Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
1095
Vragen van het lid De Wit (SP) aan de staatssecretarissen
van Defensie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, dhr. Hoogervorst over de blootstelling van marinepersoneel aan asbest. (Ingezonden
12 februari 1999)
1
Hebt u kennisgenomen van het bericht «Marinepersoneel blootgesteld
aan asbest»1 en herinnert u zich uw antwoorden op eerdere
schriftelijke vragen van het lid Marijnissen2 en het artikel
«Rijkswerf: dossier arbeidsinspectie toont falen Defensie aan»?3
2
Kloppen de beschreven feiten? Zo neen, wat zijn dan wel de feiten? Zo
ja, hoe is het mogelijk dat in januari 1997 – terwijl de commotie over
de asbestproblematiek Cannerberg een hoogtepunt bereikt had en juist binnen
Defensie de alertheid op de asbestproblematiek maximaal zou moeten zijn –
bewust is besloten om zonder de vereiste voorzorgsmaatregelen personeel aan
asbest bloot te stellen? Welke consequenties verbindt u hieraan voor de betrokken
leidinggevenden en de procedures binnen Defensie?
3
Erkent de Staat aansprakelijkheid ten opzichte van de werknemers die blootgesteld
zijn aan asbest tijdens werkzaamheden aan de ms. Tromp en bent u bereid de
betreffende personen hierover zo spoedig mogelijk te informeren?
4
Hoe is de stand van zaken bij de systematische inventarisatie van asbesttoepassingen
binnen Defensie, alsmede met betrekking tot het maken van een Plan van Aanpak
voor de verantwoorde verwijdering van het aanwezige asbest?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid
Van Ardenne-van der Hoeven, ingezonden 12 februari 1999.
Antwoord
Antwoord van staatssecretaris Van Hoof (Defensie), mede
namens de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. (Ontvangen
1 april 1999). Zie ook Aanhangsel Handelingen nr. 874, vergaderjaar
1998–1999
2
Voor de feiten en procedures zij verwezen naar de antwoorden op de vragen
3 en 7 Van Ardenne-Van der Hoeven1.
Voor de goede orde dient hierbij opgemerkt te worden dat de asbestproblematiek
Cannerberg eerst omstreeks april 1997 – een paar maanden na het voorval
op de Rijkswerf – in de volle aandacht stond.
De voor het ongeval verantwoordelijke leidinggevende is op de overtreding
van de norm aangesproken. Bij de afwegingen inzake het treffen van disciplinaire
maatregelen door de daartoe bevoegde functionaris binnen de Koninklijke Marine
is besloten om betrokkene niet disciplinair te bestraffen, omdat naar zijn
mening slechts sprake was van een beoordelingsfout. Wél zijn de procedures
sterk aangescherpt om herhaling te voorkomen.
Zoals aangegeven in de beantwoording van de vragen 8 en 9 van Van Ardenne-Van
der Hoeven, stelt de Arbeidsinspectie een onderzoek in naar het voorval, dat
binnenkort zal worden afgerond. Over de verdere procesgang bij de Arbeidsinspectie
zult u door mijn ambtsgenoot van Sociale Zaken en Werkgelegenheid nader worden
geïnformeerd.
3
Defensie acht zich verantwoordelijk en aansprakelijk als personeelsleden
een typisch aan asbest gerelateerde ziekte ontwikkelen en als blijkt dat er
in het verleden onvoldoende veiligheidsmaatregelen zijn getroffen. Defensie
zal geen beroep doen op de absolute verjaringstermijn van dertig jaar. Mijn
ambtsvoorganger heeft U daarover bericht in de tussenrapportage over asbest
bij Defensie van 28 november 1997 (TK 1997–1998, nr. 25 323, nr.
9).
Zie tevens de antwoorden op vraag 8 en 9 Van Ardenne-van der Hoeven.
4
Het beleid van Defensie is er op gericht om waar mogelijk te voldoen aan
de eisen die de Arbowet en -regelgeving met betrekking tot asbest stelt. Dat
betekent dat vervanging van het desbetreffende artikel uitgangspunt is. Het
verwijderen van asbest bij Defensie is op dit moment nog gaande. Onlangs heb
ik de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gerapporteerd
over de inventarisatie van asbesttoepassingen in roerende zaken bij de krijgsmachtdelen.
Ik heb het voornemen om U tussentijds over de stand van zaken met betrekking
tot de asbest-inventarisatie van roerende en onroerende zaken te informeren.
Met mijn collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heb ik afgesproken
dat wij een gedetailleerd plan van aanpak voor de verwijdering van asbest
bij Defensie zullen opstellen. Van dat plan zullen ook arbeidsbeschermende
maatregelen deel uitmaken.
XNoot
1 Volkskrant, woensdag 10 februari jl.
XNoot
2 Aanhangsel Handelingen 115, Vergaderjaar 1997–1998, 2 september
1997.
XNoot
3 Arbo & Milieu, november 1997.
XNoot
1 Aanhangsel Handelingen nr. 1094, vergaderjaar 1998–1999.