Regeling commissie bezwaarschriften Sociaal Domein 2019

Het Algemeen Bestuur van de Samenwerking Kempengemeenten; gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 3 juni 2019

gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen; besluit:

vast te stellen de volgende regeling:

Regeling commissie bezwaarschriften Sociaal Domein 2019

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking Kempengemeenten;

  • b.

    Kempengemeenten: de gemeenten Bergeijk, Bladel, Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden;

  • c.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften;

  • d.

    Afdeling Maatschappelijke Dienstverlening: het organisatieonderdeel van de Samenwerking Kempengemeenten dat belast is met taken op het gebied van bijzondere bijstand, inkomensondersteuning„ schuldhulpverlening, zorg en jeugdhulp.

  • e.

    Participatiebedrijf KempenPlus: de gemeenschappelijke regeling bedrijfsvoeringsorganisatie Participatiebedrijf KempenPlus;

  • f.

    Bestuur: het bestuur van het Participatiebedrijf KempenPlus.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen:

  • a.

    besluiten van het Dagelijks Bestuur op het gebied van de Wmo, Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, Jeugdwet, minimaregelingen en bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet vallende onder het takenpakket van de afdeling Maatschappelijke Dienstverlening;

  • b.

    besluiten van het Bestuur van het Participatiebedrijf KempenPlus op het gebied van werk en inkomen ingevolge de IOAW, de IOAZ, het Bbz en de Pw met uitzondering van de bijzondere bijstand.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2.

    De voorzitter en de leden worden door het Dagelijks Bestuur benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur kan een aantal plaatsvervangende leden benoemen.

  • 4.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 5.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het Algemeen of Dagelijks Bestuur, het Participatiebedrijf KempenPlus dan wel van de bestuursorganen van de Kempengemeenten.

Artikel 4 Secretaris

De secretaris van de commissie is een door de afdelingsmanager van de afdeling Maatschappelijke Dienstverlening aangewezen medewerker.

De afdelingsmanager wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van drie jaar. Het is mogelijk twee keer herbenoemd te worden. Hun benoeming eindigt echter eerder, van rechtswege, zodra de werkzaamheden van de commissie worden ondergebracht in een andere bezwaarschriftencommissie.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het Dagelijks Bestuur.

  • 3.

    De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 5a Hoogte vergoedingen

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie ontvangen voor het bijwonen van de vergadering een vergoeding per vergadering, gebaseerd op het vergoedingsbedrag voor commissieleden, categorie tussen de 10.001 en 20.000 inwoners, zoals opgenomen in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    De vergoeding als bedoeld in het eerste lid wordt voor de voorzitter vermenigvuldigd met de factor 3 en voor de leden met de factor 2,5.

  • 3.

    De in het eerste en tweede lid bedoelde vergoedingen worden jaarlijks aangepast aan de hand van een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te bepalen indexcijfer.

  • 4.

    De voorzitter en de leden ontvangen een vergoeding op basis van de gemaakte kosten van openbaar vervoer of voor reizen met eigen vervoer ter hoogte van de fiscale onbelaste vergoeding voor de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten op basis van de kortste route.

  • 5.

    De vergoedingen worden per kwartaal uitbetaald.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift en inschakeling van de bezwaarschriftencommissie

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt in handen van de commissie gesteld.

  • 3.

    Van inschakeling van de commissie wordt afgezien:

    a. indien het bezwaarschrift voorafgaand aan de behandeling in de commissie wordt ingetrokken.

    b. indien het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is.

Artikel 7 Bemiddeling

De commissie kan onderzoeken of laten onderzoeken of de zaak in der minne kan worden geschikt alvorens de zaak (verder) in behandeling wordt genomen. De secretaris verricht daartoe de nodige handelingen.

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Algemene wet bestuursrecht worden voor de toepassing van deze regeling uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • c.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • d.

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het (Dagelijks) Bestuur vereist.

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het (Dagelijks) Bestuur in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van horen als bedoeld in artikel 7:3 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het (Dagelijks) Bestuur.

Artikel 11 Uitnodiging zitting

  • 1.

    De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het (Dagelijks) Bestuur ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het (Dagelijks) Bestuur onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het (Dagelijks) Bestuur meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 12 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 13 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 14 Zitting niet openbaar

De zitting van de commissie is niet openbaar.

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 Algemene wet bestuursrecht vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 16 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het (Dagelijks) Bestuur en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het (Dagelijks Bestuur en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze regeling die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3.

    Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4.

    Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 18 Uitbrengen advies en verdaging

Het advies wordt, onder medezending van het verslag, bedoeld in artikel 15 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het (Dagelijks) Bestuur.

Artikel 19 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks aan het (Dagelijks) Bestuur verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 20 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het Dagelijks Bestuur.

Artikel 21 Intrekken oude regeling

De regeling commissie bezwaarschriften Intergemeentelijke Sociale Dienst de Kempen en Jeugdhulp 2015 wordt ingetrokken.

Artikel 22 Overgangsbepaling

  • 1.

    Bezwaarschriften die voor de datum van de inwerkingtreding van deze regeling zijn ingediend en waarover op het moment van de inwerkingtreding van deze regeling nog niet is geadviseerd, worden afgehandeld overeenkomstig deze regeling.

  • 2.

    De (her-)benoeming van de voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissie die is gebaseerd op de Regeling commissie bezwaarschriften Intergemeentelijke Sociale Dienst de Kempen en Jeugdhulp 2015 blijft gehandhaafd. De periode dat zij als zodanig al benoemd zijn geweest, komt in mindering op de in artikel 5, eerste lid, genoemde zittingsduur van maximaal drie perioden van drie jaar. Hun (her-)benoeming eindigt echter eerder, van rechtswege, zodra de werkzaamheden van de commissie worden ondergebracht in een andere bezwaarschriftencommissie.

Artikel 23 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking per 1 juli 2019

Artikel 24 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling commissie bezwaarschriften Sociaal Domein

2019

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de Samenwerking Kempengemeenten op 25 juni 2019

A. Callewaert, voorzitter

B. Cerutti, directeur

Naar boven