Aanwijzingsbesluit uitzondering markten

 

De voorzitter van de Veiligheidsregio Utrecht,

 

overwegende:

 

  • -

    dat de voorzitter van de Veiligheidsregio Utrecht op 27 maart 2020 de Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Utrecht (hierna: Noodverordening) heeft vastgesteld en bekendgemaakt;

  • -

    dat ‘warenmarkten’ vallen onder de definitie van openbare samenkomsten en vermakelijkheden als bedoeld in artikel 2.1 van de Noodverordening;

  • -

    dat warenmarkten een cruciale functie hebben in het voorzien van bewoners in hun dagelijkse levensbehoeften;

  • -

    dat op basis van artikel 3.1 lid 1 onder c van de Noodverordening gevallen kunnen worden aangewezen waarvoor het verbod van artikel 2.1 van de Noodverordening niet geldt;

 

gelet op:

 

  • -

    artikel 176 van de Gemeentewet;

  • -

    artikel 39 eerste lid van de Wet veiligheidsregio’s;

  • -

    artikel 3.1 lid 1 onder c jo. artikel 2.1 van de Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Utrecht;

 

besluit:

Warenmarkten, niet zijnde evenementen, die voldoen aan de volgende voorwaarden, op grond van artikel 3.1 lid 1 onder c van de Noodverordening aan te wijzen als (categorie van) gevallen waarvoor het verbod uit artikel 2.1 lid 1 van de Noodverordening niet geldt:

  • 1.

    De kramen moeten verspreid over de markt opgesteld worden, waardoor het mogelijk wordt om de drukte te spreiden en een onderlinge afstand te kunnen bewaren van 1,5 meter tussen de personen op de markt.

  • 2.

    Marktkramen met non-food gaan dicht; er is alleen verkoop van etenswaren toegestaan, om voldoende afstand tussen de kramen te kunnen houden.

  • 3.

    Voedsel dat vers wordt bereid voor consumptie mag niet ter plaatse worden genuttigd. Alleen afhaal ten behoeve van consumptie elders dan ter plaatse is toegestaan

  • 4.

    Zit- of staan-mogelijkheden en andere uitstallingen buiten de marktkraam zijn niet toegestaan.

  • 5.

    Leegstaande en/of vrije marktplaatsen mogen niet vergeven worden aan zogenaamde meelopers. Een meeloper is iemand zonder vaste plek op de markt, die zich ’s ochtends meldt bij de marktmeester in de hoop een overgebleven plek te kunnen bezetten.

  • 6.

    De marktmeester wordt ingevolge artikel 4.2 aanhef en onder c aangewezen als toezichthouder voor de naleving van dit besluit op basis van de onderhavige noodverordening en kan (nadere) aanwijzingen geven als bedoeld in artikel 4.1 van de Noodverordening

  • 7.

    De voorzitter van de veiligheidsregio kan te allen tijde dit besluit intrekken, of de daaraan verbonden voorschriften wijzigen als de situatie daartoe aanleiding geeft.

Vastgesteld te Utrecht op 27 maart 2020 om 11:00 uur;

de voorzitter van de Veiligheidsregio Utrecht,

mr. J.H.C. van Zanen

Naar boven