21 501-33
Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

nr. 104
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juli 2006

Tijdens het Algemeen Overleg (kamerstuk 21 501-33, nr. 101) is toegezegd, dat ik een toelichting zou geven op de stijging van de administratieve lasten voor chauffeurs met een C (vrachtwagen) of een D (bus) rijbewijs als gevolg van de nieuwe rijbewijsrichtlijn, waarover recent een politiek akkoord gesloten is. De herziening van de rijbewijs richtlijn bevat een breed pakket van maatregelen, waaronder een beperking van de geldigheid van deze rijbewijzen tot 5 jaar.

Dit mede in het licht van de ambitie van de EU om tot 2010 het aantal verkeersdoden met 50% te verminderen. Tevens wordt de administratieve geldigheidsduur van deze rijbewijzen hiermee binnen de EU geharmoniseerd. In Nederland is de geldigheidsduur nu 10 jaar, landen als Duitsland en Frankrijk kennen al een geldigheidsduur van 5 jaar.

Volgens gegevens van de RDW zijn er ongeveer 960 000 personen in het bezit van een C of D rijbewijs. Ongeveer 160 000 daarvan gebruiken het rijbewijs beroepsmatig. Het verschil wordt veroorzaakt door mensen die in het verleden om andere redenen het rijbewijs C – D gehaald hebben, maar dit nu niet (meer) beroepsmatig gebruiken. Daarnaast zijn er bijvoorbeeld enkele tienduizenden grote campers, waarvoor een C rijbewijs benodigd is.

Ik onderken dat de verkorting van de administratieve geldigheid en de daarmee gepaard gaande controle op de medische gesteldheid van de bestuurder, lastenverhogend werkt. Overigens worden bestuurders die het C of D rijbewijs beroepsmatig gebruiken nu al om de 5 jaar gekeurd.

In de bijlage bij deze brief is de berekening van de administratieve lasten weergegeven. De toename van de administratieve lasten bedraagt uitgaande van de huidige procedures ca. € 6 mln en 443 200 uren per jaar (excl. leges). Ik zal mij bij de implementatie van de richtlijn ervoor inspannen om in overleg met alle betrokkenen deze lastentoename voor deze groep rijbewijshouders te reduceren en de richtlijn zo soepel mogelijk te implementeren. Vermoedelijk rond 2012 moet de richtlijn zijn geïmplementeerd. Dat geeft in ieder geval voldoende tijd om de administratieve processen en procedures door te lichten en mogelijkheden voor vereenvoudiging te benutten.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs

BIJLAGE

Administratieve Lasten

Door de derde rijbewijsrichtlijn wordt de frequentie waarmee de rijbewijzen C en D worden afgegeven verhoogd naar eens in de vijf jaar. Hierdoor moet ook de medische keuring die samenhangt met de afgifte van het rijbewijs eens in de vijf jaar worden ondergaan. Dit heeft gevolgen voor de administratieve lasten (AL) voor burgers. Onderstaande tabel geeft aan dat de nieuwe rijbewijsrichtlijn een extra last voor burgers veroorzaakt van 443 200 uur en € 6 001 920 per jaar.

Sinds 2005 is een keuringsverplichting bij afgifte en verlenging van de rijbewijzen C en D van kracht. De derde rijbewijsrichtlijn beïnvloedt de geldigheidsduur van het rijbewijsdocument en daardoor de frequentie van de bijbehorende medische keuring. Voor beroepsmatige gebruikers geldt dat vanaf 2008/2009 op het rijbewijsdocument ook de vakbekwaamheid wordt aangetekend. Dit certificaat van vakbekwaamheid moet dan ook iedere vijf jaar worden verlengd.

Toename Administratieve Lasten (per jaar)

	Uren	Kosten
Rijbewijs	251 200	€   437 760
Keuring	192 000	€ 5 564 160
Totaal	443 200	€ 6 001 920

Rijbewijs

Door de nieuwe rijbewijsrichtlijn moeten bezitters van C en/of D rijbewijzen eens per vijf jaar hun rijbewijs verlengen in plaats van eens per tien jaar. Uitgangspunt bij het berekenen van de AL voor de nieuwe richtlijn is de berekening bij de nieuwe procedure voor afgifte van rijbewijzen, die op 01-10-2006 van kracht wordt. Daarbij is bepaald dat verlenging van een rijbewijs een burger 157 minuten kost en € 4,56 aan kosten voor een pasfoto en reiskosten naar het gemeentehuis.

Medische keuring

Alle administratieve handelingen rond de keuring leiden tot een toename van AL voor burgers. Aangezien de keuringsverplichting bij afgifte of verlenging sinds 1 januari 2005 van kracht is leidt alleen de frequentieverhoging tot extra administratieve lasten. Voor de gevolgen voor AL kan nog onderscheid worden gemaakt naar de Eigen Verklaring, de keuring en de keuringskosten.

Voor de keuring moet een Eigen Verklaring worden gehaald bij de gemeente. De AL voor deze handeling bedragen 60 minuten en € 1,28 (reiskosten). Vervolgens moet een afspraak worden gemaakt met de arts en moet men naar de arts om de keuring te ondergaan. Deze handelingen kosten 60 minuten en € 1,68. De keuringskosten bedragen gemiddeld € 55 per keuring.

De keuringskosten veroorzaken ruim 90% van de toename in kosten (K*Q). Mogelijk dat in de uitvoering van deze richtlijn nog kan worden gekozen voor minder belastende alternatieven.

Leges

De leges voor de Eigen Verklaring en het rijbewijsdocument worden niet gerekend tot de administratieve lasten, maar moeten wel worden betaald. Deze leges worden geschat op respectievelijk € 19 en € 35. Door de nieuwe richtlijn zal € 5 184 000 per jaar extra aan leges moeten worden betaald.