Noodverordening van de voorzitter van de veiligheidsregio Zeeland houdende voorschriften ter voorkoming van verdere verspreiding van het coronavirus/COVID-19 (Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Zeeland 15 juni 2020)

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

 

 

Artikel 1.1. Werkingssfeer

Deze verordening is van toepassing op het grondgebied van de gemeenten die behoren tot de veiligheidsregio Zeeland, te weten Borsele, Goes, Hulst, Kapelle, Middelburg, Noord-Beveland, Reimerswaal, Schouwen-Duiveland, Sluis, Terneuzen, Tholen, Veere en Vlissingen.

 

Artikel 1.2. Begrippen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

- buitenterras: terras gelegen in de open lucht;

- binnenterras: terras gelegen in een gebouw;

- contactberoepen: beroepen waarbij het niet mogelijk is ten minste 1,5 meter afstand te houden tot de klant of patiënt;

- cruciale beroepen: cruciale beroepen als bedoeld op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/veelgestelde-vragen-over-coronavirus-en-kinderopvang/cruciale-beroepen;

- eet- en drinkgelegenheden: inrichtingen waar ter plaatse eten of drinken wordt verkocht en genuttigd, met uitzondering van inrichtingen in bedrijven, instellingen en andere organisaties die niet voor het publiek toegankelijk zijn (bedrijfskantines en bedrijfscatering);

- evenement: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onderdeel g, van de Gemeentewet en betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties; onder evenementen vallen mede, maar niet uitsluitend, herdenkingsplechtigheden, braderieën, optochten niet zijnde manifestaties in de zin van de Wet openbare manifestaties, feesten, festivals, popconcerten en overige muziekvoorstellingen, betaald voetbalwedstrijden (met of zonder publiek), straatfeesten, barbecues en vechtsportwedstrijden;

- gezamenlijk huishouden: de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel en ouders, grootouders en kinderen, voor zover zij volgens de basisregistratie personen op hetzelfde adres woonachtig zijn;

- kinderopvang: kinderopvang als bedoeld in de Wet kinderopvang;

- mondkapje: voorwerp dat op grond van zijn ontwerp bestemd is om in ieder geval de mond en de neus volledig te bedekken, zodat de verspreiding van virussen en andere ziektekiemen zoveel mogelijk wordt tegengegaan;

- onderwijsinstelling: school, instelling of exameninstelling in de zin van een onderwijswet als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, onder 1, van de Wet op het onderwijstoezicht, daaronder begrepen een niet bekostigde instelling;

- publieke ruimte: openbare ruimte en voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, alsmede zich daar bevindende vaartuigen en voertuigen, met uitzondering van de zich daarin bevindende woongedeelten;

- sauna’s: sauna’s en andere vormen van wellness zoals Turkse stoombaden, hamams, beauty farms, thermale baden, badhuizen en spa’s;

- seksinrichtingen: inrichtingen waar bedrijfsmatig gelegenheid wordt gegeven tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling of bedrijfsmatig vertoningen van erotisch-pornografische aard worden aangeboden;

- sekswerker: persoon die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling;

- social distancing: het in acht nemen van een voorgeschreven afstand tot andere personen zoals omschreven in artikel 2.2;

- sport- en fitnessgelegenheden: sportaccommodaties en sportinrichtingen, waaronder zwembaden, sporthallen en sportvelden;

- vitale processen: vitale processen als bedoeld op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/veelgestelde-vragen-over-coronavirus-en-kinderopvang/cruciale-beroepen;

- voorzitter: voorzitter van de veiligheidsregio Zeeland.

 

 

 

 

Hoofdstuk 2. Maatregelen

 

 

Artikel 2.1. Verboden samenkomsten

1. Het is verboden om in voor publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, dan wel in besloten plaatsen niet zijnde woningen, samenkomsten van meer dan dertig personen, exclusief personeel, te laten plaatsvinden, te organiseren te laten organiseren of te laten ontstaan, dan wel aan dergelijke samenkomsten deel te nemen.

2. Degene die een samenkomst laat plaatsvinden, organiseert, laat organiseren of laat ontstaan in de publieke ruimte of in een voor het publiek openstaand gebouw als bedoeld in artikel 174, eerste lid, van de Gemeentewet en daarbij behorend erf, een voertuig of vaartuig dan wel een besloten plaats, niet zijnde een woning, draagt er zorg voor dat de aanwezige personen te allen tijde ten minste 1,5 meter afstand tot elkaar kunnen houden.

3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op de volgende samenkomsten, mits de aanwezigen te allen tijde ten minste 1,5 meter afstand houden tot de dichtstbijzijnde persoon:

a. wettelijk verplichte samenkomsten, zoals vergaderingen van gemeenteraden, mits daarbij niet meer dan honderd personen aanwezig zijn;

b. samenkomsten die noodzakelijk zijn voor de continuering van de dagelijkse werkzaamheden van instellingen, bedrijven en andere organisaties, waaronder begrepen de organisatie van staatsexamens mits daarbij niet meer dan honderd personen aanwezig zijn en maatregelen zijn getroffen waardoor aanwezigen te allen tijde 1,5 meter afstand kunnen houden tot de dichtstbijzijnde persoon;

c. samenkomsten ten behoeve van activiteiten als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, en artikel 2.8;

d. bezoek aan winkels en bibliotheken, mits maatregelen zijn getroffen waardoor aanwezigen te allen tijde 1,5 meter afstand kunnen houden tot de dichtstbijzijnde persoon.

4. Het is tot 1 september 2020 verboden om evenementen te laten plaatsvinden of ontstaan, dan wel aan evenementen deel te nemen.

 

Artikel 2.1a Dierenparken, natuurparken en pretparken

Het verbod, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, is niet van toepassing op samenkomsten in dierenparken, natuurparken en pretparken, mits:

a. de aanwezigen te allen tijde ten minste 1,5 meter afstand houden tot elkaar, met uitzondering van personen die een gezamenlijk huishouden vormen; en

b. naar het oordeel van de voorzitter uit een door de beheerder overgelegd plan blijkt dat maatregelen zijn getroffen waardoor aanwezigen te allen tijde 1,5 meter afstand kunnen houden tot de dichtstbijzijnde persoon en de belasting van het mobiliteitssysteem en in het bijzonder het openbaar vervoer acceptabel blijft.

 

 

Artikel 2.1b Musea, presentatie-instellingen en monumenten

Het verbod, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, is niet van toepassing op samenkomsten in musea, presentatie-instellingen en monumenten met een publieksfunctie, mits:

a. de aanwezigen te allen tijde ten minste 1,5 meter afstand houden tot elkaar, met uitzondering van personen die een gezamenlijk huishouden vormen;

b. de inrichting op een zodanige manier is georganiseerd dat de aanwezigen te allen tijde 1,5 meter afstand kunnen houden tot de dichtstbijzijnde persoon; en

c. bezoek uitsluitend plaatsvindt in een vooraf gereserveerd tijdvak.

 

Artikel 2.1c. Bioscopen, concertzalen en theaters

Het verbod, bedoeld in artikel 2.1, eerste en vierde lid, is niet van toepassing op samenkomsten in bioscopen, filmhuizen, concertzalen en podia voor alle genres van muziek en theaters en hiermee vergelijkbare culturele instellingen, mits:

a. de aanwezigen te allen tijde ten minste 1,5 meter afstand houden tot elkaar, met uitzondering van personen die een gezamenlijk huishouden vormen;

b. bezoekers van tevoren reserveren;

c. bezoekers gebruik maken van een zitplaats; en

d. per afzonderlijke ruimte niet meer dan 30 bezoekers tegelijkertijd aanwezig zijn waarbij een zichtbaar gescheiden podium als een afzonderlijke ruimte wordt beschouwd

 

Artikel 2.1d Eet- en drinkgelegenheden en binnenterrassen

1. Het is verboden samenkomsten in eet- en drinkgelegenheden of op een binnenterras, te laten plaatsvinden, te organiseren, te laten organiseren of te laten ontstaan, dan wel aan dergelijke samenkomsten deel te nemen, tenzij,

a. niet meer dan 30 gasten in de eet- en drinkgelegenheid of op het binnenterras aanwezig zijn;

b. gasten gebruik maken van een zitplaats aan een tafel of bar;

c. gasten vooraf reserveren; en

d. de aanwezigen te allen tijde ten minste 1,5 meter afstand houden tot elkaar, met uitzondering van personen die een gezamenlijk huishouden vormen.

2. In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder a, mogen in eet- en drinkgelegenheden in hotels meer dan 30 gasten aanwezig zijn mits deze gasten allen hotelgasten zijn.

3. Indien de eet- en drinkgelegenheid is gevestigd in een gebouw zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, waarin naast de eet- en drinkgelegenheid één of meerdere andere zelfstandige functies of andere eet- en drinkgelegenheden zijn gevestigd, is artikel 2.1, eerste lid, niet van toepassing op de eet- en drinkgelegenheid, mits:

a. deze functies gescheiden zijn van de andere functies of de andere eet- en drinkgelegenheden;

b. deze functies of de andere eet- en drinkgelegenheden beschikken over een zelfstandige ruimte binnen het gebouw; en

c. de inrichting in het gebouw zodanig wordt georganiseerd dat bezoekersstromen zoveel mogelijk van elkaar gescheiden zijn en bezoekers van de verschillende functies steeds 1,5 meter afstand kunnen houden.

Artikel 2.1e Buitenterrassen bij eet en drinkgelegenheden

Het is verboden samenkomsten op buitenterrassen bij eet- en drinkgelegenheden te laten plaatsvinden, te organiseren, te laten organiseren of te laten ontstaan, dan wel aan dergelijke samenkomsten deel te nemen, tenzij:

a. gasten gebruik maken van een zitplaats aan een tafel;

b. maatregelen zijn getroffen waardoor:

1°. de aanwezigen altijd 1,5 meter afstand tot elkaar kunnen houden.

2°. de aanwezigen altijd 1,5 meter afstand kunnen houden ten opzichte van aanwezigen op aanpalende terrassen; en

3°. de bezoekersstromen op en rond het terras worden gereguleerd;

c. de aanwezigen te allen tijde ten minste 1,5 meter afstand houden tot elkaar, met uitzondering van personen die een gezamenlijk huishouden vormen; en

d het terras aan de bovenzijde of aan drie zijden open is.

Artikel 2.1f Multifunctionele complexen

1. Indien in een gebouw zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, meerdere andere zelfstandige functies zijn opgenomen, is het maximum van 30 personen per gebouw niet van toepassing, onder de volgende voorwaarden:

a. de verschillende functies zijn functioneel van elkaar gescheiden;

b. de verschillende functies beschikken elk over een zelfstandige ruimte binnen het gebouw

c. per zelfstandige functie niet meer dan 30 personen, exclusief personeel, aanwezig zijn, tenzij deze verordening voor die functie een hoger aantal personen toestaat; en

d. de inrichting in het gebouw wordt zodanig georganiseerd dat bezoekersstromen zoveel mogelijk van elkaar gescheiden zijn en bezoekers van de verschillende functies steeds 1,5 meter afstand kunnen houden.

2. Dit artikel is niet van toepassing op zalencentra of –complexen.

 

Artikel 2.2. Verbod niet in acht nemen veilige afstand

1. Het is verboden zich in de publieke ruimte te bevinden zonder tot een andere persoon een afstand te houden van ten minste 1,5 meter.

2. Het verbod, bedoeld in het vorige lid, is niet van toepassing:

a. op personen die een gezamenlijk huishouden vormen;

b. als het de afstand tot kinderen tot en met 12 jaar betreft;

c. bij de uitoefening van contactberoepen;

d. op een persoon met een handicap en diens begeleiders;

e. op personen van 13 tot en met 18 jaar die georganiseerd en begeleid door sportverenigingen of professionals buiten sporten en bewegen.

3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is in de uitvoering van jeugdhulp niet van toepassing op kwetsbare jongeren in de leeftijd van 13 tot en met 18 jaar onderling en op kwetsbare jongeren en jeugdhulpverleners onderling.

 

Artikel 2.3. Verboden openstelling inrichtingen

1. Het is verboden om een van de volgende inrichtingen voor publiek geopend te houden:

a. eet- en drinkgelegenheden bij de onder b tot en met f genoemde inrichtingen met uitzondering van eet- en drinkgelegenheden bij buitensportvoorzieningen die worden geëxploiteerd door een commerciële rechtspersoon, bij instellingen voor topsport en bij zwemgelegenheden;

b. sport- en fitnessgelegenheden;

c. sauna’s;

d. seksinrichtingen;

e. coffeeshops;

f. casino's, speelhallen en daarmee vergelijkbare inrichtingen.

2. Het is verboden een in een eet- en drinkgelegenheid aanwezige dansvoorziening geopend te houden voor publiek.

3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing op:

a. inrichtingen waar buiten sporten of bewegen mogelijk wordt gemaakt, mits de beheerder maatregelen heeft getroffen waardoor de aanwezigen altijd 1,5 meter afstand tot elkaar kunnen houden;

b. instellingen voor topsport, mits de beheerder maatregelen heeft getroffen waardoor de aanwezigen altijd 1,5 meter afstand tot elkaar kunnen houden;

c. zwemgelegenheden voor sport en bewegen in water, mits de beheerder maatregelen heeft getroffen waardoor de aanwezigen altijd 1,5 meter afstand tot elkaar kunnen houden.

4. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, is niet van toepassing indien uitsluitend sprake is van verkoop, aflevering of verstrekking van eten, drinken, softdrugs of producten voor gebruik anders dan ter plaatse, mits de exploitant maatregelen heeft getroffen waardoor de aanwezigen altijd 1,5 meter afstand tot elkaar kunnen houden en de duur van hun verblijf in de inrichting zoveel mogelijk wordt beperkt

 

 

Artikel 2.4. Uitoefening contactberoepen

1. Beoefenaren van contactberoepen of de beheerders van inrichtingen waar contactberoepen worden uitgeoefend dienen maatregelen te treffen om 1,5 meter afstand te garanderen tussen klanten of bezoekers onderling.

2. Het is sekswerkers verboden om hun beroep uit te oefenen.

 

Artikel 2.5. Verboden gebieden en locaties

1. Het is verboden zich te bevinden in door de voorzitter aangewezen gebieden en locaties. De voorzitter kan het verbod beperken tot bepaalde tijdvakken.

2. Dit verbod is niet van toepassing op:

a. bewoners van woningen die zijn gelegen in het gebied of de locatie;

b. personen die in het gebied of de locatie noodzakelijke werkzaamheden verrichten.

 

Artikel 2.6. Inrichting en beëindiging voorziening openbaar vervoer

1. Vervoerders richten voorzieningen voor openbaar vervoer zodanig in en nemen daarmee samenhangende maatregelen, zodat reizigers in staat worden gesteld zoveel mogelijk een afstand van tenminste 1,5 meter ten opzichte van alle andere in de voorzieningen aanwezige personen in acht te nemen en reizigers van 13 jaar en ouder een niet-medisch mondkapje dragen in voertuigen en vaartuigen.

2. De voorzitter kan na overleg met de vervoerder voorzieningen voor openbaar vervoer en de Waddenveren beëindigen of beperken, indien:

a. de inrichting van deze voorzieningen en de daarmee samenhangende maatregelen reizigers niet of onvoldoende in staat stelt zoveel mogelijk een afstand van tenminste 1,5 meter ten opzichte van alle andere in de voorzieningen aanwezige personen in acht te nemen en het dragen van een mondkapje door reizigers van 13 jaar en ouder niet in acht wordt genomen; en

b. de beëindiging van deze voorziening het transport van personen die werkzaam zijn in vitale processen of transport dat anderszins noodzakelijk is voor de mobiliteit van Nederland niet onnodig belemmert.

 

Artikel 2.7. Verboden openstelling onderwijsinstellingen

1. Het is verboden om onderwijsactiviteiten te verrichten in onderwijsinstellingen.

2. Dit verbod is niet van toepassing op:

a. scholen voor speciaal onderwijs, voor speciaal basisonderwijs, locaties voor basisonderwijs verbonden aan asielzoekerscentra en locaties voor basisonderwijs uitsluitend voor nieuwkomers;

b. scholen voor basisonderwijs;

c. de organisatie van onderwijs op afstand, waarbij studenten en leerlingen via een (digitaal) medium onderwijs krijgen in de thuissituatie;

d. de organisatie van toetsing en examens mits zorgvuldige maatregelen zijn getroffen om het risico van besmetting te beperken;

e. kleinschalig georganiseerde opvang of begeleiding van leerlingen voor wie vanwege bijzondere problematiek of moeilijke thuissituatie maatwerk nodig is; en

f. scholen bij een open of gesloten residentiële instelling;

g. scholen voor voortgezet speciaal onderwijs;

h. scholen voor voortgezet onderwijs waarbij de onderwijsinstellingen de leerlingen verzoeken het openbaar vervoer te mijden en zorgvuldige maatregelen treffen om het risico van besmetting te beperken, waaronder maatregelen om 1,5 meter afstand houden tussen alle aanwezige personen;

i. het bieden van onderwijsactiviteiten in onderwijsinstellingen in het middelbaar beroepsonderwijs en het hoger onderwijs voor het houden van examens, tentamens, toetsen, praktijk(gericht)onderwijs en begeleiding van kwetsbare studenten op de onderwijsinstelling, voor zover dit online niet afdoende kan.

3. De onderwijsinstellingen, bedoeld in het tweede lid, onderdeel i, verzoeken de studenten het openbaar vervoer zoveel mogelijk te mijden en treffen zorgvuldige maatregelen om het risico op besmetting te beperken, waaronder maatregelen om 1,5 meter afstand te houden tussen alle in deze instellingen aanwezige personen. De onderwijsinstellingen maken met relevante partijen afspraken over mobiliteit en het gebruik van het openbaar vervoer

 

Artikel 2.8. Openstelling kinderopvang

Organisaties voor kinderopvang werken mee aan openstelling ten behoeve van opvang van kinderen van ouders die werken in de zorg. Medewerking hoeft niet te worden verleend als de beroepskracht-kindratio in de zin van de Wet kinderopvang wordt overschreden, doordat opvang geboden moet worden aan kinderen waarvoor de kinderopvang geen gecontracteerde opvang behoeft te leveren.

 

Artikel 2.9. Verboden toegang verpleeghuizen en woonvormen ouderenzorg

Het is verboden om zonder toestemming van de beheerder aanwezig te zijn in:

a. een instelling die zorg als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet langdurige zorg verleent aan personen die daarop recht hebben vanwege een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking;

b. een woonsituatie waarin minimaal drie bewoners verblijven vanwege een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking en zorg ontvangen als bedoeld in artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg.

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 3. Uitzonderingen

 

 

Artikel 3.1. Uitzonderingen

1. De verboden in deze verordening zijn niet van toepassing op:

a. de betrokken hulpdiensten en toezichthouders;

b. activiteiten die noodzakelijk zijn voor de voortgang van vitale processen;

c. door de voorzitter te bepalen (categorieën van) gevallen.

2. De voorzitter kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een vrijstelling of ontheffing op basis van het eerste lid, onderdeel c. Het is verboden om in strijd met dergelijke voorschriften en beperkingen te handelen.

 

 

Hoofdstuk 4. Toezicht en handhaving

 

 

Artikel 4.1. Opvolgen aanwijzingen

Alle ambtenaren van de politie als bedoeld in artikel 141, onderdeel b, buitengewoon opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 142, eerste lid en militairen van de Koninklijke marechaussee als bedoeld in artikel 141, onderdeel c van het Wetboek van Strafvordering zijn bevoegd aanwijzingen en bevelen ter uitvoering van deze verordening te geven. Alle aanwijzingen en bevelen ter uitvoering van deze verordening gegeven door daartoe bevoegde functionarissen dienen stipt en onmiddellijk opgevolgd te worden.

Artikel 4.2. Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast:

a. ambtenaren van politie als bedoeld in artikel 141, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering;

b. door de voorzitter aangewezen buitengewoon opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 142, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering;

c. door de voorzitter aangewezen toezichthouders;

d. militairen van de Koninklijke marechaussee als bedoeld in artikel 141, onderdeel c, van het Wetboek van Strafvordering.

 

 

 

 

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

 

 

Artikel 5.1. Bekendmaking en inwerkingtreding

Deze verordening wordt bekendgemaakt op de website van de veiligheidsregio Zeeland: www.veiligheidsregiozeeland.nl en www.zeelandveilig.nl en treedt met ingang 15 juni 2020 in werking. Daarnaast wordt dit besluit in het Blad gemeenschappelijke regelingen gepubliceerd.

 

Artikel 5.2. Intrekking vorige noodverordening

De Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Zeeland van 1 juni 2020 wordt ingetrokken.

 

Artikel 5.3. Overgangsrecht Besluiten op basis van de Noodverordening Coronavirus Veiligheidsregio Zeeland maart 2020 zoals vastgesteld op 16 maart 2020, de Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Zeeland zoals vastgesteld op 27 maart 2020, de Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Zeeland van 8 april 2020, de Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Zeeland van 19 april 2020, de Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Zeeland van 11 mei 2020, de Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Zeeland van 19 mei 2020 en de Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Zeeland van 1 juni 2020 worden geacht te berusten op deze noodverordening. worden geacht te berusten op deze noodverordening. Artikel 5. Citeertitel

 

 

 

 

 

 

 

De voorzitter van de veiligheidsregio Zeeland,

gelet op artikel 176 van de Gemeentewet en artikel 39 van de Wet veiligheidsregio’s,

gelet op de aanwijzingen van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens de minister van Justitie en Veiligheid, van 24 april 2020, nr. 1679465-204590-PG, 8 mei 2020, nr. 168601-204996-PG, 26 mei 2020, nr. 1693632-205523-PG en 11 juni 2020, nr. 1702594-206674-PG;

besluit de volgende regeling vast te stellen:

Deze verordening wordt aangehaald als: Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Zeeland van 15 juni 2020.

Vastgesteld op 16 juni 2020 te Middelburg om 16.00 uur.

De voorzitter van de veiligheidsregio Zeeland

J.A.H. Lonink

Naar boven