Wijziging Aanvullende Rechtspositieregeling Brandweer Amsterdam-Amstelland (ARBAA) hoofdstuk 27

 

Het bestuur van de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland,

 

Gelet op:

  • het bepaalde in artikel 18 gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2021;

  • het besluit van het MTVRAA tot het voorleggen van het wijzigen van de ARBAA hoofdstuk 27 (FLO-overgangsrecht);

  • het akkoord reparatie FLO-overgangsrecht brandweerpersoneel;

  • Circulaires VNG d.d. 26 september 2019, kenmerk TAZ/U201900748, d.d. 16 oktober 2019, kenmerk TAZ/U201900807, d.d. 13 februari 2020, kenmerk TAZ/U202000138, d.d. 25 juni 2020, kenmerk TAZ/U202000467, d.d. 7 juli 2020, kenmerk TAZ/U202000544, d.d. 8 maart 2021, kenmerk TAZ/U202100186, d.d. 3 mei 2021, kenmerk TAZ/U202100397, d.d. 3 mei 2021, kenmerk TAZ/U202100399, d.d. 3 mei 2021, kenmerk TAZ/U202100400, d.d. 6 september 2021, kenmerk TAZ/U2021000745 inzake de transitie levensloop in het FLO-overgangsrecht, de regeling Netto FLO-spaartegoed en de AOW-compensatieregeling met inachtneming van circulaire VNG d.d. 15 juli 2020, kenmerk TAZ/U202000572 inzake de uitvoeringsafspraken ten aanzien van de compensatieregeling transitie levensloop en versnel sparen en met inachtneming van circulaire VNG d.d. 3 juni 2021, kenmerk TAZ/U202100492 inzake de uitvoeringsafspraken ten aanzien van de nabetalingen netto compensatieregeling AOW

 

BESLUIT i n de Aanvullende Rechtspositieregeling Brandweer Amsterdam-Amstelland (ARBAA) hoofdstuk 27:

 

 

 

Artikel 27b.77 te wijzigen als volgt: “1. Na ontslag heeft de ambtenaar gedurende zijn AOW-hiaat recht op een maandelijkse compensatie AOW. 2.De compensatie AOW is gelijk aan de netto AOW-uitkering waarbij geen loonheffingskorting wordt toegepast, die voor de ambtenaar in de betreffende maand zou hebben bestaan, inclusief de inkomensondersteuning AOW en het vakantiegeld. Een korting van artikel 13 AOW wordt hierbij buiten beschouwing gelaten.” Artikel 27b.80, lid 1 te wijzigen als volgt:

“1. Na ontslag heeft de ambtenaar recht op een compensatie AOW over de periode dat

hij op grond van door de werkgever vastgesteld beleid niet langer kon doorwerken bedoeld in artikel 27b.4, lid 5 juncto artikel 27b.26, lid 5 of

hij medisch niet geschikt was om langer door te werken bedoeld onder a, of

zijn verzoek om langer door te werken bedoeld onder a is afgewezen.”

 

Artikel 27b.82 te wijzigen als volgt:

“De compensatie AOW bedoeld in paragraaf 9 en 10 van dit hoofdstuk wordt vanaf het moment waarop de ambtenaar of de gewezen ambtenaar de leeftijd van 65 jaar bereikt maandelijks aan de ambtenaar uitbetaald.

 

Artikel 27d.2 te wijzigen als volgt:

“1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

gemeentelijke levensloopregeling FLO-overgangsrecht: een regeling als bedoeld in artikel 39d van de Wet op de loonbelasting 1964;

instelling: een door de ambtenaar gekozen kredietinstelling of verzekeraar als bedoeld in artikel 1:1 Wet financieel toezicht;

levenslooprekening: een bij de instelling door de ambtenaar geopende geblokkeerde rekening, waarop de inleg van de ambtenaar wordt gestort;

levensloopverzekering: een bij de instelling door de ambtenaar afgesloten verzekering, waarop de inleg van de ambtenaar wordt gestort;

levenslooptegoed: het tegoed op een levenslooprekening onderscheidenlijk het verzekerd kapitaal;

netto spaarverzekering: de bij Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance afgesloten verzekering met als productnaam “Aanvullingsplan Netto”, waarop de inleg van de ambtenaar wordt gestort;

netto spaarverzekeringstegoed: het tegoed op de netto spaarverzekering;

Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance: het product van Loyalis, speciaal ontwikkeld voor het FLO-overgangsrecht, dat bestaat uit een levensloopverzekering en een netto spaarverzekering;

spaarrekening: de rekening geopend ter vervanging van de levensloopverzekering en de netto spaarverzekering van Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance, waarop de inleg van de ambtenaar wordt gestort;

spaarrekeningtegoed: het tegoed op de spaarrekening;

tranche: de extra salarisproductie aan het eind van het fiscaal jaar;

versneld sparen: de extra werkgeversbijdrage levensloop;

werkgeversbijdrage netto FLO-spaartegoed: de maandelijkse bijdrage van de werkgever ingaande 1 januari 2022;

nettoresultaat van de berekeningsgrondslag: nettoresultaat van een berekening uitgaande van het vigerende fiscaal regime en een pensioengevend inkomen gelijk aan de berekeningsgrondslag zoals bedoeld in artikel 27e.2;

doeltegoed: het virtueel berekende netto spaarrekeningtegoed op de leeftijd 55 jaar van 225% van twaalf maal het nettoresultaat van de berekeningsgrondslag zoals bedoeld in artikel 27e.2.

2. Met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden houdt het LOGA-pad in dat de

ambtenaar:

a. moet deelnemen aan Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance en,

b. de volledige levensloopbijdrage beschikbaar moet stellen om in te leggen in Loyalis

Levensloop Brandweer & Ambulance op het moment dat de werkgever deze levensloopbijdrage verstrekt en,

c. niet tussentijd (vóór het bereiken van de 59- of 60-jarige leeftijd) tegoed opneemt uit

Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance tenzij,

het tegoed wordt opgenomen voor de periode als bedoeld in artikel 27b.11 eerste lid onder b respectievelijk 27b.35 eerste lid onder b, of

het tegoed wordt opgenomen voor de periode als bedoeld in artikel 27e.3a

uiterlijk voor 1 januari 2022 zijn netto spaarverzekeringstegoed overbrengt naar de netto spaarrekening, en

de werkgever een afschrift van zijn polisblad van zijn netto spaarverzekering doet toekomen waaruit het saldo van zijn tegoed op 1 januari 2020 blijkt.

Het aanwezige bedrag aan levenslooptegoed wordt, als de ingangsdatum van het volledig buitengewoon verlof bedoeld in artikel 27e.3 ligt op of na 1 september 2021, in 3 tranches overgebracht naar de spaarrekening te weten

een tranche fiscaal jaar 2019 en betreft 1/3e deel van het levenslooptegoed,

een tranche fiscaal jaar 2020 en betreft 1/2e deel van het levenslooptegoed, en

de laatste tranche fiscaal jaar 2021 en betreft het resterende bedrag levenslooptegoed.

Ligt de ingangsdatum van het volledig buitengewoon verlof bedoeld in artikel 27e.3 in de periode 1 september 2020 en 1 september 2021 dan wordt het aanwezige bedrag aan levensloop in 2 tranches overgebracht naar de spaarrekening te weten

een tranche fiscaal jaar 2019 en betreft 1/3e deel van het levenslooptegoed, en

de laatste tranche fiscaal jaar 2021 en betreft het resterende bedrag levenslooptegoed.

Ligt de ingangsdatum van het volledig buitengewoon verlof bedoeld in artikel 27e.3 in de periode 1 september 2019 en 1 september 2020 dan wordt het resterende bedrag levenslooptegoed op 1 januari 2022 in een tranche fiscaal jaar 2021 overgebracht naar de spaarrekening.

Voor de toepassing van het derde tot en met vijfde lid wordt ten aanzien van de ambtenaar die het LOGA-pad niet volgt uitgegaan van het tegoed dat hij gehad zou hebben als hij het LOGA-pad wel zou hebben gevolgd (virtuele levenslooptegoed).”

 

Artikel 27d.8, eerste lid te wijzigen als volgt:

“1. De ambtenaar op wie paragraaf 2 of 3 van hoofdstuk 27b van toepassing is, heeft recht op een levensloopbijdrage van de gemeente tot de datum van ingang van onbetaald volledig verlof docht tot uiterlijk 1 juni 2021.”

 

Artikel 27d.9a, eerste lid te wijzigen als volgt:

“1. De ambtenaar op wie hoofdstuk 9e van toepassing is, heeft recht op een levensloopbijdrage van de gemeente tot de datum van ingang van het volledig buitengewoon verlof als bedoeld in artikel 9e.3 docht tot uiterlijk 1 juni 2021.”

 

Artikel 27d.11 te wijzigen als volgt:

“Artikel 27d.11 Afkoop levensloopbijdrage FLO 60 jaar

1. (vervallen)

2. De ambtenaar bedoel in artikel 27d.8, derde lid, wiens deelname aan de levensloopregeling FLO-overgangsrecht eindigt op grond van artikel 27d.10, tweede lid onder b, voordat hij het moment van ingang van onbetaald volledig verlof bereikt, bedoeld in artikel 27b.11, tweede lid of artikel 27b.35, tweede lid, heeft recht op een afkoopbedrag.

3. De hoogte van het afkoopbedrag is voor de ambtenaar, bedoeld in het tweede lid, zodanig, dat hij, uitgaande van de in het LOGA overeengekomen uitgangspunten, op de leeftijd van 60 jaar een tegoed heeft overeenkomend met 140% van de berekeningsgrondslag op het moment van ontslag. Hierbij is het tegoed de som van het levenslooptegoed en het netto spaarverzekeringstegoed.

4. Wanneer op het moment van ontslag nog geen 20 dienstjaren zijn bereikt, voorziet het afkoopbedrag, uitgaande van de in het LOGA overeengekomen uitgangspunten, in een tegoed op 60-jarige leeftijd naar rato van het aantal dienstjaren op het moment van ontslag.

5. De hoogte van het afkoopbedrag wordt door Loyalis bepaald, waarbij:

a. het afkoopbedrag wordt gebaseerd op de berekeningsgrondslag op de dag voorafgaand aan het moment van ontslag;

b. er een verwacht netto rendement voor de contante waardeberekening wordt gehanteerd;

c. het afloopbedrag wordt gebaseerd op dienstjaren, afgerond op hele maanden naar beneden, bij de oud-werkgever.

6. Het afloopbedrag behoort niet tot het pensioengevend inkomen, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel f van het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP.

7. Het afkoopbedrag behoort niet tot het salaris, bedoeld in NRGA, artikel 3.2

8. Het afkoopbedrag behoort niet tot de berekeningsgrondslag, bedoeld in artikel 27b.2 respectievelijk berekeningsgrondslag, bedoeld in 27e.2.”

 

Aan artikel 27d.13, lid 1 een nieuw sub e toe te voegen dat luidt als volgt

“e. de transitie naar de netto spaarrekening bedoeld in artikel 2, lid 3 e.v.”

 

Onder artikel 27d.13 vier nieuwe artikelen toe te voegen die luiden als volgt:

Artikel 27d.14Versneld sparen

Voor de ambtenaar die na 31 december 2021 gebruik gaat maken van het volledig buitengewoon verlof bedoeld in artikel 27e.3 wordt versneld levensloop gespaard.

Het versneld spaarbedrag is gelijk aan het doeltegoed verminderd met de som van

Het totaal van het in tranches overgebrachte respectievelijk over te brengen netto levensloopbedrag naar de spaarrekening,

Het in 2021 over te brengen bedrag netto spaarverzekeringstegoed naar de spaarrekening, en

De verwachte werkgeversbijdrage netto FLO-spaartegoed tot de leeftijd 55 jaar vanaf 1 januari 2022.

Het versneld spaarbedrag wordt eind 2020 en eind 2021 berekend.

Het versneld spaarbedrag 2020, berekend eind 2020 wordt gehalveerd in 2020 aan de ambtenaar als extra levensloopbijdrage bedoeld in artikel 27d.8 eerste lid uitbetaald.

Het versneld spaarbedrag 2021, berekend medio 2021 wordt aan de ambtenaar in 2021 als extra levensloopbijdrage bedoeld in artikel 27d.8 eerste lid uitbetaald.

Voor de ambtenaar die op 1 januari 2022 55 jaar of ouder is, wordt het versneld spaarbedrag zodanig vastgesteld dat per 31 december 2021 het doeltegoed is bereikt.

Voor de toepassing van dit artikel wordt ten aanzien van de ambtenaar die het LOGA-pad niet volgt, uitgegaan van tegoeden die hij gehad zou hebben als hij het LOGA-pad zou hebben gevolgd.

 

Artikel 27d.15 Afkoop

De ambtenaar bedoeld in artikel 27d.8, tweede lid, die vanaf 1 januari 2020 de bezwarende functie verlaat als bedoeld in artikel 27d.10, tweede lid onder b heeft recht op een afkoopbedrag.

De hoogte van het afkoopbedrag bedraagt bij een ontslag vóór 1 januari 2022 het verschil tussen het doeltegoed en de som van het op datum ontslag virtuele saldo netto FLO-spaartegoed, het nettoresultaat van het resterende bruto levenslooptegoed en het Loyalis netto spaarverzekeringstegoed.

De hoogte van het afkoopbedrag bedraagt bij een ontslag vanaf 1 januari 2022 het verschil tussen doeltegoed op datum ontslag en het virtueel saldo netto FLO-spaartegoed.

De hoogte van het afkoopbedrag wordt door de werkgever bepaald waarbij het afkoopbedrag wordt gebaseerd op de berekeningsgrondslag op de dag voorafgaand aan het moment van ontslag.

Het afkoopbedrag behoort niet tot het pensioengevend inkomen, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel f van het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP.

Het afkoopbedrag behoort niet tot het salaris, bedoeld in NRGA, artikel 3.2

Het afkoopbedrag behoort niet tot de berekeningsgrondslag bedoeld in artikel 27e.2.

 

Artikel 27d.16 Uitbetaling levenslooptegoeden afwijkende FLO-leeftijden

Het bruto levenslooptegoed van de ambtenaar bedoeld in 27e.4, derde en vijfde lid wordt in twee tranches aan het eind van het fiscaal jaar 2020 en in het fiscaal jaar 2021 overgebracht naar de salarisrekening van de ambtenaar.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt ten aanzien van de ambtenaar die het LOGA-pad als bedoeld in artikel 27d.2 niet volgt, uitgegaan van het tegoed dat hij gehad zou hebben als hij het LOGA-pad wel zou hebben gevolgd (virtuele levenslooptegoed).

 

Artikel 27d.17 Afkoop levensloopbijdrage afwijkende FLO-leeftijden

De hoogte van de afkoopsom van de levensloopaanspraken van de ambtenaar bedoeld in artikel 27e.4, lid 3 en lid 5 wordt berekend door 24 maal 70% van het nettoresultaat van de berekeningsgrondslag zoals deze geldt in augustus 2021 te verminderen met de som van het nettoresultaat van de uitbetalingen bedoeld in artikel 27d.16, lid 1 en het netto spaarverzekeringstegoed. Dit bedrag wordt als extra werkgeversbijdrage levensloop uitbetaald.

De hoogte van de afkoopsom van de levensloopaanspraken van de ambtenaar bedoeld in artikel 27e.4, lid 6, betreft alleen de maanden van de periode van 24 maanden onbetaald verlof, gelegen vanaf 1 januari 2022. De afkoop wordt berekend door dit aantal maanden maal 70% van het nettoresultaat van de berekeningsgrondslag zoals deze geldt in augustus 2021 te verminderen met de som van het nettoresultaat van de uitbetalingen bedoeld in lid 1 en het netto spaarverzekeringstegoed. Dit bedrag wordt als extra werkgeversbijdrage levensloop uitbetaald.

Het afkoopbedrag behoort niet tot het pensioengevend inkomen, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel f van het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP.

Het afkoopbedrag behoort niet tot het salaris, bedoeld in NRGA artikel 3.2.

Het afkoopbedrag behoort niet tot de berekeningsgrondslag, bedoeld in artikel 27b.2 respectievelijk berekeningsgrondslag, bedoeld in 27e.2.”

 

Artikel 27e.4 te wijzigen als volgt:

“1. Artikel 27e.3 is van overeenkomstige toepassing op de ambtenaar, bedoeld in de artikelen 27b.4 lid 3 en 27b.26 lid 2, maar niet op een ambtenaar waarvan de leeftijdsgrens is vastgesteld op 60 jaar.

2. De levensloopaanspraken van de ambtenaar waarvan de leeftijdsgrens is vastgesteld op 60 jaar en die vóór 1 januari 2022 zijn gehele levensloop kan opnemen, blijven ongewijzigd.

3. De levensloopaanspraken van de ambtenaar die op 31 december 2021 jonger dan 60 jaar is, worden in de maand september 2021 afgekocht zoals bepaald in artikel 27d.17, lid 1.

4. De levenslooptegoeden van de ambtenaar bedoeld in het derde lid, worden in 2020 en 2021 uitbetaald zoals bepaald in artikel 27d.16.

5. Het derde en vierde lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de ambtenaar die op 31 december 2021 60 jaar of ouder is en

a. Maximaal 2 jaar de ingangsdatum van zijn onbezoldigd volledig verlof heeft uitgesteld als bedoeld in artikel 27b.11, lid 4 juncto 27b.35, lid 4 en

b. Voor 31 december 2021 zijn bruto levenslooptegoed niet heeft ingezet ter financiering van het onbetaald verlof bedoeld in artikel 27b.11, lid 2, juncto 27b.35, lid 2.

6. De ambtenaar bedoeld in het vijfde lid die zijn levenslooptegoed uiterlijk vanaf de eerste van de maand volgend op het moment dat hij de leeftijd van 62 jaar heeft bereikt, heeft ingezet ter financiering van het onbetaald verlof bedoeld in artikel 27b.11, lis 2, juncto 27b.35, lid 2 heeft recht op afkoop zoals bepaald in artikel 27d.17, lid 2.

7. (vervallen)

8. Uitgezonderd de aanspraken, bedoeld in het Overgangsregeling compensatie AOW opgenomen in de artikelen 27b.76 tot en met 27b.82, heeft de ambtenaar bedoeld in lid 2, geen andere rechten voortvloeiende uit dit hoofdstuk of hoofdstuk 27b.”

 

 

Onder artikel 27e.4 een nieuw artikel 27e.4a toe te voegen dat luidt als volgt:

“27e.4a

1. Maakt de ambtenaar die aanspraak heeft op afkoop levenslooptegoed bedoeld in artikel

27e.4 op 31 augustus 2021 gebruik van onbezoldigd volledig verlof bedoeld in artikel 27b.11 of 27b.35 dan wordt dit verlof voortgezet voor een periode van maximaal 24 maanden na aanvang onbezoldigd volledig verlof en uiterlijk tot 1 januari 2023 onder de voorwaarden dat hij zijn afkoopsom van de levensloopaanspraken vermeerderd met de som van het nettoresultaat van de uitbetalingen bedoeld in artikel 27d.16, eerste lid en het netto spaarverzekeringstegoed wordt ingezet om te voorzien in het inkomen gedurende deze periode.

2. Ligt de aanvang van de periode van inactiviteit van de ambtenaar in de periode 1 september 2021 tot en met 1 december 2022 dan wordt de ambtenaar onbezoldigd volledig verlof bedoeld in artikel 27b.11 of 27b.35 toegekend tot 1 januari 2023 onder de voorwaarden

dat zijn afkoopsom van de levensloopaanspraken vermeerderd met de som van het nettoresultaat van de uitbetalingen bedoeld in artikel 27d.16 en het netto spaarverzekeringstegoed wordt ingezet om te voorzien in het inkomen gedurende deze periode, en

direct voorafgaande aan de ingangsdatum onbezoldigd verlof de ambtenaar belast was met de uitvoering van de bezwarende functie/taken op grond waarvan de levensloopaanspraken zijn afgekocht.

De ambtenaar die vanaf 1 januari 2023 voor een maximale periode van 24 maanden gebruik wil maken van de vrijwillige voortzetting deelnemerschap ABP dient

een ontslagverzoek in,

een toekenningsverzoek voortzetting deelnemerschap ABP in,

te verklaren dat hij zijn afkoopsom van de levensloopaanspraken vermeerderd met de som van het nettoresultaat van de uitbetalingen bedoeld in artikel 27d.16 en het netto spaarverzekeringstegoed inzet om te voorzien in het inkomen gedurende deze periode,

direct voorafgaande aan de ingangsdatum van zijn ontslag belast te zijn met de uitvoering van de bezwarende functie/taken op grond waarvan de levensloopaanspraken zijn afgekocht, en

onder de voorwaarde dat de ambtenaar eerder dan 3 jaar voor de voor hem geldende vastgestelde AOW-leeftijd start met de vrijwillige voortzetting deelnemerschap ABP. De kosten van deze voortzetting komen voor rekening van de werkgever.

De periode van maximaal 24 maanden vrijwillige voortzetting deelnemerschap ABP voor rekening van de werkgever wordt voor de ambtenaar bedoeld in het eerste en tweede lid verminderd met de duur van de periode van het onbezoldigd verlof.

Voor de ambtenaar die niet het LOGA-pad als bedoeld in artikel 27d.2, tweede lid volgt, wordt voor dit artikel uitgegaan van een levenslooptegoed dat de ambtenaar gehad zou hebben als hij het LOGA-pad niet zou hebben verlaten (virtuele levenslooptegoed).”

 

Artikel 27e.11 te vervangen door:

“1. Voor de toepassing van de artikelen 27b.10 en 27b.34 wordt uitgegaan van het bruto

uitkeringsbedrag (zonder rekening te houden met het bedrag aan de RVU).

2. Onder het bruto uitkeringsbedrag wordt verstaan het bruto bedrag dat met toepassing van

de witte loonheffingstabel nodig is om de medewerker in de desbetreffende maand van uitbetaling 75% netto te garanderen als bedoeld in het eerste lid van artikel 27e.3.”

 

Een nieuw hoofdstuk toe te voegen dat luidt als volgt:

Hoofdstuk XXVII-fOvergangsrecht Functioneel Leeftijdsontslag27f Compensatieregeling

§ 1 Algemeen

 

Artikel 27f.1 Werkingssfeer

Dit hoofdstuk is van toepassing op de ambtenaar bedoeld in hoofdstuk 27e.

 

Artikel 27f.2 Begripsomschrijvingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

transitie levenslooptegoed: de transitie van de bruto levenslooptegoeden bedoeld in artikel 27d.2, leden drie, vier en vijf, in de kalenderjaren 2019, 2020 en 2021 van de ambtenaar die het LOGA-pad volgt;

versneld sparen levensloop: de extra werkgeversbijdrage levensloop, bedoeld in artikel 27d.14;

FLO-functie; de functie waaruit de ambtenaar aanspraak ontleent aan het FLO overgangsrecht, bedoeld in hoofdstuk 27e;

toeslag; de toeslag, bedoeld in artikel 27f.4;

toeslagpartner; de persoon of personen waarvan het inkomen meetelt ter bepaling van de hoogte van de toeslag;

LOGA-pad; het LOGA-pad, bedoeld in artikel 27d.2, tweede lid;

nadeel; het financiële nadeel dat de ambtenaar heeft als gevolg van de transitie van de levenslooptegoeden of de betaling van het versneld spaarbedrag levensloop, ongeacht het jaar waarin de ambtenaar dit heeft;

voordeel; het financiële voordeel dat de ambtenaar ondervindt als gevolg van de transitie van de levenslooptegoeden of de betaling van het versneld spaarbedrag levensloop;

rekentool: het door Deloitte ontwikkelde VNG-rekenmodel inkomstenbelasting;

drempelbedrag: 0,5 % van het inkomen;

inkomen: het verzamelinkomen aanslag inkomstenbelasting of het toetsingsinkomen op basis waarvan de aanspraak op een toeslag wordt beoordeeld zonder de bedragen transitie levenslooptegoed en het versneld sparen levensloop;

neveninkomsten: inkomsten uit of in verband met arbeid niet zijnde de inkomsten uit de FLO-functie.

 

Artikel 27f.3 Doel

Het doel van dit hoofdstuk is het bieden van compensatie van nadeel blijkende uit een hogere aanslag inkomstenbelasting of het geheel of gedeeltelijk wegvallen van toeslagen hieronder begrepen het niet of slechts gedeeltelijk in aanmerking komen voor toeslagen als aangegeven in en onder de voorwaarden van dit hoofdstuk.

Voor compensatie komt in ieder geval niet in aanmerking een verhoging van alimentatie of contributie.

 

Artikel 27f.4 Limitatieve opsomming toeslagen

De toeslagen of vergelijkbare toeslagen die voor compensatie in aanmerking kunnen komen zijn:

huurtoeslag als bedoeld in de Wet op de huurtoeslag;

kindgebonden budget als bedoeld in de Wet op het kindgebonden budget;

kinderopvangtoeslag als bedoeld in het Besluit Kinderopvang;

zorgtoeslag als bedoeld in de Wet op de zorgtoeslag;

scheef wonen/-huur als bedoeld in de Wet Huurverhoging;

studiefinanciering kinderen van de ambtenaar als bedoeld in de Wet Studiefinanciering 2000, of

reiskostenvergoeding studerende kinderen (Dans- en muziekopleiding) als bedoeld in de Subsidieregeling reiskosten DAMU-leerlingen.

Artikel 27f.5 Nadeel toerekenen en vaststellen

Het nadeel wordt toegerekend aan het kalenderjaar waarin de transitie levenslooptegoed of de betaling van het bedrag versneld sparen levensloop dat het nadeel veroorzaakt, heeft plaatsgevonden.

Voor ieder kalenderjaar 2019, 2020 en 2021 wordt afzonderlijk het nadeel respectievelijk het voordeel als bedoeld in artikel 27f.9 en 27f.10 vastgesteld. Is sprake van een nadeel dan kan een drempelbedrag van toepassing zijn als bedoeld in artikel 27f.12.

 

§ 2 Voorwaarden

Artikel 27f.6 Aanleveren gegevens - algemeen

De ambtenaar die voor compensatie van een nadeel over de kalenderjaren 2019, 2020 en 2021 in aanmerking wil komen overlegt daartoe alle gevraagde noodzakelijk geachte gegevens zijnde in ieder geval,

de ingediende aangiftes en de definitief opgelegde aanslagen inkomstenbelasting 2019, 2020 en 2021, en

de gesimuleerde aangiftes inkomstenbelasting 2019, 2020 en 2021 uitgaande van de aangiftes en aanslagen bedoeld onder a zonder de uitbetaalde bedragen transitie levenslooptegoed of versneld sparen levensloop op basis van de door de werkgever beschikbaar gestelde alternatieve jaaropgaves.

In afwijking van het bepaalde in het eerste lid onder b overlegt de ambtenaar die neveninkomsten heeft van meer dan € 9000 bruto of een vermogen groter dan het heffingsvrij vermogen

gesimuleerde aangiftes inkomstenbelasting 2019, 2020 en 2021 uitgaande van de aangiftes en aanslagen bedoeld in artikel 27f.6, lid 1, onder a met maximaal € 9000 bruto aan neveninkomsten of het vermogen verminderd met de toename van het vermogen door de uitbetaalde bedragen transitie levenslooptegoed of het versneld sparen levensloop, en

gesimuleerde aangiftes inkomstenbelasting als bedoeld in artikel 27f.6, lid 2, onder a zonder de uitbetaalde bedragen transitie levenslooptegoed of versneld sparen levensloop op basis van de door de werkgever beschikbaar gestelde alternatieve jaaropgaves.

 

Artikel 27f.7 Aanleveren gegevens – toeslagen

De ambtenaar die voor compensatie van een nadeel, veroorzaakt door het geheel of gedeeltelijk wegvallen van een of meerdere toeslagen hieronder begrepen het niet of slechts gedeeltelijk in aanmerking komen voor toeslagen, in aanmerking wil komen overlegt aanvullend aan de gegevens bedoeld in artikel 27f.6 in ieder geval

de beschikking waaruit blijkt dat de toeslag is ingetrokken, verminderd of niet wordt toegekend, en

de berekening waaruit de hoogte van een toeslag blijkt als geen sprake zou zijn geweest van de transitie levenslooptegoed of versneld sparen levensloop.

Kan geen beschikking of berekening bedoeld in artikel 27f.7, eerste lid overlegd worden, dan maakt de ambtenaar op andere wijze het door hem geleden nadeel aannemelijk.

§ 3 Berekening nadeel/voordeel per kalenderjaar

 

Artikel 27f.8 Berekening nadeel/voordeel inkomstenbelasting

Het nadeel of voordeel inkomstenbelasting in een kalenderjaar is het verschil tussen

de aanslag en de gesimuleerde aangifte, bedoeld in artikel 27f.6, eerste lid, onder a en artikel 27f.6, eerste lid, onder b, of

de gesimuleerde aangiftes, bedoeld in artikel 27f.6, tweede lid, onder a en b.

 

Artikel 27f.9 Berekening nadeel toeslagen

Het nadeel wordt per toeslag vastgesteld en bedraagt het verschil tussen de beschikking en de berekening in een kalenderjaar als bedoeld in artikel 27f.7.

 

Artikel 27f.10 Berekening nadeel/voordeel per kalenderjaar

Het nadeel of voordeel wordt per kalenderjaar vastgesteld en betreft per kalenderjaar de som van

het voordeel of nadeel blijkend uit artikel 27f.8, en

het nadeel blijkend uit artikel 27f.9 per toeslag.

 

§ 4 Drempelbedrag

Artikel 27f.11 Drempelbedrag

Een drempelbedrag is van toepassing als de berekening van artikel 27f.10 een nadeel oplevert.

Het drempelbedrag bedoeld in artikel 27f.11, eerste lid wordt voor ieder vastgesteld nadeel bedoeld in artikel 27f.8 of 27f.9 bepaald per kalenderjaar.

In afwijking van artikel 27f.11, tweede lid is geen drempelbedrag aan de orde als sprake is van een nadeel inkomstenbelasting, als bedoeld in artikel 27f.8, waarin neveninkomsten zijn opgenomen.

Bij samenloop van vastgestelde nadelen bedoeld in artikel 27f.8 of 27f.9 wordt het drempelbedrag voor ieder nadeel berekend naar rato van het vastgestelde totale nadeel in dat kalenderjaar. De som van deze drempelbedragen is het drempelbedrag voor dat kalenderjaar.

 

§ 5 Compensatie

 

Artikel 27f.12 Compensatiebedrag

Het toe te kennen compensatiebedrag bedraagt de som van het vastgestelde nadeel of voordeel per kalenderjaar 2019, 2020 en 2021, bedoeld in 27f.10, verminderd met het drempelbedrag, bedoeld in artikel 27f.11 voor dat kalenderjaar.

 

Artikel 27f.13 Uitbetaling compensatiebedrag

De netto compensatie wordt eenmalig aan de ambtenaar uitbetaald.

Een maatwerkoplossing wordt geboden als de ambtenaar blijvend financiële schade lijdt als gevolg van de transitie levenslooptegoed of versneld sparen levensloop.

Indien de uitbetaling van het compensatiebedrag leidt tot een nadeel dan wordt dit nadeel niet gecompenseerd.

 

§ 6 Overige en slotbepalingen

 

Artikel 27f.14 Toetsing

Een centraal ingestelde paritair samengestelde commissie toetst de door de ambtenaar aangeleverde gegevens om in aanmerking te komen voor compensatie en brengt een zwaarwegend advies uit.

Steekproefsgewijs toetst een externe onafhankelijke partij deze adviezen.

 

Artikel 27f.15 Hardheidsclausule

In individuele gevallen kan van deze regeling worden afgeweken als toepassing ervan uit oogpunt van behoorlijk bestuur tot een voor de ambtenaar onevenredig nadelig besluit zou leiden.

 

Te bepalen dat dit besluit in werking treedt op de dag van bekendmaking en terugwerkt tot de in de VNG-circulaires genoemde data, respectievelijk 1 januari 2018 voor de artikelen 27b.77, 27b.80, 27b.82 (de netto compensatieregeling AOW), 1 januari 2022 voor de artikelen 27f.1 tot en met 27f.15 (compensatieregeling FLO-overgangsrecht) en 1 oktober 2019 en 1 januari 2020 en 1 maart 2020 en 1 juni 2021 voor wat betreft de overige artikelen (transitie levensloop).

 

Een nieuw hoofdstuk toe te voegen dat luidt als volgt:

Hoofdstuk XXVII-gOvergangsrecht Functioneel Leeftijdsontslag

27g Regeling Netto FLO-spaartegoed

§ 1. Algemeen

 

Artikel 27g.1 Werkingssfeer

Dit hoofdstuk is van toepassing op de ambtenaar, bedoeld in hoofdstuk 27e.

 

Artikel 27g.2 Begripsomschrijvingen

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt voor de toepassing van dit hoofdstuk verstaan onder:

rekening: de rekening geopend door de ambtenaar ter vervanging van de levensloopverzekering en de netto spaarverzekering van Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance;

grootbanken:ABN/AMRO, RABO, ING of SNS;

kosten: de per jaar vastgestelde hoogste kosten van de goedkoopste rekening waarop de werkgever kan storten, aangeboden door één van de vier grootbanken;

gemiddelde rentepercentage: het per kalenderjaar vastgestelde gemiddelde rentepercentage van de vier grootbanken van de goedkoopste rekening waarop de werkgever kan storten;

Netto FLO-spaartegoed: het jaarlijks door de werkgever per 1 januari van ieder kalenderjaar vastgestelde virtuele tegoed;

startsaldo spaartegoed 2022: het netto FLO-spaartegoed op 1 januari 2022;

nettoresultaat: het bedrag dat resteert na een bruto-netto berekening van de berekeningsgrondslag, bedoeld in artikel 27e.2, uitgaande van het vigerende fiscaal regime en een pensioengevend inkomen gelijk aan deze berekeningsgrondslag;

doelsaldo Netto FLO-spaartegoed: het bedrag te bereiken in de maand voorafgaand aan de leeftijd van 55 jaar van 225% van twaalf maal het nettoresultaat;

werkgeversbijdrage Netto FLO-spaartegoed: de maandelijkse netto bijdrage van de werkgever vanaf 1 januari 2022.

 

Artikel 27g.3 Methodische gelijkschakeling

De ambtenaar die het LOGA-pad, bedoeld in artikel 27d.2, niet of niet meer volgt wordt methodisch gelijk behandeld met de ambtenaar die het LOGA-pad heeft gevolgd en wordt voor de toepassing van dit hoofdstuk uitgegaan van bedragen die hij gehad zou hebben als hij het LOGA-pad wel zou hebben gevolgd.

 

Artikel 27g.4 Doel

De bepalingen van dit hoofdstuk hebben ten doel het treffen van een voorziening in geld ten behoeve van de gedeeltelijke financiering van de periode van volledig buitengewoon verlof, bedoeld in artikel 27e.3, eerste lid.

 

§ 2. Netto FLO-spaartegoed

 

Artikel 27g.5 Opgave Netto FLO-spaartegoed

Aan het begin van ieder kalender jaar, ook tijdens de periode van buitengewoon verlof, bedoeld in artikel 27e.3, ontvangt de ambtenaar een opgave van de hoogte van zijn netto FLO-spaartegoed.

 

Artikel 27g.6 Netto FLO-spaartegoed- algemeen

Het Netto FLO-spaartegoed op 1 januari van een kalenderjaar bestaat uit het startsaldo spaartegoed 2022 of het laatst vastgestelde bedrag Netto FLO-spaartegoed

a) verminderd met de kosten,

b) verminderd met de vastgestelde maandelijkse opnames uit het Netto FLO-spaartegoed, bedoeld in artikel 27g.10, in het afgelopen kalenderjaar,

c) vermeerderd of verminderd met het gemiddelde rentepercentage van dat kalenderjaar en

d) vermeerderd met de ontvangen werkgeversbijdragen Netto FLO-spaartegoed, bedoeld in artikel 27g.7, in het afgelopen kalenderjaar.

 

Artikel 27g.7 Aanspraak werkgeversbijdrage Netto FLO-spaartegoed

De ambtenaar heeft maandelijks recht op een werkgeversbijdrage Netto FLO-spaartegoed tot de eerste dag van de maand waarin hij de leeftijd van 54 jaar en 6 maanden bereikt.

De werkgeversbijdrage Netto FLO-spaartegoed behoort niet tot:

het pensioengevend inkomen, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel f van het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP;

het salaris, bedoeld in NRGA artikel 3.2;

de berekeningsgrondslag, bedoeld in artikel 27e.2.

 

Artikel 27g.8 Vaststelling hoogte werkgeversbijdrage Netto FLO-spaartegoed

Jaarlijks wordt de maandelijkse werkgeversbijdrage Netto-FLO spaartegoed vastgesteld op basis van:

het laatstelijk vastgestelde Netto FLO-spaartegoed,

de hoogte van het voor de ambtenaar geldende doelsaldo Netto FLO-spaartegoed,

de leeftijd van de ambtenaar,

het gemiddelde rentepercentage en

de kosten.

De hoogte van de werkgeversbijdrage Netto FLO-spaartegoed bedraagt in aanvang maximaal 12,5% van het fiscaal inkomen van de ambtenaar en kan oplopen tot 20% van het fiscaal inkomen van de ambtenaar.

De controle op het tijdig bereikt hebben van het doeltegoed vindt plaats in de 6 maanden voorafgaand aan het bereiken van de leeftijd van 55 jaar.

Op grond van de uitslag van de controle kan een incidentele werkgeversbijdrage Netto FLO-spaartegoed worden toegekend die niet meer dan 20% van het fiscaal inkomen van de ambtenaar bedraagt.

 

§ 3. Inzet Netto FLO-spaartegoed

Artikel 27g.9 Inzet Netto FLO-spaartegoed vanaf ingangsdatum volledig buitengewoon verlof

Het Netto FLO-spaartegoed wordt ter financiering van de 75% netto aanspraak ingezet in de periode van volledig buitengewoon verlof, bedoeld in artikel 27e.3, onder de voorwaarden als in deze paragraaf bepaald.

Artikel 27g.10 Hoogte inzet Netto FLO-spaartegoed

Ter vaststelling van de hoogte van de maandelijkse inzet van het Netto FLO-spaartegoed bij aanvang van het volledig buitengewoon verlof, bedoeld in artikel 27e.3 derde lid, wordt het laatst vastgestelde saldo Netto FLO-spaartegoed gedeeld door de duur van het volledig buitengewoon verlof in maanden.

Ligt de aanvang van het volledig buitengewoon verlof voor 1 januari 2022 dan wordt ter bepaling van het bedrag, bedoeld in het eerste lid, ingaande 1 januari 2022 het startsaldo spaartegoed 2022 gedeeld door de resterende uitkeringsduur in maanden.

Jaarlijks wordt op basis van het per 1 januari vastgestelde Netto FLO-spaartegoed het bedrag van de inzet, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld door dit spaartegoed te delen door de resterende uitkeringsduur in maanden.

Het vastgestelde bedrag van de maandelijkse inzet vult werkgever aan tot 75% netto, bedoeld in artikel 27e.3, eerste lid, en maandelijks gebruteerd aan de ambtenaar uitbetaald.

In de laatste maand van het volledig buitengewoon verlof vindt de eindafrekening plaats.

 

Artikel 27g.11 Keuze inzet netto FLO-spaartegoed

In afwijking van het bepaalde in artikel 27g.10 kan de ambtenaar voor aanvang van de periode van buitengewoon verlof de keuze maken het Netto FLO-spaartegoed volledig in te zetten in de periode direct voorafgaande aan het ontslag, bedoeld in artikel 27e.16.

De voorlopige vaststelling van de duur van de periode, bedoeld in het eerste lid, in maanden geschiedt bij aanvang van het volledig buitengewoon verlof door het laatst vastgestelde Netto FLO-spaartegoed te delen door het bedrag van de 75% netto, bedoeld in artikel 27e.3, eerste lid.

Ligt de aanvang van het volledig buitengewoon verlof voor 1 januari 2022 dan geschiedt de voorlopige vaststelling van de duur van de periode in maanden, bedoeld in het eerste lid, door het startsaldo spaartegoed 2022 te delen door het bedrag van de 75% netto, bedoeld in artikel 27e.3, eerste lid.

De berekening van de duur van de periode, bedoeld in het tweede en derde lid, wordt definitief vastgesteld uiterlijk 6 maanden voor de voorlopig berekende ingangsdatum op grond waarvan vaststelling van de definitieve periode van het inzetten van het volledige Netto FLO-spaartegoed geschiedt.

Vanaf de ingangsdatum, bepaald op grond van het vierde lid, wordt jaarlijks op basis van het per 1 januari vastgestelde Netto FLO-spaartegoed het bedrag van de inzet van het netto FLO-spaartegoed vastgesteld door dit spaartegoed te delen door de resterende uitkeringsduur in maanden als in het vierde lid bepaald.

Het vastgestelde bedrag van de maandelijkse inzet, bedoeld in het vijfde lid, vult werkgever aan tot 75% netto, bedoeld in artikel 27e.3, eerste lid, en betaalt dit maandelijks gebruteerd aan de ambtenaar uit.

In de laatste maand van het volledig buitengewoon verlof, bedoeld in artikel 27e.3, derde lid, vindt de eindafrekening plaats.

 

§ 4. Vervallen aanspraak, afkoop en pensioenopbouw

Artikel 27g.12 Vervallen aanspraak werkgeversbijdrage Netto FLO-spaartegoed

De aanspraak op de werkgeversbijdrage Netto FLO-spaartegoed eindigt in ieder geval:

per de eerste van de maand waarin de ambtenaar de leeftijd van 55 jaar bereikt;

bij het overlijden van de ambtenaar;

bij beëindiging van de werkzaamheden in de bezwarende functie voordat de ambtenaar de leeftijd van 55 jaar bereikt.

 

Artikel 27g.13 Afkoop

De ambtenaar, bedoeld in artikel 27g.12 onder b en c, heeft recht op een afkoopbedrag tenzij het ontslag plaatsvindt op grond van NRGA artikel 13.6, lid 1 onder f.

De hoogte van het afkoopbedrag bedraagt het verschil tussen het doelsaldo Netto FLO-spaartegoed berekend op de datum van het ontslag of het overlijden en het saldo netto FLO-spaartegoed berekend op die datum.

Het afkoopbedrag behoort niet tot

het pensioengevend inkomen, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel f van het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP;

het salaris, bedoeld in NRGA artikel 3.2;

de berekeningsgrondslag bedoeld in 27e.2.

 

Artikel 27g.14 Pensioenopbouw

Tijdens de periode, bedoeld in artikel 27e.3, bouwt de ambtenaar pensioen op over de volledige berekeningsgrondslag.”

 

 

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van het bestuur van de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland, gehouden op 20 september 2021.

Het bestuur van de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland

Naar boven