marine167136
Koninklijke landmacht354462
Koninklijke luchtmacht65140
Koninklijke marechaussee62
Totaal732886

Aantallen militair personeel met wachtgeld SBK/UBMO

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
Koninklijke marine2418
Koninklijke landmacht744903
Koninklijke luchtmacht179148
Koninklijke marechaussee1 
Totaal9471 069

Aantallen met betrekking tot werkloosheidsbesluit beroepsmilitairen bepaalde tijd

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
Koninklijke marine365327
Koninklijke landmacht751594
Koninklijke luchtmacht260241
Koninklijke marechaussee685
Totaal1 4441 167

Aantallen militair personeel met overige wachtgelden

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
Koninklijke marine3546
Koninklijke landmacht9399
Koninklijke luchtmacht1326
Koninklijke marechaussee176
Totaal158177

Na de actualisering van de in- en uitstroom van het burgerpersoneel dat van de diverse wachtgeldregelingen gebruik heeft gemaakt, zijn de beschikbare begrotingsbedragen aangepast. Ten opzichte van de ontwerpbegroting zijn de uitgaven voor wachtgelden burgerpersoneel bijna volledig gerealiseerd.

De hogere realisatie ten opzichte van de oorspronkelijke begroting met f 49,503 miljoen van de uitgaven en de verplichtingen betreffende wachtgelden militair personeel, is het gevolg van uitdeling van de gelden inzake het arbeidsvoorwaarden contract 1995–1997 en de overheveling van de krijgsmachtdelen van de in- en uitstroom van gerechtigden.

Ten aanzien van de in – en uitvoeringskosten heeft een overheveling van de apparaatsuitgaven uit het beleidsterrein Dico plaatsgevonden met betrekking tot de voormalige Dienst Sociale Zorg Militairen (DSZM) en een budgettoevoeging ten behoeve van de kosten van de USZO.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingen/Uitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996
Wachtgelden burgerpersoneel en periodieke uitkeringen ingevolge de Algemene Burgerlijke Pensioenwet80 65481 788
Wachtgelden militair personeel88 41298 845
In- en uitvoeringskosten 37 936
Totaal169 066218 569

De declaraties met betrekking tot deze post-actieven, alsmede de apparaats- en uitvoeringskosten, zijn betaald als voorschot aan de USZO en in de financiële verantwoording 1996 verwerkt als extra comptabele voorschotten.

Het op dit artikel verantwoorde voorschotbedrag is:

militairen f  98 750 820

burgers f  80 538 214

apparaats-/invoeringskosten f  37 936 081

f 217 225 115

Op 14 april 1997 is één accountantsverklaring ontvangen voor een bedrag ter grootte van f 128 101 558,00; verrekening zal binnenkort plaatsvinden.

02.02 Militaire pensioenen en uitkeringen

Na de uitdeling van de gelden bestemd voor het arbeidsvoorwaarden zijn de geraamde uitgaven geheel gerealiseerd.

De diverse onder- en overschrijdingen binnen het wetsartikel zijn vrijwel met elkaar in evenwicht.

De in de kolom «Ontwerpbegroting 1996» vermelde mutatie met betrekking tot het aantal personen geeft de verandering weer ten opzichte van de ontwerpbegroting 1995.

Militaire diensttijdpensioenen

 Ontwerp-begroting 1996Realisatie 1996
Aantal personen+ 955+ 1 291
Gemiddeld bestand23 19824 489

De hogere realisatie ten opzichte van de ontwerpbegroting is het gevolg van uitdeling van de loonbijstelling 1996 en een toename van het aantal gerechtigden dat zich in de loop van het jaar heeft aangemeld.

Militaire invaliditeitspensioenen

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
Aantal personen+ 68+ 474
Gemiddeld bestand17 80618 280

De hogere realisatie ten opzichte van de ontwerpbegroting is het gevolg van de loonbijstelling 1996, en de extra instroom van invalide geworden dienstplichtigen en beroepsmilitairen. Dienstplichtigen kunnen zich (ook na de opschorting van de opkomstplicht) blijven melden en worden na vaststelling van de mate van invaliditeit en de samenhang met het vervullen van de dienstplicht in het bezit gesteld van een pensioen. Het gaat zowel om personen jonger dan 65 jaar als ouder dan 65 jaar.

Uitkeringswet gewezen militairen

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
Aantal personen– 461+ 83
Gemiddeld bestand10 27910 362

De per saldo hogere realisatie ten opzichte van de ontwerpbegroting is het gevolg van de loonbijstelling 1996, een verhoogde instroom van personen ouder dan 50 jaar die niet meer ten volle geschikt zijn voor het vervullen van militaire dienst en een kleiner aantal nadieners dan verwacht. Tevens is er een toename van de middensom met f 2000,00 per persoon in verband met een toename van het rangsniveau en het aantal dienstjaren van de nieuwe instroom.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingen/Uitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996
Militaire nabestaandenpensioenen92 01594 479
Overhevelingstoeslag1 6251 270
Waarvan wordt terugontvangen: – wegens verhaal e.d.– 31 471– 33 104
Militaire diensttijdpensioenen827 309829 455
Overhevelingstoeslag597383
Waarvan wordt terugontvangen: – wegens verhaal e.d.– 268 704– 270 497
Militaire invaliditeitspensioenen263 570270 344
Overhevelingstoeslag13 42410 946
Waarvan wordt terugontvangen: – wegens verhaal e.d.– 57 685– 57 844
Uitkeringswet gewezen militairen635 294668 517
Overhevelingstoeslag62 95757 540
Waarvan wordt terugontvangen: – wegens verhaal e.d.– 13 187– 12 019
Sociale zorg19 51119 629
Gratificaties1 196 
Waarvan wordt terugontvangen: – wegens verhaal e.d.– 380 
Overige uitkeringen (overlijden)5 5642 175
Reserve overdracht17 0008 111
Veteranenbeleid10 1007 954
Reserve overname – 888
Totaal1 578 7351 596 451

De declaraties met betrekking tot deze post-actieven zijn betaald als voorschot aan de USZO en in de financiële verantwoording 1996 verwerkt als extra comptabele voorschotten.

Het op dit artikel verantwoorde voorschotbedrag is: f 958 589 891.

Op 14 april 1997 is de accountantsverklaring ontvangen voor dit bedrag; verrekening zal binnenkort plaatsvinden.

De verplichtingenrealisatie bedraagt f 1 596,661 miljoen. De afwijking ten opzichte van de uitgaven ligt bij het artikelonderdeel Sociale zorg.

03. Beleidsterrein Koninklijke marine

Inleiding

In 1996 is een aanvang genomen met de invoering van het verbeterd economisch beheer. Hiertoe is gedurende het jaar ervaring opgedaan met de geselecteerde voortrekkers. Voor de Koninklijke marine betrof dit het Korps Mariniers en de Logistieke School. In 1997 zullen de ervaringen opgedaan bij deze voortrekkers worden geëvalueerd.

De invoering van het verbeterd economisch beheer heeft gevolgen voor de administratieve organisatie. De aanpassingen die hierdoor noodzakelijk zijn geworden, zijn voor een belangrijk deel in de beschrijvingen van de financieel-economische processen vastgelegd. Het geheel van veranderingen binnen het financieel-economisch functiegebied vereist een systematisch onderhoud van de beschrijvingen van de administratieve organisatie.

De uitgangspunten voor het beleid inzake de interne controle van de Koninklijke marine is een nadere uitwerking van het vigerende beleid binnen het ministerie. Thans worden de structuur en inrichting van de interne controle uitgewerkt. Dit is noodzakelijk in verband met de ontwikkelingen in het kader van de invoering van het verbeterd economisch beheer en de hiermee gepaard gaande decentralisatie van bevoegdheden.

De personele reductie bij de Koninklijke marine is in 1996 in kwantitatieve zin volgens plan verlopen. De personele afslankingen zoals vastgelegd in de begroting voor 1996 zijn gerealiseerd. Hierbij geldt dat de sterkte van het burger en militair personeel tellend bij de Koninklijke marine verder is afgenomen door overhevelingen in verband met de oprichting van het Defensie Interservice Commando (Dico). Deze overheveling heeft plaatsgevonden in verband met de overgang van personeel van de Koninklijke marine naar de Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie en de Defensie-organisatie voor Werving en Selectie. Bij het militair personeel wordt een zodanig instroombeleid gevoerd dat wordt zeker gesteld dat ook op langere termijn over voldoende gekwalificeerd kader kan worden beschikt. Dit beleid heeft niet geleid tot verdringing van ander, ouder personeel.

In het afgelopen jaar zijn voorbereidingen getroffen voor de herstructurering van het bevoorradingsproces. Dit voorziet in een samensmelting van de deelprocessen bevoorrading en onderhoud tot het proces instandhouding. Daarbij zullen de verantwoordelijkheden voor het bevoorradingsproces zoveel mogelijk worden neergelegd bij de directeuren van de marinebedrijven. Het bevoorradingsbeleid van de Koninklijke marine sluit aan op de instandhoudingsfilosofie voor het materieel van de Koninklijke marine. Implementatie van het bevoorradingsbeleid zal resulteren in een meer doorzichtige en produktgerichte organisatie met duidelijke verantwoordelijkheden en bevoegdheden.

In het kader van de doelmatigheidsoperatie zijn in 1996 de eerste voorbereidingen getroffen om te komen tot één marinebedrijf. Bij de verbouw/nieuwbouw van het Marine Electronisch en Optisch Bedrijf (MEOB) Den Helder-gebouw is bij de fundering reeds rekening gehouden met de verhuizing van het MEOB Oegstgeest naar Den Helder.

Ook in 1996 is sprake geweest van een nauwe internationale materieelsamenwerking. Daarbij wordt met een aantal Europese landen samengewerkt, waarvan Duitsland, Frankrijk en Spanje de belangrijkste zijn. Omvangrijke internationale projecten zijn de bouw van twee LCF-fregatten, de ontwikkeling van de NH-90 en de bouw van het Amfibisch Transportschip.

De verkoop van defensiematerieel is ook bij de Koninklijke marine in 1996 voorspoedig verlopen. Illustratie daarvan is de tot stand gekomen verkoop van twee S-fregatten, inclusief een daarbij behorend pakket aan ondersteuning, aan de Verenigde Arabische Emiraten.

03.01 Burgerpersoneel

Ten laste van dit artikel komen de uitgaven voor salarissen, overwerk, toelagen onregelmatige diensten, overige toelagen, tijdelijk personeel op formatieve arbeidsplaatsen, alsmede het aandeel in de sociale lasten betrekking hebbende op het burgerpersoneel van de Koninklijke marine.

In verband met de oprichting van het Defensie Interservice Commando (Dico) zijn budgetten overgeheveld uit de begroting van de Koninklijke marine. Deze overheveling heeft plaatsgevonden door de overgang van burgerpersoneel naar de Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie (DVVO) en de Defensie-organisatie voor Werving en Selectie (DWS).

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingen/Uitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996
Salarissen268 279260 237
Overwerk en toelagen onregelmatige diensten9 21310 373
Overige toelagen8 0648 230
Sociale lasten52 64649 989
Tijdelijk personeel op formatieve arbeidsplaatsen5 2738 228
Totaal343 475337 057

De verplichtingenmutatie bedraagt f 337 713 miljoen. De kleine afwijking ten opzichte van de uitgaven is het gevolg van enkele kleine verschillen in de bijbehorende verplichtingen.

De per saldo lagere uitgaven van f 6,418 miljoen voor burgerpersoneel ten opzichte van de ontwerpbegroting 1996 zijn een gevolg van:

– de uitdeling van de loonbijstelling van f 5,428 miljoen,

– de vacature-vullingsstop,

– de budgetoverheveling in verband met de overgang van burgerpersoneel naar de Defensie-organisatie voor Werving en Selectie en naar de Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie in het kader van de doelmatigheidsoperatie. Hiervoor is f 2,200 miljoen, respectievelijk f 4,300 miljoen overgeheveld.

– diverse kleinere mutaties.

Kengetallen

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
– begrotingssterkte4 9944 709
– gemiddeld salaris (x f 1)68 77871 577

03.02 Militair personeel

Ten laste van dit artikel komen de uitgaven voor salarissen, overwerk, toelagen en uitkeringen, alsmede de sociale lasten voor het vrijwillig dienend en, in 1996 ook nog, dienstplichtig militair personeel. Tevens worden de uitgaven voor tijdelijk personeel op formatieve arbeidsplaatsen ten laste van dit artikel verantwoord.

Bij het militair personeel wordt een zodanig instroombeleid gevoerd, dat zeker wordt gesteld dat ook op langere termijn over voldoende gekwalificeerd kader kan worden beschikt. Dit geschiedt overigens zonder verdringing van het huidige personeel.

In verband met de oprichting van het Defensie Interservice Commando (Dico) zijn budgetten overgeheveld uit de begroting van de Koninklijke marine. Deze overheveling heeft plaatsgevonden in verband met de overgang van militair personeel naar de Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie (DVVO) en de Defensie-organisatie voor Werving en Selectie (DWS).

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingen/Uitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996
Salarissen763 774770 397
Overwerk en toelagen onregelmatige diensten75 06087 372
Overige toelagen54 70379 343
Sociale lasten48 27247 946
Tijdelijk personeel op formatieve arbeidsplaatsen6041 221
Totaal942 413986 279

De verplichtingenmutatie bedraagt f 986,554 miljoen. De kleine afwijking ten opzichte van de uitgaven is het gevolg van enkele kleine verschillen in de bijbehorende verplichtingen.

De per saldo hogere uitgaven en verplichtingen op het artikel militair personeel met f 43,866 miljoen ten opzichte van het in de ontwerpbegroting 1996 opgenomen bedrag zijn voornamelijk een gevolg van:

– de uitdeling van de loonbijstelling van f 19,334 miljoen;

– een gewijzigde regelgeving voor Beroepsmilitairen Bepaalde Tijd (BBT-ers), waardoor het mogelijk is geworden de BBT-premies eerder op te vragen. Deze hogere uitgaven in 1996 van f 19,703 miljoen, worden gecompenseerd door lagere uitgaven van gelijke omvang in latere jaren. De wijziging van de regelgeving vloeit voort uit het onderhandelingsresultaat over de arbeidsvoorwaarden voor militairen;

– de budgetoverheveling in verband met de overgang van militair personeel naar de Defensie-organisatie voor Werving en Selectie en naar de Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie in het kader van de doelmatigheidsoperatie. Hiervoor is f 0,200 miljoen en f 3,300 miljoen overgeheveld;

– een verhoging van de uitgaven voor de toelage buitenland door een wijziging in het Voorzieningenstelsel Buitenland Defensiepersoneel per 1 april 1996. De duurtecorrectie in de toelage buitenland voor de Nederlandse Antillen en Aruba werd verhoogd;

– diverse kleinere mutaties.

Kengetallen

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
Begrotingssterkte – Beroepspersoneel onbepaalde tijd9 2209 347
– Beroepspersoneel bepaalde tijd4 7664 365
– Dienstplichtig personeel  85 199
   
Totaal14 07113 911
Gemiddeld salaris (x f 1) – Vrijwillig dienend militair personeel67 23071 485
– Dienstplichtig personeel25 18830 563

De laatste lichting dienstplichtigen die in 1996 nog zijn opgekomen hebben een aanvulling van ongeveer f 650,00 op de maandwedde ontvangen. Dit is de voornaamste oorzaak van de stijging van de middensom.

03.03 Overige personele exploitatie

Op dit artikel worden de personele uitgaven verantwoord, anders dan salarissen.

In verband met de oprichting van het Defensie Interservice Commando zijn budgetten overgeheveld uit de begroting van de Koninklijke marine. Deze overheveling van f 13,5 miljoen uit het artikel overige personele exploitatie heeft plaatsgevonden in verband met de overgang van zowel burger als militair personeel naar de Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie en de Defensie-organisatie voor Werving en Selectie.

De uitkomsten van het arbeidsvoorwaardenoverleg 1995–1997 hebben op onderdelen een versobering van de secundaire arbeidsvoorwaarden tot gevolg gehad. Deze maatregelen hebben geleid tot een daling van de uitgaven.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996Begroting 1996Realisatie 1996
Kleding en uitrusting11 88711 23714 78714 138
Voeding21 05921 17420 55921 347
Reis- en verblijfkosten25 24222 82625 24222 551
Verplaatsingskosten32 89128 20532 89130 489
Sport en ontspanning1 5403 6651 5403 430
Representatiekosten441955441943
Personeel op bovenformatieve arbeidsplaatsen3 70219 9783 70220 502
Sociale zorg5 9624 7535 9624 753
Voorziening woonruimte210389210264
Persoonsgebonden toelagen en uitkeringen5 5504 7965 5504 795
Werving9 7301 5729 7301 481
Geneeskundige verzorging10 8637 13810 8637 128
Onderwijs en opleiding16 59117 18016 59115 743
Antilliaanse en Arubaanse     
milities (ANTARUMIL)5 1004 6265 1004 643
Overige personele uitgaven1 6132 5561 6132 492
Totaal152 381151 050154 781154 699

De belangrijkste mutaties ten opzichte van de ontwerpbegroting 1996 hebben betrekking op de volgende artikelonderdelen:

Verplaatsingskosten/Reis- en verblijfskosten

Lagere uitgaven en verplichtingen naar aanleiding van maatregelen als gevolg van de uitkomsten van het arbeidsvoorwaardenoverleg 1995–1997. Het gaat hier met name om lagere tegemoetkomingen voor verplaatsingskosten en reis- en verblijfkosten.

Sport en ontspanning

De toename van de uitgaven en de verplichtingen op dit artikelonderdeel is met name veroorzaakt door de aanschaf van:

– diverse benodigdheden voor de Marinierskapel;

– zeilboten ten behoeve van het personeel van de Commandant Zeemacht in het Caribisch gebied.

Personeel boven formatief

De uitgaven en verplichtingen voor de inhuur van bovenformatief personeel zijn tot nu toe in veel gevallen geboekt als uitgaven ten behoeve van de materiële exploitatie (artikel 03.05). De wens tot een eenduidige verantwoording van deze uitgaven, heeft ertoe geleid dat deze uitgaven vanaf 1996 ten laste van het artikel personele exploitatie zullen worden geboekt.

Werving

De verlaging van het artikelonderdeel werving is met name het gevolg van de budgetoverheveling die samenhangt met de overgang van de activiteiten voor werving en selectie naar de gelijknamige organisatie bij het beleidsterrein Dico. Dit betreft zowel burger- als militair personeel. Het overgehevelde budget van f 12,8 miljoen is voornamelijk onttrokken uit dit artikelonderdeel. In 1996 heeft een extra wervingsinspanning plaatsgevonden, waardoor een aanvulling op het reeds beschikbare budget heeft plaatsgevonden.

Geneeskundige zorg

De lagere uitgaven op dit artikelonderdeel zijn voor het grootste deel het gevolg van de budgetoverheveling van f 5,3 miljoen naar de Koninklijke landmacht in verband met het gebruik van de krijgsmachthospitaal organisatie. Laatstgenoemd krijgsmachtdeel treedt op als single service manager.

Onderwijs en opleiding

Als gevolg van de nieuwe verrekenmethode binnen Defensie is voor vliegopleidingen voor personeel van de Koninklijke marine f 0,9 miljoen overgeheveld naar de Koninklijke luchtmacht.

Kengetallen

Voor de berekening van het kengetal in de ontwerpbegroting 1996 is uitgegaan van meerjaarlijkse gemiddelden.

Kleding en uitrusting

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
gemiddelde uitgaven kleding en uitrusting per militair (gemiddelde in guldens)9821 016

Voeding

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
gemiddelde uitgaven voeding per militair (gemiddelde in guldens)1 4481 535

De hoogte van de gemiddelde uitgaven per militair is aan fluctuaties onderhevig door de aanschaffingen verricht in diverse landen. Hierbij geldt dat het prijspeil per land aanmerkelijk kan verschillen.

Sociale zorg

ArtikelonderdeelOntwerpbegroting 1996Realisatie 1996
– langdurig zieken7549
– ouderschapsverlof2017
– seniorenverlof (PAS)23

De afwijking tussen de ontwerpbegroting en de realisatie 1996 is een gevolg van de reïntegratie van langdurig zieken in de organisatie van de Koninklijke marine.

Onderwijs en opleiding

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
gemiddelde uitgaven onderwijs en opleiding per personeelslid (gemiddelde in guldens)900845

Persoonsgebonden toelagen en uitkeringen

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
gemiddelde uitgaven per personeelslid (gemiddelde in guldens)291258

Antilliaanse en Arubaanse milities (ANTARUMIL)

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
gemiddelde uitgaven per personeelslid van de Antarumil (gemiddelde in guldens)25 50026 551

03.04 Subsidies en bijdragen

Ten laste van dit artikel worden de subsidies en bijdragen verantwoord voor ondermeer de Koninklijke marine jachtclub, de Stichting Militaire Tehuizen Overzee, de Marine watersportvereniging, het Marine Sanatoriumfonds, het Nederlands Instituut voor Maritiem Onderzoek (NIM), het Zeekadetkorps Nederland en het vormingscentrum Ascension. Het beleid is gericht op het terugdringen van het niveau van subsidies en bijdragen. Het terugdringen zal gefaseerd in de tijd geschieden.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996
Subsidies aan: Koninklijke Marine jachtclub117122
Marine watersportvereniging7176
Marine Sanatoriumfonds55
Koninklijke vereniging Marine officieren7575
Blad Scheepsbel voor personeelsvereniging50
Zeekadetkorps Nederland5050
Vormingscentrum Ascension50149
Stichting Militaire Tehuizen Overzee350350
   
Bijdrage aan: Nederlands Instituut voor Maritiem Onderzoek180196
Totaal9031 023

De stijging van de uitgaven ten opzichte van de ontwerpbegroting 1996 is met name een gevolg van de subsidie aan het vormingscentrum Ascencion. De raming in de ontwerpbegroting ging uit van een zeer snelle en forse reductie van deze subsidie. Dit bleek in de praktijk niet mogelijk. Het vormingswerk in het Caribisch gebied is voor de Koninklijke marine van belang in verband met de opvang en begeleiding ter plaatse van het uitgezonden personeel.

03.05 Materiële exploitatie

Het beleid ten aanzien van de materiële exploitatie is gericht op een zo doelmatig en doeltreffend mogelijke instandhouding van materieel en infrastructuur, teneinde de operationele gereedheid van de zeemacht te waarborgen. De omvang van de materiële exploitatie is voor een belangrijk deel verbonden met de omvang van de vloot en de opgedragen activiteiten.

De reorganisatie van de marinebedrijven en de daarmee samenhangende personele reducties leiden er onder meer toe, dat bepaalde noodzakelijke werkzaamheden moeten worden uitbesteed. Het beleid is er op gericht dat uitbesteding per saldo niet tot meeruitgaven zal leiden.

In verband met de oprichting van het Defensie Interservice Commando zijn budgetten overgeheveld uit de begroting van de Koninklijke marine. Deze overheveling heeft plaatsgevonden in verband met de overgang van zowel burger als militair personeel naar de Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie en de Defensie-organisatie voor Werving en Selectie.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996Begroting 1996Realisatie 1996
Huisvestingskosten44 50544 05642 58239 955
Bureaukosten66 02975 90068 52964 131
Specifieke uitgaven van operationele aard7 1798 3748 3887 452
Oefenmunitie (schietvoorraad)6 54422 61711 08510 311
Overige algemene en specifieke uitgaven11 89819 00112 55311 480
Inventarisgoederen en klein materieel13 98229 19918 60526 566
Onderhoud en herstel: – schepen110 466153 452114 259136 598
– vliegtuigen31 81565 77143 34742 141
– voertuigen10 9233 65412 2452 720
– elektronisch- en nautisch materieel14 98324 71916 46916 382
– bewapeningsmaterieel18 54337 66731 84525 199
– inventarisgoederen en klein materieel26 24222 87426 25521 514
Voorzieningen/onderhoud van gebouwen, havens en terreinen41 19155 69847 31351 699
waarvan doorberekend aan: – de Koninklijke landmacht– 13 350– 115– 13 350– 115
– de Koninklijke luchtmacht– 610– 4– 610– 4
Brandstoffen, olie en smeermiddelen e.d.38 28350 74040 43144 154
Totaal428 623613 603479 946500 183

De belangrijkste verplichtingen- en uitgavenmutaties ten opzichte van de ontwerpbegroting worden veroorzaakt door mutaties op de volgende artikelonderdelen:

Huisvestingskosten

De verlaging van de uitgaven op dit artikelonderdeel is met name veroorzaakt door een overheveling van de uitgaven voor beveiligingspersoneel naar artikel 03.03 Overige personele exploitatie.

Bureaukosten

De verlaging van de uitgaven is met name veroorzaakt door een verschuiving in de aanbesteding van netwerkapparatuur en door een doelmatiger gebruik van netwerkaansluitingen.

De verhoging van de verplichtingen is ondermeer een gevolg van de opname van het Kustwachtcentrum Nederland in de organisatie van de Koninklijke marine, het afsluiten van meerjarige contracten met het Duyverman Computercentrum en door stijgende telecommunicatiekosten door de invoering van de BTW op de gesprekskosten binnen Nederland per 1 januari 1996. Ook is de contractprijs voor de inhuur van vaste telefoonverbindingen verhoogd.

Oefenmunitie

De uitgaven voor 120 mm oefenmunitie (schietverbruik) voor het Korps Mariniers en diverse andere soorten kleine munitie voor zowel de mariniers als de vloot zijn verschoven van 1996 naar 1997. Tevens heeft een overheveling plaatsgevonden van artikel 03.07 naar dit artikel van uitgaven voor conventionele munitie ten behoeve van de vervanging van de schietvoorraad voor oefening en opleiding.

Daarnaast is de verhoging van de verplichtingen op dit artikelonderdeel ontstaan door het, eerder dan geraamd, afsluiten van een contract voor oefenmunitie door de Koninklijke landmacht, die als single service manager optreedt.

Overige algemene en specifieke uitgaven

De hogere verplichtingen op dit artikelonderdeel zijn in belangrijke mate het gevolg van het aangaan van verplichtingen voor meerjarige afroepcontracten voor de verwijdering en verwerking van (gevaarlijke) afvalstoffen.

Verder zijn op dit artikelonderdeel meer verplichtingen aangegaan voor de inhuur van externe adviseurs en voor wetenschappelijk onderzoek.

Inventarisgoederen en klein materieel

De verhoging van de uitgaven op dit artikelonderdeel is met name veroorzaakt door de aanschaf van veldhospitaaltenten.

De verhoging van de verplichtingen van afroepcontracten voor magazijn-inrichtingen vloeit voort uit het feit dat onvoldoende rekening was gehouden met de behoefte daaraan bij een aantal nieuwbouw- en renovatieprojecten. De stijging van de verplichtingen voor kantoorartikelen wordt veroorzaakt door het voldoen aan de eisen gesteld in de Arbeidsomstandighedenwet.

Onderhoud en herstel van schepen

De per saldo hogere uitgaven en verplichtingen zijn voornamelijk een gevolg van de instandhouding en de herbevoorrading van de groep escorte schepen, de onderzeedienst en de mijnendienst. Het betreft met name mutaties als gevolg van:

– het verkoopgereed maken van de S-fregatten voor de Verenigde Arabische Emiraten en de de verkoop van gasturbines aan Griekenland. Hiervoor is f 9,0 miljoen en f 6,4 miljoen aan het KM budget toegevoegd;

– de verschuiving van 1997 naar 1996 voor de aankoop van hoofdbatterijen voor de onderzeeboten van de Walrusklasse;

– de aanschaf van duikapparatuur en diverse verbruiksartikelen;

– incidenteel onderhoud, ondermeer als gevolg van schade aan de schroefaslager van Hr.Ms. Witte de With en herstel van brandschade op Hr.Ms. Tromp;

– de aankoop van meer wal- en boordreservedelen voor de M-fregatten dan initieel was geraamd. Bij projecten van deze omvang vindt als regel een actualisering plaats van de benodigde wal- en boordreservedelen, zodra er meer zicht is op het daadwerkelijke verbruik bij de operationeel geworden eenheden. Het verbruiksprofiel voor de M-Fregatten wees uit dat een grotere behoefte bestaat aan wal- en boordreservedelen dan indertijd werd voorzien.

Onderhoud en herstel van vliegtuigen

De verhoging van de verplichtingen is met name veroorzaakt door het reeds in 1996 afsluiten van een meerjarig contract voor het onderhoud aan de motoren van de Lynx-helikopters.

Daarnaast is de verhoging een gevolg van het aangaan van verplichtingen voor de Lynx helikopter S-269. Deze helikopter is in 1995 neergestort en daarbij dusdanig beschadigd, dat diverse reparaties noodzakelijk waren. Tevens zijn in 1996 meerjarige contracten afgesloten voor assistentie op luchtvaarttechnisch gebied en het bijhouden van de luchtvaarttechniek.

Onderhoud en herstel van voertuigen

De verlaging van de uitgaven en verplichtingen hangt nauw samen met de overheveling van f 10,2 miljoen naar de nieuw opgerichte Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie. Op dit artikelonderdeel waren oorspronkelijk de uitgaven en verplichtingen geraamd voor de inhuur van transportmaterieel.

Onderhoud en herstel van elektronisch en nautisch materieel

De verhoging van de verplichtingen is met name het gevolg van herbevoorrading van magazijnsartikelen. Dit betreft electronisch en nautisch materieel dat in gebruik is bij de Koninklijke marine. Het gaat daarbij onder andere om radarapparatuur, navigatie-apparatuur en sonarinstallaties.

Instandhouding van bewapeningsmaterieel

De verlaging van de uitgaven is voornamelijk veroorzaakt door het verschuiven van de betalingen naar 1997 voor :

– de modificatie van de torpedobuizen voor onderzeeboten;

– de modificatie van misleidingsstoorzenders;

– de huur van Amerikaanse schietranges en doelen ten behoeve van deze oefeningen.

De toename van de verplichtingen kan worden verklaard door het aangaan van diverse orders in samenwerking met de Amerikaanse overheid. Het gaat hierbij om orders ten behoeve van de lanceerinrichting voor de Nato Sea Sparrow Systemen en de meerjarige contracten ten behoeve van de technische assistentie voor de instandhouding van torpedo's.

Onderhoud en herstel van inventarisgoederen en klein materieel

De verlaging van de uitgaven en verplichtingen is veroorzaakt door minder uitgaven voor BTW op dit artikelonderdeel.

Voorzieningen onderhoud van gebouwen, havens en terreinen

Door de overgang naar een agentschap van de Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen zijn met ingang van 1996 overeenkomsten afgesloten voor ingenieursdiensten ten behoeve van onderhoudsprojecten op diverse Marinelocaties. Dit heeft tot gevolg gehad dat er meer verplichtingen zijn afgesloten en meer uitgaven zijn gedaan dan ten tijde van de ontwerpbegroting 1996 kon worden voorzien.

Doorberekeningen aan de Koninklijke landmacht/Koninklijke luchtmacht

De mutatie bij de verplichtingen en uitgaven is ontstaan door de wijziging als gevolg van de invoering van de nieuwe Verrekenbeschikking Defensie. Hierdoor vindt geen onderlinge verrekening meer plaats met de Koninklijke landmacht en de Koninklijke luchtmacht, maar vindt jaarlijks een budgetoverheveling plaats.

Brandstoffen, olie en smeermiddelen

Om operationele en technische redenen is een hoge vullingsgraad van de opslagcapaciteit gewenst. Mede om financiële redenen was echter ten tijde van de afronding van de ontwerpbegroting 1996 besloten een lagere vullingsgraad te hanteren. Door een financiële herschikking aan het einde van het jaar is de ruimte gevonden de voorraad scheepsbrandstof alsnog op te hogen.

Kengetallen

Huisvestingskosten

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
gemiddelde uitgaven per personeelslid (gemiddelde in guldens)2 1712 146

Onderhoud en herstel van gebouwen en terreinen

(bedragen x f 1000)

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
Nieuwbouw67 003(59%)100 609(66%)
Onderhoud en herstel gebouwen47 313(41%)51 699(34%)
Totaal114 316(100%)152 308(100%)

Voor een verklaring van het verschil tussen de ontwerpbegroting en de eindrealisatie wordt verwezen naar het gestelde bij artikel 03.06 Bouw, alsmede aankoop van gronden en opstallen.

Brandstoffen, olie en smeermiddelen

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
Te verbruiken en verbruikte hoeveelheden in duizenden kubieke meter   
– gasolie schepen89,283,5
– kerosine patrouillevliegtuigen20,321,4
– helikopterbrandstof2,72,4

De afwijking tussen de ontwerpbegroting en de realisatie is met name een gevolg van het zuiniger omgaan met brandstof. In de loop van 1997 zal de norm worden bijgesteld.

03.06 Bouw, alsmede aankoop van gronden en opstallen

Ten laste van dit artikel komen de uitgaven voor nieuwbouw en renovatie van havens en walinrichtingen van de Koninklijke marine. Naast de voortgaande renovatie en nieuwbouw, als gevolg van de veroudering van de bestaande infrastructuur, wordt de behoefte verder bepaald door de aanpassing van de organisatie, de veranderde structuur, de omvang van de vloot en voorschriften op het gebied van milieu en ruimtelijke ordening.

Tevens worden op dit artikel de uitgaven voor het bodemsaneringsprogramma verantwoord. Het beleid is erop gericht dat alle te realiseren nieuwbouw plaatsvindt op gesaneerde grond.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996Begroting 1996Begroting 1996
Bouwactiviteiten bij de Marinebedrijven3 0002 7532 8004 171
Marinekazernes29 00029 12827 85025 708
Koninklijk Instituut voor de Marine02 06402 292
Marinevliegkampen2 00011 5135 70015 182
Bodemsanering011 6711 60013 644
Nederlandse Antillen7 30015 5496 50016 778
Overige projecten31 40321 27822 55322 834
Totaal72 70393 95667 003100 609

De verhoging van de uitgaven met f 33,606 miljoen en met f 21,253 miljoen voor de verplichtingen ten opzichte van de ontwerpbegroting 1996, is met name veroorzaakt door mutaties op de volgende artikelonderdelen:

Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM)

De uitgaven en verplichtingen zijn met name ontstaan door de herinrichting van het laboratorium, het magazijn en de werkplaats.

Marinekazernes

De verlaging van de uitgaven is met name het gevolg van de vertraging die is ontstaan bij het ontwerp en de bouw van een bedrijfsrestaurant en recreatiefaciliteiten met bijbehorende dienstruimte op de van Ghentkazerne te Rotterdam.

De verplichtingenmutatie is ondermeer veroorzaakt doordat in 1996 verplichtingen zijn aangegaan voor de aanpassing van de dependance van het Technisch Opleidings Centrum KM ten behoeve van de Logistieke School. Het huidige gebouw van de Logistieke School wordt ingericht voor de Defensie organisatie voor Werving en Selectie. In 1996 is de renovatie van het gebouw voor technische functie opleidingen op de Marinekazerne Erfprins niet doorgegaan. Dit project is verschoven naar 1997.

Marinevliegkampen

De hogere uitgaven en verplichtingen zijn voornamelijk het gevolg van het zo goed mogelijk aansluiten van de fasen in de nieuwbouw van legeringsaccomodatie voor korporaals en manschappen op het Marinevliegkamp Valkenburg. De huidige legering voldoet in het geheel niet aan de algemene normen. Met deze nieuwbouw wordt tevens een verbetering van de efficiency en beveiliging bereikt.

Bodemsanering

Voor 1996 waren geen verplichtingen voor bodemsanering geraamd. In 1996 is echter meer slib aangetroffen in de Nieuwe Haven te Den Helder dan werd verwacht. Daarnaast is meer vervuild slib aangetroffen dan oorspronkelijk berekend. Het eerder dan geraamd uitvoeren van baggerwerkzaamheden inclusief de afvoer van het verontreinigd baggerslib werd hierdoor onvermijdelijk .Dit heeft geleid tot het aangaan van verplichtingen voor een bedrag van f 11,671 miljoen en hogere uitgaven.

Nederlandse Antillen

De verhoging van de uitgaven en verplichtingen op dit artikelonderdeel is onder andere veroorzaakt door de aankoop van bouwkavels op de Nederlandse Antillen. Dit was noodzakelijk om een aantal projecten ter verbetering van het werk- en leefklimaat van het aanwezige defensiepersoneel uit te kunnen voeren. Het betreft hier onder andere grond voor uitbreiding van een schoolgebouw ten behoeve van Nederlandstalig onderwijs aan kinderen van defensiepersoneel. Dit als gevolg van het feit dat er meer kinderen van defensiepersoneel op het eiland zijn dan de huidige capaciteit toelaat.

Tevens is de mogelijkheid benut het erfpachtcontract van de kavel waarop het Marinewater-sportcentrum «Brakkeput» is gevestigd om te zetten in koop. In voorgaande jaren bleek het niet mogelijk de kavel in eigendom te verwerven.

Overige projecten

In dit artikelonderdeel zijn ondermeer de uitgaven en verplichtingen verantwoord voor het Vastgoedbeheer, de Belangenbehartiging, de ontwerpkosten en het toezicht op de diverse bouwprojecten door de Dienst, Gebouwen, Werken en Terreinen.

De lagere aangegane verplichtingen zijn ontstaan door het verschuiven van de aanbesteding van het radiozendstation Ouddorp van 1996 naar 1997. Het project heeft vertraging opgelopen nadat de Stichting het Zuidhollands Landschap bezwaar had aangetekend tegen de bouw van het zendstation. Inmiddels is overeenstemming bereikt, waardoor de bouw in 1997 zal plaatsvinden.

Kengetallen

Uitgangspunt is hierbij de investeringen in de nieuwbouw en de voorzieningen/onderhoud van gebouwen, havens en terreinen uit te drukken in afzonderlijke percentages van de waarde van het vastgoed.

(bedragen x f 1000)

 Ontwerp-begroting 1996Realisatie 1996
Waarde vastgoed3 709 400 3 648 344 
Nieuwbouw67 003(1,8%)100 609(2,8%)
Voorzieningen/onderhoud van gebouwen, havens en terreinen47 313(1,3%)51 699(1,4%)

03.07 Overig groot materieel

Op dit artikel worden de investeringsprojecten verantwoord die niet in een separaat artikel zijn opgenomen. In dit artikel zijn ook de in 1996 aangegane verplichtingen voor 1997 en latere jaren opgenomen die betrekking hebben op de projecten M-fregatten en Onderzeeboten.

Het beleid is gericht op verbetering van het bestaande materieel, de opheffing van tekortkomingen, zowel kwantitatief als kwalitatief, en vervanging van verouderd materieel door modern hoogwaardig materieel. De nadruk ligt op investeringen ten behoeve van luchtverdediging, mijnenbestrijding, onderzeebootbestrijding in kustwateren en vergroting van strategische mobiliteit bij inzet voor crisisbeheersingsoperaties.

Ook in 1996 is sprake geweest van een nauwe internationale materieelsamenwerking. Omvangrijke internationale projecten zijn de bouw van Luchtverdedigings- en Commando (LCF)-fregatten, de ontwikkeling van de NH-90 en de bouw van het Amfibisch Transportschip. Daarbij wordt met een aantal landen samengewerkt, waarvan Amerika, Canada, Duitsland, Frankrijk en Spanje de belangrijkste zijn.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996Begroting 1996Realisatie 1996
Schepen: Luchtverdedigings- en commandofregatten60 700104 80365 66296 788
Project Aanpassing Mijnenveegcapaciteit (PAM)235 50013 9869 5604 835
Vervanging Poolster6 60011 16418 4878 909
ATS18 8009 10794 47790 199
CUP Alkmaarklasse16 60006 5150
M-fregatten06 18800
Onderzeeboten06 01900
Overige projecten04 66300
     
Vliegtuigen: NH-901 2001 33142 94638 275
Cup Orion3 5000   
STAMOL6001 4149913 178
Overige projecten2 90013 7392 8213 767
     
Voertuigen1 80014 263010 499
     
Elektronisch materieel: Geïntegreerd verbindingsproject8 00010 52016 20814 165
SMART S02 6302 641943
SHF SATCOM02 2376 2161 894
Trainer M-fregatten1 1004 5444 9003 599
NAVSTAR/SINS0247472448
MF/HF zend/ontvangers3 7006886 136901
LAMS12 8001 25630 42553 911
Overige projecten37 90078 09323 40732 203
     
Bewapening: Goalkeeper1 8004921 774100
Overige projecten11 2009 8833 6074 595
     
Munitie:26 50020 35938 78522 054
     
Overig materieel: Project Nieuwe RW001 5000
Sewacobedrijf069 86632 09633 253
Investering Marinebedrijven19 90019 97920 69418 439
Kleine vaartuigen1 00010 5781 0004 769
Automatisering19 70036 55721 80439 396
Overige projecten21 25036 00533 98828 480
Totaal513 050490 611487 112515 600

Uitgaven

De verhoging van de uitgaven met f 28,488 miljoen ten opzichte van de ontwerpbegroting 1996 is met name het gevolg van de hieronder genoemde oorzaken:

Schepen

– verschuivingen van betalingsmomenten voor de bouw van het LCF-fregat als gevolg van een een hogere stand onderhanden werk van f 31,1 miljoen,

– bijstelling van het budget van de vervanger van het bevoorradingsschip Poolster (Hr. Ms. Amsterdam);

– een vertraging in de besluitvorming rond het project Aanpassing Mijnenveegcapaciteit (PAM). In 1996 is besloten de Cup van de Alkmaar-klasse samen te voegen met de vervanging van de mijnenbestrijdingscapaciteit van de Dokkum-klasse tot één project.

Vliegtuigen

De per saldo verlaging van de uitgaven wordt met name veroorzaakt door onderstaande projecten:

– Design en Development fase van het Nato Helikopterproject-90 (NH-90): hier is sprake van een verlaging van de uitgaven van f 4,7 miljoen, veroorzaakt door het verschuiven van een betaling van eind december 1996 naar begin 1997. Deze verschuiving hangt samen met het nog niet bereikt hebben van de aan de betaling gekoppelde mijlpaal;

– STAMOL: de verhoging op dit artikelonderdeel is met name het gevolg van een te late levering in 1995 van de modificatie kits voor de standaardisatie en modificatie van de Lynx Helikopter. Hierdoor zijn betalingen die eerder in 1995 waren geraamd doorgeschoven naar 1996.

Voertuigen

De overschrijding op dit artikelonderdeel is voornamelijk het gevolg van:

– de gedeeltelijke vervroegde aanbesteding van tactische voertuigen. Als gevolg van de slechte staat van onderhoud bij terugkeer uit Haïti en Bosnië is het noodzakelijk geweest deze voertuigen te vervangen;

– de verwerving van 2 crashtenders/brandweerauto's ten behoeve van de marinevliegkampen Valkenburg en De Kooy;

– de aanbesteding van 2 terreinvoertuigen;

– de aanbesteding van 11 aanhangwagens.

Electronisch materieel

De per saldo verhoging van dit artikelonderdeel wordt met name veroorzaakt door:

– een verlaging bij het deelproject MF/HF zend/ontvangers doordat de Navo een deelproject (Channel Brass project) heeft geschrapt. Derhalve zal verwerving van deze specifieke apparatuur geen doorgang vinden;

– hogere betalingen dan oorspronkelijk waren voorzien voor het Local Area Missile System (LAMS) door de uitkomst van de contractonderhandelingen met Duitsland en Canada. De totale projectomvang wordt hierdoor niet gewijzigd;

– in 1996 waren de uitgaven voorzien voor de boordreservedelen van de Smart S radar. Een voorcalculatorisch onderzoek heeft echter tot vertraging in het verwervingsproces geleid. In december 1996 is tot het aangaan van de verplichting overgegaan;

– de verlaging van de uitgaven in 1996 is veroorzaakt door een betaling in 1995 voor meerwerk voor de inbouw van satellietcommunicatie-apparatuur aan boord van de M-fregatten;

– de lagere realisatie voor de trainer van de M-fregatten komt voornamelijk doordat drie simulatoren zijn geïntegreerd tot een simulator. Hierdoor is enige vertraging ontstaan en is een deel van de geplande betaling in 1996 enigszins achter gebleven.

Munitie

Verlaging van de uitgaven voor conventionele munitie ten behoeve van de vervanging van de schietvoorraad, oefening en opleiding door de overheveling van f 14,2 miljoen voor verplichtingen en uitgaven van dit artikel naar artikel 03.05.

Overig materieel

Hogere uitgaven voor automatisering door met name een veranderende bedrijfsvoering. Mede door de decentralisatie heeft een aanpassing van de Informatietechnologie (IT)-infrastructuur plaatsgevonden. Ook is in dit verband besloten over te gaan op nieuwe besturingssoftware (windows NT).

De stijging van de verplichtingen en uitgaven voor kleine vaartuigen wordt voornamelijk veroorzaakt door het in 1996 vervangen van een verouderde sleepboot en een binnenvaarttanker.

Verplichtingen

De per saldo lagere verplichtingen van f 22,439 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting is in belangrijke mate veroorzaakt door:

Schepen

– de verhoging van de verplichtingen ten behoeve van het LCF door het verschuiven van aanbestedingsmomenten van 1995 naar 1996;

– vertraging bij de aanbesteding van diverse verplichtingen van het Project Aanpassing Mijnenveegcapaciteit (PAM). Het betreft hier onder andere een verplichting voor het ontwerp en de bouw van drones voor mijnenbestrijdingsvaartuigen en de ontwikkeling van hard- en software van het command- en control systeem voor de ombouw van de mijnenbestrijdingsvaartuigen van de Alkmaarklasse;

– vertraging in het aangaan van verplichtingen voor onder andere wal- en boordreservedelen van het Project Amfibisch Transportschip (ATS);

– de mutaties bij de projecten M-fregatten en Onderzeeboten zijn het gevolg van de overhevelingen uit de artikelen 03.08 en 03.09 van de in 1996 aangegane verplichtingen met een betalingsmoment in 1997 en latere jaren. Met ingang van 1997 zijn deze projecten opgenomen op dit artikel 03.07 Overig Groot materieel;

– op het artikelonderdeel overige, zijn verplichtingen aangegaan met een betalingsmoment in 1997 en verder voor de Kustwacht Nederlandse Antillen en Aruba voor de verwerving van scoutradars en inshore vaartuigen. De uitgaven hiervoor zullen worden overgeboekt naar de Homogene Groep Internationale Samenwerking.

Vliegtuigen

De verlaging ten aanzien van de Cup-Orion is ontstaan door een vertraging van het project, doordat het afronden van de voorstudie is verschoven naar 1997.

Voertuigen

De bij de uitgaven genoemde oorzaken liggen eveneens ten grondslag aan het verschil tussen de ontwerpbegroting en de eindrealisatie bij de verplichtingen

Electronisch materieel

De verlaging is voornamelijk een gevolg van het aangaan van deelprojecten van het Local Area Missile System (LAMS) en het door de Navo schrappen van een deelproject dat onderdeel vormde van het artikelonderdeel MF/HF zend/ontvangers.

Daarnaast zijn projecten verschoven van 1995 naar 1996 voor onder andere:

– boordreservedelen van de lange afstands waarschuwingsrader;

– testmiddelen van Satellietcommunicatie antennes en modificatiekits;

– de trainer M-fregatten door de integratie van 3 simulatoren in 1 simulator;

– de overeenkomsten voor de beveiliging van Marine objecten. Dit project heeft in 1995 vertraging opgelopen bij het ontwerpproces en tijdens de besluitvorming. Hierdoor is het moment van het afsluiten van deelprojecten verschoven van 1995 naar 1996.

Tevens zijn verplichtingen verschoven van 1997 naar 1996 voor ondermeer de testset van de standard missile-2 en het MK-48 vertical launch system ordalt fase-2.

Munitie

De bij de uitgaven genoemde oorzaken liggen eveneens ten grondslag aan het verschil tussen de ontwerpbegroting en de eindrealisatie bij de verplichtingen

Overig materieel

De stijging van de verplichtingen ten opzichte van de ontwerpbegroting wordt veroorzaakt door:

– de aanbesteding in 1996 van de bouw van het Sewaco-bedrijf voor f 69,9 mln als gevolg van vertragingen in 1995;

– automatisering door een veranderende bedrijfsvoering. Tevens heeft als gevolg van decentralisatie van budgetten een aanpassing van de IT-infrastructuur plaatsgevonden. Mede in dit verband is besloten over te gaan op nieuwe besturingssoftware (Windows NT);

– het in 1996 vervangen van een verouderde sleepboot en een binnenvaarttanker;

– de aanbesteding van apparatuur voor het testen van bestaande en nieuwe, in ontwikkeling zijnde radarsystemen.

Aangaande de in dit artikel opgenomen projecten zijn in 1996 de volgende Kamerstukken verschenen:

– Luchtverdedigings- en Commandofregatten: Kamerstukken 24 400 X, nr. 116, 24 400 X, nr. 129, 25 000 X, nr. 1–3, 25 000 X, nr. 16 en 25 000 X, nr. 42;

– Nato-helikopter voor de jaren 90: Kamerstukken 25 000 X, nr. 1–3 en 25 000 X, nr. 43;

03.08 Multi-purpose fregatten

Ten laste van dit artikel zijn de uitgaven gebracht voor investeringen met betrekking tot het project Multi-purpose fregatten.

In 1996 is het M-fregattenproject, bestaande uit de bouw van acht fregatten van de Karel Doorman-klasse, tot een einde gebracht met het afwerken van de garantie-onderhoudsbeurten van de laatste twee schepen van deze klasse.

Met ingang van de ontwerpbegroting 1997 zullen de uitgaven en verplichtingen van dit artikel worden overgebracht naar het artikel 03.07 Overig groot materieel (Kamerstuk 25 000 X, nr 2, blz 165).

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996Begroting 1996Realisatie 1996
Bouwmeester/Marine-leveranties10 2694 75036 0906 984
Walreservedelen2 016357 8775 041
Tactas2 500386 3183 456
Totaal14 7854 82350 28515 481

De uitgavenmutatie ten opzichte van de ontwerpbegroting 1996 betreft met name een verlaging als gevolg van een nadere inschatting van de financiële risico's. De daling van de verplichtingen is een gevolg van de overheveling van de aangegane verplichtingen in 1996 met een betalings-moment in 1997 en verder. Met ingang van 1997 zijn deze verplichtingen ad f 6,2 miljoen opgenomen op het artikel U 03.07 Overig groot materieel.

Walreservedelen

De verlaging van de verplichtingen is veroorzaakt doordat minder initiele reservedelen zijn benodigd dan waren geraamd.

03.09 Onderzeeboten Walrusklasse

Op dit artikel zijn de uitgaven verantwoord voor investeringen met betrekking tot het project onderzeeboten van de Walrusklasse. De onderhandelingen met de RDM over de definitieve afrekeningen van het contract 2e serie Walrus-klasse onderzeeboten is nagenoeg voltooid.

Met ingang van de ontwerpbegroting 1997 zullen de uitgaven en verplichting van dit artikel worden overgebracht naar het artikel 03.07 Overig groot materieel (Kamerstuk 25 000 X, nr 2 blz 165).

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996Begroting 1996Realisatie 1996
Onderzeeboten Walrus-klasse 1e serie: Bouwmeester/Marineleveranties040219
Walreserve015791
2e serie: Bouwmeester/Marineleveranties3 5002 67511 5613 251
Walreserve4913222 5871 518
Totaal3 9913 00214 7274 989

De uitgavenmutatie ten opzichte van de ontwerpbegroting 1996 betreft met name een verlaging als gevolg van een nadere inschatting van de financiële risico's.

De daling van de verplichtingen is een gevolg van de overheveling van de aangegane verplichtingen in 1996 met een betalingsmoment in 1997 en verder. Met ingang van 1997 zijn deze verplichtingen ad f 6,0 miljoen opgenomen op het artikel 03.07 Overig groot materieel. Het gaat hier ondermeer om een verplichting van een dataregistratiesysteem

2e serie Bouwmeester/marineleveranties

Meer aangegane verplichtingen in verband met de afwikkeling van proeftochtpunten en modificatievoorstellen, zoals de aanpassing van een dataregistratiesysteem, de modificatie van de snuiveruitlaat en van de gasgeneratoren.

04. Beleidsterrein Koninklijke landmacht

Inleiding

De herstructurering van de Koninklijke landmacht betreft niet alleen een omvangrijke reorganisatie en verkleining, maar bovendien een verandering in de strategie, structuur en cultuur. In 1996 heeft de overgang van een kader-militie leger naar een beroepskrijgsmacht de facto zijn beslag gevonden door de versnelde opschorting van de opkomstplicht.

Aan de drie gestelde criteria voor het veranderings- en herstructureringsproces binnen de Koninklijke landmacht is in 1996 in grote lijnen voldaan. Deze criteria betreffen: de beheersbaarheid van het reorganisatieproces, de zorgvuldigheid ten opzichte van het personeel en het behoud van de mogelijkheid de taken uit te voeren.

Dit wordt ondermeer geïllustreerd door het feit dat het merendeel van de in 1996 geplande reorganisatieprojecten zijn gerealiseerd (waaronder de oprichting van de landmachtstaf, de crisisstaf en Centrale Dienst Personeel en Organisatie, CDPO). Ook aan het tweede criterium kon worden voldaan: er zijn als gevolg van de herstructurering geen gedwongen ontslagen gevallen en door middel van het project «Zorg voor werk» kon voortvarend oplossing worden gevonden voor groepsovertolligheid voor met name militair personeel. Het doorfunctioneren van de Koninklijke landmacht in 1996 moge blijken uit de bijdragen aan crisisbeheersings- en vredesoperaties, vooral in het voormalig Joegoslavië. Daarnaast is in 1996 voortvarend inhoud gegeven aan het Verbeterd Economisch Beheer (VEB). Als voortrekkers bij de Koninklijke landmacht hebben de Koninklijke Militaire Academie, het Opleidingscentrum Logistiek, 750 Verzorgingscommando en de 41e Lichte Brigade opgetreden. De ervaringen bij deze eenheden opgedaan, zullen in 1997 worden meegenomen bij de invoering van het VEB bij de overige resultaat verantwoordelijke eenheden.

Ondanks dat de herstructurering en reorganisatie van de Koninklijke landmacht in zijn geheel goed is verlopen in 1996, waarbij ook de versnelde opschorting van de opkomstplicht – waardoor in 1996 (voorlopig) afscheid is genomen van de laatste dienstplichtig militair – moest worden opgevangen, zijn op deelgebieden vertragingen opgetreden, die ook zullen doorwerken in de komende jaren.

Zo heeft de afbouw van de oude organisatie – door allerlei oorzaken – niet volledig gelijke tred gehouden met de opbouw van de nieuwe organisatie. Het voorgenomen bouwprogramma 1996 is door vertraging in de realisatie van beleid en de decentralisatie van infrastructuurtaken naar de Regionale Militaire Commando's niet volledig gerealiseerd. Daardoor moeten kazernes en complexen langer worden aangehouden dan voorzien. Daarnaast is de realisatie van het nieuwe – personeelsarme – bewakingssysteem vertraagd.

04.01 Burgerpersoneel

Ten aanzien van de oorspronkelijke raming zijn in 1996 aanzienlijke wijzigingen opgetreden. De begrotingssterkte is afgenomen door onder andere de overheveling van functies in verband met de oprichting van het beleidsterrein 09. «Defensie Interservice Commando» (Dico) en de doorwerking van de onderschrijding in 1995. Gelet op de taakstelling en de vacatures was het noodzakelijk voor essentiële functies extern personeel in te huren. De reorganisaties hebben eveneens een stijging van de uitgaven voor diverse toelagen en onregelmatige diensten tot gevolg gehad.

In 1996 is het personeel dat vrijkwam door het opheffen van de «Poms Site Ter Apel» bij de Koninklijke landmacht ondergebracht. Dit personeel maakt deel uit van de realisatie. Deze uitgaven zijn door een bijdrage van de Verenigde Staten van Amerika gecompenseerd.

Personeelsbeleid

Het beleid was in 1996 erop gericht om met betrekking tot de werving van personeel terughoudend op te treden en het verloop te stimuleren door onder andere het project «Zorg voor Werk». Dit project beoogt het uit laten stromen van personeel met behoud van een baan of omscholing buiten de Koninklijke landmacht.

Teneinde knelpunten door onder andere het versneld uitstromen van het dienstplichtig personeel te kunnen opvangen zijn de budgetten voor het inhuren van extern personeel verruimd.

In 1996 zijn de beleidsvoornemens niet geheel gerealiseerd. Door grote werklast bij met name het Nationaal Commando (NATCO) is meer personeel ingestroomd dan gepland. Daarnaast is de uitstroom als gevolg van het project «Zorg voor Werk» tegengevallen.

Het verschil tussen de begroting en de realisatie van de artikelonderdelen «Salarissen» en «Sociale lasten» bij dit artikel is met name het gevolg van enerzijds de uitkomsten van het arbeidsvoorwaardenoverleg en anderzijds de lagere gerealiseerde sterkte en de stijging van de tegemoetkoming ziektekosten als de éénmalige uitkering op het artikelonderdeel sociale lasten.

Kengetallen

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
– begrotingssterkte11 04210 643
– gemiddeld salaris (x f 1)63 83869 992

De stijging van het gemiddelde salaris is voornamelijk het gevolg van de toename van het bedrag voor inhuur van personeel en de uitkomsten van het arbeidsvoorwaardenoverleg.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996Begroting 1996Realisatie 1996
Salarissen540 846536 348540 846536 339
Overwerk en toelagen onregelmatige diensten22 71027 87422 71027 874
Overige toelagen11 81511 24111 81511 241
Sociale lasten95 135101 51895 135101 518
Tijdelijk personeel op formatieve arbeidsplaatsen44 71178 36444 71173 472
Verrekenregels met beleidsterreinen– 10 315– 5 515– 10 315– 5 515
Totaal704 902749 830704 902744 929

Verrekeningen

Met betrekking tot verrekeningen wegens interne dienstverlening tussen de beleidsterreinen is het beleid dat deze budgettair meerjarig worden verrekend. De daling in 1996 is voornamelijk hierdoor veroorzaakt.

04.02 Militair personeel

Ten opzichte van de oorspronkelijke raming zijn er in 1996 aanzienlijke wijzigingen opgetreden. De begrotingssterkte is afgenomen door onder andere de overheveling van functies in verband met de oprichting van het beleidsterrein 09. «Defensie Interservice Commando» en doorwerking van de onderschrijdingen in 1995 van het personeel in dienst voor bepaalde en onbepaalde tijd en de versnelde afbouw van het bestand dienstplichtig personeel ingevolge het «generaalpardon» in 1996. De reorganisaties en de uitzending van personeel hebben een stijging van de uitgaven voor overwerk en onregelmatige diensten tot gevolg gehad. De uitgaven van de overige toelagen zijn gestegen door het overgaan tot het tussentijds uitbetalen van BBT-premies.

Gelet op de taakstelling en de vacatures ingevolge de herstructurering was het noodzakelijk voor essentiële functies extern personeel in te huren.

De reorganisatie van de Koninklijke landmacht en de daaruit voortvloeiende onzekerheden met betrekking tot het personeel leidt tot vertraagde instroom BBT-personeel.

Kengetallen

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
Begrotingssterkte – Beroepspersoneel onbepaalde tijd13 59313 097
– Beroepspersoneel bepaalde tijd12 35211 141
– Dienstplichtig personeel6 0003 029
   
Totaal31 94527 267
Gemiddeld salaris (x f 1) – Vrijwillig dienend militair personeel58 91862 266
– Dienstplichtig personeel22 11629 482

De laatste lichtingen dienstplichtigen die in 1996 nog zijn opgekomen hebben een aanvulling van ongeveer f 650 op de maandwedde ontvangen. Dit heeft de stijging van de middensom veroorzaakt.

Verrekeningen

De verrekensystematiek is gewijzigd waarbij interne dienstverleningen tussen de beleidsterreinen voortaan budgettair meerjarig worden verrekend. De verrekeningen zijn hierdoor vrijwel nihil.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996Begroting 1996Realisatie 1996
Salarissen1 485 0901 376 6271 485 0901 376 627
Overwerk en toelagen onregelmatige diensten44 55555 62244 55555 622
Overige toelagen65 37771 05365 37771 053
Sociale lasten72 17391 41972 17391 419
Tijdelijk personeel op formatieve arbeidsplaatsen2 4817 3902 4813 804
Verrekenregels met beleidsterreinen– 5 039– 13– 5 039– 13
Totaal1 664 6371 602 0981 664 6371 598 512

Salarissen en sociale lasten

Het verschil tussen de begroting en de realisatie van de artikelonderdelen is enerzijds het gevolg van de uitkomsten van het arbeidsvoorwaardenoverleg en anderzijds de daling van de begrotingssterkte.

De hogere sociale lasten zijn het gevolg van de eindejaarsuitkeringen. Bij de toelagen heeft het tussentijds uitbetalen van BBT-premies de stijging veroorzaakt.

04.03 Overige personele exploitatie

Ten opzichte van de oorspronkelijke begroting is de belangrijkste wijziging de overgang van de uitgaven voor «Werving en Selectie» naar het beleidsterrein 09. Defensie Interservice Commando. Daarnaast is een versobering van het reisbesluit doorgevoerd hetgeen een daling van de uitgaven tot gevolg had.

De effecten van de onderschrijding van de sterkte van het beroepspersoneel is eveneens van invloed geweest op de lagere uitgaven op dit artikel.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996BegrotingRealisatie 1996
Kleding31 49551 02066 92065 435
Voeding61 37960 28361 38559 318
Reis- en verblijfkosten50 06637 19050 06637 190
Verplaatsingskosten74 19264 16774 19265 334
Sport en ontspanning4 2532 8324 2532 681
Kostwinnersvergoeding127573127573
Representatiekosten2 0802 2092 0802 209
Personeel op bovenformatieve arbeidsplaatsen2 4854 6632 4854 653
Sociale zorg13 97415 53313 97415 533
Voorziening woonruimte8 8499 6558 8499 501
Persoonsgebonden toelagen en uitkeringen10 37710 04110 37710 041
Werving28 3893928 344427
Geneeskundige verzorging6 44920 0066 44919 390
Onderwijs en opleiding38 89137 70738 89136 806
Afwikkelingskosten TRIS1 2001 4831 2001 483
Overige personele uitgaven18 22616 80418 19914 792
Werkgelegenheidsprojecten103261103261
Totaal352 535334 466387 894345 627

Kleding en uitrusting

De stijging van de verplichtingen betreft voornamelijk de eerdere vervanging van oude PGU ten behoeve van het mobilisabele bestand en onderhouds-activiteiten aan beschermende vesten en tenten.

De uitgaven zijn per saldo gedaald door enerzijds hogere uitgaven voor opleg voor het mobilisabele bestand en anderzijds lagere uitgaven door vertragingen in de afleveringen van poncho's, handschoenen, gevechtsbepakkingssystemen, helmovertrekken en NBC-pakken.

De gemiddelde uitgaven per militair stijgen doordat de middensom is gebaseerd op de werkelijke uitgaven inclusief voorraadvorming en niet op verbruik per persoon.

Kengetallen

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
gemiddelde uitgaven per militair (gemiddelde in guldens)2 1112 399

Voeding

De gemiddelde uitgaven per personeelslid zijn ten opzichte van de ontwerpbegroting 1996 per saldo gestegen als gevolg van lagere verrekeningen en hogere aanschaffingen in verband met oefeningen.

Kengetallen

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
gemiddelde uitgaven per militair (gemiddelde in guldens)1 4851 564

Reis- en verblijfkosten

De lagere uitgaven zijn veroorzaakt door een lagere sterkte, oprichting van de Defensie Verkeer- en Vervoersorganisatie onder het beleidsterrein 09. Defensie Interservice Commando en de versobering van het reisbesluit.

Verplaatsingskosten

De daling van de uitgaven is het gevolg van de daling van het personeelsbestand door het wegvallen van de opkomstplicht. De uitgaven voor de Defensie Openbaar Vervoerskaarten zijn hierdoor eveneens komen te vervallen.

De uitgaven zijn evenredig met de daling van het personeelsbestand afgenomen. Derhalve zijn de gemiddelde uitgaven per personeelslid nauwelijks gewijzigd.

Kengetallen

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
gemiddelde uitgaven per personeelslid (gemiddelde in guldens)1 7251 723

Sport en ontspanning

Met betrekking tot de filmvoorziening vindt een verschuiving plaats naar de goedkopere videopresentaties. Tezamen met de vermindering van het aantal kazernes heeft dit een daling van de uitgaven tot gevolg gehad.

Personeel op bovenformatieve arbeidsplaatsen

De stijging op dit artikelonderdeel wordt veroorzaakt door de behoefte aan systeembeheerders en -ontwikkelaars en de vervanging van personeel bij uitzending.

Sociale zorg

Kengetallen

(bedrage x f 1000)

ArtikelonderdeelOntwerpbegroting 1996Realisatie 1996
 AantalBedragAantalBedrag
– langdurig zieken1749 76321412 032
– postactief personeel1680012587
– seniorenverlof (PAS)73256264
– ouderschapsverlof532 600452 186

Voorziening woonruimte

Kengetallen

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
Bedrag (x f 1000)8 8499 499
Aantal woningen492465
Gemiddeld bedrag per woning (x f 1000)1820

Persoonsgebonden toelagen en uitkeringen

Kengetallen

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
gemiddelde uitgaven per personeelslid (gemiddelde in guldens)241264

Werving

In 1996 zijn alle wervingsactiviteiten ondergebracht bij het beleidsterrein 09 «Defensie Interservice Commando». De budgetten zijn eveneens in 1996 overgeheveld.

Geneeskundige verzorging

Uitgaven in het kader van de bedrijfsgezondheidszorg en een grotere afrekening voor psychiatrische hulp en algemene zorg hebben de stijging veroorzaakt.

Dit betreft met name de betaling aan de Stichting Ziektekostenverzekering Krijgsmacht van door Univé betaalde AWBZ-zorg, verleend door zowel Defensie als door civiele zorgverleners.

Onderwijs en opleiding

Kengetallen

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
gemiddelde uitgaven per personeelslid (gemiddelde in guldens)904970

Afwikkelingskosten TRIS

De hogere uitgaven worden veroorzaakt door de uitbetaling van de aangehouden loonsuppletie van een aantal voormalige Surinaamse legerofficieren.

Kengetallen

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
Bedrag (x f 1000)1 2001 500
Sterkte6969
Gemiddeld bedrag per personeelslid (x f 1)17 39121 739

04.04 Subsidies en bijdragen

In het kader van doelmatigheidsoperaties is besloten om met ingang van 1 januari 1996 de directe en indirecte subsidiebijdragen aan de vormingscentra Beukbergen, Vlasakkers en Coornherthuis te beëindigen. Hiervoor in de plaats zijn afzonderlijke overeenkomsten gesloten met de drie eerdergenoemde vormingscentra. Het vormingswerk wordt met ingang van genoemde datum marktconform ingekocht.

De overeenkomsten verplichten Defensie tot een minimale afname aan cursusdagen, waarbij een verdeling over de beleidsterreinen is aangegeven. De verantwoording vindt plaats op het artikel overige personele exploitatie, dienstopleidingen binnenland, van het betreffende beleidsterrein.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996BegrotingRealisatie 1996
Subsidies16 29616 60216 29616 136
totaal16 29616 60216 29616 136

04.05 Materiële exploitatie

Het beleid met betrekking tot de materiële exploitatie was, gelet op de wijzigingen in de taakstellingen, erop gericht de behoeftes en aan te houden voorraden zo doelmatig mogelijk op elkaar af te stemmen. Voor 1996 betekende dit een daling van de materiële uitgaven door het interen op de voorraden en iets langer aanhouden van de behoeftestellingen.

Daarnaast is de voorgenomen overheveling van de uitgaven voor «Verkeer en Vervoer» naar het beleidsterrein «Dico» gerealiseerd. Het beleid om de dienstverlening tussen de beleidsterreinen budgettair te verrekenen is voortgezet. Besloten is tot overheveling van de apparaatsuitgaven voor de bouw van het investeringsartikel 04.06 Bouw naar het onderhoudsbudget van dit artikel. Tevens is het budget voor klein onderhoud bij de commandanten verruimd in verband met de vele aanpassingen door de reorganisaties.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996Begroting 1996Realisatie 1996
Informatiesystemen15 99420 45721 59012 877
Communicatiesystemen31 40767 14337 86725 553
Manoeuvre49 42063 85862 56043 574
Wielvoertuigen en geniematerieel23 37337 08732 44826 263
Artillerie/luchtdoelartillerie14 46622 12463 83059 070
Munitie63 56372 28338 82728 823
Algemene uitrusting32 80363 74337 15645 187
BOSCO39 20040 40840 07439 147
Geneeskundige dienst materieel27 27735 46831 16436 250
Inventarisgoederen en klein materieel28 18928 43128 18928 866
Onderhoud/herstel roerende goederen17 70415 56417 70415 039
Onderhoud/herstel gebouwen161 595269 504178 500263 997
Huisvestingskosten123 477125 279123 477125 167
Bureaukosten54 02165 38254 02163 688
Specifieke uitgaven van operationele aard56 79640 86256 79641 223
Overige uitgaven50 61162 78850 61160 057
Automatisering70 71298 17670 76690 094
Inhuur externe deskundigen17 47518 71517 47514 933
Totaal878 0831 147 272963 0551 019 808

Informatiesystemen

Per saldo stijgen de verplichtingen door enerzijds het niet in 1995 realiseren van de bestelling wijzigingsbehoeften rij- en opleidingsmiddelen Leopard-2/YPR en anderzijds het later realiseren van het onderhoudscontract VUIST-1.

De daling in de uitgaven wordt veroorzaakt door het niet doorgaan van de modificatie instructiestations van de rij- en opleidingsmiddelen Leopard-2/YPR, de verschuiving van het onderhoudscontract VUIST-1 en de inbesteding van het onderhoud aan de wapensysteemsimulator waarbij besparingen optreden.

Communicatiesystemen

De stijging van de verplichtingen betreft een extra behoefte voor onderhoud aan aggregaten, de invoer van AIR-VSAT ten behoeve van het verkrijgen van satellietcommunicatie voor de Multi-Nationale Divisie en de start met de verlenging van de levensduur van de standaardshelters van de Koninklijke landmacht en het voor drie jaar ineens afsluiten van het onderhoudscontract ZODIAC-4 in plaats van éénmaal per jaar.

Het niet doorgaan van de modificatie 35kW-aggregaten, het goedkoper afsluiten van de onderhoudscontracten ZODIAC-4 en Combat Net Radio en lagere aanschaffingen van diverse reservedelen hebben geleid tot een verlaging van de uitgaven.

Manoeuvre

De stijging van de verplichtingen betreft nieuwe behoeften in het kader van de start van het uitgebreide onderhoudsprogramma YPR en de prijspeilaanpassing van het contract toestandsafhankelijk onderhoud Leopard-2.

De daling van de uitgaven wordt vooral veroorzaakt door uitstel van de aanschaf rupsbandschakels, vermindering aanschaf reservedelen en onderhoudsvoorzieningen aan de Leopard-2, alsmede budgettaire overheveling naar de Koninklijke marine in verband met dienstverlening. De dalingen worden deels gecompenseerd door stijgingen op dit artikelonderdeel, die met name samenhangen met de al eerder genoemde start van het onderhoudsprogramma YPR.

Wielvoertuigen en Geniematerieel

Met name de verlenging van het lease-contract voor dienstpersonenauto's, het onderhoudscontract voor de nieuwe transporters, de actualisering van de documentatie DAF (40 en 100kN) en hogere behoeften aan divers klein materieel (accu's) hebben gezorgd voor een stijging van de verplichtingen. Hier tegenover staat een daling ten gevolge van de budgetoverheveling naar Dico in het kader van de overdracht van taken op vervoersgebied.

Naast deze budgetoverheveling hebben een dalend verbruik (onder andere banden), een terughoudend aanschafbeleid ter voorkoming van te hoge voorraden en de effecten van de centralisatie van de materieeldienst voor een verlaging van de uitgaven gezorgd.

Artillerie en Luchtdoelartillerie

De stijging van de verplichtingen hangt onder meer samen met de vertraagde vervanging van doelvliegtuigen (met reservedelen) uit 1995 en met extra onderhoudsvoorzieningen afgeleide versies Leopard-1 en PRTL 35mm.

De daling van de uitgaven betreft met name het basisonderhoud M109 (met betrekking tot welke reeds in 1995 betalingen zijn verricht die oorspronkelijk in 1996 waren gepland) en de budgettaire overhevelingen naar de Koninklijke marine in het kader van dit onderhoud.

Munitie

De daling van de uitgaven wordt veroorzaakt door goedkopere realisatie (het ombouwen van oude munitie tot oefenmunitie) en latere aflevering van tank-munitie alsmede vertraging van de aflevering 81mm mortiermunitie.

Algemene uitrusting

De stijging van de verplichtingen en uitgaven wordt veroorzaakt door extra behoeften voor werkplaatsinrichtingen in het kader van milieu- en ARBO-wetgevingen, kracht- en fitnessapparatuur, de vervanging van basismeetuitrustingen en het onderhoud aan diverse veldinstallaties, veldversterking, veldlegeringsmaterieel en werkplaatsmachines (met name garage-uitrustingen).

Geneeskundige dienst materieel

De stijging is het gevolg van de gewijzigde verrekensystematiek. Voorheen werden de ontvangsten wegens verrekeningen van diensten en materieel met andere beleidsterreinen, in mindering van bezwaar geboekt en geraamd. Met de huidige systematiek worden voor structurele zaken de budgetten overgeheveld.

Kengetallen

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
gemiddeld bedrag per militair (x f 1)9741 329

De stijging van de middensom wordt veroorzaakt door een gewijzigde verrekensystematiek. De uitgaven en ontvangsten werden voordien gesaldeerd.

Inventarisgoederen en klein materieel

Kengetallen

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
gemiddeld bedrag per personeelslid (x f 1)655761

De stijging betreft een toegenomen behoefte aan inventarisgoederen door de reorganisaties en vele verplaatsingen.

Onderhoud gebouwen

De stijging van de verplichtingen en uitgaven wordt veroorzaakt door de overheveling van de apparaatskosten ad f 29,6 miljoen vanuit het artikel bouw, een voorschot betaling aan DGW&T van f 25,0 miljoen inzake apparaatskosten en verhoging van het onderhoudsbudget. Als gevolg van de vele verplaatsingen van eenheden in verband met het afstoten van objecten is er in de afgelopen jaren in het reguliere onderhoud een achterstand ontstaan.

De stijging is tevens een gevolg van verhoging van het zgn. Commandantenfonds (voorheen OVW-fonds) met f 8,0 miljoen. Als gevolg van het grote aantal reorganisaties in het kader van de herstructurering van de Koninklijke landmacht zijn ten behoeve van de implementatie snelle (in het algemeen kleinschalige) voorzieningen noodzakelijk. Deze worden via de vigerende verkorte (OVW-procedure) uitgevoerd.

Kengetallen

(x f 1000)

 Ontwerpbegroting 1996 Realisatie 1996
Nieuwbouw en dergelijke241 778(58%)156 393(37%)
Onderhoud en herstel gebouwen178 500(42%)263 997(63%)
Totaal420 278(100%)420 390(100%)

Voor een verklaring van de achterblijvende uitgaven voor nieuwbouw en dergelijke wordt verwezen naar artikel 04.06 Bouw, alsmede aankoop van gronden en opstallen.

Huisvestingskosten

De verwachte daling is niet uitgekomen. De uitgaven voor schoonmaken zijn weliswaar gedaald, daartegenover zijn de uitgaven voor energie, afvoer vuilnis en zuiveringsrechten gestegen. Ook het langer openhouden van complexen, waardoor het aantal objecten groter is dan verwacht, is hierop van invloed.

Kengetallen

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
gemiddeld bedrag per personeelslid (x f 1)2 8703 301

Bureaukosten

De toename van de bureaukosten betreft uitgaven voor de exploitatie van kantoormachines, gesprekskosten PTT, uitgaven voor druk- en bindwerk en diverse activiteiten in het kader van de verbeterde bedrijfvoering.

Kengetallen

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
gemiddeld bedrag per personeelslid (x f 1)1 2561 679

Specifieke uitgaven

De daling is het gevolg van de overheveling van de uitgaven voor verkeer en vervoer naar beleidsterrein 09, Defensie Interservice Commando (Dico).

Overige uitgaven

De stijging van de verplichtingen en uitgaven betreft voornamelijk een toename van de zelfstandige aanschaffingen bij de Mechanische- en Electronische Centrale Werkplaatsen en aanvullende behoefte voor diverse wetenschappelijke onderzoeken en studies, uit te voeren door TNO.

Automatisering

Stijging betreft een toename van de behoefte en de vervanging van kleinschalige automatiseringsmiddelen.

04.06 Bouw, alsmede aankoop van gronden en opstallen

De daling van de verplichtingen en de uitgaven met respectievelijk f 66,553 miljoen en f 85,385 miljoen is voornamelijk het gevolg van vertragingen met betrekking tot de uitwerking van nieuw beleid voor legering van officieren en onderofficieren, herinrichting kazernes, LO/Sport, alsmede de daaraan gerelateerde projecten. De vertraging is onder andere veroorzaakt door de reorganisatie van de infrastructuurtaak.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996BegrotingRealisatie 1996
Bouw287 614220 847241 778156 393

Kengetallen

Uitgangspunt is de investeringen in de nieuwbouw en de voorzieningen voor onderhoud van gebouwen uit te drukken in afzonderlijke percentages van de waarde van het vastgoed.

(x f 1000)

ArtikelonderdeelOntwerpbegrotingRealisatie 1996
Waarde vastgoed17 175 300 16 968 000 
Nieuwbouw241 778(1,4%)156 393 (0,9%)
Onderhoud en herstel gebouwen178 500(1,0%)263 997(1,6%)

04.07 Overig groot materieel

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996BegrotingRealisatie 1996
Automatisering111 50061 62041 90053 245
Logistiek249 644156 285111 868151 881
Commandovoering, verbindingen en gevechtsinlichtingen87 100133 360254 400188 928
Elektronisch materieel30 90020 59032 90017 007
Nucleair, biologisch en chemisch materieel04803 700699
Luchtverdediging207 000276 65023 20042 680
Manoeuvre125 40065 540156 800115 394
Vuursteun40 8003 60024 80016 281
Gevechtssteun15 00033 32019 4008 082
Totaal867 344751 445668 968594 197

Automatisering

Doordat langere voorbereiding nodig is voor het geautomatiseerd goederen registratie-systeem en door inhoudelijke aanpassingen aan de vervanging van het Centraal Voorraad Beheersingssysteem zijn de verplichtingen van deze projecten niet gerealiseerd. De hogere uitgaven worden met name veroorzaakt door snellere leveringen die betrekking hebben op het project vervanging bedrijfsbesturings-systemen.

Logistiek

De bestelling met betrekking tot het project «mobiele geneeskundige installaties» heeft reeds in 1995 plaatsgevonden. Ten aanzien van de logistieke voorzieningen is een daling van de verplichtingen opgetreden. Als gevolg van de onzekerheid in het besluitvormingsproces is een behoefte aan lichte vrachtauto's verschoven naar 1997 en het project geneeskundige voorzieningen onder NBC-omstandigheden verschoven naar 1999. Daarnaast is een nieuwe behoefte ontstaan aan materieel ten behoeve van vredesoperaties alsmede een aanvullende behoefte aan transporters en personenauto's. De verhoging van de uitgaven vindt zijn oorzaak in de versnelling en herziening van afleveringen van reeds aangegane verplichtingen alsmede door betalingen op nieuw ontstane behoeften.

Commandovoering, verbindingen en gevechtsinlichtingen

De aanvullende behoefte ten aanzien van de Combat Net Radio alsmede de behoefte aan onbemande grondsensoren zijn gerealiseerd. Ook is een deel van de projecten Koninklijke Landmacht Implementatie Middenlaag, Geïntegreerd Stafinformatiesysteem en het Global Positioning System gerealiseerd. Daarnaast zijn door vertraging in het besluitvormingsproces de projecten Satelliet Communicatie en vervanging GAMMA-computer niet verwezenlijkt. Doordat er vertragingen in afleveringen van reeds aangegane verplichtingen hebben plaatsgevonden en verplichtingen later worden of zijn aangegaan dan aanvankelijk voorzien zijn de uitgaven uiteindelijk minder geworden.

Electronisch Materieel

De verwerving van complementaire voorzieningen is vertraagd naar 1997. Doordat er vertragingen in afleveringen van reeds aangegane verplichtingen hebben plaatsgevonden zijn lagere uitgaven gerealiseerd.

Luchtverdediging

Door verhoging van de seriekosten van het project «Gevechtswaarde instandhouding PRTL» zijn de verplichtingen gestegen. Dit heeft geleid tot hogere uitgaven en wijziging van het betalingsschema.

Ten aanzien van het project Stinger was meer tijd nodig voor het verwervingsproces waardoor de aangegane verplichtingen achter zijn gebleven. Dit betreft met name een modificatiepakket.

Manoeuvre

De bestellingen van complementaire voorzieningen voor de vervanging van klein kaliber wapens en van een deel van de periferie ten behoeve van de te verbeteren Leopard 2 zijn geplaatst. Deze bestelling met betrekking tot de Leopard 2 was voorzien in 1995. Als gevolg van ondermeer aanvullende eisen en vertraging in het besluitvormingsproces is het project «Pantservoertuigen voor vredesoperaties» niet gerealiseerd.

Eveneens door vertraging in de besluitvorming is het project uitbreiding duelsimulatoren verschoven naar 1997. Door vertraging in de aflevering en aanpassing van betalingsschema's van reeds aangegane verplichtingen en doordat verplichtingen later worden aangegaan is de realisatie van de uitgaven lager dan voorzien.

Vuursteun

Door met name vertraging in het besluit- en verwervingsproces is het realiseren van de bestelling van de serie van het project «VUIST 1» in 1996 niet mogelijk. De verlaging van de uitgaven vindt zijn oorzaak enerzijds in een verlaging als gevolg van het niet bestellen van het project «VUIST 1» en anderzijds in een verhoging door snellere levering van «artillerie-munitie».

Gevechtssteun

Door vertraging in het verwervingsproces respectievelijk de ontwikkeling zijn de projecten mijndoorbraakmiddel en mijndoorbraaksysteem niet besteld. Een nieuwe behoefte aan zware hijskranen is gerealiseerd evenals de behoefte aan zware snijladingen. De verlaging van de uitgaven wordt voornamelijk veroorzaakt door de vertraging van de mijndoorbraak-projecten.

Ten aanzien van de groot-materieel projecten zijn de volgende Kamerstukken verschenen:

Verbetering PRTL: 24 400 X, nrs. 16, 49, 82, 90 en 123

Pantservoertuigen voor vredesoperaties: 24 400 X, nrs. 006, 023, 031, 082; 25 000 X, nrs. 010, 035, 048, 050

Lichte vrachtauto: 24 400 X, nrs. 025, 055

Sateliet-communicatie: 24 400 X, nr. 021

VUIST fase 1: 25 000 X, nr. 057

Mijndoorbraaksysteem: 24 400 X, nr. 024

Duelsimulatoren: 24 400 X, nr. 084

Combat Net Radio: 24 400 X, nr.114

05. Beleidsterrein Koninklijke luchtmacht

Inleiding

In 1996 is de invoering van het Verbeterd Economisch Beheer (VEB) vorm gegeven door het instellen van voortrekkers. Bij de Koninklijke luchtmacht betrof dat het Depot Mechanisch Vliegtuigmaterieel en Straalmotoren. In 1997 zullen de ervaringen worden geëvalueerd.

De financiële gang van zaken in 1996 werd tevens beïnvloed door het dreigende faillissement van Fokker. In het begin van het jaar werd Fokker surseance van betaling verleend, waarbij vanuit de overheid een boedelkrediet werd verstrekt. Defensie heeft toen voor de levering van vier F-60's een nieuw contract gesloten ter vervanging van het lopende, waardoor de leveringen en het grootste deel van de betalingen in 1996 konden plaatsvinden. Bovendien is nog een nieuw contract gesloten voor de aanschaf van twee nieuwe F-50's. Deze vliegtuigen zijn in 1996 betaald en afgeleverd. Daarmee is de nieuwe transportvloot van de Koninklijke luchtmacht compleet.

Het beleid van de Koninklijke luchtmacht bij de reorganisatie is gericht op herinrichting en herbelegging van vliegbases en op de concentratie van depots en scholen. Als gevolg van de concentratie is in 1996 begonnen met de bestuurlijke integratie van de depots en is de Luchtmacht Instructie en Militaire Opleidingen School (LIMOS) in Nijmegen gesloten. De opleidingen zijn overgebracht naar Koninklijke Militaire School Luchtmacht Vliegbasis Woensdrecht. De herbelegging van de vliegbases is in volle gang. Vliegbasis Eindhoven wordt aangepast voor het onderbrengen van de transportvloot en de vliegbases Soesterberg en Gilze-Rijen worden aangepast in verband met de stationering van de Tactische Helikopter Groep (THG) van de Koninklijke luchtmacht. Uiteraard zijn deze wijzigingen gepaard gegaan met veel verhuizingen en het opzetten van nieuwe organisatiestructuren. Tezamen met de doelmatigheidsoperatie SPOOR 1 trekt dit een grote wissel op de inzet van het aanwezige Klu-personeel. In 1996 is bij het doorvoeren van de reorganisaties met succes gestreefd naar maximale herplaatsing van personeel binnen de organisatie via om-, her- en bijscholing.

Het beleid gericht op de intensivering van internationale samenwerking is vorm gegeven door over wederzijdse inzet van de luchtvloot overeenkomsten af te sluiten met België en Noorwegen. Als tegenprestatie voor het gebruik van Belgische en Noorse transportcapaciteit wordt van Nederlandse zijde met name capaciteit beschikbaar gesteld met betrekking tot de air-to-air refuelling. Tevens is met België een overeenkomst afgesloten inzake gezamenlijk optreden bij crisissituaties.

05.01 Burgerpersoneel

De uitgaven voor burgerpersoneel zijn ten opzichte van de ontwerpbegroting 1996 f 2,2 miljoen hoger uitgevallen. Verscheidene mutaties, waaronder het arbeidsvoorwaardencontract (loonbijstelling 1996) hebben geleid tot een verhoging van f 2,8 miljoen. Daarentegen hebben diverse ontvlechtingen (Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie, Defensie-organisatie voor Werving en Selectie) geleid tot een minderuitgave van f 5 miljoen. Overige kwalitatieve wijzigingen in het functie- en personeelsbestand en een aantal autonome bijstellingen geven een verhoging te zien van f 4,4 miljoen.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996Begroting 1996Realisatie 1996
Salarissen106 636106 461106 636106 461
Overwerk en toelagen onregelmatige diensten2 9023 3662 9023 366
Overige toelagen1 7702 2531 7702 253
Sociale lasten19 20819 61319 20819 613
Tijdelijk personeel op formatieve arbeidsplaatsen3781 4713781 436
Totaal130 894133 164130 894133 129

De verhoging van de uitgaven voor tijdelijk personeel op formatieve arbeidsplaatsen is, aangezien een vacaturestop gehanteerd wordt, een gevolg van het inschakelen van tijdelijk personeel («piek-belastingen»).

Kengetallen

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
– begrotingssterkte2 1242 063
– gemiddeld salaris (x f 1)61 62664 532

Het beleid ten aanzien van het burgerpersoneel is gericht op het bereiken van een kleinere maar doeltreffendere organisatie. Deze operatie heeft naast interne verplaatsingen inzet van hoger gekwalificeerd personeel tot gevolg. Hetgeen leidt tot verhoging van de gemiddelde salarisbetaling. De tranche 1997 heeft in de eerste suppletore begroting reeds geleid tot mutaties in de begrotingssterkte. Bovendien is een verlaging opgetreden door een relatief hoge uitstroom en het slechts spaarzaam aannemen van nieuw personeel (vacaturestop). Per saldo heeft dit geleid tot een lager aantal burgermedewerkers dan oorspronkelijk was geraamd. Het lagere aantal betekent dat de overtolligheid waarmee rekening was gehouden niet is opgetreden.

05.02 Militair personeel

Ten laste van dit artikel komen de uitgaven voor salarissen, overwerk, toelagen onregelmatige diensten, overige toelagen, tijdelijk personeel op formatieve arbeidsplaatsen, alsmede het aandeel in de sociale lasten betrekking hebbende op het burgerpersoneel van de Koninklijke luchtmacht.

De personeelssterkte is sterker afgenomen dan was gepland, mede veroorzaakt door uitgevoerde reorganisaties. Tevens hebben de ontvlechtingen in het kader van de doelmatigheidsoperatie reducerend gewerkt. Hierdoor is het daadwerkelijk aantal militairen afgenomen ten opzichte van de raming.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996Begroting 1996Realisatie 1996
Salarissen768 823724 475768 823724 475
Overwerk en toelagen onregelmatige diensten14 05818 61514 05818 615
Overige toelagen42 56842 92242 56842 888
Sociale lasten45 74143 11045 74143 110
Totaal871 190829 122871 190829 088

Kengetallen

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
Begrotingssterkte – Beroepspersoneel onbepaalde tijd9 3858 719
– Beroepspersoneel bepaalde tijd3 3343 197
– Dienstplichtig personeel  45  17
   
Totaal12 76411 933
Gemiddeld salaris (x f 1) – Vrijwillig dienend militair personeel68 39769 529
– Dienstplichtig personeel27 66733 977

Het beleid ten aanzien van het militair personeel is gericht op het invulling geven aan de herstructurering van de krijgsmacht zoals met de Prioriteitennota in gang gezet. De stabiele eindsituatie wordt naar verwachting in 1999 bereikt. De Koninklijke luchtmacht is in de eindsituatie onderverdeeld in vier operationele aandachtspunten te weten: operationele squadrons met F-16's, luchttransport, luchtverdediging en de Tactische Helikopter Groep. Om deze structuur te bereiken zijn reorganisaties nodig en dient veel personeel herplaatst en in dat kader om-, her- en bijgeschoold te worden. Doordat bij de reorganisaties rekening wordt gehouden met functies die nog komen te vervallen, worden reeds nu minder vacatures gevuld dan strikt genomen mogelijk is. Mede hierdoor is de realisatie van het artikel achtergebleven bij de planning. Ook bij het militair personeel doet zich hierdoor een kleinere overtolligheid voor.

05.03 Overige personele exploitatie

De herstructurering van de krijgsmacht als gevolg van de Prioriteitennota heeft tot gevolg dat veranderingen zijn opgetreden in de te verrichten taken en als gevolg hiervan onder andere de uitgaven voor onderwijs en opleiding.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996Begroting 1996Realisatie 1996
Kleding en uitrusting21 39920 78719 77121 472
Voeding15 59815 44215 59815 441
Reis- en verblijfkosten26 74126 01526 74126 064
Verplaatsingskosten25 49528 19325 49528 193
Sport en ontspanning2 1063 4082 1063 396
Representatiekosten535916535917
Personeel op bovenformatieve arbeidsplaatsen1 2775 5671 2775 533
Sociale zorg3 0232 5393 0232 539
Voorziening woonruimte5 5954 8235 5954 823
Persoonsgebonden toelagen en uitkeringen9 2529 8069 2529 790
Werving4 3378904 661893
Geneeskundige verzorging1 1567 7171 1567 144
Onderwijs en opleiding30 38964 64844 61485 451
A&O-projecten0000
SAJO-projecten430430
Overige personele uitgaven2 9605 2392 9605 173
Totaal149 906195 990162 827216 829

In de realisatie van dit artikel wordt ook de aanpassing die nodig is voor opdeling van de Koninklijke luchtmacht in vier operationele aandachtspunten weerspiegeld. Met name de introductie van de (bewapende) helikopters, en hierdoor de grote behoefte aan helikoptervliegers, leidt tot een sterke toename van de opleidingsbehoefte. Dit heeft geleid tot een toename in de uitgaven voor de betreffende opleidingen. Met name de opleidingen voor de lease-helikopters waren niet geraamd.

Door de aantrekkingskracht vanuit de civiele sector is de wervingsbehoefte teneinde te kunnen blijven voorzien in F-16 vliegers toegenomen. Hierdoor is het ook nodig gebleken een groter gebruik te maken van de ENJJPT (Euro Nato Joint Jet Pilot Training).

Door het realiseren van een achterstallige betaling en additioneel benodigde opleidingen ten behoeve van de introductie van de interim Apache zijn de uitgaven in 1996 fors hoger uitgevallen. Ook in de komende jaren zal zeker sprake blijven van een hoger niveau voor uitgaven ten behoeve van (vlieg)opleidingen.

De opvallende toename in de uitgaven voor geneeskundige verzorging heeft een administratief technische achtergrond. Dit betreft met name betalingen aan de Stichting Ziektekostenverzekering Krijgsmacht (SZVK) van door Univé betaalde AWBZ-zorg, verleend door Defensie als door civiele zorgverleners.

De hogere realisatie van de verplaatsingskosten wordt grotendeels veroorzaakt door hogere opslagkosten als gevolg van de verhuizing van de Groep Geleide Wapens van Duitsland naar de Peel.

Kengetallen

Kleding en uitrusting

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
gemiddelde uitgaven per militair (gemiddelde in guldens) – vliegers10 15711 828
– overig militair personeel1 4201 391

Bij invoering van de nieuwe Apache-helikopter bleek er een extra behoefte te bestaan aan kleding en uitrusting voor de vliegers.

Voeding

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
gemiddelde uitgaven per militair (gemiddelde in guldens)1 1011 103

Verplaatsingskosten

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
gemiddelde uitgaven per personeelslid (gemiddelde in guldens)1 7122 014

Door de terugtrekking van de Groep Geleide Wapens van Duitsland naar Nederland is veel gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot het verkrijgen van een vergoeding voor verhuiskosten, transportkosten en opslag van inboedels.

Sociale zorg

ArtikelonderdeelOntwerpbegroting 1996Realisatie
Langdurig ziekenAantalAantal
   
– burgerpersoneel4324
– militair personeel3834

Maatregelen in het kader van het terugdringen van ziekteverzuim, de inspanningen van de bedrijfsgezondheidsdienst en de aanpassingen aan de arbeidsomstandighedenwet hebben geleid tot een lager aantal langdurig zieken dan oorspronkelijk was voorzien.

Voorziening woonruimte

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
Aantal woningen (huur)296161
Aantal woningen (groot onderhoud)1513

Door de terugtrekking van de Groep Geleide Wapens uit Duitsland kunnen regelmatig woningen die in beheer van de Koninklijke luchtmacht waren, worden afgestoten. Ook in 1996 is dit voorgekomen (voornamelijk in Blomberg en Stolzenau).

Persoonsgebonden toelagen en uitkeringen

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
gemiddelde uitgaven per personeelslid (gemiddelde in guldens)621699

Door het grote aantal uitzendingen voor opleidingen zijn de persoonsgebonden uitgaven die met dergelijke uitzendingen samenhangen gestegen. Het betreft hier met name meeruitgaven met betrekking tot opleidingen voor de nieuwe helikopters.

Onderwijs en opleiding

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
gemiddelde uitgaven per personeelslid (gemiddelde in guldens) – vliegers74 496158 002
– overige opleidingen759862

Voor de Apache helikopter(vervolg)opleidingen zijn extra fondsen benodigd geweest. Tevens zijn extra betalingen verricht voor vliegopleidingen in het kader van ENJJPT en F-16 vliegopleidingen te Tucson, USA. Voor wat betreft de helicopteropleiding geldt dat daarbij naast vliegers ook ondersteunend personeel betrokken is geweest, hetgeen mede bijdraagt aan de fors hogere gerealiseerde uitgaven «vliegers» ten opzicht van de ontwerpbegroting 1996.

05.04 Materiële exploitatie

De realisatie op dit artikel is met name beinvloed door het onderhoud aan infrastructurele werken op alle onderdelen van de Koninklijke luchtmacht. Voorts leidt een gewijzigde methodiek voor het administratief verwerken van de uitgaven voor vliegtuigbrandstoffen, waarbij de ontvangsten voor accijnzen op het betreffende ontvangstenartikel wordt verantwoord, tot hogere uitgaven.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996BegrotingRealisatie 1996
Aanschaf inventarisgoederen etc.14 88726 87114 93725 566
Vliegtuigen (onderdelen en onderhoud)83 253171 940157 827152 540
Vervoermiddelen9 03413 62110 20014 387
Elektrisch en elektronisch materieel52 75056 49147 36451 255
Bewapeningsmaterieel27 51735 03921 25021 938
Springstoffen en munitie3 4863 7633 9184 429
Onderhoud inventarisgoederen etc.848650848642
Technische installaties2 3824 3412 3974 199
Inrichten van werkplaatsen en magazijnen3 0187 8413 5357 731
Onderhoud gebouwen, werken en terreinen66 614111 17165 570110 087
Brandstoffen, olie en smeermiddelen67 351158 46467 62484 829
Huisvestingskosten20 77324 11621 37824 677
Bureaukosten12 16315 25212 16314 927
Specifieke uitgaven van operationele aard11 6188 21512 0227 379
Schietvoorraad425621321 187
Overige uitgaven43 32173 36948 99263 651
Geneeskundig materieel8 8605 5719 8636 069
Operationele trainingen en oefeningen26 41422 46337 75731 543
Totaal454 331739 740537 777627 036

In 1996 is het mogelijk gebleken een inhaalslag te plegen op het gebied van noodzakelijk te verrichten onderhoud van gebouwen.

De stijging van de realisatiecijfers is tevens deels een gevolg van de apparaatsuitgaven voor de Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen (ongeveer f 25 miljoen) die elk beleidsterrein met ingang van 1996 zelf is gaan betalen.

De Koninklijke luchtmacht geeft voorrang aan samenwerking met andere krijgsmachtdelen. Met name met de Koninklijke landmacht wordt regelmatig samengewerkt zowel in SSP (Single Service Procurement)-verband als ook anderszins. De invoering van een uitgebreid personeelsinformatie-systeem, het HRS (Human Resources System) bij de Koninklijke landmacht en de Koninklijke luchtmacht heeft in 1996 tot hogere uitgaven geleid. De omvang van dit project zal ook in 1997 nog merkbaar zijn.

Aanschaf inventarisgoederen

Door de herstructureringen en reorganisaties zijn veel verplaatsingen opgetreden. Deze situatie vereist een versnelde vervanging van verouderd inventarismateriaal.

Vliegtuigen

De mutaties op dit artikelonderdeel hebben vooral betrekking op herfaseringen en actualiseringen van bestaande contracten met betrekking tot de aanschaf en uitbesteding van vliegtuigonderdelen.

Onderhoud gebouwen, werken en terreinen

Gezien de staat van het onderhoud aan infrastructurele werken was het in 1996 noodzakelijk een inhaalslag te plegen.

Kengetallen

(x f 1000)

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
Nieuwbouw en dergelijke178 141(73%)236 103(68%)
Onderhoud en herstel gebouwen65 570(27%)110 087(32%)
     
Totaal243 711(100%)346 190(100%)

Huisvestingskosten

Kengetallen

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
gemiddeld bedrag per personeelslid (x f 1)1 3391 762

In 1996 zijn de tarieven voor nutsvoorzieningen fors gestegen. De effecten daarvan zijn hier terug te vinden. Een tweede effect wordt gevormd door de het feit dat de omvang van de rekening voor verwarming en dergelijke nauwelijks wordt beïnvloed door het lagere aantal personeelsleden.

Bureaukosten

Kengetallen

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
gemiddeld bedrag per personeelslid (x f 1)8001 066

In deze kosten zijn ook specifieke kosten opgenomen die samenhangen met oefeningen. Met name door de Tactische Helikopter Groep en de Groep Geleide Wapens op de Peel hebben in 1996 een relatief groot aantal oefeningen gehouden.

05.05 Bouw, alsmede aankoop van gronden

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996BegrotingRealisatie 1996
Totaal159 725240 754178 141236 103

Het ambitieniveau van de Koninklijke luchtmacht ten aanzien van bouwactiviteiten ligt hoog. Grote bouwactiviteiten op de vliegbases Eindhoven, Gilze-Rijen en Soesterberg dienen in 2000 te zijn afgerond. De raming en de realisatie zijn op een hoger plan gebracht dan in voorgaande jaren.De hogere realisatie wordt veroorzaakt door de overname van Amerikaanse infrastructuur op de vliegbasis Soesterberg. Voor deze infrastructurele werken is f 60 miljoen betaald. In de oorspronkelijke raming was rekening gehouden met een bedrag van f 30 miljoen.

Ook dit bouwartikel wordt beïnvloed door de decentralisatie van de apparaatsuitgaven van DGW&T. De uitgaven worden met ingang van 1996 door de beleidsterreinen zelf gedragen. Voor het werk dat door DGW&T wordt verricht, worden facturen ingezonden waarin de apparaatsuitgaven zijn verwerkt.

Kengetallen

(x f 1000)

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
Waarde vastgoed9 821 312 9 820 721 
Nieuwbouw178 141(1,8%)236 103 (2,4%)
Onderhoud en herstel gebouwen65 570(0,7%)110 087(1,1%)

05.06 Overig Groot Materieel

Binnen dit artikel worden de investeringsprojecten geraamd en verantwoord. De mutaties hebben voornamelijk betrekking op herfaseringen, aanpassingen betaalschema's en actualiseringen.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996Begroting 1996Realisatie 1996
Overig vliegtuigmaterieel, waaronder projecten, die voornamelijk betrekking hebben op (transport) vliegtuigen40 35095 046189 595299 850
Vervoermiddelen36 29812 84315 46314 713
Elektrisch en elektronisch materieel, waaronder de projecten NAFIN, ORPHEUS, ALQ131, Pacer Slip en DEEC340 051129 824159 767232 418
Bewapeningsmaterieel, waaronder de projecten PIP 3, ALVD Stinger Post, OCU Hawk, Modificatie «Hawk-missiles», Component (MICOV)111 711118 04764 33860 854
Springstoffen en munitie275 24025 67722 46236 383
Overig materieel7 10926 76239 61924 957
Totaal810 759408 199491 244669 175

Het beleid van de Koninklijke luchtmacht is gericht op het realiseren van de doelstellingen genoemd in de Prioriteitennota: een moderne krijgsmacht, waarbij de organisatie van de Koninklijke luchtmacht berust op de eerder genoemde vier pijlers.

In grote lijnen hebben de investeringen op dit artikel in het teken gestaan van de realisatie van de transportvloot en de modernisering van de F-16.

Door het faillissement van Fokker heeft het verloop van de betalingen ten behoeve van de aanschaf van de vier F-60's en de twee F-50's een aangepast traject gekregen. In het kader van het door de staat verstrekte boedelkrediet heeft volledige betaling in 1996 plaatsgevonden. Ondanks alle onzekerheid binnen Fokker zijn alle vliegtuigen in 1996 geleverd.

Voor wat betreft de uitgaven ten behoeve van de F-16 is een groot deel van het budget besteed aan modernisering van apparatuur en bewapening en aan de twee programma's die vooraf gaan de MLU-modificatie: DEEC (Digital Electronic Engine Control) en de Pacer SLIP modificatie. Zo is de radarstoringsapparatuur ALQ 131 versneld betaald en heeft een vertraging van de betalingen voor de AMRAAM (Advanced Medium Range Air to Air Missile) plaatsgevonden. Ook de programma's die in de voorbereidingsfase verkeren zoals het LAS/FLIR (LASeraanwijsapparatuur/Forward Looking Infra Red)-project en het LVS (LuchtVerkenningsSysteem) zijn qua planning afgestemd op de MLU-modificatie.

Door de veroudering van de communicatienetwerken binnen defensie is grote behoefte aan een modern systeem. Dit heeft vorm gekregen in de vorm van het NAFIN (Netherlands Armed Forces Integrated Netwerk)-project. In 1996 is de aanleg van het glasvezelnetwerk voorspoedig verlopen. De basis voor het communicatienetwerk is in 1996 nagenoeg afgerond, zodat nu de aandacht kan worden gericht op de installatie van de faciliteiten.

Ten aanzien van de projecten op dit artikel zijn de volgende Kamerstukken verschenen:

24 400 X nr. 66 van 06-02-1996 inzake DMP-C LAS/FLIR

24 400 X nr. 73 van 20-02-1996 inzake DMP-A Short Range Air Defence (SHORAD)

24 400 X nr. 97 van 09-05-1996 inzake DMP-B/C Luchtverkenningssystemen

24 400 X nr. 115 van 18-06-1996 inzake DMP-A Brandweeroefenfaciliteiten

25 000 X nr. 7 van 04-11-1996 inzake DMP-A Airfield Surveillance Radars (ASR) en Secundary Surveillance Radars (SSR).

05.08 Gevechtsvliegtuigen F-16

Op dit artikel zijn de uitgaven geraamd die samenhangen met de modernisering van de F-16: het «midlife update (MLU)» project. Daarnaast zijn de nationale aanvullingen op de MLU op dit artikel geraamd.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996Begroting 1996Realisatie 1996
Totaal0118 773388 720134 908

Het grootste project van de Koninklijke luchtmacht betreft het project Mid Life Update (MLU). Het betreft de modernisering van de F-16 die in het jaar 2000 moet zijn afgerond. De F-16 is dan voorzien van nieuwe apparatuur en bewapening zodat deze tot 2010 inzetbaar is. Hoewel het project inhoudelijk naar wens verloopt, blijkt het betalingsschema dat deel uitmaakt van het contract niet in overeenstemming te zijn met de feitelijk benodigde kasgeldfasering. Om te voorkomen dat zich in de Verenigde Staten een te grote kasgeldvoorziening ontwikkelt, is het bij het contract behorende betalingsschema naar beneden toe aangepast. Aangezien het om grote bedragen gaat, zijn ook de bijbehorende mutaties (in 1996 f 156 miljoen, exclusief termijndollareffecten en BTW-herberekeningen) groot.

De met betrekking tot het MLU-project gerealiseerde verplichtingen betreffen met name de prijspeilbijstellingen van de hoofdcontracten, alsmede verplichtingen ten behoeve van de software.

06. Beleidsterrein Koninklijke marechaussee

Inleiding

Zoals voorzien is in 1996 als gevolg van de herstructurering van de Koninklijke landmacht en de invoering van het Verbeterd Economisch Beheer (VEB) een aantal beleidsvoorbereidende en beleidsuitvoerende taken op het gebied van personeel, materieel en economisch beheer overgeheveld van de Koninklijke landmacht naar de Koninklijke marechaussee. Het betreft taken die voorheen door de Koninklijke landmacht voor de Koninklijke marechaussee werden uitgevoerd. Hiervoor is budget en personeel overgeheveld.

Deze taken die van de Koninklijke landmacht zijn overgenomen vergen een goede inbedding binnen de bestaande organisatie van de Koninklijke marechaussee. In de loop van 1997 zullen hiervoor de beschrijvingen van de administratieve organisatie worden voltooid.

De verschuiving van taken en de omzetting van functies voor personeel voor onbepaalde tijd naar functies voor bepaalde tijd heeft geleid tot een maximaal beroep op de opleidingscapaciteit van het opleidingscentrum Koninklijke marechaussee. De verwachting is dat zich dit de komende jaren zal voortzetten. Om hierop voldoende voorbereid te zijn, is medio 1996 gestart met de reorganisatie van het opleidingscentrum. De uitgaven in dit kader worden voornamelijk in 1997 verwacht.

De uitgaven voor de inzet van extern bewakingspersoneel op de luchthaven Schiphol komen voor rekening van het ministerie van Justitie. In het verleden zijn tekortkomingen geconstateerd ten aanzien van de controle op de inzet van dit externe personeel mede in relatie tot de verantwoording van de hiervoor gestelde facturen. Ofschoon de verantwoording van deze uitgaven primair een verantwoordelijkheid van het ministerie van Justitie betreft, zijn er binnen het district Luchtvaart van de Koninklijke marechaussee reeds maatregelen getroffen. Daarnaast wordt hieraan aandacht besteed binnen het werkverband dat actief is naar aanleiding van de bevindingen van het project Bewakingskosten Burgerluchthavens. Dit project is door het ministerie van Justitie in 1996 opgestart. In het werkverband participeert ook het ministerie van Defensie.

06.01 Burgerpersoneel

Ten laste van dit artikel komen de uitgaven voor salarissen, overwerk, toeslagen onregelmatige diensten, toelagen en uitkeringen en tijdelijk personeel op formatieve arbeidsplaatsen, alsmede sociale lasten voor het burgerpersoneel van de Koninklijke marechaussee.

De uitgaven voor burgerpersoneel zijn ten opzichte van de begroting 1996 f 1,408 miljoen hoger uitgevallen. De voornaamste oorzaken hiervan zijn ten eerste de decentralisatie van betaalfuncties binnen de Koninklijke landmacht. De Koninklijke marechaussee verricht sinds medio 1996 zelf deze functie. Ten tweede worden ook werkzaamheden die tot voor kort onder de Directie Personeel Koninklijke landmacht ressorteerden, thans door de Koninklijke marechaussee zelf uitgevoerd.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en uitgaven (x f 1000)

 begroting 1996realisatie 1996
salarissen6 0047 145
overwerk en onregelmatige dienst167289
overige toelagen6579
sociale lasten1 3141 273
tijdelijk personeel op formatieve arbeidsplaatsen20192
totaal7 5708 978

Kengetallen

 begroting 1996realisatie 1996
begrotingssterkte130148
gemiddeld salaris (x f 1)58 23160 662

Als gevolg van de genoemde reorganisaties bij de Koninklijke landmacht is personeel met een relatief hoge rang bij de Koninklijke marechaussee binnengestroomd. Hierdoor is het gemiddelde salaris per werknemer iets toegenomen.

06.02 Militair Personeel

Ten laste van dit artikel komen de uitgaven voor salarissen, overwerk, toeslagen onregelmatige diensten, toelagen en tijdelijk personeel op formatieve arbeidsplaatsen, alsmede de sociale lasten van het personeel van de Koninklijke marechaussee. Het betreft hier militair personeel geplaatst bij algemeen beherende, operationele en ondersteunende eenheden.

De uitgaven voor militair personeel zijn ten opzichte van de begroting 1996 f 3,160 miljoen lager uitgevallen. Deze lagere uitgaven worden vrijwel geheel veroorzaakt door de lagere sterkte van het dienstplichtig personeel in verband met de vervroegde afschaffing van de opkomstplicht.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

Artikelonderdeelbegroting 1996realisatie 1996
salarissen241 382239 916
overwerk en onregelmatige dienst10 85011 445
overige toelagen9 6458 616
sociale lasten16 63115 071
tijdelijk personeel op formatieve arbeidsplaatsen300
totaal278 508275 348

Kengetallen

 begroting 1996realisatie 1996
begrotingssterkte – beroepspersoneel onbepaalde tijd3 3793 327
– beroepspersoneel bepaalde tijd895923
– dienstplichtig personeel 265  59
   
totaal4 5394 309
gemiddeld salaris (x f 1)  
– vrijwillig dienend militair personeel63 67664 381
– dienstplichtig personeel23 98529 322

De laatste lichtingen dienstplichtigen die in 1996 zijn opgekomen hebben een aanvulling van ongeveer f 650 op de maandwedde ontvangen. Dit is de voornaamste oorzaak van de stijging van het gemiddeld salaris dienstplichtig personeel.

06.03 Overige personele exploitatie

De uitgaven ten laste van dit artikel hebben betrekking op personele uitgaven anders dan salarissen, zowel voor burger- als militair personeel.

De uitgaven ten laste van dit artikel zijn f 2,471 miljoen hoger uitgevallen ten opzichte van de begroting 1996. Als voornaamste oorzaken kunnen hier worden genoemd:

– extra uitgaven voor kleding en uitrusting als gevolg van de invoering van het blauwe gevechtstenue;

– extra uitgaven in de opleidingssfeer als gevolg van de instroom van nieuw personeel ten behoeve van de taakuitbreiding van de Koninklijke marechaussee.

Hier stond tegenover een budgetoverheveling van f 1,5 miljoen naar de Defensie-organisatie voor Werving & Selectie (DWS).

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996Begroting 1996Realisatie 1996
Kleding en uitrusting4 5508 8914 5507 750
Voeding3 8003 4583 8003 458
Reis- en verblijfkosten4 6923 6834 6923 683
Verplaatsingskosten10 24510 02510 24510 025
Sport en ontspanning235159235159
Representatiekosten9015890158
Personeel op bovenformatieve arbeidsplaatsen200233200233
Sociale zorg100151100151
Voorziening woonruimte701696701696
Persoonsgebonden toelagen7871 2107871 210
Werving1 50051 5005
Geneeskundige verzorging881 515881 515
Onderwijs en opleiding7731 2487731 248
SAJO-projecten2001520015
Overige personele uitgaven520646520646
Totaal28 48132 09328 48130 952

Kengetallen

Kleding en uitrusting

 begroting 1996realisatie 1996
personele sterkte militairen (in vte'n)4 5394 309
gemiddelde uitgaven per militair (gemiddeld in guldens)9481 799

De hogere gemiddelde uitgaven per militair zijn onder andere toe te schrijven aan de invoering van het blauwe gevechtstenue door de Koninklijke marechaussee.

Voeding

 begroting 1996realisatie 1996
personele sterkte militairen (in vte'n)4 5394 309
gemiddelde uitgaven per militair (gemiddeld in guldens)829803

Verplaatsingskosten

 begroting 1996realisatie 1996
totale personele sterkte (in vte'n)4 6694 457
gemiddelde uitgaven per personeelslid (gemiddeld in guldens)2 0872 249

Persoonsgebonden toelagen en uitkeringen

 begroting 1996realisatie 1996
totale personele sterkte (in vte'n)4 6694 457
gemiddelde uitgaven per personeelslid (gemiddeld in guldens)171271

De hogere gemiddelde uitgaven met betrekking tot persoonsgebonden toelagen en uitkeringen zijn voornamelijk het gevolg van het grote aantal gratificaties bij ambtsjubilea in 1996.

Onderwijs en opleiding

 begroting 1996realisatie 1996
totale personele sterkte (in vte'n)4 6694 457
gemiddelde uitgaven per personeelslid (gemiddeld in guldens)174280

De uitbreiding van taken en de nieuwe taken voor de Koninklijke marechaussee vergen een extra opleidingsinspanning voor zowel het nieuwe als het zittende personeel van de Koninklijke marechaussee. Dit heeft geleid tot hogere gemiddelde uitgaven aan onderwijs en opleiding per personeelslid.

06.04 Materiële exploitatie

Ten laste van dit artikel worden de uitgaven verantwoord voor inventarisgoederen en klein materieel, onderhoud gebouwen en materieel, brandstoffen, olie en smeermiddelen en overige exploitatiekosten.

De uitgaven op dit artikel zijn f 3,707 miljoen hoger uitgevallen ten opzichte van de begroting.

Met de groei van de luchthaven Schiphol en de uitbreiding van de taken is ook het marechausseepersoneel dat daarvoor wordt ingezet, toegenomen. De bureaukosten en de huisvestingskosten (inkwartiering) voor dit personeel zijn dan ook aanzienlijk gestegen. Wel zijn initiatieven genomen om de uitgaven voor de inhuur van hotelaccommodatie te beperken. De betreffende motelregeling zal in 1997 worden geëvalueerd.

De Koninklijke marechaussee wordt op Schiphol steeds vaker geconfronteerd met strafbare feiten. De kosten van tijdelijke opvang, inhuur tolken, medische behandeling, enzovoorts worden op dit artikel bij het artikelonderdeel «Overige uitgaven» verantwoord.

De verplichtingen zijn met f 11,140 miljoen toegenomen door onder andere het afsluiten van onderhoudscontracten voor automatiseringsmiddelen en verbindingsapparatuur.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996Begroting 1996Realisatie 1996
Inventarisgoederen en klein materieel2 9002 2273 0642 224
Onderhoud en herstel11 70011 47812 47311 479
Huisvestingskosten14 60022 84013 57015 208
Bureaukosten3 2004 6023 3104 603
Brandstof, olie, smeermiddelen e.d.3 2503 1353 1503 135
Overige uitgaven3 4005 9083 2835 908
Totaal39 05050 19038 85042 557

Kengetallen

Inventarisgoederen en klein materieel

 begroting 1996realisatie 1996
totale personele sterkte (in vte'n)4 6694 457
gemiddelde uitgaven per personeelslid (gemiddeld in guldens)656499

Onderhoud en herstel

Onderstaande kengetallen betreffen alleen kosten voor onderhoud en herstel inzake voertuigen en vaartuigen.

 begroting 1996realisatie 1996
aantal voertuigen1 0581 187
gemiddelde uitgaven voertuigen (x f 1)4 3203 095
   
aantal vaartuigen78
gemiddelde uitgaven per vaartuig (x f 1)71 50035 000

Huisvestingskosten

 begroting 1996realisatie 1996
totale personele sterkte (in vte'n)4 6694 457
gemiddelde uitgaven per personeelslid (gemiddeld in guldens)2 9103 412

Meer detacheringen van het personeel ten behoeve van het district Luchtvaart op Schiphol hebben ertoe geleid dat de uitgaven voor inkwartiering zijn toegenomen. Hierdoor zijn de gemiddelde uitgaven per werknemer gestegen.

Bureaukosten

 begroting 1996realisatie 1996
totale personele sterkte (in vte'n)4 6694 457
gemiddelde uitgaven per personeelslid (gemiddeld in guldens)7091 033

De uitgaven voor met name drukwerk zijn hoger uitgevallen als gevolg van het ontwikkelen van een «nieuwe huisstijl» door de Koninklijke marechaussee. Tevens leidt de taakuitbreiding tot meer uitgaven.

06.05 Bouw, alsmede aankoop van gronden en opstallen

Ten laste van dit artikel worden de uitgaven verantwoord voor nieuwbouw, renovatie en aankoop van onroerend goed.

De onderschrijding van f 3,671 miljoen ten opzichte van de begroting 1996 wordt voornamelijk veroorzaakt door een vertraging bij de nieuwbouw Clingendael te Den Haag.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996Begroting 1996Realisatie 1996
Bouw17 16020 43032 56028 889

Kengetallen

(x f 1000)

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
Waarde vastgoed375 327 375 327 
Nieuwbouw32 560(8,7%)28 889(7,7%)
Voorziening/onderhoud gebouwen en terreinen4 400(1,2%)4 250(1,1%)

06.06 Groot materieel

De verantwoorde bedragen betreffen voor het grootste deel uitgaven van op economische gronden te vervangen materieel. Voorts zijn wapens en munitie ten laste van dit artikel aangeschaft, alsmede automatiseringsmiddelen.

Zoals uit onderstaand overzicht blijkt, is duidelijk afgeweken van de oorspronkelijke onderverdeling. Met name de aanschaf van vervoermiddelen heeft in verband met uitbreiding van taken gedurende het afgelopen jaar de prioriteit gekregen boven andere materieelaanschaffingen zoals bijvoorbeeld elektrisch en elektronisch materieel.

Mede als gevolg van bovenstaande mutaties zijn de verplichtingen ten opzichte van de ontwerpbegroting met f 5,901 miljoen toegenomen.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996Begroting 1996Realisatie 1996
vervoermiddelen en vaartuigen6 90018 6075 90013 339
elekrisch en elektronisch materieel6 2002 1226 2002 117
automatiseringsmiddelen6 1006 4826 1006 524
bewapeningsmaterieel6007260072
springstoffen en munitie1 3004791 300478
telefooninstallaties1 0005191 000519
overig groot materieel1 5001 2201 5001 222
totaal23 60029 50122 60024 271

Kengetallen

In de begroting 1996 vormen personeelsaantallen de basis voor deze kengetallen. Bij nader inzien is de relatie tussen de hoogte van de uitgaven voor de artikelonderdelen van dit artikel met de personele sterkte onvoldoende om hierop een zinvol kengetal te baseren. In de begroting 1997 zijn deze kengetallen om deze reden ook niet opgenomen. Het voornemen is om in 1997 de onderbouwing van dit artikel met zinvolle kengetallen nader uit te werken.

08. Beleidsterrein Multi-service projecten en activiteiten

08.01 Luchtmobiele brigade

De gevolgen van het in 1996 gevoerde beleid zijn bij de hierna vermelde artikelonderdelen nader toegelicht. De Tweede Kamer wordt twee keer per jaar geïnformeerd over de voortgang van het project «Oprichting Luchtmobiele brigade».

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996BegrotingRealisatie 1996
Bewapende helikopter073 43862 26265 978
Transporthelikopter049 221283 834355 735
Luchtmobiel speciaal voertuig22 91724 4238 93010
Persoonsgebonden uitrusting0000
Overige, specifieke materieelprojecten8 9363 9653 6834 906
Infrastructuur grondcomponent09665301 185
Infrastructuur luchtcomponent35 53011 42210 9108 251
Totaal67 383163 435370 149436 065

Bewapende helikopter

De toename van de verplichtingen en de uitgaven met f 73,438 respectievelijk f 3,716 miljoen is het gevolg van de in 1995 opgetreden vertragingen in de aanvullende investeringen.

Bij de opstelling van de begroting 1996 bestond nog onvoldoende inzicht in de planning van de aanvullende investeringen voor de Apache helikopter. Deze maken geen deel uit van het hoofdcontract en betreffen voor een groot deel nog niet verplichte taakstellende gereserveerde bedragen, waarvoor formele behoeftestellingen nog plaats moeten vinden. Er is dus sprake van een voortschrijdend inzicht in de planning van deze aanvullende investeringen. De mutaties hebben geen gevolgen voor de totale omvang van het taakstellende budget.

Transporthelikopter

De toename van de verplichtingen met f 49,221 miljoen en van de uitgaven met f 71,901 miljoen is het gevolg van de in 1995 opgetreden vertragingen in de leveringen van Chinook helikopters en de aanvullende investeringen van zowel de Chinook als de Cougar helikopter.

Hetgeen bij de bewapende helikopter wordt opgemerkt ten aanzien van de aanvullende verplichtingen geldt eveneens voor de transporthelikopter.

Luchtmobiel Speciaal Voertuig

De toename van de verplichtingen met f 1,506 miljoen betreft de doorwerking van de in 1995 opgelopen vertraging in dit projekt.

De afname van de uitgaven met f 8,920 miljoen is het gevolg van het vertragen van dit projekt in 1996.

Overige, specifieke materieelprojecten

De afname van de verplichtingen met f 4,971 miljoen is met name het gevolg van het vertragen van het projekt draagbaar mijnenvelddoorbraaksysteem.

De toename van de uitgaven met f 1,223 miljoen betreft de doorwerking van de in 1995 ontstane vertragingen.

Infrastructuur grondcomponent

De toename van de verplichtingen en de uitgaven met f 0,966 miljoen respectievelijk f 0,655 miljoen betreft de doorwerking van de in 1995 opgelopen vertragingen.

Infrastructuur luchtcomponent

De afname van de verplichtingen met f 24,108 miljoen en de uitgaven met f 2,659 miljoen is het gevolg van een herplanning van de fondsen, omdat meer duidelijkheid is ontstaan over de helikoptergebonden projecten op Gilze Rijen en Soesterberg.

In 1996 zijn ten aanzien van de onder dit artikel vallende projecten de volgende Kamerstukken verschenen:

– 22 327 X, nr. 40 van 21-05-1996 inzake achtste halfjaarlijkse rapportage

– 22 327 X, nr. 41 van 14-10-1996 inzake lijst van vragen en antwoorden Kamervragen naar aanleiding van achtste halfjaarlijkse rapportage

08.02 Vredesoperaties

Inleiding

Eind 1995 is de deelname aan de VN-operatie UNPROFOR beëindigd en is de deelname aan de Navo-operatie IFOR te Bosnië gestart. Deze deelname heeft gedurende geheel 1996 plaatsgevonden. Zowel de beëindiging van UNPROFOR als de deelname aan IFOR waren tijdens de opstelling van de ontwerpbegroting onvoorzien.

De deelnames aan de VN-operatie UNMIH II in Haïti en de maritieme operatie Sharp Guard in de Adriatische zee zijn respectievelijk medio februari en medio juni 1996 beëindigd.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996Begroting 1996Realisatie 1996
VN-contributies61 25032 73961 25034 751
UNTAC01 71401 714
UNPROFOR125 0005 593125 00012 788
F-16's Villafranca65 00052 15765 00043 341
Adriatische Zee20 0006 29720 0005 957
UNMIH II20 0002 72820 0002 388
IFOR0160 7770158 225
Diverse operaties9 3458 7189 34512 855
Totaal300 595270 723300 595272 019

Toelichting van de uitgaven per operatie

* VN-contributies

Als gevolg van het feit dat de Verenigde Naties minder vredesoperaties zijn gaan uitvoeren, is het VN-vredesoperatiebudget verlaagd. Hiermee is het Nederlandse aandeel in de financiering van dit budget (1,59 %) afgenomen met f 26,5 miljoen.

* UNTAC

In 1996 hebben nog enkele uitgaven plaatsgevonden in het kader van de reeds beëindigde deelname aan de operatie UNTAC. Het betreft de uitgaven ten behoeve van de vervanging van een deel van de in 1993 in Cambodja ingezette munitie, welke als gevolg van de in Cambodja aanwezige omstandigheden is afgekeurd. Het vervangingstraject van munitie neemt enkele jaren in beslag.

* UNPROFOR

Als gevolg van het beëindigen van de operatie UNPROFOR medio december 1995, hebben in 1996 slechts uitgaven ter financiële afwikkeling van de operatie plaatsgevonden.

Het betreft f 2,0 miljoen voor de Logistieke bases in Zagreb en Split, f 6,6 miljoen voor het Logistieke- en Transportbataljon en f 4,2 miljoen voor Dutchbat.

* F-16's Villafranca

Als gevolg van een verminderde inspanningsverplichting en daaruit voortvloeiend een vermindering van vlieguren en een afname van de detachementsomvang, alsmede een in omvang toegenomen inhuur van ondersteunend luchttransport is de oorspronkelijke begroting voor de deelname van F-16's aan de operatie per saldo met f 21,7 miljoen lager uitgevallen.

* Adriatische zee

Als gevolg van het vanaf medio juni beëindigen van de deelname van de fregatten en een maritieme patrouillevliegtuig aan de operatie, zijn de uitgaven voor deze inzet bij de maritieme operatie in de Adriatische Zee (Sharp Guard) met f 14,0 miljoen lager uitgevallen.

* UNMIH II

De deelname van de compagnie mariniers aan de operatie UNMIH II is medio februari beëindigd. De uiteindelijke realisatie is als gevolg hiervan, alsmede door goedkoper transport dan voorzien en hogere uitgaven ten behoeve van de aanschaf van levensmiddelen per saldo f 17,6 miljoen lager uitgevallen.

* Diverse operaties

De hogere uitgaven ten opzichte van de ontwerpbegroting voor de diverse operaties met f 3,5 miljoen is het gevolg van een saldo van verschillende kleinere wijzigingen op diverse operaties. De belangrijkste zijn:

– Inzet van chauffeurs voor de IFOR redeployment,

– Inzet van Nederlands verbindingssquadron in het kader van de overname van het IFOR hoofdkwartier door LANDCENT.

– Extra uitgaven als gevolg van overstromingen van legeringen in Bosnië,

– Verplaatsing van enkele compounds in Bosnië.

* IFOR

De Nederlandse deelname aan IFOR is, gezien het tijdstip van politieke besluitvorming hierover, eerst ten tijde van de eerste suppletore begroting 1996 geraamd op de post Vredesoperaties. De toendertijd verwachte uitgaven en de nu vastgestelde realisatie is als volgt onder te verdelen:

(x f 1 miljoen)

 Eerste suppletore Begroting 1996 Realisatie 1996
Airlift- en medevac detachement te Rimini8,05,9
Mortiercompagnie11,98,9
Gemechaniseerd infanteriebataljon86,268,7
Logistiek bataljon (incl. ondersteuning)73,273,6
Helikopterdetachement1,61,1
Totaal IFOR180,9158,2

Toelichting op de afwijkingen bij de onderdelen van de operatie IFOR:

Airlift- en medevac detachement te Rimini

De uitgaven ten behoeve van airlift- en medevac activiteiten zijn in totaal f 2,1 miljoen lager uitgevallen als gevolg van minder vluchten ten behoeve van medische evacuaties, het in Nederland op notice zetten van één F-27, de verkleining van de detachementsomvang en besparing op huisvestingskosten.

Mortiercompagnie

De uitgaven ten behoeve van de mortiercompagnie te Bosnië zijn met f 3,0 miljoen ondergerealiseerd als gevolg van lagere transportkosten en een efficiënte rotatie.

Gemechaniseerd infanteriebataljon

De uitgaven ten behoeve van het gemechaniseerd infanteriebataljon zijn met f 17,5 miljoen verminderd als gevolg van een verminderde inzet van tanks bij patrouilles, minder onderhoudskosten, gunstige contracten ten behoeve van levensmiddelen, goedkopere rotatievluchten, lagere telecommunicatiekosten en een verschuiving van een deel van de financiële afwikkeling naar 1997.

Logistiek bataljon

De uitgaven ten behoeve van het logistieke bataljon (inclusief wegtransportdetachement, bewakingspeloton, augmentees, air-to-air refuelling en verdere ondersteuning) zijn per saldo nauwelijks afgeweken van de oorspronkelijke raming.

Helikopterdetachement

Als gevolg van het realiseren van minder vlieguren dan in de oorspronkelijke begroting was opgenomen is de realisatie van de uitgaven voor het helikopterdetachement met f 0,5 miljoen lager uitgevallen.

09. Beleidsterrein Defensie Interservice Commando

Inleiding

Zoals reeds aangegeven in de brief van 9 februari 1996 (Kamerstukken II 1995/96, 24 400 X, nr. 69) is in verband met de oprichting per 1 april 1996 van het Defensie Interservice Commando (Dico) de Groep Defensie-ondersteuning (GDO) per gelijke datum opgeheven. De diensten, die op genoemde datum deel uitmaakten van de GDO zijn, met uitzondering van de Dienst Facilitaire Zaken (DFZ) en de dienst Sociale Zekerheid Militairen (DSZM) bij het Dico ondergebracht. De DFZ is overgeheveld naar het Kerndepartement terwijl DSZM is overgegaan naar de Stichting Uitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid voor Overheid en Onderwijs (USZO).

In dit kader zijn deze uitgaven overgeheveld van artikel 09.01 Personeel en materieel GDO naar artikel 09.02 Personeel en materieel Dico.

Vervolgens zijn nieuw opgerichte interservice bedrijven in het Dico opgenomen: de Defensie-organisatie voor Werving en Selectie (DWS) en de Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie (DVVO). Aangezien voor deze diensten investeringen worden gedaan, is hiervoor het nieuwe artikel 09.03 Groot materieel en infrastructuur ingevoerd.

Om een vergelijking te kunnen maken tussen de artikelen 09.01 en 09.02 zijn beide artikelen tezamen gepresenteerd.

Binnen het Dico heeft ieder bedrijf de status van Resultaat Verantwoordelijke Eenheid (RVE) met een zodanige mate van zelfstandigheid, dat zij zelf een zakelijke relatie met de klanten van Defensie kan onderhouden. Vanuit de basisgedachte dat samenwerking binnen Defensie op het gebied van ondersteuning zal leiden tot een grotere doelmatigheid, is naast een goede en optimale dienstverlening aan de afnemers van de producten van de Dico-bedrijven, een voortdurende aandacht nodig voor de efficiency waarmee de geleverde producten en diensten tot stand komen. De doelstelling om doelmatigheidswinst te realiseren is in 1996 gehaald.

09.01/09.02 Personeel en materieel

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Begroting 1996Realisatie 1996Begroting 1996Realisatie 1996
Ambtelijk burgerpersoneel44 27346 83244 27346 832
Militair personeel7 03554 1427 03554 142
Overige personele uitgaven12 99065 71212 99061 442
Materieel47 00477 86347 00468 676
Totaal111 302244 549111 302231 092

Artikelonderdeel 09.02.01 Ambtelijk burgerpersoneel (voorheen 09.01.01)

Kengetallen

(x f 1000)

ArtikelonderdeelOntwerpbegroting 1996Realisatie 1996
Actief ambtelijk burgerpersoneel – aantal628700
– middensom (x f 1)69 66966 097
– uitgaven (x f 1000)43 75246 268
   
niet-actief ambtelijk burgerpersoneel – aantal917
– middensom (x f 1)57 88933 176
– uitgaven (x f 1000)521564
Totaal uitgaven44 27346 832

De ontwerpbegroting 1996 was mede gebaseerd op de overname van de Dienst Facilitaire Zaken alsmede de Dienst Sociale Zekerheid Militairen (DSZM). Zoals in de inleiding is vermeld heeft deze overheveling niet plaatsgevonden. De volgende diensten zijn echter wel in de loop van 1996 overgegaan naar het Defensie Interservice Commando:

– Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie (DVVO);

– Defensie-organisatie voor Werving en Selectie (DWS).

De geraamde aantallen burgerpersoneel voor de diensten DFZ en DSZM voor 1996 bedroegen respectievelijk 89 en 205 personen, terwijl de gerealiseerde sterkte voor DVVO en DWS uitkomt op 146 respectievelijk 208 personen. Mede hierdoor is het gemiddelde aantal burgers toegenomen.

Bij de vaststelling van de raming niet-actief burgerpersoneel voor de ontwerpbegroting 1996 is uitgegaan van de verwachte aantallen bij de diensten DFZ en DSZM. Door de overgang van de diensten DVVO en DWS zijn de aantallen behorend bij deze diensten in de realisatie over 1996 opgenomen.

Doordat met name bij de Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie het personeel lagere rangen/schalen heeft dan waarmee in de ontwerpbegroting voor de diensten DFZ en DSZM gerekend was, zijn de gerealiseerde middensommen lager uitgevallen.

Artikelonderdeel 09.02.02 Militair personeel (voorheen 09.01.02)

Kengetallen

(x f 1000)

 Ontwerpbegroting 1996Realisatie 1996
Vrijwillig dienend militair personeel – aantal73665
– middensom (x f 1)96 37081 417
– uitgaven (x f 1000)7 03554 142

Het gestelde bij artikelonderdeel Ambtelijk burgerpersoneel is eveneens van toepassing op dit artikelonderdeel. De geraamde aantallen militair personeel voor de diensten DFZ en DSZM waren voor 1996 respectievelijk twee en één, terwijl de gerealiseerde sterkte voor DVVO en DWS uitkomt op 229 respectievelijk 366 militairen. Dit verklaart de toename van het gemiddeld aantal militair personeel in de realisatie 1996.

De gerealiseerde lagere middensom wordt met name veroorzaakt door de DVVO, waar de medewerkers anders zijn ingeschaald dan het personeel van DFZ en DSZM, welke in de oorspronkelijke begroting waren opgenomen.

Artikelonderdeel 09.02.03 Overige personele uitgaven (voorheen 09.01.03)

De gerealiseerde sterkte voor burger- en militair personeel is 672 vte'n hoger uitgevallen dan waarmee in de raming rekening was gehouden. Daarnaast zijn de werkzaamheden van de DVVO meer van uitvoerende aard. De dienstverlening van DWS wordt gekenmerkt door hoge exploitatie-uitgaven als gevolg van te maken advertentiekosten. Hiermee worden de meeruitgaven op dit artikelonderdeel verklaard.

Artikelonderdeel 09.02.04 Materieel (voorheen 09.01.04)

Kengetallen

ArtikelonderdeelOntwerpbegroting 1996Realisatie 1996
a. Automatisering (exploitatie) – personele sterkte7101 382
– gemiddeld (x f 1)23 1728 098
– uitgaven (x f 1000)16 45211 192
   
b. Automatisering (investeringen) – personele sterkte7101 382
– gemiddeld (x f 1)5 2762 209
– uitgaven (x f 1000)3 7463 053
   
c. Inhuur O&I-advies – uitgaven (x f 1000)12 592516
   
d. Overige uitgaven – uitgaven (x f 1000)14 21453 915
Totaal materieel (x f 1000)47 00468 676

De totale personele sterkte is de som van (actief en niet-actief) burgerpersoneel en militair personeel. Het verschil wordt eveneens verklaard door het hiervoor gestelde bij de andere artikelonderdelen.

De aanzienlijk lagere automatiseringskosten (zowel exploitatie als investering) worden grotendeels veroorzaakt door de DVVO organisatie, waar nagenoeg uitsluitend personeel werkzaam is op transportgebied, dat geen gebruik maakt van automatiseringsmiddelen, waardoor het gemiddeld bedrag aanzienlijk lager is dan was voorzien in de ontwerpbegroting 1996.

De kosten voor inhuur van organisatie- en adviesbureaus zijn eveneens aanzienlijk lager uitgevallen aangezien in de ontwerpbegroting 1996 was voorzien dat de omzetting van GDO naar Dico nogal wat kosten met zich zou brengen op O&I-terrein.

Aangezien de overige uitgaven op dit artikelonderdeel beïnvloed worden door de personeelsaantallen (die aanzienlijk hoger zijn dan oorspronkelijk geraamd waren) treedt er ten opzichte van de ontwerpbegroting een stijging op.

09.03 Groot materieel en infrastructuur

Het beleid op dit artikel is erop gericht om verouderd materieel te vervangen door modern, voor de bedrijfsvoering geschikt materieel. In 1996 is een aanvang gemaakt met de vervanging van economisch en technisch verouderde voertuigen van DVVO.

Voor wat betreft infrastructuur zijn ten behoeve van de collocatie van DWS voorzieningen getroffen op de Marinekazerne in Amsterdam.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en de uitgaven (x f 1000)

ArtikelonderdeelVerplichtingenUitgaven
 Eerste suppletore begroting 1996Realisatie 1996Eerste suppletore begroting 1996Realisatie 1996
Groot materieel7 1005017 1003 144
Infrastructuur2 0003 4482 000303
Totaal9 1003 9499 1003 447

Aangezien in de ontwerpbegroting geen bedrag voor investeringen was opgenomen, wordt de realisatie gesteld tegenover de bedragen uit de eerste suppletore begroting 1996.

Als gevolg van de overgang van DVVO en DWS naar Dico is een aantal geplande investeringen op het gebied van groot materieel en infrastructuur overgeheveld naar dit artikel. Ten aanzien van de aanschaf van voertuigen is er, zoals gemeld in de tweede suppletore begroting 1996, een vertraging opgetreden.

ONTVANGSTEN

01. Beleidsterrein Algemeen

01.04 Ontvangsten van andere landen voortvloeiende uit internationale verplichtingen in verband met Navo-infrastructuur

De realisatie van infrastructuurwerken in Nederland die voor verrekening met de Navo in aanmerking komen is f 20,626 miljoen hoger dan in de ontwerpbegroting 1996 was geraamd. Dit is een gevolg van snellere en hogere verrekeningen van uitgaven voor het Schiphol-pijpleidingsproject.

01.06 Overige ontvangsten

Ten opzichte van het in de ontwerpbegroting 1996 opgenomen bedrag is op dit artikel per saldo f 2,266 miljoen meer gerealiseerd. Dit is voornamelijk het gevolg van ontvangsten van in voorgaande jaren niet met de krijgsmachtdelen verrekende kosten betreffende het NSK (f 0,6 miljoen), een ontvangst van het ministerie van Buitenlandse Zaken betreffende technische bijstand (f 0,3 miljoen), huurpenningen van de Stichting Ziektekostenverzekering Krijgsmacht (SZVK) betreffende het medegebruik van een pand in Emmen (f 0,3 miljoen), opbrengsten van de verkoop van auto`s (f 0,2 miljoen), ontvangsten van een kortingsregeling PTT (f 0,1 miljoen) en ontvangsten van royalties (f 0,4 miljoen).

De onderverdeling naar artikelonderdelen (x f 1000)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 Begroting 1996Realisatie 1996
Milieuheffing400359
Overige ontvangsten3002 607
Totaal7002 966

01.08 Ontvangsten personeel en materieel Kerndepartement

De hogere realisatie van de ontvangsten op dit artikel ten opzichte van de ontwerpbegroting van f 0,121 miljoen, is het saldo van lagere ontvangsten op het artikelonderdeel personeel (f 1,3 miljoen), hogere ontvangsten betreffende vergoeding voor administratieve diensten voor het USZO (f 0,8 miljoen) en een ontvangst van het ministerie van Justitie (f 0,4 miljoen) betreffende een gezamelijk automatiseringsproject.

De onderverdeling naar artikelonderdelen (x f 1000)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 Begroting 1996Realisatie 1996
Personeel2 183805
Materieel507524
Diverse ontvangsten2501 732
Totaal2 9403 061

02. Beleidsterrein Pensioenen, wachtgelden en uitkeringen

02.01 Ontvangsten uit het Algemeen Arbeidsongeschiktheids- fonds

De lagere realisatie van de ontvangsten op dit artikel ten opzichte van de ontwerpbegroting met f 4,704 miljoen is voornamelijk het gevolg van minder ontvangsten betreffende de Uitkeringswet gewezen militairen en sociale zorg. Daarentegen hebben bij de wachtgelden burgerpersoneel hogere ontvangsten plaatsgevonden.

De onderverdeling naar artikelonderdelen (x f 1000)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 Begroting 1996Realisatie 1996
Ontvangsten AAW-fonds, betreffende uitgaven gedaan voor: – militaire invaliditeitspensioenen15 60015 492
– de uitkeringswet gewezen militairen7 0002 348
– sociale zorg2 100551
– wachtgelden burgerpersoneel6001 939
– wachtgelden militair personeel0267
Totaal25 30020 597

De ontvangsten zijn in 1996 verrekend met de declaraties met betrekking tot de post-actieven welke als voorschot aan de USZO zijn voldaan. Het verrekende bedrag is f 17 576 636.

Op 14 april 1997 is de accountantsverklaring ontvangen voor dit bedrag; verrekening zal binnenkort plaatsvinden.

02.02 Overige ontvangsten

De geraamde ontvangsten zijn zo goed als volledig gerealiseerd met dien verstande dat er een verschuiving heeft plaatsgevonden van debiteuren naar ontvangsten AAW, waarvan de uitgaven in vroegere dienstjaren hebben plaatsgevonden.

De onderverdeling naar artikelonderdelen (x f 1000)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 Begroting 1996Realisatie 1996
Debiteuren2 5003 241
Ontvangsten AAW-fonds, betreffende uitgaven gedaan in vroegere dienstjaren1 000486
Totaal3 5003 727

De ontvangsten zijn in 1996 verrekend met de declaraties met betrekking tot de post-actieven welke als voorschot aan de USZO zijn voldaan. Het verrekende bedrag is f 1 774 788.

Op 14 april 1997 is de accountantsverklaring ontvangen voor dit bedrag; verrekening zal binnenkort plaatsvinden.

03. Beleidsterrein Koninklijke marine

03.01 Verhaalswet ongevallen ambtenaren en Algemene arbeidsongeschiktheidswet

Ten gunste van dit artikel worden de ontvangsten verantwoord van verhaalde salaris- en ziektekosten bij ongevallen en de ontvangsten in het kader van de Algemene arbeidsongeschiktheidswet (AAW), voorzover die betrekking hebben op uitgaven gedaan in het begrotingsjaar of in het voorafgaande jaar.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de ontvangsten (x f 1000)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 Begroting 1996Realisatie 1996
Verhaalswet ongevallen ambtenaren0304
Ontvangsten AAW-fonds1 5001 373
Totaal1 5001 677

De hogere ontvangsten van f 0,177 miljoen worden met name verklaard door het alsnog ontvangen van een aantal oude claims op verzekeraars, ingevolge de verhaalswet ongevallen burger- en militair personeel.

03.02 Ontvangsten en inhoudingen wegens diverse verstrekkingen alsmede wegens genot van kleding, voeding, huisvesting, geneeskundige verzorging e.d.

Ten gunste van dit artikel worden de ontvangsten en inhoudingen verantwoord wegens diverse verstrekkingen alsmede wegens het genot van kleding, voeding, huisvesting en geneeskundige verzorging.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de ontvangsten (x f 1000)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 Begroting 1996Realisatie 1996
Inhouding voeding3 0000
Kleding1 6001 981
Voeding3 5002 064
Geneeskundige verzorging15052
Ziektekosten VDMP10 1009 443
Overige ontvangsten30 61013 635
Totaal48 96027 175

De lagere realisatie op dit artikel van f 21,785 miljoen ten opzichte van de ontwerpbegroting 1996 wordt veroorzaakt door de onderstaande mutaties.

– de voor 1996 geraamde ontvangst van f 15,0 miljoen wegens de verfschade aan de onderzeeboten Hr. Ms Bruinvis en Hr.Ms. Dolfijn van de Walrusklasse is niet in 1996 ontvangen. De totale claim bedraagt f 31,0 miljoen en is door de assuradeuren formeel afgewezen. Deze zaak is aanhangig gemaakt bij het Engelse Hof. Inmiddels is gebleken dat de rechtzaak niet voor 1998 zal plaatsvinden. De uitgebrachte juridische adviezen geven aan dat de claim van de Koninklijke marine gegrond is;

– de militair die voeding geniet is op grond van de regelgeving huisvesting en voeding (MP-31-110-1185) een bijdrage verschuldigd. Deze bijdrage wordt niet meer voldaan via inhouding op het salaris.

03.03 Verrekeningen wegens verstrekkingen en voor verrichte werkzaamheden en voor verleende diensten

Ten gunste van dit artikel worden de ontvangsten verantwoord voor de opleidingskosten buitenlandse militairen en voor verrichte werkzaamheden en verleende diensten door de marinebedrijven voor derden.

Het gerealiseerde beleid in 1996 wijkt niet af ten opzichte van het in de ontwerpbegroting 1996 uiteengezette beleid.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de ontvangsten (x f 1000)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 Begroting 1996Realisatie 1996
Pensionkosten burgers/militairen2501
Uitgeleend personeel algemeen800722
Mobiele colonnes00
Hofmeesters Koninklijk Huis400399
Particuliere telefoongesprekken1 000535
Opleiding buitenlandse militairen1 0001 310
Verleende diensten enz. 2 8002 384
Verrekening door marinebedrijven2 5501 567
Stichting marcandi08
Terugontvangsten salaris burgers1000
Terugontvangsten WU/KVV10024
Ontvangsten Navo-infrastructuur-projecten1 3000
Ontvangsten A&O/SAJO-projecten00
Terugontvangsten FMS6 0000
Totaal16 3006 950

De verlaging op dit artikel is voornamelijk het gevolg van:

– de overheveling van de artikelonderdelen «ontvangsten uit hoofde van Navo-infrastructuur- projecten» en «Terugontvangsten Foreign militairy sales» naar artikel 03.08 Ontvangsten uit hoofde van internationale samenwerking;

– voor het artikelonderdeel Pensionkosten burger- en militair personeel worden geen bedragen meer op dit artikel ontvangen. Deze zijn in 1996 verantwoord ten gunste van het uitgavenartikel 03.02, op het artikelonderdeel voorziening woonruimte.

03.04 Terugontvangst BTW

Ten gunste van dit artikel wordt de terugontvangst van betaalde omzetbelasting verantwoord over goederen die zijn verstrekt aan zeegaande schepen. De uitgangspunten en systematiek terzake zijn niet gewijzigd.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de ontvangsten (x f 1000)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 Begroting 1996Realisatie 1996
Terugontvangsten BTW28 30058 635
Totaal28 30058 635

De hogere ontvangsten van f 30,335 miljoen zijn het gevolg van:

– een hogere afgifte van goederen aan schepen door het in dienst stellen van het bevoorradingsschip Hr.Ms. Amsterdam;

– terugontvangsten van BTW over ontwikkelingskosten voor sensor-, wapen- en communicatiesystemen.

03.05 Verpleging van burgerpatiënten in militaire ziekeninrichtingen, geneeskundige verzorging en verstrekkingen

De realisatie op dit artikel is het gevolg van betalingsregelingen die werden getroffen door het ministerie van Defensie om nog openstaande vorderingen te ontvangen.

03.06 Opbrengst van verkoop van zeekaarten, berichten aan zeevarenden, zeemansgidsen, enz.

De lagere ontvangst van f 0,039 miljoen is een gevolg van minder verkochte zeekaarten.

03.07 Verrekening met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen in verband met het ter beschikking stellen van Hr.Ms. Tydeman voor oceanografisch onderzoek

In de ontwerpbegroting 1996 was ervan uitgegaan dat ten gunste van dit artikel geen ontvangsten zouden worden geboekt. De mutatie van f 1,165 miljoen ten opzichte van de ontwerpbegroting 1996 vloeit voort uit het beschikbaar stellen van de Hr.Ms. Tydeman aan de Rijks Geologische Dienst en het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee.

03.08 Ontvangsten uit hoofde van internationale samenwerking

De verhoging van de ontvangsten van f 12,486 miljoen ten opzichte van de ontwerpbegroting 1996 is onder andere veroorzaakt doordat de ontvangsten van de verrekening uit hoofde van de samenwerking met het Verenigd Koninkrijk op dit artikel geschieden in plaats van op artikel 03.09. Het gaat hierbij om de de verrekeningen van LW08-radarsystemen en het Goalkeeper-wapensysteem. Tevens worden de ontvangsten voor het gebruik van de Lynx-helicoptersimulator op het Marinevliegkamp de Kooy op dit artikel geboekt.

De in de ontwerpbegroting 1996 op artikel 03.03 geraamde terugontvangsten uit Foreign military sales (FMS) en de ontvangsten uit hoofde van Navo-infrastructuurprojecten worden eveneens op dit artikel geboekt.

03.09 Ontvangsten uit hoofde van de levering van inventarisgoederen en klein materieel aan derden

Ten gunste van dit artikel worden de ontvangsten verantwoord uit hoofde van levering van inventarisgoederen aan derden en afgifte van brandstoffen aan Navo-partners. De afgiftepunten van de genoemde goederen zijn onder andere de bevoorradingsschepen van de Koninklijke marine.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de ontvangsten (x f 1000)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 Begroting 1996Realisatie 1996
Ontvangsten inzake levering inventarisgoederen7 5002 810
Ontvangsten uit hoofde van de levering van brandstoffen aan derden2 5002 238
Totaal10 0005 048

De verlaging van de ontvangsten ten opzichte van de ontwerpbegroting 1996 wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de ontvangsten uit hoofde van samenwerking met het Verenigd Koninkrijk plaatsvinden op artikel 03.08. Deze ontvangsten zijn in de ontwerpbegroting 1996 op dit artikel geraamd.

03.10 Overige ontvangsten

De meerontvangst op dit artikel van f 2,068 miljoen kan voornamelijk worden verklaard door de boeking van de rente, die voortvloeit uit het in de Verenigde Staten aan te houden trustaccount voor het Nato Seasparrow Project.

04. Beleidsterrein Koninklijke landmacht

04.01 Verhaalswet ongevallen ambtenaren en de Algemene arbeidsongeschiktheidswet

In het kader van de invoering van de WAO conforme regeling zijn de aanspraken met betrekking tot de ontvangsten uit het AAW-fonds gewijzigd. Deze regeling is per 1 januari 1996 voor het burgerpersoneel ingegaan. Voor het militair personeel zullen de wijzigingen in de aanspraken per januari 1997 ingaan. De daling van de ontvangsten uit het AAW-fonds wordt hierdoor veroorzaakt.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de ontvangsten (x f 1000)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 Begroting 1996Realisatie 1996
Verhaalswet ongevallen ambtenaren8702 965
Ontvangsten AAW-fonds3 5151 041
Totaal4 3854 006

04.02 Ontvangsten en inhoudingen wegens diverse verstrekkingen alsmede wegens genot van kleding, voeding, huisvesting e.d.

Op dit artikel worden de ontvangsten verantwoord die conform diverse regelingen van het personeel worden terugontvangen. De uitgaven hiervan vinden op het artikel overige personele uitgaven plaats.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de ontvangsten (x f 1000)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 Begroting 1996Realisatie 1996
Inhouding wegens huisvesting van rijkswege5 9819 206
Kleding en uitrusting8651 463
Voeding8 5506 537
Ontwikkeling, sport en ontspanning670176
Sociale zorg0452
Voorziening woonruimte6 7459 453
Geneeskundige verzorging3 1453 360
Huisvestingskosten200740
Bijdragen in schade1 4271 209
Totaal27 58332 596

Inhouding wegens huisvesting van rijkswege

Het vrijwillig dienend peroneel is in voorkomend geval wegens huisvesting van rijkswege een bijdrage verschuldigd. Ook het personeel in dienst voor bepaalde tijd valt onder deze regeling. In de ontwerpbegroting was hiermee geen rekening gehouden; gerekend was alleen met het personeel in dienst voor onbepaalde tijd, zodat een stijging van de ontvangsten is opgetreden.

Voeding

De lagere sterkte alsmede een toename van gratis maaltijden door een stijging van het aantal oefeningen in verband met uitzending naar het buitenland, heeft een daling van de ontvangsten veroorzaakt.

Voorziening woonruimte

De hogere ontvangsten worden veroorzaakt door minder leegstand dan geraamd en door stijging van de bijkomende kosten (voornamelijk energie) die Defensie van de huurders terugontvangt.

04.03 Verrekeningen wegens verstrekkingen, verrichte werkzaamheden en verleende diensten

De ramingen ten aanzien van dit artikel worden altijd zeer terughoudend opgesteld. Vooraf is het moeilijk te bepalen welke diensten zullen worden verleend en verrekend. Veelal wordt op basis van de realisatie in voorafgaande jaren geraamd.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de ontvangsten (x f 1000)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 Begroting 1996Realisatie 1996
Ontvangen salarissen burgerpersoneel1 84521 834
Ontvangen bezoldiging militair personeel9 055389
Onderwijs en opleiding031
Ontvangsten naar aanleiding van militaire steunverlening en diverse leveringen5 7002 952
Gebouwen, werken en terreinen2 2005 185
Overige ontvangsten11 77315 724
Totaal30 57346 115

Ontvangen salarissen burgerpersoneel

De hogere ontvangst betreft een eenmalige bijdrage van de Verenigde Staten van Amerika in verband met de opheffing van de «POMS-site» in Ter Apel.

Ontvangen bezoldiging militair personeel

De lagere ontvangsten zijn met name ontstaan doordat de ontvangsten met betrekking tot uitstaande vorderingen zijn gesaldeerd met de verstrekte voorschotten en vervolgens op het uitgavenartikel 04.02 zijn verantwoord.

Ontvangsten naar aanleiding van militaire steunverlening en diverse leveringen

De raming is gebaseerd op de realisaties van voorgaande jaren. De ontvangsten zijn afhankelijk van of en waar er een beroep wordt gedaan op militaire bijstand. Deze is minder geweest dan verwacht.

Gebouwen, werken en terreinen

De hogere ontvangsten betreffen de bijdrage van de Duitse overheid in de legering voor beroepsmilitairen in dienst voor bepaalde tijd. Deze ontvangsten zijn gebaseerd op de verbouwingen in de investeringssfeer en verlopen derhalve niet gelijkmatig per jaar.

04.04 Terugontvangst BTW

De lagere ontvangst van f 10,615 miljoen is veroorzaakt door de achterstand bij de te verrekenen BTW bij verbruik in het buitenland. Dit is een gevolg van de invoering van een nieuw systeem waarmee de claims worden opgesteld. Dit systeem is een module van het Munitie Informatie Systeem (MUNIS), wat bedoeld is als voorraadbeheersingssysteem. Het vaststellen van de schietgegevens per eenheid en de verwerking van de munitie-BTW-percentages vormt nog een probleem bij het opstellen van de verrekeningen.

04.05 Verpleging van burgerpatiënten in militaire ziekeninrichtingen, geneeskundige verzorging en verstrekkingen

In de raming zijn bedragen opgenomen voor de verkoopopbrengsten van het voormalig militair hospitaal A. Matthijsen (MHAM), ontvangsten voor de verpleging van patiënten, ontvangsten van de Stichting Ziektekostenverzekering Krijgsmacht en voor door de Militair Geneeskundige Dienst gedane verstrekkingen.

In 1996 is de ontvangst inzake de verkopen van het MHAM verschoven naar 1998, is het aantal patiënten in het militaire revalidatie centrum hoger geweest en is meer ontvangen wegens verstrekkingen militaire geneeskundige diensten. Per saldo is f 1,669 miljoen meer ontvangen.

04.06 Verkoop topografische kaarten en drukwerk en verrekening verleende diensten

De Topografische dienst voorziet de Defensie van geografische produkten en informatie over eigen c.q vreemd grondgebied. Deze diensten ten behoeve van andere krijgsmachtdelen worden op dit artikel verrekend. De Topografische dienst als resultaatverantwoordelijke eenheid richt zich steeds meer op de civiele markt. De hogere ontvangsten van f 4,363 miljoen zijn zowel door deze ontwikkelingen als door hogere verrekeningen veroorzaakt.

04.07 Ontvangsten cantinedienst/MPV-pelotons

De ontvangsten zijn gerelateerd aan de begrotingssterkte. De daling van de ontvangsten met f 1,011 miljoen komt nagenoeg overeen met de lagere gerealiseerde sterkte in 1996.

04.08 Overige ontvangsten

Per saldo is op dit artikel f 0,643 miljoen meer ontvangen. Dit betreft enerzijds lagere boetes (f 0,607 miljoen) en anderzijds hogere verrekeningen met betrekking tot computerapparatuur door een nieuwe financieringsregeling.

05. Beleidsterrein Koninklijke luchtmacht

05.01 Verhaalswet ongevallen ambtenaren en de Algemene arbeidsongeschiktheidswet

Op dit artikel worden de kosten verhaald op derden in het kader van de Algemene arbeidsongeschiktheidswet verantwoord. Het werkelijke aantal ongevallen is onder de prognose gebleven.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de ontvangsten (x f 1000)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 Begroting 1996Realisatie 1996
Verhaalswet ongevallen ambtenaren400410
Ontvangsten AAW-fonds1 5001 089
Totaal1 9001 499

05.02 Ontvangsten en inhoudingen wegens diverse verstrekkingen alsmede wegens genot van kleding, voeding, huisvesting, geneeskundige verzorging e.d.

De ontvangsten en inhoudingen die op dit artikel worden verantwoord hebben hoofdzakelijk een relatie met de uitgaven op artikel 05.03.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de ontvangsten (x f 1000)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 Begroting 1996Realisatie 1996
Inhouding wegens huisvesting/voeding van rijkswege2 6651 474
Kleding en uitrusting1 6301 111
Voeding10 71510 563
Ontwikkeling, sport en ontspanning105
Voorziening woonruimte4 0902 970
Geneeskundige verzorging7 5208 866
Bijdragen in schade160257
Overige ontvangsten7 71039
Totaal34 50025 285

Geneeskundige verzorging

Door een éénmalige herverdeling van verzekeringsgelden is ongeveer f 2 miljoen extra ontvangen.

Overige ontvangsten

De ontvangsten van huren in het buitenland zijn door de volledige terugtrekking van de Groep Geleide Wapens uit Duitsland tot bijna nihil gereduceerd.

05.03 Verrekeningen wegens verstrekkingen en voor verrichte werkzaamheden en verleende diensten

De verrekeningen die plaatsvinden op dit artikel zijn gebaseerd op tarieven. De tarieven zijn kostendekkend en blijven één jaar van kracht.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de ontvangsten (x f 1000)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 Begroting 1996Realisatie 1996
Burgerpersoneel205603
Militair personeel725104
Groot materieel18 70521 511
Verrekening met derden en militaire steunverlening19 1904 307
Gebouwen, werken en terreinen82563
Overige ontvangsten9 8576 495
Totaal49 50733 083

De totale minderontvangst is met name veroorzaakt door een tegenvallend verrekenresultaat over de gehele linie binnen het artikel doordat er minder diensten en werkzaamheden voor derden zijn uitgevoerd.

05.04 Terugontvangsten BTW

De ontvangsten op dit artikel, f 16,714 miljoen, hebben betrekking op de terugvordering van BTW op uitgevoerd materieel en op de terugvordering van accijnzen en invoerrechten op brandstoffen. In 1996 is een minderontvangst ontstaan door het niet tijdig instellen van de vordering voor accijnzen.

05.06 Ontvangsten in verband met dienstverlening/medegebruik vliegbases

Het uitgangspunt voor de tariefbepaling op dit artikel is dekking van de additionele kosten en de dekking van de daadwerkelijk gerelateerde directe kosten.

Als gevolg van vertraging in de verrekening met de NV Welschap in Eindhoven is op dit artikel een minderontvangst ontstaan.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de ontvangsten (x f 1000)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 Begroting 1996Realisatie 1996
Verrekening met het ministerie van Verkeer en Waterstaat1 400992
Ontvangsten in verband met medegebruik vliegbases1 8001 549
Totaal3 2002 541

05.07 Verrekeningen in verband met geleverde brandstoffen, olie, smeermiddelen e.d.

Op dit artikel worden de ontvangsten geboekt die betrekking hebben op de aan derden geleverde brandstoffen, olie, smeermiddelen en dergelijke. Voor 1996 is hiermee een bedrag gemoeid van f 3,3 miljoen. De gehanteerde tarieven zijn kostendekkend en worden maandelijks aangepast. De tarieven (prijs) volgen de ontwikkelingen op de oliemarkt.

De verminderde ontvangsten in 1996 (– f 7,444 miljoen) zijn het gevolg van het feit dat er minder brandstof door derden is afgenomen.

05.08 Overige ontvangsten

Op dit artikel worden die ontvangsten geboekt die niet verrekenbaar zijn met de uitgavenbegroting.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de ontvangsten (x f 1000)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 Begroting 1996Realisatie 1996
Overige ontvangsten7 65023 275
Algemene arbeidsongeschiktheidswet betreffende uitgaven gedaan in voorgaande jaren5042
Totaal7 70023 317

De stijging in ontvangsten op de overige ontvangsten wordt met name veroorzaakt door de rentevergoedingen op de FMS-accounts en de NAMSA-rekening inzake allocated-credits voor de rentebestanddelen ten behoeve van de Patriot/HAWK-wapensystemen.

06 Beleidsterrein Koninklijke marechaussee

06.01 Verhaalswet ongevallen ambtenaren en algemene arbeidsongeschiktheidswet

De minderontvangst in 1996 ten opzichte van de stand in de ontwerpbegroting 1996 van f 0,211 miljoen is het gevolg van het feit dat de terugontvangsten AAW over voorgaand jaar lager waren dan verwacht.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de ontvangsten (x f 1000)

 Begroting 1996Realisatie 1996
Ontvangsten AAW400189

06.02 Ontvangsten en inhoudingen wegens diverse verstrekkingen alsmede genot van kleding, voeding, huisvesting, e.d.

De minderontvangsten van f 0,933 miljoen ten opzichte van de ontwerpbegroting 1996 is voor het merendeel veroorzaakt door de lagere ontvangsten met betrekking tot de verrekening van gastarrestanten doordat het ministerie van Justitie minder gebruik heeft gemaakt van de opvangmogelijkheden. Voorts zijn de ontvangsten inzake huren binnenland en buitenland achtergebleven bij de verwachting.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de ontvangsten (x f 1000)

ArtikelonderdeelBegroting 1996Realisatie 1996
Inhouding huisvesting van rijkswege735890
Voeding6055
Voorziening woonruimte605679
A&O en Sajo gelden400 
Overige ontvangsten2 1951 343
Bijdragen in schaden35130
Totaal4 0303 097

06.03 Verrekening met derden

De minderontvangsten tussen de stand ontwerpbegroting en de eindrealisatie van f 0,415 miljoen is het gevolg van de lagere verrekening met het Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken in verband met mindere inzet vooruitlopend op de beëindiging van de inzet per medio 1998.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de ontvangsten (x f 1000)

ArtikelonderdeelBegroting 1996Realisatie 1996
Verrekening met: Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse en   
Arubaanse Zaken2 3001 900
Ministerie van Binnenlandse Zaken1 6671 860
Ministerie van Buitenlandse Zaken1 2001 119
Overige verrekeningen1 100973
Totaal6 2675 852

06.04 Overige ontvangsten

De meerontvangsten tussen de stand ontwerpbegroting en de eindrealisatie van f 0,644 miljoen is het gevolg van het feit dat de ontvangsten met betrekking tot verstrekte reisdocumenten hoger zijn geweest dan oorspronkelijk was geraamd.

08. Beleidsterrein Multi-service projecten en activiteiten

08.02 Ontvangsten naar aanleiding van vredesoperaties

Op dit artikel worden twee soorten ontvangsten onderscheiden:

– de jaarlijkse bijdrage van Ontwikkelingssamenwerking voor VN-contributies ten behoeve van vredesoperaties in ontwikkelingslanden,

– de vergoedingen van de Verenigde Naties voor de Nederlandse deelname aan VN-vredesoperaties. De hoogte van de vergoedingen is afhankelijk van de mate waarin Nederland aan deze VN-operaties deelneemt. Voor deelname aan niet- VN-operaties worden geen vergoedingen ontvangen.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de ontvangsten (x f 1 miljoen)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 Begroting 1996Realisatie 1996
Bijdrage Ontwikkelingssamenwerking61,335,5
Vergoedingen Verenigde Naties: * UNTAC8,64,5
* UNPROFOR47,015,9
* diverse operaties3,42,0
MFO Sinaï0,2
Totaal120,358,1

De afwijkingen ten opzichte van de ontwerpbegroting zijn ontstaan doordat:

– de bijdrage van Ontwikkelingssamenwerking evenredig is gedaald met de lagere contributies aan het VN-budget voor vredesoperaties (– f 26,1 miljoen).

– de van de VN ontvangen vergoedingen voor de Nederlandse deelname aan vredesoperaties als gevolg van de financiële situatie van de VN, met f 36,7 miljoen zijn achtergebleven.

09. Beleidsterrein Defensie Interservice Commando

Zoals reeds aangegeven in de brief van 9 februari 1996 (Kamerstukken II 1995/96, 24 400 X, nr 69) is in verband met de oprichting per 1 april 1996 van het Defensie Interservice Commando (Dico) de Groep Defensie-ondersteuning (GDO) per gelijke datum opgeheven. De diensten, die op genoemde datum deel uitmaakten van de GDO zijn, met uitzondering van de Dienst Facilitaire Zaken (DFZ) en de dienst Sociale Zekerheid Militairen (DSZM) bij het Dico ondergebracht. De DFZ is overgeheveld naar het Kerndepartement terwijl DSZM is overgegaan in een private stichting (USZO).

Daarnaast zijn nieuw opgerichte interservice bedrijven in het Dico opgenomen: de Defensie-organisatie voor Werving en Selectie (DWS) en de Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie (DVVO).

De hiermee samenhangende ontvangsten worden sedert 1 april 1996 verantwoord op artikel 09.02 Ontvangsten personeel en materieel Dico.

Om een vergelijking te kunnen maken tussen de artikelen 09.01 en 09.02, zijn beide artikelen tezamen gepresenteerd.

09.01/09.02 Ontvangsten personeel en materieel

In de raming voor 1996 zat op artikel 09.01 een ontvangst begrepen van f 0,775 miljoen welke gerealiseerd diende te worden door de Dienst Sociale Zorg Militairen. Deze dienst bleef echter onder de Centrale organisatie vallen.

De alsnog gerealiseerde meerontvangst op artikel 09.02 van f 1,180 miljoen is onder meer een gevolg van de verhuur van wagons door de Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie aan de Nederlandse Spoorwegen.

De onderverdeling naar artikelonderdelen van de ontvangsten (x f 1000)

ArtikelonderdeelOntvangsten
 Begroting 1996Realisatie 1996
Materieel2 0252 430
Totaal2 0252 430

BIJLAGE BIJ DE ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING 1996

Beleid ter voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van M&O-gevoelige ontvangsten en uitgaven

M&O-beleid

Het beleid ter voorkoming en bestrijding van Misbruik en Oneigenlijk gebruik (M&O) is een onderdeel van het financieel beheer dat bij Defensie wordt gevoerd en is binnen Defensie vastgelegd in het controlebeleid, vastgesteld door de Directeur-Generaal Economie en Financiën (DGEF). Evaluatie van dit beleid vindt periodiek plaats. Daarnaast is het controlebeleid met betrekking tot subsidies en bijdragen vastgelegd in de Interimregeling Subsidie Defensie, gepubliceerd in de Staatscourant nr. 38 d.d. 24 februari 1993.

Bij de arbeidsvoorwaardelijke regelingen is het controlebeleid gericht op verificatie – waar mogelijk aan de hand van originele bewijsstukken – van door belanghebbenden verstrekte gegevens.

Ten behoeve van de controle op neveninkomsten in het kader van anticumulatiebepalingen wordt gebruik gemaakt van inkomensgegevens van de Belastingdienst.

De definitieve subsidie- en bijdrage-afrekening vindt plaats aan de hand van jaarverslagen, die zijn voorzien van een accountantsverklaring betreffende de naleving van de subsidievoorwaarden.

M&O-gevoelige uitgaven en ontvangsten.

Van «M&O-gevoeligheid» is sprake, indien het betreft een (aanspraak op een) financiële uitkering – anders dan als betaling voor aan het Rijk geleverde goederen of diensten – aan, of een heffing ten laste van een belanghebbende (buiten het Rijk), waarbij de hoogte van de uitkering of de heffing afhangt van gegevens, die door de belanghebbenden moeten worden verstrekt.

De M&O-gevoelige uitgaven en ontvangsten hebben betrekking op:

a. Anticumulatie postactieve uitkeringen militair en burgerpersoneel

b. Interimbesluit Ziektekosten Burger Ambtenaren Defensie (IZBAD)

c. Ziektekostenverzekering militairen

d. Toelagen en toeslagen voor artsen, apothekers e.d.

e. Kostwinners- en inkomstenvergoedingen dienstplichtigen.

f.  Subsidies en bijdragen.

g. Royalties bij projecten van de Commissie Ontwikkeling Defensie-materieel (CODEMA).

Uitvoering controlebeleid in 1996

Het vigerende controlebeleid en de uitvoering hiervan is zodanig opgezet dat M&O wordt gereduceerd. De door de Defensie Accountantsdienst in het verleden geïnitieerde verbeteringen zijn geïmplementeerd. Voorzover zich veranderingen in de uitvoering van het controlebeleid dan wel in de regeling hebben voorgedaan, wordt hierop onderstaand nader ingegaan.

ad.a Anticumulatie postactieve uitkeringen militair en burgerpersoneel

1. De regeling BV-LOM

De UBM-O-regeling heeft inmiddels de BV-LOM-regeling vervangen. Deze laatste regeling zal worden uitgefaseerd. Deelnemers zijn verplicht periodiek door middel van bewijsstukken informatie te verstrekken omtrent de hoogte van de neveninkomsten. Eenmaal per jaar wordt de desbetreffende belastinginspectie verzocht informatie te verstrekken met betrekking tot genoten neveninkomsten. Aan de hand van de door de belastinginspectie aangeleverde gegevens wordt jaarlijks een integrale controle uitgeoefend op de genoten neveninkomsten. De deelnemers worden geïnformeerd met betrekking tot hun rechten en plichten gedurende de periode dat men in aanmerking komt voor een uitkering op basis van deze regeling. Met name gaat het hierbij om de anticumulatiebepalingen. Mede op grond van het controlebeleid is er geen sprake van een resterend risico van materieel belang. Het financieel belang is ten opzichte van 1995 als gevolg van de uitfasering verder afgenomen en bedroeg voor 1996 f 8,7 miljoen.

2. UBM-O

De regeling is in 1994 ingevoerd als uitstroom bevorderende maatregel ter voorkoming van de gedwongen ontslagen als gevolg van de Prioriteitennota en is een onderdeel van het sociaal beleidskader personeelsreductie (SBK). Begin 1995 is de BV-LOM-regeling geïntegreerd in de UBM-O-regeling. De UBM-O garandeert indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan (arbeidstoets) een wachtgeldbodem van 80 procent gedurende de loop van de maatregel (tot 50 of 55 jaar voor militair personeel, tot 61 jaar voor burgerpersoneel). Controle vindt plaats op de anticumulatie en bestaat uit een maandelijkse controle op de neveninkomsten, aangevuld met een jaarlijkse controle op basis van de gegevens van de Belastingdienst. Mede als gevolg van deze controle is er geen sprake van een resterend risico van materieel belang. Het financieel belang bedroeg in 1996 f 42,3 miljoen.

3. Wachtgelden burgerpersoneel

De Stichting Uitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid voor Overheid en Onderwijs (USZO) is belast met de uitvoering van de uitkerings- en wachtgeldregeling voor het Defensiepersoneel. De USZO heeft over 1996 de uitgaven voor een bedrag van f 80,5 miljoen volgens deze regelingen bij het ministerie van Defensie in rekening gebracht (verantwoord op artikel U 2.01). Een aantal van de regelingen is gevoelig voor misbruik en oneigenlijk gebruik, met name ten aanzien van de aspecten arbeidsverleden en neveninkomsten. Op grond van het verstrekken van onjuiste informatie over deze gegevens kunnen aanvragers onrechtmatig uitkeringen of wachtgelden ontvangen. De personeelsfunctionaris binnen het ministerie van Defensie stelt, conform de geldende wet- en regelgeving en voorzover dat door dit ministerie mogelijk is, de voor de toekenning bepalende gegevens op en geeft deze door aan de USZO. Als extra toets beoordeelt deze personeelsfunctionaris de van USZO ontvangen gegevens omtrent de beslissing tot toekenning aan de hand van de oorspronkelijke gegevens. USZO verzorgt de toekenning namens de minister van Defensie, de uitbetaling, de controle op M&O en de doorbelasting naar het departement.

4. Partiële Arbeidsparticipatie Senioren (PAS)

Deze regeling is in 1994 ingevoerd en biedt de ambtenaar van 57 jaar of ouder de mogelijkheid de wekelijkse arbeidsduur met 15,8 procent terug te brengen, voor de ambtenaar van 61 jaar en ouder 36,8 procent. In verband met deze vermindering wordt 5 respectievelijk 10 procent op het salaris in mindering gebracht. De regeling heeft als doel de fysieke en psychische inspanning van de oudere ambtenaar te verminderen teneinde ziekte en/of arbeidsongeschiktheid te voorkomen. Controles worden uitgevoerd overeenkomstig de UBM-O-regeling. Er bestaat geen resterend risico van materieel belang. Ook voor 1996 is nog sprake van een bescheiden financieel belang ad f 0,5 miljoen.

Ad. b Interimbesluit Ziektekosten Burger Ambtenaren Defensie (IZBAD)

Deze regeling biedt particulier verzekerden de mogelijkheid om voor een tegemoetkoming in de kosten van de ziektekosten in aanmerking te komen. Het beleid ter voorkoming van M&O is er op gericht geweest het sluitend maken van de Administratieve Organisatie met het doel dubbele betalingen procedureel uit te sluiten. Hiertoe zijn de sinds 1994 getroffen verscherpte controlemaatregelen voortgezet, die inhouden dat:

(1) de declarant bij het indienen van het statusformulier een kopie voegt van het aanhangsel van de verzekeringspolis;

(2) daarna steekproefcontroles plaatsvinden met betrekking tot de actualiteit van de statusgegevens.

Mede op grond van het controlebeleid is er geen sprake van een resterend risico van materieel belang. Het financieel belang bedroeg voor 1996 f 83,3 miljoen.

Ad.c Ziektekostenverzekering militairen

De Stichting Ziektekostenverzekering Krijgsmacht (SZVK) is door het ministerie belast met de uitvoering van de regeling. Een militair is automatisch verzekerd, waarvoor via het salarissysteem premie wordt ingehouden. Tevens ontvangt hij een brochure met aanvraagformulier voor mogelijke medeverzekering van gezinsleden. In deze brochure is nadrukkelijk weergegeven onder welke omstandigheden en voorwaarden men hiervoor in aanmerking komt, bijvoorbeeld wanneer de medeverzekerden zelf geen aanspraak kan doen gelden op vergoeding van ziektekosten. Daarnaast ondertekent de betrokken militair een verklaring voor de juistheid van de aanvraaggegevens.

Het risico van M&O betreft de categorieën gezinsleden met eigen aanspraak die:

1. een inkomen beneden de ziekenfondsgrens genieten, verplicht verzekerd zijn en ziekenfondspremie betalen. Gelet op het feit dat gezinsleden doorgaans in loondienst werkzaam zijn en een inkomen beneden de loongrens van het ziekenfonds genieten, wordt deze categorie ingeschat op ongeveer 80% van het totale bestand aan gezinsleden met eigen aanspraak.

2. vanwege hun werkgever aanspraak hebben op een gehele of gedeeltelijke tegemoetkoming in de kosten van een particuliere verzekering. Deze categorie wordt ingeschat op ongeveer 20% van het totale bestand aan gezinsleden met eigen aanspraak.

Bij de gezinsleden genoemd onder categorie 1) zal bij M&O sprake zijn van dubbele premiebetaling namelijk de procentuele/nominale ziekenfondspremie, alsmede de nominale SZVK-premie en MOOZ/WTZ-bijdragen. Op grond hiervan wordt het risico van M&O gering geacht. Desondanks wordt deze categorie bij de periodieke controle betrokken. Controle vanuit een extern centraal databestand ziekenfondsverzekerden is namelijk niet mogelijk.

Het M&O-risico bij de gezinsleden genoemd onder categorie 2) is dat zij afzien van de aanspraak vanwege hun werkgever en zich mee verzekeren bij de SZVK. Voor controle is de SZVK grotendeels afhankelijk van de informatie van bij aanmelding door de militair verstrekte én ondertekende verklaring en de volgens de verzekeringsvoorwaarden verplichte schriftelijke melding van mutaties. Daarnaast geeft het Nieuw Salarissysteem Krijgsmacht enig inzicht namelijk via de fiscale tariefgroep. Van die informatie wordt bij de periodieke steekproefcontrole mede gebruik gemaakt.

Overigens is het aantal gezinsleden dat tot deze categorie behoort, beperkt in vergelijking tot de categorie genoemd onder 1).

Op grond van het bovenstaande is in 1996 sprake van een resterend risico van naar schatting maximaal f 0,3 mln. Het financieel belang voor de gezinsleden bedroeg voor 1996 f 74,2 miljoen

Ad. d. Toelagen en toeslagen voor artsen, apothekers e.d.

Deze regeling is bedoeld om de officier arts, tandarts of apotheker een vergoeding te verstrekken waardoor rechthebbenden op een inkomensniveau komen dat gelijkgestelden in de civiele sector benadert. Hier staat tegenover dat betrokkenen geen neveninkomsten buiten de dienstwerkzaamheden mocht genieten ten gevolge van het uitoefenen van het desbetreffende beroep. Betrokkenen dienen een verklaring te ondertekenen, waarmee zij verklaren buiten dienstverband geen beroepswerkzaamheden te zullen verrichten, waaruit neveninkomsten kunnen worden genoten. De voorwaarden zijn sedert enige tijd verruimd, met dien verstande dat buiten de diensttijd nevenwerkzaamheden mogen worden verricht c.q. neveninkomsten mogen worden genoten. Mede op grond hiervan is materialiteit en risico per individuele militair zeer gering zodat geen apart controlebeleid ten aanzien van M&O wordt uitgevoerd. Het financieel belang bedroeg voor 1996 f 5,2 miljoen.

ad. e t/m g Overige M&O-gevoelige uitgaven en ontvangsten

Als gevolg van het gevoerde controlebeleid is hier geen sprake van een resterend risico van materieel belang.

SALDIBALANS PER 31 DECEMBER 1996 VAN HET MINISTERIE VAN DEFENSIE

OmschrijvingBedragOmschrijvingBedrag
1Uitgaven ten laste van de begroting 2Ontvangsten ten gunste van de begroting 
1aDienstjaar 1995f 13 418 878 549,022aDienstjaar 1995f   620 875 305,78
1bDienstjaar 1996f 13 707 824 389,082bDienstjaar 1996f   569 185 999,13
3Liquide middelenf    47 468 531,65   
4Rekening-courant RHBf        0,004aRekening-courant RHBf 25 850 118 156,24
5Uitgaven buiten begrotingsverband (= intra-comptabele vorderingen)f   103 057 281,466Ontvangsten buiten begrotingsverband (=intra-comptabele schulden)f   237 049 290,06
7Openstaande rechtenf        0,007aTegenrekening openstaande rechten f        0,00
8Extra-comptabele vorderingen f   210 193 382,49 8aTegenrekening Extra-comptabele vorderingenf   210 193 382,49
9aTegenrekening Extra-comptabele schuldenf        0,009Extra-comptabele schulden f        0,00
10Voorschottenf  4 707 297 774,8810aTegenrekening voorschottenf  4 707 297 774,88
11aTegenrekening Openstaande verplichtingenf  8 174 620 328,54 11Openstaande verplichtingen f  8 174 620 328,54
12Deelnemingenf    13 333 333,3312aTegenrekening deelnemingenf    13 333 333,33
 Totaalf 40 382 673 570,45 Totaalf 40 382 673 570,45

Toelichting behorende bij de saldibalans van het Ministerie van Defensie per 31 december 1996

ad 3. Liquide middelen.

Het saldo op de saldibalans bedraagt f 47 468 531,65 en bestaat uit de volgende saldi:

Kasbeheerdersf 47 766 957,51
Concernrekeningen– f    754 975,84
Valutarekeningenf   456 549,98
Totaalf 47 468 531,65

E.e.a. als volgt verdeeld:

Kasf 23 427 652,59
Bankf 23 019 477,24
Postbankf  1 021 401,82
Totaalf 47 468 531,65

In 1996 is geconstateerd dat er voor een bedrag van f 0,5 mln. aan contant geld is ontvreemd. Het ontvreemde bedrag is – lopende de formele afboekingsprocedure – momenteel nog in het totaalbedrag liquide middelen opgenomen.

ad 5. Uitgaven buiten begrotingsverband (Derderekeningen vordering)

Het saldo op de saldibalans bedraagt f 103 057 281,46

Als criterium voor de toelichting naar grootte van vorderingen is gekozen voor een grensbedrag van > f 5,0 mln.

Hieronder volgt, voor zover van toepassing, per beleidsterrein een specificatie

Beleidsterrein Koninklijke Landmacht

Een bedrag van f 9,2 mln. betreft een vordering in verband met uitgaven met betrekking tot POMS (salarissen). De ontvangst van deze bedragen wordt verwacht in februari 1997.

Een bedrag ad. f 6,0 mln. betreft het NATO-project Mobile War Headquarters. Met betrekking tot de definitieve eindafrekening is een vordering opgesteld, deze zal in februari 1997 worden ingediend. Het bedrag is ontvangen is februari 1997.

Uitgaven buiten begrotingsverband gedaan in 1995 of eerder die in 1996 nog niet werden terugontvangen

Bij het beleidsterrein Algemeen betreft dit een bedrag ad. f 2,4 mln., namelijk USAF Soesterberg f 0,6 mln., Militairy Traffic Management Commando Europe f 1,6 mln. en een klein bedrag te vorderen van AFCENT Schinnen. Als gevolg van de trage afhandeling bij de betreffende instanties zijn deze bedragen nog niet ontvangen. Ministerie van Economische Zaken f 0,1 mln. Betreft project CODET: hiervan is de eindafrekening nog te ontvangen.

Voor de Koninklijke Landmacht betreft het de volgende posten:

Een bedrag ad. f 6,0 mln. te ontvangen van SHAPE betreffende het NATO-project Mobile War Headquarters. Met betrekking tot de definitieve eindafrekening is een vordering opgesteld; deze zal in februari 1997 worden ingediend. Ontvangst wordt verwacht ultimo 1997.

Tevens een bedrag van f 0,03 mln. te ontvangen van Noorwegen m.b.t. het programma M114; hierover is men in onderhandeling met de debiteur.

Voor de Koninklijke Marine betreft het een vordering van f 0,1 mln. op de Raad van Ministers (Landsregering) van Aruba ingesteld op 18 juli 1995. De vordering betreft het aandeel van Aruba in het onderhoud van onroerend goed. De Landsregering heeft om nadere bewijsstukken gevraagd en heeft de zaak nog in behandeling.

Voor het beleidsterrein Multi-service projecten en activiteiten betreft het:

Een bedrag ad. f 2,2 mln. te ontvangen van PTT/Natel, na verdeling van de uitgaven t.l.v. MUSP en de VN kan de definitieve vordering worden opgemaakt.

ad 6. Ontvangsten buiten begrotingsverband (Derderekeningen schuld)

Het saldo op de saldibalans bedraagt f 237 049 290,06

Dit bedrag bestaat voornamelijk uit af te dragen loonheffing.

In het saldo is tevens opgenomen een bedrag ad. f 12 553 526,58 zijnde het per 31–12–96 beschikbare saldo voor de invulling van pseudo-waivers. Het mutatie-overzicht van pseudo-waivers over 1996 is als volgt:

saldo 1–1–96: f  7 460 509,08
Beschikbaar gesteld t.b.v.:   
AATMR f  2 400 000,00
EML f  1 500 000,00
DYCOSS f  4 222 000,00
Totaal beschikbaar gesteld 8 122 000,00
Betalingen t.b.v.   
AATMRf    25 984,84  
EMRf  2 374 837,00  
DYCOSSf   628 160,66  
Totaal betalingen3 028 982,50 
Saldo per 31/12/96 f 12 553 526,58

ad 7. Openstaande rechten

Het saldo op de saldibalans bedraagt f 0,00. Voor zover aanwezig zijn deze posten opgenomen onder het bedrag extra-comptabele vorderingen. Er wordt hiervoor geen aparte administratie gevoerd.

ad 8. Extra-comptabele vorderingen

Het saldo op de saldibalans bedraagt f 210 193 382,49

Opgave van vorderingen per 31 december 1996

Aard van de vorderingBedrag
Vorderingen op de Verenigde Natiesf 108 560 830,26
Vorderingen NSK Marinef  3 436 815,89
Vorderingen NSK Landmachtf  15 118 877,41
Vorderingen NSK Luchtmachtf  4 483 026,82
Pensioenenf  1 635 111,21
Schadeverhaalf  2 603 210,79
Aanrijdingen/aanvaringenf  1 028 278,66
KM diversenf  13 687 311,53
Materiële aanschaffingen KLf  31 030 166,95
Materiële aanschaffingen KLuf  49 289 216,93
Salariskosten ASG 54th & MTMC Europef  10 627 536,04
Infrastructuur KLf  2 579 195,01
Overige gemeenschappelijke zakenf  5 457 809,08
Diversen (incl. E-rekeningen)f  4 054 799,48
Sub-totaalf 253 592 186,06
Af: openstaand op rekeningen buiten begrotingsverband, zg. derderekeningenf  43 398 803,57
Blijftf 210 193 382,49

Opmerking:

Bij het beleidsterrein Algemeen zijn voornamelijk op grond van het ontbreken van verhaalsmogelijkheden een 20-tal vorderingen voor in totaal f 178 216,25 definitief buiten invordering gesteld.

Bij het beleidsterrein Koninklijke Marine werd in 1996 één vordering (voorlopig) buiten invordering gesteld voor een bedrag van f 50,00.

Bij het beleidsterrein Koninklijke Landmacht werd in 1996 een bedrag van f 6,8 mln. definitief buiten invordering gesteld. Hierin is opgenomen de vordering op Imepiel ad f 6,5 mln. vanwege faillissement.

Een bedrag van f 1,1 mln. Is vermoedelijk oninbaar.

Een vordering ad. f 2,6 mln. op Suriname voor geleverd militair materieel in de jaren tachtig.

Deze vordering werd ingesteld in 1983.

Als criterium voor de toelichting naar grootte van vorderingen is gekozen voor een grensbedrag van > f 5,0 mln.. Hieronder volgt voor zover van toepassing per beleidsterrein een specificatie.

Beleidsterrein Koninklijke Luchtmacht

Een door USAF in rekening gebrachte en betaalde F-16 ECP nr. 2120R ad. f 39,7 mln. is bij de verificatie van de voorschotverrekening niet accoord bevonden. Voor dit bedrag is een vordering ingesteld.

Na de deconcentratie van het economisch beheer binnen de Klu bestond onduidelijkheid over de verantwoordelijkheid voor het instellen van vorderingen en het verrekenen van diensten met derden. Versterkt door een capaciteitsprobleem heeft dit geleid tot het niet tijdig instellen van vorderingen en een te lage realisatie van de ontvangsten in de begrotingsadministratie van 1996. De ultimo 1996 nog niet ingestelde en daardoor niet in de saldibalans opgenomen vorderingen betreffen met name Accijnzen, BTW en invoerrechten (voor een geschat bedrag van f 15,0 mln). Naar verwachting zal de ontstane achterstand in het instellen van vorderingen binnenkort zijn opgeheven.

Beleidsterrein Multi-service projecten en activiteiten

Een 2-tal vorderingen ad f 61,7 mln. op de VN zullen naar verwachting in februari 1997 deels worden ontvangen. Van een 2-tal vorderingen op de VN ad f 15,9 mln. is het tijdstip van ontvangst nog onbekend.

Verdeling vorderingen naar ouderdom

De verdeling van de extra-comptabele vorderingen naar ouderdom is vermeld in onderstaande tabel:

Jaar van ontstaanTotaalIn % van het Totaal
<199513,4 mln.6,4%
199541,3 mln. 19,6%
1996155,5 mln.74,0%
Totaal210,2 mln.100,0%

Vorderingen groter dan f 0,1 mln. welke werden ingesteld vóór 1995

Beleidsterrein Algemeen

Een vordering ad. f 130 746,55 op W. Minderhoud. Per 19/7/96 in behandeling bij Landsadvocaat.

Een vordering ad. f 125 134,20 op Winterthur-schade. Op verzoek DJZ vervaldatum verschoven naar 1/1/97 i.v.m. te verwachten storting van f 75 000,00.

Een vordering ad. f 1 639 138,72 op Compleet BV. Op verzoek DJZ vervaldatum verschoven naar 31/12/96 i.v.m. verhaalsinfo Landsadvocaat.

Een vordering ad. f 170 824,00 op NLRGC. Wordt in 1997 overgedragen aan de Klu.

Een vordering ad. f 182 667,00 op St. Kumpulan Bronbeek. Wordt volledig ontvangen.

Een vordering ad. f 114 021,50 op A.J. Drijgers. Debiteur lost maandelijks een bedrag af van f 250,00 en incidenteel hogere bedragen.

Met betrekking tot een vordering ad. f 225 404,16 op Fa. J. Verhoeven & Zn. loopt nog een rechtbankprocedure.

Beleidsterrein Koninklijke Marine

Een vordering ad f 141 614,78 op de Leidse Duinwaterleiding. Dit bedrag staat buiten invordering in afwachting van toestemming van het Ministerie van Financiën om de vordering definitief buiten invordering te stellen.

Twee vorderingen ad f 187 896,47 en f 120 146,40 op de Amerikaanse marine. Betreft de levering van brandstoffen. Vordering ingesteld respectievelijk in 1990 en 1992. De Amerikaanse Marine zal een en ander zo spoedig mogelijk uitzoeken.

Een vordering ad f 612 070,11 op Duitsland ingesteld in november 1984. Betreft het restant van een vordering ad. f 2 126 655,18. Duitsland ging niet accoord met restantbedrag. Marinestaf probeert nu bedrag te claimen bij NATO.

Een vordering op de Stichting Marcandi ad f 105 551,44 ingesteld op 19 februari 1993. De vordering betreft het verrekenen van 90% van de salariskosten over 1992 van een Marine officier die in dat jaar als directeur Marcandi fungeerde. Tegen deze verrekening werd door de voorzitter van de stichting Marcandi bezwaar gemaakt. De zaak is thans nog in behandeling. Terzake is nog geen overeenstemming bereikt.

Een vordering ad. f 106 895,00 op DAF bedrijfswagenfabriek. Betreft hydraulische laadkraan, bedrijf is failliet. De Koninklijke Marine staat op de lijst van erkende concurrente crediteuren.

Beleidsterrein Koninklijke Landmacht

Van de vordering op Hooge & Trier Hansen A/S ad f 0,7 mln. is de ontvangst onzeker. Deze vordering is ingesteld op 16 mei 1994.

Beleidsterrein Multi-service projecten en activiteiten

Een vordering op de UN betreffende transportkosten UNAVEM ad f 0,5 mln., deze vordering is in behandeling bij de VN. Deze vordering is ingesteld op 14 januari 1994.

ad 9. Extra-comptabele schulden

Het saldo op de saldibalans bedraagt f 0,00

Er bestaan geen extra-comptabele schulden. Alle verplichtingen worden intra-comptabel vastgelegd, en zijn als zodanig opgenomen in de post openstaande verplichtingen.

ad 10. Voorschotten

Het saldo op de saldibalans bedraagt f 4 707 297.774,88. De voorschotten zijn gewaardeerd tegen de in het jaar van verstrekking geldende plankoers. Voorschotten waarbij voor de verstrekking termijndollars zijn aangewend, zijn gewaardeerd tegen de betreffende termijnkoers.

Als criterium voor de toelichting naar grootte van voorschotten is gekozen voor een grensbedrag van > f 50,0 mln..

Hieronder volgt voor zover van toepassing per beleidsterrein een specificatie.

Pensioenen en Wachtgelden.

De declaraties met betrekking tot de zogenaamde post-actieven zijn betaald als voorschot aan de USZO en in de financiële verantwoording 1996 verwerkt als extra-comptabele voorschotten voor een totaal bedrag van f 1 156 463.582,00. De definitieve vaststelling van het te verrekenen bedrag zal plaatsvinden op grond van de jaarstukken van USZO en de bijbehorende accountantsverklaring.

Inmiddels is op 14 april 1997 een accountantsverklaring ontvangen voor een bedrag ter grootte van f 1 067 340.025,00; verrekening zal binnenkort plaatsvinden.

Beleidsterrein Koninklijke Marine.

Een bedrag ad. f 50,0 mln. m.b.t. Active Phased Array Radar (APAR), Engineering Manufactoring Development (EMD) fase. Levering en verrekening in 1999.

Beleidsterrein Koninklijke Luchtmacht.

Het nog onverrekende F-16 voorschot (F-16 Follow-on buy LOA-SVI) bedraagt f 372,3 mln..

Hiervan bestaat ca. f 174,0 mln. uit Progress Payments.

In 1996 is bewijsvoering verzameld op basis waarvan voorschotten ECP`s en Tooling voor een totaalbedrag van f 293,7 mln. konden worden verrekend. Hierbij is geconstateerd dat een ECP van $ 15,8 mln. ten onrechte in rekening is gebracht. Deze ECP is als action item uitgezet bij het logistiek management review van november 1996 en op basis hiervan als vordering in de saldibalans opgenomen. Met betrekking tot Tooling wordt aanvullende bewijsvoering van Fokker ten bedrage van ca. $ 18,0 mln. eind april 1997 verwacht.

Een openstaand voorschot ad. f 261,6 mln. t.b.v. MLU Ontwikkelingsfase (LOA-YMD). Begin februari 1997 zijn bewijsstukken verzameld ten bedrage van $ 60,0 mln. voor de door de Klu overgenomen 2 prototypes van de MLU kit. Hiermee kan verrekening plaatsvinden. Het restant zal naar verwachting voor eind 1997 worden verrekend.

Ten behoeve van de MLU Productiefase (LOA NMP) staat een voorschot open van f 232,1 mln.. Dit bestaat voor het grootste gedeelte uit Progress Payments, die door de USAF aan leveranciers zijn verstrekt plus administrative costs.

Met betrekking tot de KDC-10 staat nog een voorschot open van f 184,7 mln. Momenteel is nog overleg gaande over de juistheid van de verstrekte bewijsvoering. Naar verwachting zal dit in 1997 nog tot resultaten leiden, waarna tot verrekening kan worden overgegaan.

Tot slot een openstaand voorschot ad. f 103,1 mln. m.b.t. Follow-on support (LOA-QBC). De bewijsvoering is nog niet zodanig volledig, dat tot verrekening kan worden overgegaan. Er wordt naar gestreefd dit voor eind 1997 voor het grootste deel te hebben uitgevoerd.

Beleidsterrein Multi-service projecten en activiteiten.

Een bedrag ad. f 120,8 mln., verstrekt t.b.v. modificatie Chinooks. Levering in 1998, cfm. oorspronkelijk schema.

Voorschotten naar ouderdom

De verdeling van de voorschotten naar ouderdom is vermeld in onderstaande tabel.

(bedragen x f 1,0 mln.)

Jaar van ontstaanAlgemeenP&WKMKLKluMUSPOverigeTotaal
19926,40,017,650,21 044,10,00,01 118,3
19936,90,017,38,3249,80,60,0282,9
19946,20,049,644,1337,346,30,0483,5
19956,40,0135,6147,0457,615,62,3764,5
199649,81 156,5181,9151,4364,5152,41,62 058,1
Totaal75,71 156,5402,0401,02 453,3214,93,94 707,3

De post overige bestaat uit de beleidsterreinen DICO (f 0,5 mln.) en KMar (f 3,4 mln.).

Ten opzichte van de stand t/m 31-12-1995 is een bedrag verrekend van f 998,1 mln.. In 1996 zijn voorschotten verstrekt voor totaal f 2 135,5 mln. waarvan in 1996 reeds werd verrekend f 84,3 mln.. De totale mutatie in de voorschottenstand t.o.v. 1995 komt daardoor uit op + f 1 065,8 mln.

ad 11. Openstaande verplichtingen

Het saldo op de saldibalans bedraagt f 8 174 620.328,54. De met termijncontracten afgedekte verplichtingen zijn opgenomen tegen de termijnkoers.

De niet op termijn afgedekte US$-verplichtingen zijn gewaardeerd tegen de door MinFin voor 1995 voorgeschreven koers van f 1,65.

Verplichtingen 1/1/1996f  8 758 720.837,52
  
Aangegane verplichtingen in verslagjaarf 14 393 103.046,59
Sub-totaalf 23 151 823.884,11
Tot betaling gekomen in verslagjaarf 14 389 883.293,46
Negatieve bijstellingen van aangegane verplichtingen uit eerdere begrotingsjarenf   587 320 262,11
Sub-totaalf 14 977 203.555,57
Openstaande verplichtingen per 31/12/1996f  8 174 620.328,54

In de volgende bladzijden is de bovenstaande opbouw per artikel weergegeven. Tevens is gevoegd een blad met de opbouw van de garantieverplichtingen.

Door de Belastingdienst Grote Ondernemingen is naar aanleiding van een periodieke controle op de loonheffing een aantal correcties vastgesteld. Het betreft daarbij correcties op tegemoetkomingen in kosten zoals reis- en verblijfskosten, studiekosten, vergoeding woon-werkverkeer en de fiscale waarde van dienstkleding. De periode van controle strekte zich uit over de jaren 1991 tot en met 1996 en omvat in totaal een afgesproken correctie van f 30,0 mln, waarvoor een aanslag zal worden verzonden. In de loop van 1997 zal deze correctie, welke niet is begrepen in de bovenstaande stand, na ontvangst van de naheffingsaanslag in totaal door Defensie worden voldaan.

Op de MLU LOA NMP Productiefase heeft in maart 1996 een neerwaartse bijstelling ten bedrage van f 163,6 mln. plaatsgevonden. Bepaalde zaken zijn uit de LOA gehaald om deze opnieuw commercieel te verwerven. De uiteindelijk uitgaven worden hierdoor lager.

Als criterium voor de toelichting naar grootte van openstaande verplichtingen is gekozen voor een grensbedrag van > f 100,0 mln. Hieronder volgt voor zover van toepassing per beleidsterrein een specificatie.

Beleidsterrein Algemeen

Contributie NAVO Veiligheids Investerings Programma ad. f 306,5 mln.

Jaarlijks wordt in de begrotingsadministratie een nieuwe verplichting vastgelegd op basis van de financiële planning van NAVO voor de komende jaren.

Beleidsterrein Koninklijke Marine

Een verplichting ad. f 535,6 mln. betreft Bouwmeestercontract Luchtverdediging- en Commandofregatten (L.C.F.). De overeenkomst is gesloten met Koninklijke Schelde Groep (K.S.G.) Vlissingen. Dit project eindigt in 2002.

Beleidsterrein Koninklijke Landmacht

Bij de Koninklijke Landmacht betreft het de volgende orders. Bij Krauss Maffei voor een bedrag van respectievelijk f 384,0 mln. en f 118,0 mln. m.b.t. de modificatie van de Leopard 2. Leveringsdata van 1997 t/m 2000. Eveneens bij Krauss Maffei een verplichting van f 228,0 mln. t.b.v. instandhouding PRTL, waarbij levering plaatsvindt van 1997 t/m 2001.

Bij Thomson CSF voor een bedrag ad. f 253,0 mln. m.b.t. Combat Net Radio Eq., levering van 1997 t/m 2001.

Beleidsterrein Koninklijke Luchtmacht

Hier betreft het:

– een verplichting m.b.t. de Mid-Life update F-16 waarvan de leveringen zullen plaatsvinden tussen 1997 en 2004 (MLU LOA; NMP produktiefase) ad. f 929,9 mln.

– een verplichting van f 142,2 mln. bij United Technologies International Inc. inzake DEEC, levering wordt verwacht in 2000;

– een verplichting inzake AMRAAM ad. f 129,6 mln.. De afleveringen van de ca. 100 raketten zal in 1998 en 1999 plaatsvinden.

– een verplichting inzake follow-on support F-16 ad. f 142,2 mln.. Het betreft spare-parts, boekwerken etc. Afleveringen vinden periodiek plaats.

Beleidsterrein Multi-service projecten en activiteiten.

Hier zijn 3 openstaande verplichtingen groter dan f 100,0 mln. te onderkennen, te weten:

– modificatie Chinooks (leverancier Boeing) ad. f 206,4 mln., waarin is opgenomen een neerwaartse bijstelling van het koersverschil van de termijndollarkoers versus de plandollarkoers van f 8,1 mln.;

– aanschaf van COUGAR transport helicopters (leverancier Eurocopter) voor een bedrag van f 215,3 mln.

– anschaf van 31 Apache gevechtshelikopters (leverancier Mc Donall Douglas) voor een bedrag van f 1 091,0 mln.

De specificaties Garanties en -openstaande verplichtingen zijn hierna gevoegd.

ad 12. Deelnemingen

Het saldo op de saldibalans bedraagt f 13 333 333,33.

Naam van de onderneming: Eurometaal N.V.

Wijze van deelneming: Aandelen.

Het Ministerie van Defensie is in het bezit van 33 1/3 % van de aandelen. De waarde bedraagt, uitgedrukt in de oorspronkelijke aankoopprijs, 33 1/3 % van f 40,0 mln. = f 13,3 mln.

Overzicht openstaande verplichtingen t.b.v. saldibalans 1996

ArtikelVerpl. 1-1-96Aangeg. in 1996Sub-totaalBetaald in 1996neg.bijst. <96Sub-totaalOpenst. vpl 31-12-96
1040,00106 365 227,41106 365 227,41106 350 399,410,00106 350 399,4114 828,00
106961 103,591 438 898,492 400 002,08484 223,49538 103,591 022 327,081 377 675,00
1080,00199 400,64199 400,64199 400,640,00199 400,640,00
1090,000,000,000,000,000,000,00
111341 507 709,00154 942 243,92496 449 952,92137 714 021,4212 936 379,16150 650 400,58345 799 552,34
1126 969 232,350,006 969 232,350,0047 466,3047 466,306 921 766,05
1147 403 722,1319 502 708,5826 906 430,7116 731 404,384 836 217,4921 567 621,875 338 808,84
11548 628 934,9023 019 164,6371 648 099,5331 462 293,233 487 714,9334 950 008,1636 698 091,37
1160,000,000,000,000,000,000,00
1170,000,000,000,000,000,000,00
11834 887 036,37287 412 424,45322 299 460,82282 999 555,5012 177 759,02295 177 314,5227 122 146,30
1191 869 448,5025 474 948,3627 344 396,8625 472 055,21197 133,8425 669 189,051 675 207,81
Tot.Alg. 442 227 186,84618 355 016,481 060 582 203,32601 413 353,2834 220 774,33635 634 127,61424 948 075,71
        
2010,00218 568 886,80218 568 886,80218 568 886,800,00218 568 886,800,00
2020,001 596 660 177,411 596 660 177,411 596 450 471,67209 705,741 596 660 177,410,00
Tot.PW0,001 815 229 064,211 815 229 064,211 815 019 358,47209 705,741 815 229 064,210,00
        
301611 256,46337 712 633,96338 323 890,42337 056 643,75250 738,76337 307 382,511 016 507,91
302225 209,32986 553 576,56986 778 785,88986 278 374,9645 431,14986 323 806,10454 979,78
30324 421 107,72151 049 464,55175 470 572,27154 698 470,703 854 156,54158 552 627,2416 917 945,03
3040,001 022 961,251 022 961,251 022 961,250,001 022 961,250,00
305226 716 352,70613 602 078,63840 318 431,33500 182 792,2034 367 987,09534 550 779,29305 767 652,04
30644 465 853,3593 955 085,99138 420 939,34100 608 625,886 478 442,62107 087 068,5031 333 870,84
3071 003 772 779,48490 610 146,971 494 382 926,45515 599 842,5623 825 338,61539 425 181,17954 957 745,28
30814 016 470,734 822 434,4318 838 905,1615 480 499,2897 9 234,6016 459 733,882 379 171,28
3092 811 280,723 001 868,575 813 149,294 988 459,78370 685,545 359 145,32454 003,97
3100,000,000,000,000,000,000,00
Tot.KM1 317 040 310,482 682 330 250,913 999 370 561,392 615 916 670,3670 172 014,902 686 088 685,261 313 281 876,13
        
401311 809,33749 829 651,57750 141 460,90744 928 046,01716 201,19745 644 247,204 497 213,70
402465 836,391 602 097 735,301 602 563 571,691 598 511 821,6278 431,831 598 590 253,453 973 318,24
40389 241 262,27334 465 766,38423 707 028,65345 626 387,478 449 991,16354 076 378,6369 630 650,02
404516 391,7116 601 971,1917 118 362,9016 135 478,19513 391,7116 648 869,90469 493,00
405480 001 608,531 147 271 303,791 627 272 912,321 019 807 622,2035 158 283,001 054 965 905,20572 307 007,12
40682 181 263,45220 846 637,88303 027 901,33156 392 661,927 719 273,89164 111 935,81138 915 965,52
4071 493 396 598,65751 444 403,372 244 841 002,02594 196 632,7355 484 741,41649 681 374,141 595 159 627,88
4080,000,000,000,000,000,000,00
4092 170 875,000,002 170 875,000,00817 250,00817 250,001 353 625,00
4100,000,000,000,000,000,000,00
4110,000,000,000,000,000,000,00
Tot.KL2 148 285.645,334 822 557 469,486 970 843 114,814 475 598 650,14108 937 564,194 584 536 214,332 386 306 900,48
        
501155 317,40133 163 877,08133 319 194,48133 128 856,08155 316,86133 284 172,9435 021,54
5020,00829 121 733,24829 121 733,24829 087 709,6229 159,03829 116 868,654 864,59
50347 601 542,91195 989 246,67243 590 789,58216 828 682,30– 504 289,79216 324 392,5127 266 397,07
504498 651 408,24739 739 511,541 238 390 919,78627 035 584,5351 466 015,04678 501 599,57559 889 320,21
50560 030 788,80240 753 207,19300 783 995,99236 102 150,30– 1 071 143,97235 031 006,3365 752 989,66
506822 264 278,70408 198 821,281 230 463 099,98669 174 039,0237 385 443,91706 559 482,93523 903 617,05
5070,000,000,000,000,000,000,00
5081 373 666 583,50118 772 310,621 492 438 894,12134 907 348,78233 684 120,02368 591 468,801 123 847 425,32
Tot.KLu2 802 369 919,552 665 738 707,625 468 108 627,172 846 264 370,63321 144 621,103 167 408 991,732 300 699 635,44
        
6010,008 977 136,808 977 136,808 977 136,800,008 977 136,800,00
6020,00275 347 442,51275 347 442,51275 347 442,510,00275 347 442,510,00
6033 145 646,4132 092 684,4235 238 330,8330 951 019,08594 421,6531 545 440,733 692 890,10
6041 622 272,9650 189 342,0651 811 615,0242 556 866,4979 606,9642 636 473,459 175 141,57
60546 889 362,7920 429 730,5567 319 093,3428 888 662,71355 790,0729 244 452,7838 074 640,56
6062 443 915,6629 500 741,2531 944 656,9124 270 066,94217 274,1724 487 341,117 457 315,80
Tot.Kmar54 101 197,82416 537 077,59470 638 275,41410 991 194,531 247 092,85412 238 287,3858 399 988,03
ArtikelVerpl. 1-1-96Aangeg. in 1996Sub-totaalBetaald in 1996neg.bijst. <96Sub-totaalOpenst. vpl 31-12-96
8011 885 924 598,48163 434 086,222 049 358 684,70436 064 676,9423 377 568,88459 442 245,821 589 916 438,88
80227 945 351,12270 722 196,04298 667 547,16272 018 018,811 563 159,61273 581 178,4225 086 368,74
Tot.Musp1 913 869 949,60434 156 282,262 348 026 231,86708 082 695,7524 940 728,49733 023 424,241 615 002 807,62
        
90211 244 017,01244 548 604,17255 792 621,18231 091 565,364 269 739,83235 361 305,1920 431 315,99
903349 270,793 948 678,444 297 949,233 446 530,56338 572,413 785 102,97512 846,26
Tot.Dico11 593 287,80248 497 282,61260 090 570,41234 538 095,924 608 312,24239 146 408,1620 944 162,25
Tot.Def. 8 689 487 497,4213 703 401 151,1622 392 888 648,5813 707 824 389,08565 480 813,8414 273 305 202,928 119 583 445,66

Rek/beh.Verpl. 1-1-96Aangeg. in 1996Sub-totaalBetaald in 1996neg.bijst. <96Sub-totaalOpenst. vpl 31-12-96
D0010,0074 979,3374 979,3359 979,330,0059 979,3315 000,00
D00215 948 484,066 066 955,5722 015 439,637 601 752,791 281 697,268 883 450,0513 131 989,58
D0080,000,000,000,000,000,000,00
D0250,000,000,000,000,000,000,00
D03017 236 228,0030 186 241,4847 422 469,4828 500 735,405 913 968,2534 414 703,6513 007 765,83
D03112 504 807,433 107 496,2415 612 303,672 375 487,7012 164 175,0714 539 662,771 072 640,90
D0410,0049 596 860,3049 596 860,3049 596 860,300,0049 596 860,300,00
D0420,0095 608 582,3495 608 582,3495 608 582,340,0095 608 582,340,00
Tot.Alg. 45 689 519,49184 641 115,26230 330 634,75183 743 397,8619 359 840,58203 103 238,4427 227 396,31
        
D0010,000,000,000,000,000,000,00
D0300,00367 586 662,18367 586 662,18367 586 662,180,00367 586 662,180,00
Tot.PW0,00367 586 662,18367 586 662,18367 586 662,180,00367 586 662,180,00
        
D0010,000,000,000,000,000,000,00
D0020,009 500 000,009 500 000,004 300 000,000,004 300 000,005 200 000,00
D0070,000,000,000,000,000,000,00
D0090,0014 888,3014 888,3014 888,300,0014 888,300,00
D0100,0069 755,4469 755,4469 755,440,0069 755,440,00
D0130,000,000,000,000,000,000,00
D03018 946 687,3515 474 433,4334 421 120,7822 319 368,702 260 895,2524 580 263,959 840 856,83
Tot.KM18 946 687,3525 059 077,1744 005 764,5226 704 012,442 260 895,2528 964 907,6915 040 856,83
        
D0010,000,000,000,000,000,000,00
D0021 200 000,000,001 200 000,000,000,000,001 200 000,00
D003151 849,430,00151 849,430,000,000,00151 849,43
D0070,000,000,000,000,000,000,00
D0080,0025 066,2725 066,2725 066,270,0025 066,270,00
D0090,00115 885,93115 885,93115 885,930,00115 885,930,00
D0110,000,000,000,000,000,000,00
D0120,00447 192,39447 192,39447 192,390,00447 192,390,00
D0301 705 662,3992 138 469,3993 844 131,7890 664 677,470,0090 664 677,473 179 454,31
Tot.KL3 057 511,8292 726 613,9895 784 125,8091 252 822,060,0091 252 822,064 531 303,74
        
D0080,000,000,000,000,000,000,00
D032335 689,4666 094,00401 783,46116 747,00199 079,46315 826,4685 957,00
D0330,000,000,000,000,000,000,00
D0340,00252 589,00252 589,00252 589,000,00252 589,000,00
D0350,00112 152,00112 152,00108 747,000,00108 747,003 405,00
D0360,001,001,001,000,001,000,00
D037993 071,93782 197,001 775 268,931 732 661,00– 0,071 732 660,9342 608,00
D038122 299,710,00122 299,7175 058,0019 632,7194 690,7127 609,00
D03988 560,3416 721 242,0016 809 802,348 794 565,000,348 794 565,348 015 237,00
Tot.KLu1 539 621,4417 934 275,0019 473 896,4411 080 368,00218 712,4411 299 080,448 174 816,00
D0050,00265 850,00265 850,00203 340,000,00203 340,0062 510,00
D0070,00204 330,78204 330,78204 330,780,00204 330,780,00
D0090,00182 186,62182 186,62182 186,620,00182 186,620,00
D0300,001 101 784,441 101 784,441 101 784,440,001 101 784,440,00
Tot.KMar0,001 754 151,841 754 151,841 691 641,840,001 691 641,8462 510,00
Tot.Def. 69 233 340,10689 701 895,43758 935 235,53682 058 904,3821 839 448,27703 898 352,6555 036 882,88

TotaalVerpl. 1-1-96Aangeg. in 1996Sub-totaalBetaald in 1996neg.bijst. <96Sub-totaalOpenst. vpl 31-12-96
TG.Alg. 487 916 706,33802 996 131,741 290 912 838,07785 156 751,1453 580 614,91838 737 366,05452 175 472,02
TG.PW0,002 182 815 726,392 182 815 726,392 182 606 020,65209 705,742 182 815 726,390,00
TG.KM1 335 986 997,832 707 389 328,084 043 376 325,912 642 620 682,8072 432 910,152 715 053 592,951 328 322 732,96
TG.KL2 151 343 157,154 915 284 083,467 066 627 240,614 566 851 472,20108 937 564,194 675 789 036,392 390 838 204,22
TG.Klu2 803 909 540,992 683 672 982,625 487 582 523,612 857 344 738,63321 363 333,543 178 708 072,172 308 874 451,44
TG.Kmar54 101 197,82418 291 229,43472 392 427,25412 682 836,371 247 092,85413 929 929,2258 462 498,03
TG.Musp1 913 869 949,60434 156 282,262 348 026 231,86708 082 695,7524 940 728,49733 023 424,241 615 002 807,62
TG.Dico11 593 287,80248 497 282,61260 090 570,41234 538 095,924 608 312,24239 146 408,1620 944 162,25
TG.Def. 8 758 720 837,5214 393 103 046,5923 151 823 884,1114 389 883 293,46587 320 262,1114 977 203 555,578 174 620 328,54

Specificatie Garantieverplichtingen per 31 december 1996 (RDB 5.8)

Begr. artikelBasis voor het aangaan van garantieverplichtingenAard van de verbintenisGegarandeerd bedragVerleende garantiesLooptijdOpenstaande garantie verplichtingen per 31-12-1995Mutatie Garantie VerplichtingenOpenstaade garantie verplichtingen per 31-12-1995
U 01.12Begrotingswet dd. 28-12-1960 Staatsbladnummer 566Leningen ter stimulering van de woningbouw met een looptijd van ten hoogste 40 jaarNiet nader geregeldGarantie aan de «Vereniging Pensioen Risico» te Amsterdam voor de betaling van rente en aflossing door de woningstichting «Ons Belang» te Amersfoort i.v.m. een geldlening ad f 1 100 000 ingevolge een overeenkomst van 31 augustus 1961t/m 2001f 319 232,35– f 47 466,30f 271 766,05
U 01.12Derde wijzigingsovereenkomst op de Raamovereenkomst betreffende Eurometaal NV dd. 19-03-1990Borgstelling in verband met aan te gane geldleningen, 1/3 deel van maximaal f 6 000 000 Onder aantekening dat in geval het maximumbedrag ad f 6 000 000 niet voldoende mocht blijken, betrokken partijen over een eventuele verhoging van dit bedrag nader met elkaar in overleg zullen tredenf 2 000 000Borgstelling ten behoeve van Eurometaal NV voor de door genoemde vennootschap op te nemen geldleningen ter verdere financiering van de vennootschapDoorlopendf 2 000 000,00f 0,00f 2 000 000,00
U 01.12Overeenkomst met de stichting NLRGC briefnr. F/95/569 dd. 28 januari 1995Garantstelling voor de financiering van het uitkeringsbesluit burgerambtenaren Defensie in geval van een faillissement van het NLRGCf 4 650 000Garantie ten behoeve van de «Stichting Nationaal Lucht- en Ruimtevaart Geneeskundig Centrum» te Soesterberg m.b.t. een wachtgeld- en ziektekostenregeling ad f 4 650 000t/m 1997f 4 650 000,00f 0,00f 4 650 000,00
        f 6 921 766,05

FINANCIËLE VERANTWOORDING 1996

Agentschap Duyverman Computercentrum

Het Duyverman Computercentrum (DCC) is het computercentrum van het Ministerie van Defensie. Vanaf 1 januari 1994 is DCC een agentschap.

De producten en diensten die DCC aanbiedt zijn in 7 productgroepen ondergebracht. Het betreft:

– Computerdiensten

Computerdiensten omvat de exploitatie en opslag van informatiesystemen op centrale computerfaciliteiten (vooral mainframe). Verwerkingstijd en de wijze van en hoeveelheid gegevensopslag vormen de voornaamste producten. Ook de door DCC UitwijkCentrum (DUC) mogelijk gemaakte uitwijkfaciliteiten behoren hiertoe. Tevens omvat deze productgroep een veelheid aan nabewerkingsmogelijkheden.

– Netwerkdiensten

DCC exploiteert het Defensie Datacommunicatie Netwerk (DDN). Via aansluiting op het DDN kunnen klanten onderling, met (de)centrale reken- en opslagfaciliteiten en met externe netwerken communiceren.

– IT-Ondersteuning

Hieronder valt een pakket aan diensten uiteenlopend van verwerving, verhuur en installatie van apparatuur tot onderhoud en technisch support van systemen alsmede volledig systeembeheer ter plekke of op afstand.

– Systeemontwikkeling en -onderhoud

Deze diensten omvatten ontwikkeling, renovatie en onderhoud van informatiesystemen op nagenoeg alle platforms, al dan niet geïntegreerd.

– Advies

DCC biedt advies en ondersteuning bij het benutten van Informatie Technologie-producten. Dit omvat in principe alle aspecten, van aanschaf, inrichting tot en met opleidingsprogramma's.

– Opleidingen

De opleidingen die door DCC verzorgd worden betreffen standaardopleidingen voor gebruikers en specialistisch maatwerk.

– Value Added Services

DCC heeft diverse producten die waarde toevoegen aan het gebruik van overige producten. Dit betreft zowel standaardproducten als specifieke pakketten voor kantooromgevingen.

I. GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING

Grondslagen voor de waardering

Algemeen

De activa en passiva zijn, voorzover niet anders vermeld, gewaardeerd tegen nominale waarde inclusief BTW. Een nadere toelichting op de algemene waarderingsgrondslagen wordt hieronder gegeven.

Immateriële vaste activa

Immateriële vaste activa bestaat uit gekochte software en licenties voor het gebruik van software. Deze activa worden geactiveerd voor zover de aanschafwaarde groter is dan f 25 000,–.

Materiële vaste activa

Deze activa zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde, verminderd met de lineaire afschrijvingen. Er geldt een activeringsgrens voor vaste activa van f 10 000,–.

Voorraden

De voorraden zijn gewaardeerd tegen de kostprijs of de eventueel lagere verwachte netto opbrengstwaarde.

Debiteuren

De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. De voorziening voor het risico van oninbaarheid is gesaldeerd.

Overige activa en passiva

De overige activa en passiva zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.

Voorzieningen

De voorzieningen zijn gevormd voor specifieke verplichtingen en risico's die uitgaan boven het algemene risico dat aan het ondernemen als agentschap verbonden is.

Grondslagen voor de bepaling van het resultaat

Algemeen

De resultaten zijn berekend op basis van historische kostprijzen, waarbij de baten en lasten zijn toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben (matching-principle). Transacties in vreemde valuta zijn in nederlandse guldens berekend op basis van administratiekoersen. Deze koersen worden gehanteerd bij betalingen via het ministerie van Financiën en worden periodiek door dit ministerie vastgesteld.

Buitengewone baten en lasten

De buitengewone baten en lasten zijn resultaten die niet voortvloeien uit de normale bedrijfsuitoefening.

Afschrijvingsmethode en -termijnen

Alle afschrijvingen vinden lineair plaats en worden berekend op basis van de aanschafwaarde.

De afschrijvingstermijnen zijn:

immateriële vaste activa– software/licenties5 jaar
materiële vaste activa– terreinen10 jaar
 – gebouwen30 jaar
 – machines en installaties8 jaar
 – computerapparatuur3–8 jaar
 – overige bedrijfsmiddelen4–5 jaar

Met deze uitgangspunten ten aanzien van de afschrijvingen is sprake van een bestendige gedragslijn. Onder de categorie terreinen vallen naast grond ook werken. Op grond wordt niet afgeschreven terwijl werken wel worden afgeschreven. Vandaar dat bij terreinen een afschrijvingstermijn wordt vermeld, in tegenstelling tot wat daarover is bepaald in de Handleiding agentschappen.

De balans van agentschap Duyverman Computercentrum (DCC) per 31 december 1996 (bedragen x f 1 000,-)

 Balans 1996Balans 1995
Activa Immateriële activa5 6992 903
Materiële activa   
* grond en gebouwen34 71336 160
* installaties en inventarissen8 39310 239
* overige materiële vaste activa19 61234 652
Voorraden6 9793 716
Debiteuren26 13423 506
Overlopende activa12 5813 706
Liquide middelen33 93148 693
Totaal activa148 042163 575
Passiva  
Agentschapsvermogen * algemene reserves57 07373 633
* bestemmingsreserves46 90526 165
* verplichte reserves00
* saldo exploitatie boekjaar4 5374 180
Subtotaal Agentschapsvermogen108 515103 978
   
Aflossings- en rentedragend vermogen00
Voorzieningen18 29625 024
Crediteuren10 84623 857
Overlopende passiva10 38510 716
Totaal passiva148 042163 575

II. TOELICHTING OP DE BALANS

ACTIVA

IMMATERIËLE ACTIVA

(Bedragen x f 1 000,–) Licenties

Aanschafwaarde tot en met 31 december 1995 5 832

Investeringen 1996 4 410

Aanschafwaarde tot en met 31 december 1996 10 242

Afschrijvingen tot en met 31 december 1995 2 929

Afschrijvingen 1996 1 614

Afschrijvingen tot en met 31 december 1996 4 543

Boekwaarde per 31 december 1996 5 699

MATERIËLE ACTIVA

(Bedragen x f 1 000,–)Gebouwen en terreinenMachines en installatiesComputerapparatuurOverige bedrijfsmiddelenTotaal materiële vaste activa
Aanschafwaarde tot en met 31 december 199538 19414 51563 2763 823119 808
Investeringen 1996174625 311895 879
Desinvesteringen 1996  – 1 031 – 1 031
Aanschafwaarde tot en met 31 december 199638 21114 97767 5563 912124 656
      
Afschrijvingen tot en met 31 december 19952 0344 27631 55289538 757
Afschrijvingen 19961 4642 30818 61079923 181
Afschrijvingen tot en met 31 december 19963 4986 58450 1621 69461 938
      
Boekwaarde per 31 december 199634 7138 39317 3942 21862 718

VOORRADEN

(Bedragen x f 1 000,–)

Magazijnvoorraad 5 138

Onderhandenwerk 1 841

Totaal 6 979

De magazijnvoorraad is verminderd met een voorziening voor incourantheid.

DEBITEUREN EN OVERLOPENDE ACTIVA

(Bedragen x f 1 000,–)

Debiteuren 26 134

Overlopende activa 12 581

Totaal 38 715

De debiteuren zijn volledig als kortlopend aan te merken.

LIQUIDE MIDDELEN

(Bedragen x f 1 000,–)

Liquide middelen 33 931

Deze post betreft de rekening courant bij het ministerie van Financiën. Deze rekening wordt dagelijks bijgewerkt voor het saldo van de uitgaven en inkomsten van DCC. Na winstverdeling staan de liquide middelen ter beschikking van DCC voor onder andere toekomstige investeringen en financiering van uitgaven ten laste van voorzieningen.

PASSIVA

AGENTSCHAPSVERMOGEN

Het agentschapsvermogen is weergegeven overeenkomstig de Handleiding agentschappen.

ALGEMENE RESERVES

(bedragen x f 1 000,–)Balans
Stand algemene reserves 1–173 633
  
bij: toevoegingen a.g.v. – resultaat vorig boekjaar4 180
  
af: onttrekkingen a.g.v. – mutatie bestemmingsreserves20 740
  
Stand algemene reserves 31–1257 073

BESTEMMINGSRESERVES

De bestemmingsreserves geven het bedrag weer dat is gereserveerd ten behoeve van toekomstige investeringen.

(bedragen x f 1 000,–)Balans 1996Balans 1995
Stand bestemmingsreserves1–126 16513 515
   
bij: toevoegingen a.g.v.   
– afschrijvingen24 79520 432
– calculatorische afschrijvingen5 2037 200
– investeringsbijdrage moederdepartement00
– desinvesteringen1 0310
   
af: onttrekkingen a.g.v.   
– investeringen10 28914 982
   
Stand bestemmingsreserves 31–1246 90526 165

VOORZIENINGEN

Onder deze post zijn de voorzieningen opgenomen voor zover deze niet met de posten vorderingen en voorraden zijn gesaldeerd. Langlopende voorzieningen ten bedrage van f 18 miljoen zijn gevormd in het kader van garantieaanspraken, assurantie eigen risico en herstructurering en reorganisatie. De voorziening herstructurering heeft betrekking op zowel de kosten gemoeid met de herstructurering als de gevolgen ervan. Er zijn geen kortlopende voorzieningen opgenomen.

De specificatie luidt als volgt:

(Bedragen x f 1 000,–)Balans 1995Dotaties 1996Onttrekkingen 1996Balans 1996
Voorziening: – garantieaanspraken8 3631 000249 339
– assurantie eigen risico1 152600101 742
– herstructureringen15 5094 42912 7237 215
totaal25 0246 02912 75718 296

Onder de onttrekkingen aan de voorziening herstructuringen valt een vrijval ten gunste van het resultaat van een substantieel deel van de in 1994 opgebouwde voorziening. Deze was bedoeld voor het financieren van het herstructureren van de produktie-organisatie. De ontwikkeling in de afzetmarkt heeft als positief effect gehad dat de beoogde vrij te komen arbeidsplekken voor een belangrijk deel elders binnen DCC produktief gemaakt konden worden. De vrijval is verantwoord onder de post buitengewone baten.

CREDITEUREN EN OVERLOPENDE PASSIVA

(Bedragen x f 1 000,–)

Crediteuren 10 846

Overlopende passiva 10 385

Totaal 21 231

Dit betreft schulden met een resterende looptijd van ten hoogste 1 jaar, met name vooruitgefactureerd onderhandenwerk, opgebouwde vakantierechten en te betalen interim ziektekosten (IRZK) van personeel.

AFLOSSINGS- EN RENTEDRAGEND VERMOGEN

Ultimo 1996 was er geen sprake van rente- en aflossingsdragend vermogen.

BESTEMMING SALDO BATEN EN LASTEN

De bestemming van het saldo van baten en lasten van f 4,5 miljoen is een toevoeging aan het agentschapsvermogen.

De specificatie van de rekening van baten en lasten van agentschap Duyverman Computercentrum (DCC) (bedragen x f 1 000,–)

 (1) (2) (3) (4) = (1) + (2) + (3)(5) (6) = (5) - (4)
OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begroting Mutaties (+ of -) op grond van eerste suppletore begroting Mutaties (+ of -) op grond van tweede suppletore begroting Totaal beschikbaar Realisatie Slotwetmutaties (+ of -) (+ = tekortschortend t.o.v. beschikbaar bedrag)
BATEN opbrengst moederdepartement129 000  129 000143 53114 531
opbrengst overige departementen2 600  2 6002 023– 577
opbrengst derden0  000
rentebaten2 100  2 100593– 1 507
buitengewone baten0  06 0246 024
exploitatie-bijdrage0  000
       
Totaal baten133 700  133 700152 17118 471
       
LASTEN apparaatskosten * personele kosten51 700  51 70067 12115 421
* materiële kosten46 700  46 70049 6892 989
rentelasten0  000
afschrijvingskosten * materieel27 300  27 30023 181– 4 119
* immaterieel2 600  2 6001 614– 986
dotaties voorzieningen1 600  1 6006 0294 429
buitengewone lasten0  000
       
Totaal lasten129 900  129 900147 63417 734
       
Saldo van baten en lasten3 800  3 8004 537737

III.TOELICHTING OP DE REKENING VAN BATEN EN LASTEN

ALGEMEEN

KENGETALLEN

In de begroting DCC 1996 zijn vier kengetallen opgenomen die min of meer los worden gepresenteerd van de begroting van baten en lasten. De afwijkingen van deze planning in de realisatie worden onderstaand toegelicht.

 Begroting 1996Realisatie 1996
– Resultaatmarge:1 %3%
– Rentabiliteit agentschapsvermogen3,7 %4,2 %
– Flexibiliteit van het personeelsbestand:10 %21%
– Omzet DCC bij: – Defensie:98 %99%
– Overig:2 %1%

Toelichting:

Resultaatmarge: De resultaatmarge is het saldo van baten en lasten ten opzichte van de omzet, exclusief rente-inkomsten en -uitgaven. De ontwikkeling van de resultaatmarge is het directe gevolg van de ontwikkeling van de baten zowel als de lasten die beide verderop worden toegelicht.

Rentabiliteit agentschapsvermogen: De rentabiliteit van het agentschapsvermogen is het saldo van baten en lasten ten opzichte van het agentschapsvermogen aan het begin van het verslagjaar. Deze indicator is in de begroting 1997 voor het eerst opgenomen. Het onder begroting 1996 weergegeven percentage is gebaseerd op het saldo van baten en lasten uit de begroting 1996 ten opzichte van het agentschapsvermogen zoals weergeven in de slotwet 1995.

Flexibiliteit: Onder flexibiliteit van het personeelsbestand wordt verstaan het aantal personeelsleden met een tijdelijk contract ten opzichte van het totale personeelsbestand. Om flexibel in te kunnen spelen op veranderingen in de klantvraag streeft DCC naar een bepaalde mate van flexibiliteit in haar personeelsbestand. Door de toegenomen klantvraag in 1996 naar arbeidsintensieve diensten is het aantal personeelsleden flink gegroeid. Het beleid om nieuwe medewerkers in dienst te nemen op tijdelijke basis verklaart bij deze groeisituatie het hoge flexibiliteitspercentage in 1996.

Omzet DCC bij Overig: Het omzetaandeel geeft aan welk deel van de omzet van DCC bij het ministerie van Defensie wordt gerealiseerd, respectievelijk bij klanten buiten het ministerie van Defensie. DCC legt haar prioriteit binnen Defensie, zo mag door dienstverlening aan klanten extern Defensie (= overig) de dienstverlening aan Defensie niet onder druk komen te staan. Dit heeft in 1996 er toe geleid dat het relatieve aandeel van omzet extern Defensie (= overig) lager is dan begroot.

Het kengetal «Marktaandeel DCC bij Defensie» is vervallen, net als in de Begroting 1997. Omdat het inzicht in de automatiseringsbestedingen van de interne defensieklanten op het gewenste aggregatie-niveau ontbreekt kan een dergelijk kengetal niet met voldoende betrouwbaarheid worden vastgesteld.

BATEN

DCC heeft in 1996 evenals voorgaande jaren een tariefdaling door kunnen voeren. De bij de begrotingsopstelling 1996 voorgenomen tariefreductie van 5,5 % is in 1996 uitgekomen op 1% (zoals reeds vermeld in Begroting 1997). De tariefdaling bestaat uit tariefdalingen en -stijgingen.

De tarieven van computer services daalden bijna 10%.

Bij de arbeidsintensieve produkten zijn tariefstijgingen van gemiddeld 7% doorgevoerd. Na twee agentschapsjaren waarin de uurprijzen van DCC-diensten gelijk waren gebleven was het voor 1996 noodzakelijk om tariefverhogingen door te voeren. Dit vooral door stijgingen in de personele kosten.

Bij Netwerk Diensten was DCC genoodzaakt haar tarieven te verhogen door een combinatie van een wezenlijk ander afzetpatroon dan voorzien ten tijde van het opstellen van een gedifferentieerde tariefsstructuur bij Netwerk Diensten en een stijging in de geschatte exploitatiekosten per einde 1995.

De raming en realisatie van de opbrengsten naar produktgroepen in 1996 zijn:

(x f 1 000,-)geraamdrealisatie
Computer diensten70 20064 802
Netwerk diensten26 40027 651
IT-Ondersteuning12 80023 685
Systeemontwikkeling en -onderhoud13 80015 534
Advies4 6009 657
Opleidingen2 0002 768
Value Added Services1 8001 457
totaal131 600145 554

Toelichting:

Omzet

Bij Computer diensten is de omzet gedaald met name doordat de klant het gebruik van deze diensten in toenemende mate rationaliseert. Zo zien we bij meerdere produktgroepen dat klanten doelmatigheid in hun bestedingspatroon realiseren (vraagregulering). DCC anticipeert hierop middels kostenreductie-programma's aangezien lagere inkomsten nopen tot kostenbesparingen.

Bij IT-Ondersteuning is de verwachte terugloop van een aantal diensten minder sterk dan verwacht. Verder is er een toename van de dienstverlening in de vorm van «derden-contracten». Dit betreft werkzaamheden in opdracht en voor rekening van klanten door derden uitgevoerd waarbij DCC primair als intermediair optreedt. De omzet van de produktgroep Advies lag fors boven verwachting, door de realisatie van een aantal grote projecten. Voor deze realisatie heeft DCC echter ook fors boven planning moeten inhuren, zie ook toelichting onder lasten. Bij Opleidingen lag de omzet boven planning.

RENTE(-BATEN)

Dit betreft de in 1996 door het ministerie van Financiën verschuldigde rente over het tegoed op de rekening-courant bij de Rijkshoofdboekhouding (promesse-disconto minus 2 procent). De geplande rentebaten van f 2,1 miljoen gulden is met f 1,5 miljoen onderschreden als gevolg van een lager rente percentage dan was aangenomen ten tijde van het opstellen van de begroting (2 tot 2,75 % in plaats van 5,5 %), het naar een normatief niveau brengen van de crediteuren en overlopende passiva en een hogere stand van de debiteuren.

BUITENGEWONE BATEN

De post buitengewone baten bevat de vrijval van een deel van de herstructueringsvoorzieningen. Overigens wordt verwezen naar de toelichting bij de post voorzieningen bij de balans.

LASTEN

KOSTEN APPARAAT

Personeel

De personele lasten zijn f 15,4 miljoen hoger dan begroting 1996, f 6,7 miljoen hiervan bestaat uit meer dan begrote inhuurkosten. De hogere kosten worden met name veroorzaakt door de meeromzet bij arbeidsintensieve produktgroepen. Hieraan vooraf gaat de toegenomen verkoopinspanning door DCC. Bij verkoop van arbeidsintensieve produkten staat DCC in directe concurrentie met de markt waardoor additionele inspanning van met name verkoop nodig is. De grote vraag naar arbeidsintensieve diensten noopte DCC verder tot hogere kosten bij het verwerven van personeel op een krappe automatiseringsarbeidsmarkt. Groei in personeel samen met omscholingstrajecten leidden tot hogere opleidingskosten (her- en bijscholing). Verschuiven van reorganisatieprojecten in de tijd leidde tot meer kosten ten opzichte van de raming aangezien betrokken personeel regulier produktief is ingezet. Tevens zijn de inspanningen voor herstructurering van met name de eigen informatievoorziening aanzienlijk geweest.

De realisatie van de gemiddelde formatieve bezetting in 1996 ten opzichte van geraamd luidt als volgt:

(in volledige tijdsequivalenten)geraamdrealisatie
burgers540566
militairen1010
totaal550576

Materieel

Deze post omvat alle lopende (exploitatie)lasten van DCC.

De materiële exploitatiekosten hebben zich in het algemeen gestabiliseerd op het begrotingsniveau. Meer kosten worden met name veroorzaakt door de toegenomen omzet van diensten waarbij DCC voor klanten diensten inhuurt en deze direct weer doorbelast. Voorts worden door prijsdalingen tot onder de activeringsgrens, bepaalde gedachte investeringen als kosten gerealiseerd (bijv. Netwerkapparatuur).

AFSCHRIJVINGEN

(Bedragen x f 1 000,–)

licenties 1 614

gebouwen en terreinen 1 464

machines en installaties 2 308

computerapparatuur 18 610

overige bedrijfsmiddelen  799

totaal 24 795

De afwijking ten opzichte van de begroting wordt met name veroorzaakt door de volgende effecten:

De vrijval van de calculatorische afschrijvingen (f 5,2 miljoen) ten gunste van het resultaat veroorzaakt lagere afschrijvingen. De calculatorische afschrijvingen vormen een onderdeel van de in de begroting geraamde post afschrijvingen en zijn opgenomen teneinde de integrale kosten van de verleende diensten correct te kunnen bepalen.

Het opnemen van de calculatorische afschrijvingen is het gevolg van de in de openingsbalans DCC 1994 gehanteerde conservatieve waarderingsmethodiek. Het betreft een aflopende afschrijvingspost (t/m 1999).

De resultaten van een omvangrijk kostenbesparingsproject hebben aangetoond dat de vervangingswaarde van het huidig mainframe beduidend lager is dan de boekwaarde. Dit is een indicatie voor het feit dat de economische veroudering veel sneller gaat dan de aangenomen afschrijvingstermijn. Vandaar dat voor 1997 en 1998 vervangingsinvesteringen begroot zijn. Ten laste van 1996 is een inhaalafschrijving gepleegd van f 4,06 miljoen. Dit betreft een resultaatcorrectie, waarvan f 2,8 miljoen betrekking heeft op voorgaande jaren. Een zelfde situatie doet zich voor bij harde schijven mainframe (DASD). Daarom is voor deze activa een inhaalafschrijving van f 1,5 miljoen gepleegd, waarvan f 1,1 miljoen betrekking heeft op voorgaande jaren.

In 1996 (evenals in 1995) heeft DCC minder geïnvesteerd dan begroot, mede hierdoor komen de afschrijvingen (f 5,5 miljoen) lager uit. Oorzaken van een lager investeringsniveau zijn de grondige bedrijfsmatige toetsingen op noodzakelijkheid door DCC, onduidelijke toekomstige ontwikkelingen bij Netwerkdiensten die nopen tot terughoudendheid en de gunstige ontwikkeling van de prijzen van hardware.

DOTATIES AAN VOORZIENINGEN

De dotaties aan voorzieningen in 1996 bedragen f 6,0 miljoen. Dit bedrag bestaat naast de in de begroting reeds opgenomen f 1,6 miljoen ten behoeven van assurrantie eigen risico en garantie-aanspraken, uit een dotatie van de herstructureringsvoorzieningen van f 4,4 miljoen, voor met name verdere herstructurering van de informatievoorziening.

De specificatie van de rekening van kapitaaluitgaven en kapitaalontvangsten van agentschap Duyverman Computercentrum (bedragen * f 1 000,-)

 (1) (2) (3) (4) = (1) + (2) + (3) (5) (6) = (5) - (4)
OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begroting Mutaties (+ of -) op grond van eerste suppletore begroting Mutaties (+ of -) op grond van tweede suppletore begrotingTotaal beschikbaar Realisatie Slotwetmutaties (+ of -)(+ = tekortschietend t.o.v. geraamd bedrag)
Totale kapitaaluitgaven19 0000019 00010 289– 8 711
       
uitgaven onroerende goederen100  10017– 83
uitgaven overige kapitaalgoederen18 900  18 90010 272– 8 628
aflossingen0  000
       
Totale kapitaalontvangsten19 0000019 00025 8266 826
       
investeringsbijdrage van het departement0  000
toevoeging aan liquide middelen*19 000  19 00025 8266 826
       
Saldo kapitaaluitgaven en -ontvangsten0  015 53715 537

* in de ontwerpbegroting 1996 is deze post benoemd als «onttrekkingen aan reserves»

IV TOELICHTING OP DE REKENING VAN KAPITAALUITGAVEN EN -ONTVANGSTEN

UITGAVEN OVERIGE KAPITAALGOEDEREN

In 1996 (evenals in 1995) heeft DCC minder geïnvesteerd dan begroot. Oorzaken van een lager investeringsniveau zijn de grondige bedrijfsmatige toetsingen op noodzakelijkheid door DCC, onduidelijke toekomstige ontwikkelingen bij Netwerkdiensten die nopen tot terughoudendheid en de gunstige ontwikkeling van de prijzen van hardware.

KAPITAALONTVANGSTEN

ONTTREKKINGEN AAN RESERVES

De investeringen zijn uit eigen middelen gefinancierd.

In begroting 1997 is (conform nieuwe richtlijnen) in de begroting van kapitaaluitgaven en -ontvangsten een wijziging doorgevoerd ten aanzien van de kapitaalontvangsten. Het begrip «onttrekking aan reserves» is vervangen door «toevoegen aan liquide middelen». Hiermee wordt bedoeld de toename van de liquide middelen als gevolg van afschrijvingen en desinvesteringen. Indien deze systematiek in de ontwerpbegroting 1996 zou zijn gehanteerd, zou het bedrag onttrekkingen aan reserves f 29,9 miljoen hebben bedragen.

De realisatie is weergegeven conform de voorschriften begroting 1997 en bedraagt f 25,8 miljoen. Overigens wordt verwezen naar de de toelichting op de afschrijvingen.

FINANCIËLE VERANTWOORDING 1996

Agentschap Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen (DGW&T)

De Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen is vanaf 1 januari 1996 een agentschap van het ministerie van Defensie.

Het agentschap DGW&T behartigt alle vastgoedbelangen en verplichtingen ten behoeve van de krijgsmachtdelen en levert daarvoor een compleet en samenhangend producten- en dienstenpakketdat bestaat uit:

A. Ingenieursdiensten

* Onderzoek & Advies

* Nieuwbouw

 – voorbereiding en begeleiding van de uitvoering

* Bodemsanering

 – begeleiding vooronderzoeken voor het bodemsaneringsprogramma

 – voorbereiding en begeleiding van de uitvoering

* Geluidsisolatie

 – begeleiding van de uitbesteding

B. Vastgoedbeheer

* Algemeen en technisch beheer

* Groot onderhoud

* Klein onderhoud

* Kleine aanpassingen (commandantenvoorzieningen)

* Storingsdienst

* Milieu-advies

C. Beleidsvoorbereiding Specialistisch Onderzoek & Advies

* Beleidsvoorbereiding

* Specialistisch onderzoek & advies

* Belangenbehartiging

* Advies aan departements- en politieke leiding

De door het agentschap DGW&T opgestelde bedrijfsmissie luidt dan ook:

«Wij willen als vastgoedbeheerder voor Defensie de deskundige intermediair zijn die de ruimtelijke belangen van de klanten zeker stelt en hun onroerend goed effectief en op maatschappelijk verantwoorde wijze inricht en beheert. Wij willen de klanten altijd en overal bijstaan in hun zorg voor de beschikbaarheid en bruikbaarheid van het vastgoed. Wij doen dit op een wijze die voor de Defensie-organisatie als geheel zo efficiënt mogelijk is en aan de klanten een zo hoog mogelijke kwaliteit biedt.»

I. GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING

Grondslagen voor de waardering

Algemeen

De activa en passiva zijn, voor zover niet anders vermeld, gewaardeerd tegen nominale waarde inclusief BTW. Hieronder wordt nadere toelichting gegeven op de algemene waarderingsgrondslagen.

Immateriële vaste activa

De DGW&T beschikt niet over immateriële vaste activa.

Materiële vaste activa

Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs verminderd met afschrijvingen. Afschrijvingen worden berekend volgens de lineaire methode op basis van verwachte levensduur, waarbij rekening gehouden wordt met eventuele restwaarde. De activeringsgrens bedraagt f 1 000,–.

Voorraden

Het karakter van de dienstverlening van de DGW&T is zodanig dat geen voorraden worden aangehouden, anders dan onderhanden werk. Het onderhanden werk wordt gewaardeerd op basis van directe uren maal kostprijs, vermeerderd met uitbestedingskosten. Het gaat hierbij om directe uren. De kostprijzen per uur zijn gebaseerd op directe salariskosten, uitgaande van de normale bezetting op jaarbasis.

Debiteuren

De waardering van de post «debiteuren» vindt plaats tegen nominale waarde met vermindering van de voorziening dubieuze debiteuren vanwege vermoedelijke oninbaarheid.

Overige activa en passiva

De waardering van de overige activa en passiva vindt plaats op basis van nominale waarde.

Voorzieningen

De voorzieningen zijn gevormd voor specifieke verplichtingen en risico's die uitgaan boven het algemene risico dat aan het ondernemerschap als agentschap is verbonden of ter egalisatie van kosten.

Grondslagen voor de bepaling van het resultaat

Algemeen

De DGW&T hanteert voor haar resultaatsbepaling de direct costing methode.

Hierbij wordt het volgende model gehanteerd:

Opbrengsten

Af:directe kosten

Bruto marge

Af: indirecte kosten

Resultaat uit normale bedrijfsuitoefening

Saldo buitengewone baten en lasten

Resultaat

Opbrengsten

De Ingenieursdiensten worden gefactureerd op het moment dat een met de krijgsmachtdelen overeengekomen fase in de werkzaamheden is afgerond. Zolang een fase niet is afgerond, vormt hij een onderdeel van de post onderhanden werk.

De diensten in het Vastgoedbeheer worden gefactureerd op basis van aan het begin van het jaar vooraf overeengekomen vaste maandtermijnen.

De grondslag voor de diensten in het kader van Algemeen en Technisch Beheer wordt gevormd door de waarde van het vastgoed van de krijgsmachtdelen. Het honorarium dat de DGW&T voor de genoemde diensten ontvangt is hiervan een overeengekomen promillage. De grondslag voor de opbrengst van de diensten klein onderhoud, groot onderhoud en kleine aanpassingen vormt de kasgeldrealisatie op deze onderdelen bij de krijgsmachtdelen in het betreffende dienstjaar. Het honorarium voor DGW&T is hiervan een bepaald overeengekomen percentage. De storingsdienst wordt verrekend op basis van het aantal uren vermenigvuldigd met een vast tarief.

De diensten samenhangend met Beleidsvoorbereiding, Specialistisch Onderzoek en Advies worden uitgevoerd op basis van een regie-contract met een maximale prijs.

Directe kosten

De directe kosten bestaan uitsluitend uit met de gefactureerde omzet samenhangende productieve uren, vermenigvuldigd met het kostprijstarief en vermeerderd met de kosten samenhangend met de uitbesteding van werkzaamheden. Het kostprijstarief is gebaseerd op de directe salariskosten en een normale uurbezetting op jaarbasis.

Indirecte kosten

Alle overige kosten worden gerekend tot de indirecte kosten.

Afschrijvingsmethode en -termijnen

De DGW&T past in haar administratie de lineaire afschrijvingsmethode tot een restwaarde toe.

De afschrijvingstermijnen zijn:

immateriële vaste activa:n.v.t.
materiële vaste activa: Gebouwen50 jaar
(houten) opslagloodsen25 jaar
Verhardingen25 jaar
Inventaris10 jaar
Computerapparatuur5 jaar
Transportmiddelen4 B 6 jaar
Overige activa5 jaar

N.B.: Op Terreinen wordt niet afgeschreven

Balans van agentschap Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen per 31 december 1996 ( voor resultaatbestemming)

(bedragen x f 1 000,–) Balans 31-12-1996Balans 1–1– 1996
Activa  
Immateriële activa00
Materiële activa * grond en gebouwen41 18541 952
* installaties en inventarissen13 54913 798
* overige materiële vaste activa1 9371 993
Voorraden (onderhanden werk)8 0331 218
Debiteuren33 850724
Overlopende activa4 736426
Liquide middelen14 0893
Totaal activa117 37960 114
Passiva Agentschapsvermogen  
* algemene reserves47 23548 314
* bestemmingsreserves1 0790
* verplichte reserves00
* saldo exploitatie boekjaar7 2000
Aflossings- en rentedragend vermogen00
Voorzieningen3 562387
Voorschot afnemers defensie40 0000
Kort vreemd vermogen * crediteuren7 4094 993
* overlopende passiva10 8946 420
Totaal passiva117 37960 114

II. TOELICHTING OP DE BALANS

ACTIVA

Materiële vaste activa

Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs verminderd met afschrijvingen. Afschrijvingen worden berekend volgens de lineaire methode op basis van verwachte levensduur, waarbij rekening gehouden wordt met eventuele restwaarde. De activeringsgrens bedraagt f 1 000,–.

Grond en gebouwen

Waardering van de gebouwen en verhardingen heeft plaatsgevonden op basis van uitgevoerde taxaties door beëdigde taxateurs, waarbij de herbouwwaarde is vastgesteld. Deze – actuele – herbouwwaarde is door middel van indexering aan de hand van bouwkostenindexcijfers herleid tot waarden op basis van historische kostprijzen in het stichtingsjaar van elk van de gebouwen.

De waardering van de terreinen heeft plaatsgevonden tegen de verkoopwaarde op 1 januari 1996, gelet op het feit dat de historische uitgaafprijzen in veel gevallen niet te achterhalen zijn.

Installaties en inventarissen

Deze post bestaat uit automatiseringsmiddelen, i.c. de hardware en randapparatuur van de computers welke bij de DGW&T in gebruik zijn, alsmede uit de standaard bijgeleverde standaard (besturings) software. Activering van aangeschafte en ontwikkelde software ten behoeve van de dientsverlening van de DGW&T vindt niet plaats.

Tot deze post worden tevens de transportmiddelen gerekend, waaronder: dienstpersonenauto's, servicewagens, terreinwagens.

Overige materiële vaste activa

De post «overige materiële vaste activa» bestaat uit de categorieën: communicatiemiddelen, inventaris, bedrijfsondersteunende- en productie ondersteunende middelen.

De ontwikkelingen m.b.t. de materiële vaste activa worden in de onderstaande verloopstaat nader toegelicht.

(Bedragen x f 1 miljoen)Grond en gebouwenInventaris & InstallatiesOverige bedrijfsmiddelenTotaal materiële vaste activa
     
Aanschafwaarde tot en met 31 december 199547,527,26,781,4
Investeringen 19960,04,40,54,9
Boekwaarde van verkopen0,00,30,00,3
Aanschafwaarde tot en met 31 december 199647,531,37,286
     
Afschrijvingen tot en met 31 december 19955,613,44,723,7
Afschrijvingen 19960,84,30,65,7
Afschrijvingen tot en met 31 december 19966,417,75,329,4
     
Boekwaarde per 31 december 199641,113,61,956,6

VLOTTENDE ACTIVA

VOORRADEN – ONDERHANDEN WERK

Het onderhanden werk omvat de lopende projecten binnen de productgroep Ingenieursdiensten. Het onderhanden werk wordt gewaardeerd tegen directe kosten.

DEBITEUREN

De post «debiteuren» wordt gewaardeerd tegen nominale waarde met vermindering van f 0,131 miljoen vanwege vermoedelijke oninbaarheid.

OVERLOPENDE ACTIVA

De post «overlopende activa» omvat de volgende posten (x f 1000,–):

vooruitbetaalde bedragen 475

nog te ontvangen bedragen 4 167

te ontvangen goederen/diensten   94

totaal 4 736

LIQUIDE MIDDELEN

De post liquide middelen bestaat uit de volgende componenten (x f 1000,–):

gelden in rekening courant bij Ministerie van Financiën 14 085

gelden in kas   4

totaal 14 089

PASSIVA

AGENTSCHAPSVERMOGEN

De post «agentschapsvermogen» geeft in totaliteit het saldo weer van de bezittingen en schulden van de DGW&T. De hierin opgenomen «algemene reserve» is gelijk aan de omvang van het agentschapsvermogen op de beginbalans van de DGW&T.

Het «saldo exploitatie boekjaar» geeft het resultaat weer over het boekjaar 1996. Na goedkeuring door de Staten Generaal van de departementale verantwoording van het Ministerie van Defensie wordt de bestemming van het resultaat in de administratie en de beginbalans van het jaar 1997 verwerkt.

ALGEMENE RESERVES

(bedragen x f 1 000,–)Balans per 31-12-1996
Stand algemene reserves per 1-1-199648 314
af: toevoeging aan bestemmingsreserves1 079
Stand algemene reserves per 31-12-199647 235

Het agentschapsvermogen is weergegeven overeenkomstig de Handleiding agentschappen. De bestemmingsreserves geven het bedrag weer dat is gereserveerd ten behoeve van toekomstige investeringen. Omdat in 1995 nog geen sprake was van een bestemmingsreserve is in onderstaand overzicht uitsluitend het jaar 1996 opgenomen.

BESTEMMINGSRESERVES

(bedragen x f 1 000,–) Balans per 31-12-1996
Stand bestemmingsreserves per 1-1-19960
bij: toevoeging aan bestemmingsreserves a.g.v. – afschrijvingen5 722
– desinvesteringen300
  
af: onttrekkingen aan bestemmingsreserves a.g.v. – investeringen in vaste activa4 943
Stand bestemmingsreserves per 31-12-19961 079

VOORZIENINGEN

In onderstaand overzicht is een specificatie van de voorzieningen gegeven.

Bedragen x f 1 000,–Balans 1-1-1996Dotaties1996Onttrekkingen 1996Balans 31-12-1996
Voorziening:     
Groot onderhoud387175 562
Productiemiddelen 2 000 2 000
Garantieverplichtingen 130 130
Contractrisico's 270 270
Wachtgelduitkeringen 500 500
Assurantie eigen risico 100 100
Totaal:3873 175 3 562

Voorziening «Groot Onderhoud» en voorziening «Productiemiddelen»

Deze voorzieningen worden gevormd respectievelijk ter egalisatie van kosten voor het planmatig onderhoud aan gebouwen in economisch eigendom en de aanschaf-, ontwikkel- en ingebruikstelkosten van de productiemiddelen van de DGW&T zoals de informatie- en automatiseringssystemen, voor zover het hier geen hardware betreft. De jaarlijkse mutaties zijn gebaseerd op een onderhoudsplan respectievelijk automatiseringsplan.

Voorziening «Garantieverplichtingen»

De voorziening «Garantieverplichtingen» betreft een voorziening ter dekking van aansprakelijkheidsrisico's met inbegrip van beroepsaansprakelijkheid.

Ten laste van het resultaat over 1996 wordt een voorziening «garantieverplichtingen» opgenomen uit hoofde van dienstenaanprakelijkheid. Krachtens de regeling van de verhouding tussen opdrachtgever en adviserend ingenieursbureau (RVOI) is de DGW&T in bepaalde gevallen aansprakelijk te stellen tot de hoogte van het honorarium.

Evenals bij vergelijkbare organisaties is de omvang van deze voorziening bepaald op basis van 0,09 % van de omzet.

Voorziening «Contractrisico's»

De voorziening «contractrisico's» wordt opgenomen ter dekking van risico's welke de DGW&T loopt in situaties waarbij de DGW&T contracten afsluit ten behoeve van derden. Voor dergelijke risico's heeft de DGW&T geen verzekering afgesloten.

Dotaties aan de voorziening vinden binnen de DGW&T centraal plaats op basis van de dynamische methode.

Voorziening «Wachtgelduitkeringen»

De voorziening voor wachtgelduitkeringen dient ter dekking van de verplichtingen voortvloeiend uit wachtgeld aanspraken van voormalige medewerkers. (Buitengewone) lasten, zoals kosten wachtgeld, VUT en herplaatsers, vanaf 1998, welke voortvloeien uit maatregelen genomen na de totstandkoming van het agentschap, komen voor rekening van de DGW&T.

De verwachting bestaat dat met ingang van 1 januari 1998 ongeveer 30 medewerkers gebruik zullen maken van de door de DGW&T te financieren SBK-regeling. De totale kosten worden voor 1998 geraamd op f 1,5 miljoen. Over de jaren 1996 tot en met 1998 kan dit worden afgedekt met een jaarlijkse dotatie aan deze voorziening van f 0,5 miljoen.

Voorziening «Assurantie eigen risico»

De voorziening «Assurantie eigen risico» wordt opgenomen ter dekking van risico's welke de DGW&T loopt in situaties waarbij de DGW&T geen verzekering heeft afgesloten, zoals met betrekking tot de opstallen.

Dotaties aan de voorziening vinden binnen de DGW&T centraal plaats op basis van geschatte te betalen premies.

VOORSCHOT AFNEMERS DEFENSIE

Deze post betreft een door de krijgsmachtdelen aan het agentschap ter beschikking gesteld voorschot ter grootte van totaal f 40 miljoen (ten behoeve van liquiditeit). Dit voorschot zal in principe door de DGW&T met de krijgsmachtdelen worden verrekend in de jaren 1997 en 1998 voor een bedrag van f 20 miljoen op jaarbasis.

KORT VREEMD VERMOGEN

Crediteuren

De post «crediteuren» wordt gewaardeerd tegen nominale waarde.

Overlopende passiva

De post «overlopende passiva» omvat de volgende posten (x f 1000,–):

– de met betrekking tot het jaar 1996 te betalen bedragen waarvoor ultimo 1996 nog geen facturen waren ontvangen dan wel uit hoofde van de eindafrekening «groot- en klein onderhoud en commandantenvoorzieningen A te verwachten aan de krijgsmachtdelen terug te betalen bedragen 5 210

– de te betalen vakantiegelden: 3 459

– de te betalen gelden in het kader van de interimuitkering ziektekosten: 1 194

– de te betalen bindingspremies: 27

– diverse betalingen onderweg: 1 004

Totaal 10 894

BESTEMMING SALDO VAN BATEN EN LASTEN

Het saldo van baten en lasten zal overeenkomstig de besluitvorming in de bestuursraad van het agentschap DGW&T aan het agentschapsvermogen worden toegevoegd.

De specificatie van de rekening van baten en lasten van agentschap Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen (DGW&T) (bedragen x f 1 000,-)

 (1) (2) (3) (4) = (1) + (2) + (3) (5) (6) = (5) - (4)
OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begroting Mutaties (+ of -) op grond van eerste suppletore begroting Mutaties (+ of -) op grond van tweede suppletore begroting Totaal beschikbaar Realisatie Slotwetmutaties (+ of -)(+ = tekortschietend t.o.v. beschikbaar bedrag)
BATEN opbrengst moederdepartement153 000  153 000147 117– 5 883
opbrengst overige departementen0  0195195
opbrengst derden0  01 4981 498
Netto-omzet153 000  153 000148 810– 4 190
mutatie onderhanden werk0  06 8156 815
som der bedrijfsopbrengsten153 000  153 000155 6252 625
rentebaten0  0155155
bijzondere baten0  0883883
       
Totaal baten153 000  153 000156 6633 663
       
LASTEN apparaatskosten       
* personele kosten124 300  124 300120 952– 3 348
* materiële kosten15 600  15 60019 5563 956
rentelasten0  000
afschrijvingskosten       
* materieel9 400  9 4005 722– 3 678
* immaterieel0  000
dotaties voorzieningen0  03 1753 175
bijzondere lasten0  05858
       
Totaal lasten149 300  149 300149 463163
       
Saldo van baten en lasten3 700  3 7007 2003 500

III. TOELICHTING OP DE REKENING VAN BATEN EN LASTEN

ALGEMEEN

In 1996 zijn door het agentschap DGW&T producten en diensten verleend op het gebied van ingenieursdiensten, vastgoeddiensten en beleidsvoorbereiding en specialistische onderzoeken en adviezen (BSOA). Voor een overzicht van baten en lasten wordt verwezen naar de specificatie van de rekening van baten en lasten én naar de specificatie van de baten per produktgroep. De afwijkingen tussen de raming 1996 en de realisatie 1996 worden verklaard bij de specificatie per categorie.

KENGETALLEN

In de begroting 1996 van het agentschap DGW&T zijn, in lijn met het statuut DGW&T, drie kengetallen opgenomen die niet direct gerelateerd kunnen worden aan de begroting van baten en lasten. In onderstaand schema zijn de ramings- en realisatiegegevens opgenomen.

 Ontwerpbegroting 1996Ontwerpbegroting 1997 Bijgestelde begroting 1996Realisatie 1996
Productiviteit (gefactureerde omzet/directe medewerker) x f 1000,–158147145
Flexibiliteit ( incl. uitbestedingsequivalent)12%21 %16 %
Verhouding direct/indirect73% 
Verhouding indirect/totaal ( excl. uitbestedingsequivalent)27 %26 %

Toelichting:

Productiviteit

In de ontwerpbegroting 1996 is een getal van f 0,158 miljoen gepresenteerd. Het verschil tussen de ontwerpbegroting 1996 en de bijgestelde begroting 1996 (ontwerpbegroting 1997) wordt veroorzaakt door de verandering in de berekeningsmethodiek van het productiviteitskengetal. In het gedeelte bijgestelde begroting 1996 van de ontwerpbegroting 1997 is dit reeds aangegeven.

In het huidige kengetal wordt, naast het aantal vaste directe medewerkers, inhuurkrachten en tijdelijke medewerkers ook het zogenaamde uitbestedingsequivalent meegenomen.

Rekening houdend met de toename van het onderhanden werk per ultimo 1996 zou het kengetal f 0,152 miljoen bedragen.

Flexibiliteit

In de ontwerpbegroting 1996 is de flexibiliteit gedefinieerd als het quotiënt van het aantal inhuurkrachten, uitzendkrachten, tijdelijk contractanten en uitbesteed werk én het totaal aantal directe medewerkers. Bij de bepaling van het percentage (12%) is er van uitgegaan dat al de uitbesteding om kwalitatieve redenen plaatsvindt.

Thans wordt bij de berekening van de flexibiliteit ook de uitbestedingsequivalent (om kwantitatieve redenen uitbesteed werk) meegerekend, waardoor het kengetal voor de flexibiliteit met 4% toeneemt van 12% in de ontwerpbegroting 1996 tot 16% als realisatiecijfer gemiddeld over het jaar 1996.

De verhoging van het percentage in de ontwerpbegroting 1996 van 12% naar 21% in de bijgestelde begroting 1996 hangt samen met verwachtingen ten aanzien van de omvang van de bouwprogramma's van de krijgsmachtdelen en de daarmee samenhangende capaciteit van de DGW&T.

Verhouding indirect/totaal personeel

Dit kengetal geeft de verhouding weer van het aantal indirecte medewerkers ten opzichte van het totaal personeel. Bij de ontwerpbegroting 1996 werd als kengetal de verhouding tussen het aantal directe medewerkers en het totaal aantal medewerkers gehanteerd.

BATEN

De raming en realisatie van de opbrengsten naar productgroepen in 1996 zijn:

(in miljoenen guldens) geraamdrealisatie
Ingenieursdiensten39,837,8
Vastgoeddiensten105,6104,9
   
Beleidsvoorbereiding Specialistische Onderzoeken & Adviezen7,64,4
Opbrengsten moederdepartement153,0147,1
   
Opbrengsten overige departementen00,2
   
Opbrengsten derden01,5
   
Bijzondere baten00,9
   
Rentebaten00,2
   
Mutatie onderhanden werk06,8
Totaal153156,7

Opbrengsten moederdepartement

De gefactureerde opbrengsten van het moederdepartement liggen f 6 miljoen lager in vergelijking met de raming in de begroting van 1996. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat er minder vraag was naar dienstverlening in het kader van de productgroepen Ingenieursdiensten en BSOA.

Een gedeelte van de opbrengst van de vastgoeddiensten, te weten de opbrengsten uit groot- en klein onderhoud en commandanten voorzieningen (in bovengenoemde cijfers ongeveer f 45 miljoen) is een overeengekomen percentage van het gerealiseerde kasgeldvolume bij de krijgsmachtdelen. De definitieve eindafrekening is voorzien in mei 1997. Aangezien de definitieve kasgeldrealisaties bij het opstellen van de jaarcijfers 1996 voor de DGW&T nog niet door de krijgsmachtdelen zijn bekendgesteld, wordt voor de vaststelling van de omzetcijfers voor 1996 uitgegaan van een «voorlopige» eindafrekening. Eventuele mutaties naar aanleiding van de slotwet-cijfers, zullen ten laste of ten bate van het resultaat van 1997 worden gebracht.

Opbrengsten overige departementen

Bij het opstellen van de ontwerpbegroting werd alleen rekening gehouden met opbrengsten vanuit de defensiemarkt. In de loop van 1996 zijn echter ook opbrengsten gegenereerd uit de verkoop van diensten aan andere departementen.

Opbrengsten derden

In de begrotingscijfers is geen rekening gehouden met de opbrengsten uit de verkoop van bestekken. De DGW&T brengt hiervoor uitsluitend de kostprijs in rekening hetgeen in 1996 heeft geresulteerd in een bedrag van f 1,5 miljoen.

Rente (-baten)

In de begroting is geen rekening gehouden met rentebaten. Over het jaar 1996 heeft het agentschap DGW&T van het ministerie van Financiën echter rente-inkomsten ontvangen over de Rekening Courant ter grootte f 0,155 miljoen. Het percentage van de creditrente bedroeg 2,75%.

Bijzondere baten

In 1996 is van het moederdepartement een bijzondere bate ontvangen ter grootte van f 0,525 miljoen in verband met de overloop van verplichtingen die reeds waren aangegaan op het moment de Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen de agentschapsstatus bereikte.

De overige bijzonder baten bestaan uit verkoop van transportmiddelen (f 0,127 miljoen) en een bedrag van ongeveer f 0,129 miljoen aan betalingen die betrekking hebben op de periode vóór 1-1-1996 die niet aan het agentschap zijn doorbelast. Het restant betreft incidentele ontvangsten ter grootte van ongeveer f 0,102 miljoen.

LASTEN

KOSTEN APPARAAT

Personeel

De realisatie van de gemiddelde werkelijke bezetting in 1996 ten opzichte van geraamd luidt als volgt:

 Ontwerpbegroting 1996 (aantallen)Bijgestelde begroting 1996 (vte'n)Realisatie per 31-12-1996 (aantallen)Realisatie per 31-12-1996 (vte'n)
Bezetting militair personeel61756868
Bezetting burgerpersoneel1 0991 0821 0521 053
     
Overige categoriën:    
     
– Personeel BDOS35354132
– Tijdelijk contract.*)164164202201
– Herplaatsers323222**)22**)
     
Totaal1 3911 3881 3631 354*)

*) tijdelijke ambtenaren, inhuurkrachten en uitzendkrachten **) De herplaatsers zijn opgenomen in de totalen van vast burgerpersoneel en personeel bdos

De herplaatsers zijn opgenomen in de totalen vast burgerpersoneel en personeel BDOS. In de begrotingscijfers is het aantal ook nog in de totaaltelling opgenomen hetgeen feitelijk een dubbeltelling is. Het verschil tussen de begrotingscijfers en de realisatiecijfers wordt hierdoor grotendeels verklaard.

De afname van de vaste bezetting en de toename van de categorie tijdelijk contractanten kan worden verklaard op basis van het streven naar een grotere mate van flexibiliteit.

Materieel

De post materiële kosten omvat alle lopende exploitatielasten van de DGW&T. Een belangrijk deel van deze post wordt gevormd door exploitatiekosten binnen de hoofdcomponenten huisvesting, transport en automatisering.

De stijging op deze post is het gevolg van het genomen besluit aanschaffingen van software direct ten laste van het resultaat te boeken.

Afschrijvingen

De afschrijvingen vinden lineair plaats tot een restwaarde. De daling van de afschrijfkosten is het gevolg van het genomen besluit software niet als activum op de balans van de DGW&T mee te nemen en op software niet langer af te schrijven.

De afschrijvingen bedragen totaal f 5,7 miljoen en zijn als volgt te specificeren:

– Grond & Gebouwen f 0,8 miljoen

– Inventaris & Installaties f 4,3 miljoen

 * automatiseringsmiddelen

 * transportmiddelen

– Overige bedrijfsmiddelen f 0,6 miljoen

 * inventaris

 * communicatiemiddelen

 * productie-ondersteunende middelen

 * bedrijfsondersteunende middelen

Totaal van de afschrijvingen in 1996 f 5,7 miljoen

Dotaties aan voorzieningen

De totale dotatie aan voorzieningen bedraagt f 3,175 miljoen. Voor wat betreft de specificatie wordt verwezen naar de toelichting op de balans.

Bijzondere lasten

De bijzondere lasten bestaan voornamelijk uit nagekomen kosten die betrekking hebben op het jaar 1994.

De specificatie van de rekening van kapitaaluitgaven en kapitaalontvangsten van agentschap Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen (bedragen x f 1 000,-)

 (1) (2) (3) (4) = (1) + (2) + (3) (5) (6) = (5) - (4)
OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begroting Mutaties (+ of -) op grond van eerste suppletore begroting Mutaties (+ of -) op grond van tweede suppletore begroting Totaal beschikbaar RealisatieSlotwetmutaties (+ of -)(+ = tekortschietend t.o.v. geraamd bedrag)
Totale kapitaaluitgaven7 200  7 2004 943– 2 257
       
uitgaven onroerende goederen1 800  1 80001 800
uitgaven overige kapitaalgoederen5 400  5 4004 943457
aflossingen0  000
       
Totale kapitaalontvangsten7 200  7 2006 022– 1 178
       
investeringsbijdrage van het departement0  00 
toevoeging aan liquide middelen*)7 200  7 2006 0221 178
       
Saldo kapitaaluitgaven en -ontvangsten0  01 0791 079

*) in de ontwerpbegroting 1996 is deze post benoemd als «onttrekking aan reserves»

IV. TOELICHTING OP DE REKENING VAN KAPITAALUITGAVEN EN -ONTVANGSTEN

KAPITAALUITGAVEN

Uitgaven onroerende goederen

De geplande uitgaven (f 1,8 miljoen) aan onroerende goederen, betrekking hebbend op een aantal nieuw te bouwen panden als gevolg van reorganisaties, zijn in 1996 niet tot realisatie gekomen.

Uitgaven overige kapitaalgoederen

In 1996 is door het agentschap DGW&T geïnvesteerd in overige kapitaalgoederen voor een bedrag ter grootte van f 4,9 miljoen. Hiervan is ruim f 3,1 miljoen geïnvesteerd in automatiseringsmiddelen en f 1,3 miljoen geïnvesteerd in transportmiddelen.

Aflossingen

Niet van toepassing.

KAPITAALONTVANGSTEN

Ontvangsten onroerende goederen

In 1996 is op het onroerend goed, eigendom van het agentschap DGW&T, een bedrag afgeschreven van f 0,8 miljoen.

Ontvangsten overige kapitaalgoederen

Op de overige materiële vaste activa is een bedrag afgeschreven van f 4,9 miljoen. De grootste posten hierbij vormen de afschrijving op automatiseringsmiddelen ter grootte van f 3,3 miljoen en de afschrijving op transportmiddelen ter grootte van f 1,1 miljoen.

Overige ontvangsten

In 1996 zijn kapitaalgoederen, niet zijnde onroerende goederen, afgestoten met een totale boekwaarde van f 0,3 miljoen (een en ander is te beschouwen als extra afschrijving).

Totale kapitaalontvangsten

Het totaalbedrag aan kapitaalontvangsten in de specificatie van de rekening van kapitaaluitgaven en kapitaalontvangsten wordt gevormd door de drie hiervoor genoemde componenten.

Naar boven