19 637
Vreemdelingenbeleid

29 344
Terugkeerbeleid

nr. 1060
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 juni 2006

Uw Kamer heeft om een nadere toelichting gevraagd op de in mijn brief d.d. 20 juni 2006 (kamerstuk 19 637/29 344, nr. 1059) genoemde getallen van 30 374 en 19 800 en tevens verzocht nader te specificeren hoeveel van de afgehandelde zaken door de IND zijn behandeld en hoeveel door de rechter.

In mijn brief heb ik een onderscheid gemaakt tussen enerzijds de toezegging die ik heb gedaan naar aanleiding van de motie Dittrich en anderzijds de voortgang met betrekking tot het project Terugkeer.

Met betrekking tot mijn toezegging heb ik vermeld dat ik ten aanzien van de 26 000 vreemdelingen en de in juli 2005 bekende 2700 vreemdelingen uit de zij-instroom een inspanningsverplichting had om duidelijkheid te geven over hun asielaanvraag. Sedertdien is de zij-instroom verder toegenomen en daarmee de doelgroep gegroeid tot 31 600. Per 1 juli 2006 is daarvan aan 30 374 vreemdelingen duidelijkheid verschaft en heeft de IND dus nog 1226 vreemdelingen die duidelijkheid te verschaffen.1 Van deze groep van 30 374 vreemdelingen hebben 22 000 vreemdelingen een onherroepelijke beslissing gekregen en zijn dus afgehandeld. Voorts zullen 8374 vreemdelingen op 1 juli 2006 een beslissing van de IND hebben ontvangen op hun (vervolg)aanvraag, waartegen rechtsmiddelen openstaan.

In het kader van het project Terugkeer heb ik u begin 2004 toegezegd om mij in te spannen om binnen drie jaar 26 000 vreemdelingen te hebben afgehandeld. In het project Terugkeer worden vreemdelingen middels een persoonsgerichte aanpak gefaciliteerd. Daarvan is de stand van zaken momenteel dat er 19 800 zijn afgehandeld en dat er 5700 vreemdelingen binnen het project worden behandeld. De nog resterende groep vreemdelingen (waaronder de zij-instroom en analoge doelgroepen) zal voor zover zij een afwijzende beslissing krijgen, ook in de gefaciliteerde aanpak van het project worden opgenomen. Het staat de vreemdeling echter vrij om een nieuwe aanvraag in te dienen waardoor deze niet verwijderbaar is en derhalve niet gefaciliteerd kan worden. Op dit moment betreft dit 1700 vreemdelingen.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

M. C. F. verdonk


XNoot
1

Een onherroepelijke beslissing kan de verlening van een verblijfsvergunning betreffen, al dan niet na gegrondverklaring van een beroep door de rechter. Het kan echter ook een beslissing van de IND zijn waartegen geen rechtsmiddelen zijn aangewend of een beslissing van de IND die door de rechter is be- krachtigd.

Naar boven