Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 juli 2014
Op 20 december 2013 heeft de Minister van Veiligheid en Justitie namens het kabinet
een brief aan uw Kamer gestuurd over de Rijksbrede aanpak van fraude met een stevig
pakket aan maatregelen en acties ter versterking van de aanpak van fraude met publieke
middelen.1 Één van de maatregelen die in de brief werd aangekondigd, is het verstevigen van
de bestrijding van identiteitsfraude, een fenomeen dat veel andere illegale en criminele
activiteiten mogelijk maakt of faciliteert.
Eveneens op 20 december 2013 heb ik namens het kabinet de visie op de aanpak van identiteitsfraude
aan uw Kamer gestuurd: «Slim voorkomen, vlot herstellen».2 Deze integrale visie betreft de aanpak van identiteitsfraude als modus operandi bij
onder meer illegale grenspassage, illegale arbeid, mensensmokkel, drugshandel, terrorisme,
witwassen van geld en vele typen fraude. Aanleiding voor het opstellen van de visie
was het overleg met de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken over de toekomstbestendigheid
van de identiteitsinfrastructuur op 10 april 2013.
Met deze brief wil ik u informeren over de uitvoering van de integrale visie. Die
uitvoering staat in het teken van het verbeteren van de samenwerking bij het tegengaan
van identiteitsfraude. In de kabinetsvisie werd daarover al gesteld dat grote organisaties
en zware ketens kwetsbaar zijn tegenover de kleine, creatieve, wendbare dadergroepen
die hen bestoken en makkelijk van aanvalsstrategie kunnen veranderen. Het antwoord
op identiteitsfraude komt van moderne netwerken die snel en adequaat reageren.
Van bolwerken naar netwerken
De sterk toegenomen aandacht voor fraude stimuleert betrokken partijen tot samenwerken:
zowel op regionaal, als landelijk niveau. Met succes: door gebruik te maken van elkaars
kennis en informatie worden fraudeurs gesignaleerd en nieuwe maatregelen tegen fraude
snel geïmplementeerd.
Twee jaar geleden heeft de Manifestgroep een structureel samenwerkingsverband opgezet
voor de aanpak van fraude op operationeel vlak. Behalve de Manifestgroeppartijen3 nemen ook de agentschappen Logius en BPR van mijn ministerie deel. De Belastingdienst
trekt deze samenwerking en heeft in Utrecht een Expertisecentrum Fraude ingericht
ten behoeve van alle deelnemers aan die samenwerking. Deze zomer wordt, in samenwerking
met het Centrum voor Informatiebeveiliging en Privacybescherming (CIP), een brede
community Identiteitsfraude gestart, waarin onder andere vertegenwoordigers van de
Manifestgroeppartijen, de Nationale Politie, de Koninklijke Marechaussee en gemeenten
zich verenigen.
Samenwerking is ook van belang bij het organiseren van de hulp aan slachtoffers van
identiteitsfraude. Het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude en -fouten (CMI) brengt
in een Ketenoverleg Identiteitsfraude betrokken partijen bij elkaar om slachtoffers
vlot te helpen en om patronen in identiteitsfraude vast te stellen en afspraken te
maken over maatregelen daartegen. Daarnaast intensiveert het CMI de relaties met andere
helpdesks en meldpunten, zoals de Fraudehelpdesk en de servicedesk van Logius. Dit
draagt bij aan meer synergie tussen deze verschillende meldpunten. Ook zal onderzocht
worden hoe de samenwerking kan worden opgezet met andere organisaties waar slachtoffers
van identiteitsfraude zich melden.
De partijen in de vreemdelingenketen4 zijn verenigd in het Ketenplatform, dat de identiteitsvaststelling en de unieke registratie
van vreemdelingen monitort, de casuïstiek met complexe identiteitsvaststelling helpt
oplossen en optreedt als centraal aanspreekpunt voor de vreemdelingenketen, de strafrechtketen
en de burgerzakenketen. Ook zijn er diverse regionale initiatieven tegen fraude en
identiteitsfraude, zoals het «burgerinitiatief 1 Overheid» in Amsterdam, de samenwerking
in de Regionale Informatie- en Expertisecentra (RIEC), bij de Regionale Coördinatiepunten
Fraude (RCF’s) en de Landelijke Stuurgroep Interventieteams5 (LSI) in het zorgdomein en het convenant dat 81 gemeenten in Oost-Nederland hebben
getekend om de identiteitsfraude bij de afdeling Burgerzaken harder aan te pakken.
Deze vernetwerking van de overheid maakt een informatiegestuurde, integrale aanpak
van identiteitsfraude mogelijk, zoals beoogd in de visie.
Publiek privaat
Zoals aangekondigd in de visie wordt ook gewerkt aan de samenwerking tussen publieke
en private sector. Via het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing6 (NPC) is afgesproken om zes thema’s aan te pakken, waaronder fraude. De aanpak gaat
zich onder andere richten op het ontwikkelen van een informatiepositie op genoemde
thema’s ten behoeve van een effectieve aanpak, alsmede om het beter benutten van communicatiemogelijkheden
om breder bekendheid te geven aan (preventieve) instrumenten op de benoemde thema’s
en het stimuleren van ondernemers en consumenten tot preventief handelen.
De positie van burgers versterken
Behalve overheid en bedrijfsleven hebben burgers een belangrijke rol in de aanpak
van identiteitsfraude. Dat betreft zowel het voorkomen van identiteitsfraude met hun
eigen gegevens, als het signaleren van identiteitsfraude en het aandragen van mogelijke
oplossingen. Het Ministerie van BZK neemt maatregelen die de positie van burgers in
de aanpak van identiteitsfraude versterken. Daarvoor zijn tijdens de antifraude «hackathon»
op 12 en 13 april van dit jaar diverse creatieve invalshoeken aangereikt. Het gaat
om het verhogen van transparantie over het gebruik van gegevens, om het benutten van
de «wisdom of the crowd» bij het signaleren van fraude en ontwikkelen van maatregelen,
en om het voorzien van digitale kopieën van identiteitsdocumenten van een watermerk
met doel en datum van de kopie. Met een aantal van deze concepten zullen pilots gedaan
worden.
Op 12 juni werd een applicatie DutchID gelanceerd, waarmee de echtheidskenmerken van de nieuwe Nederlandse paspoorten en identiteitskaarten voor het grote publiek,
private instellingen, overheden en eerstelijns controleurs zijn te controleren. Deze
toegankelijke app maakt op eenvoudige wijze duidelijk waarop mensen moeten letten
bij het controleren van de echtheid van identiteitsbewijzen.
In aanvulling hierop wordt «CheckID» ontwikkeld: een online voorziening waarmee iedereen
overal ter wereld kan verifiëren of Nederlandse paspoorten en identiteitskaarten als
vermist of gestolen staan geregistreerd. Tegelijkertijd wordt StopID ontwikkeld: een
online voorziening waarmee vermiste of gestolen paspoorten en identiteitskaarten direct
kunnen worden geblokkeerd. Voor mensen die geen gebruik (kunnen) maken van internet
voor dit soort zaken, wordt op verzoek van uw Kamer een verkenning gedaan naar de
mogelijkheden om via één telefoonnummer alle gestolen of vermiste bankpassen, credit
cards en identiteitsdocumenten te blokkeren.
Van belang voor de preventie van identiteitsfraude is dat mensen zelf goed weten hoe
zij geregistreerd zijn en wanneer en voor welke doelen hun gegevens worden gebruikt.
Daarom wordt voortdurend gewerkt aan de ontwikkeling van mijnoverheid.nl, de persoonlijke
website voor overheidszaken, waar mensen inzage hebben in bepaalde gegevens die over
hen in de BRP zijn vastgelegd. In het kader van het tegengaan van identiteitsfraude
wordt kritisch gekeken naar welke persoonsgegevens zichtbaar zijn in MijnOverheid.
Basisregistratie Personen, ID-documenten en DigiD
In de kabinetsvisie op de aanpak van identiteitsfraude is aangegeven dat het accent
moet liggen op voorkomen: preventie door burgers zelf en het opwerpen van barrières door overheid en bedrijfsleven.
Voor een deel vraagt dit om een investering in kennis en alertheid. Voor een deel
vraagt het om fysieke drempels tegen identiteitsfraude, in de vorm technische maatregelen
en nieuwe concepten. Wanneer mensen toch slachtoffer worden van identiteitsfraude,
dan moeten zij vlot worden geholpen. Sluitstuk van de integrale aanpak is het opsporen
van en maatregelen treffen tegen de daders. Veel partijen zijn op deze punten actief.
Uit de zich ontwikkelende samenwerking ontstaan afspraken over het breder benutten
van beschikbare informatie, kennis, technieken en methoden.
In de uitvoering van de kabinetsvisie hebben, daar waar het de centrale voorzieningen
betreft, op dit moment drie zaken prioriteit: verder bevorderen van de kwaliteit van
de Basisregistratie Personen, voorkomen van fraude met ID-documenten en DigiD.
In de Basisregistratie Personen (BRP) staan de persoons- en adresgegevens van miljoenen
mensen die al of niet in Nederland verblijven. Die gegevens worden door de hele overheid
gebruikt. Het dringt tot steeds meer partijen door dat het correct vaststellen en
registreren van deze gegevens cruciaal is voor de betrouwbaarheid van ieders identiteit
in heel het maatschappelijk en economisch verkeer. Datzelfde geldt voor het terugmelden
van twijfels over de juistheid van uit de BRP verstrekte gegevens. Met het project
«Naar Betrouwbare Persoonsgegevens» investeren BZK, gemeenten en de Nederlandse Vereniging
Van Burgerzaken (NVVB) in de ontwikkeling van ambtenaren burgerzaken, die de gegevens
in de BRP registreren en kunnen wijzigen. Met het project «Kwaliteit BRP» wordt geïnvesteerd
in de terugmeldingen door organisaties die bij gebruik van de BRP afwijkende gegevens
vinden. In dat project wordt ook aandacht besteed aan het terugdringen van het aantal
personen dat een schuld heeft en van wie geen woonadres in de BRP beschikbaar is.
Voorts wordt inmiddels actief opgetreden tegen het verschijnsel dat organisaties op
internet adverteren met te huur aangeboden woonruimte waarbij inschrijving op het
desbetreffende adres in de BRP niet is toegestaan.
Een deel van de gegevens uit de BRP komt op identiteitsdocumenten terecht. Die identiteitsdocumenten
zijn in het maatschappelijk verkeer van groot belang voor het vaststellen van de identiteit.
Daarom zijn voor het nieuwe paspoort en de Nederlandse identiteitskaart (NIK) die
in maart zijn geïntroduceerd technieken gebruikt die het nog moeilijker maken de documenten
te vervalsen. Maar op andere plaatsen is de drempel voor identiteitsfraude met hulp
van identiteitsdocumenten veel minder hoog: kopieën van paspoorten, identiteitskaarten
en rijbewijzen vormen nog steeds een belangrijk middel voor fraudeurs. Het kabinet
wil dit bestrijden via herhaalde campagnes: zowel gericht op degenen die te makkelijk
kopieën vragen, als degenen die te makkelijk kopieën afgeven. Tegelijkertijd houdt
het kabinet er rekening mee dat er altijd wel gegevens in handen komen van kwaadwillenden.
Daarom wil het kabinet – zoals aangekondigd in de visie – naar een situatie waarin
de combinatie van naam, adres, burgerservicenummer en andere persoonsgegevens nergens
nog voldoende is voor het plegen van identiteitsfraude. Die visie geeft richting aan
lange termijnontwikkelingen, waar het eID-stelsel een belangrijke bijdrage aan levert.
Teneinde de veiligheid van DigiD te verhogen zijn vanaf 20 mei 2014 de eisen voor
DigiD-wachtwoorden verscherpt, waardoor gebruikers met een onveilig wachtwoord een
nieuw wachtwoord zullen moeten aanmaken. Over DigiD heb ik u onlangs per brief geïnformeerd7.
Drie samenwerkingsprojecten voor 2014
Naast aandacht voor deze centrale voorzieningen richt de integrale aanpak van identiteitsfraude
zich in 2014 op drie punten:
-
1. Bundelen van communicatie-initiatieven
Zoals in de kabinetsvisie is aangegeven moet de preventie van identiteitsfraude permanent
evolueren met nieuwe vormen van bedreiging. Kennis en alertheid zijn daarbij sleutelfactoren,
gedragen door bewustwordingscampagnes en fraude-alerts. In 2013 lanceerde het Ministerie
van BZK twee campagnes om de waarde van identiteitsgegevens onder de aandacht te brengen:
«Laat je niet zomaar kopiëren» (om fraude met kopietjes van identiteitsbewijzen te
bestrijden) en «Voorkom gedoe, kijk het na» (om mensen aan te moedigen ervoor te zorgen
dat hun gegevens in de GBA8 correct zijn, om «gedoe» van fraude en fouten te voorkomen). In het najaar van 2014
zal de boodschap over het voorkomen van identiteitsfraude worden verenigd met de boodschap
over cyber security van de Alert Online campagne. Dit sluit aan op de notie dat identiteitsfraude
vooral online toeneemt. In de Alert Online campagne – geïnitieerd door de Nationaal
Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) – is een breed consortium verenigd
van publieke en private partijen (www.alertonline.nl).
Aanvullend zal het Ministerie van BZK diverse partnerorganisaties uitnodigen om de
eigen middelen in te zetten voor communicatie over identiteitsfraude. Die communicatie
richt zich zowel op burgers, als op professionals die te maken hebben met persoonsgegevens.
Doel is om mensen op de juiste momenten te bereiken met een herkenbare boodschap gecombineerd
met voor de situatie specifieke informatie. Dat kan bijvoorbeeld gaan om adviezen
die politie, CMI of Fraudehelpdesk meegeven aan slachtoffers van identiteitsfraude,
of om waarschuwingen die de gemeenten meegeven aan mensen die een nieuw paspoort of
rijbewijs komen ophalen. Hiervoor zal voorlichtingsmateriaal worden ontwikkeld (of
verbeterd) dat partijen op passende momenten kunnen inzetten. Centraal zal een website
staan met actuele fraudealerts, tips voor preventie, voorlichtingsfilmpjes, links
naar fraudedesks/ -meldpunten/ -expertisecentra en handige apps voor burgers.
-
2. Verbeteren van de monitoring van identiteitsfraude
Een goede diagnose van identiteitsfraude begint bij het goed registeren van identiteitsfraude,
het stapelen van casussen, het herkennen van patronen en het doorrechercheren op onregelmatigheden
in het gedrag van groepen of individuen. Daarom wordt onder andere via eerder genoemde
samenwerkingsverbanden gewerkt aan het verbeteren van de registratie van identiteitsfraude.
Focus daarbij ligt op het jaarlijks verbeteren van de monitor Identiteit in Cijfers9, waarvan uw Kamer eind dit jaar een tweede editie ontvangt. Betere registratie van
identiteitsfraude ligt daaraan ten grondslag.
-
3. Ontwikkelen van barrièremodellen tegen identiteitsfraude.
In samenwerking met betrokken partijen zullen barrièremodellen Identiteitsfraude worden
ontwikkeld: modellen voor een integrale aanpak van verschillende verschijningsvormen
van identiteitsfraude. Daarbij wordt het gehele criminele proces vanuit het perspectief
van de crimineel in kaart gebracht en wordt per onderdeel gekeken wie van de publieke
en private partners welke barrières kunnen opwerpen. Te denken valt hierbij aan barrières
als de juiste controles op de juiste momenten, fysiek hogere drempels tegen identiteitsfraude
en een goede balans tussen bestuursrecht, civiel recht en als sluitstuk strafrecht.
De modellen zullen op onderdelen een robuust karakter hebben, op onderdelen een adaptief
karakter, daarmee inspelend op de steeds veranderende dreigingen.
Richting verdere toekomst
Gezien de snelheid van de ontwikkelingen op het gebied van identiteitsfraude – zowel
aan de zijde van bedreiging, als de zijde van bestrijding – focust de uitvoering van
de kabinetsvisie op de aanpak identiteitsfraude zich voor dit moment op het verder
bevorderen van de kwaliteit van de Basisregistratie Personen en op het veilig gebruiken
van ID-documenten en DigiD als centrale voorzieningen en daarnaast op communicatie,
monitoring en barrièremodellen als aanvullende samenwerkingsprojecten voor 2014. In
de diverse samenwerkingsverbanden zullen vervolgstappen worden geïdentificeerd. Daarbij
zal ook goed gekeken worden wat er van het buitenland kan worden geleerd en wat Nederland
omgekeerd in positieve zin kan bijdragen aan de aanpak van identiteitsfraude in internationaal
verband en in de EU. Ook de wetenschap zal nauw betrokken worden. De basis daarvoor
is in december 2013 en mei 2014 gelegd met de eerste twee bijeenkomsten van het Kennisplatform
Identiteit.
Gezien de relatie van dit thema met de rijksbrede aanpak van fraude wordt u over de
aan die bredere aanpak gerelateerde aspecten van identiteitsfraude eind dit jaar opnieuw
geïnformeerd door middel van de voortgangsrapportage van het rijksbrede programma
Aanpak Fraude.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.H.A. Plasterk