Aanwijzingsbesluit ambtenaren noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Groningen van 27 maart 2020

De voorzitter van de Veiligheidsregio Groningen;

 

Overwegende,

 

  • -

    dat op 27 maart 2020 de 'Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Groningen van 27 maart 2020’ is vastgesteld en bekendgemaakt (hierna: de noodverordening);

  • -

    dat op grond van artikel 4.1van de noodverordening alle aanwijzingen ter uitvoering van deze verordening, gegeven door daartoe bevoegde ambtenaren, onmiddellijk dienen te worden opgevolgd;

  • -

    dat op grond van artikel 4.2 van de noodverordening met het toezicht op de naleving van voornoemde verordening zijn belast de:

    • o

      ambtenaren van politie als bedoeld in artikel 141, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering;

    • o

      door de voorzitter, voornoemd, aangewezen buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) als bedoeld in artikel 142, eerste lid, onderdeel a., van het Wetboek van Strafvordering;

    • o

      door de voorzitter, voornoemd, aangewezen toezichthouders;

    • o

      militairen van de Koninklijke Marechaussee als bedoeld in artikel 141, onderdeel c. van het Wetboek van Strafvordering;

  • -

    dat het wenselijk is meerdere ambtenaren aan te wijzen, teneinde de naleving van de noodverordening verder te bevorderen;

gelet op de artikelen 4.1 en 4.2 van de 'Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Groningen van 27 maart 2020’;

 

BESLUIT:

 

  • I.

    aan te wijzen als ambtenaar in de zin van artikel 4.1 van de 'Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Groningen’ die bevoegd zijn aanwijzingen te geven die nodig zijn voor het toezicht en de handhaving van de noodverordening: de ambtenaren genoemd in artikel 4.2 van de noodverordening (politie, Koninklijke Marechaussee, BOA’s, toezichthoudende ambtenaren);

  • II.

    specifiek aan te wijzen als buitengewone opsporingsambtenaren en toezichthoudende ambtenaren, belast met het toezicht en handhaving op de naleving van de noodverordening;

    • a.

      De BOA’s en toezichthouders in dienst of anderszins werkzaam bij de veiligheidsregio Groningen;

    • b.

      de BOA’s in dienst of anderszins werkzaam bij de gemeenten waarvoor de noodverordening geldt (Appingedam, Delfzijl, Groningen, Het Hogeland, Loppersum, Midden-Groningen, Oldambt, Pekela, Stadskanaal, Veendam, Westerkwartier, Westerwolde);

    • c.

      de door de bevoegde bestuursorganen van de gemeenten waarvoor de noodverordening geldt aangewezen ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften, ongeacht op welke grondslag die aanwijzing heeft plaatsgevonden.

  • III.

    te bepalen dat ter legitimatie overeenkomstig artikel 5:12 van de Algemene wet bestuurs­recht gebruik wordt gemaakt van het reeds vanwege het (de) lokale bestuursorga(a)n(en) uitgegeven legitimatiebewijs in combinatie met een afschrift van dit aanwijzingsbesluit.

  • IV.

    te bepalen dat dit besluit in werking treedt direct na bekendmaking, door plaatsing op de website van de Veiligheidsregio Groningen.

De voorzitter van de Veiligheidsregio Groningen,

mr. K.F. Schuiling

Naar boven