Besluit gegevensverstrekking GBTwente

Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (GBTwente),

 

Gelet op artikel 67, tweede lid onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 67 tweede lid, onderdeel b van de Invorderingsweg 1990 en artikel 2:5 Algemene wet bestuursrecht;

 

Besluit:

 

Vast te stellen het ‘Besluit Gegevensverstrekking GBTwente’

 

 

 

 

 

Artikel 1 Geen geheimhoudingsplicht

1. De geheimhoudingsplicht, bedoeld in artikel 67, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 67, eerste lid van de Invorderingswet 1990 en artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht geldt niet voor verstrekking aan de in deze regeling genoemde bestuursorganen voor zover het de genoemde gegevens ten behoeve van de genoemde publiekrechtelijke taak betreft:

2. Het gerechtvaardigd belang, zoals bedoeld in artikel 40, eerste lid van de Wet waardering onroerende zaken wordt geacht aanwezig te zijn bij de in deze regeling genoemde bestuursorganen voor zover het de genoemde publiekrechtelijke taak betreft.

3. De in deze regeling genoemde gegevens worden verstrekt op verzoek van het betreffende bestuursorgaan.

4. De gegevens worden verstrekt op een passende, beveiligde wijze.

 

Artikel 2 Verstrekking aan bestuursorganen

Gereserveerd.

 

Artikel 3 Verstrekking aan de deelnemende gemeenten van GBTwente

1. Gegevens die noodzakelijk zijn voor het voorbereiden of vaststellen van belastingverordeningen, begroting en rekening van de deelnemers.

2. Gegevens met betrekking tot de te heffen, geheven, in te vorderen en ingevorderde belastingen als bedoeld in artikel 28 lid 7 van de ‘Gemeenschappelijke Regeling Gemeentelijk Belastingkantoor Twente 2017’.

3. Gegevens die noodzakelijk zijn in het belang van een goede gebouwenregistratie als bedoeld in de Wet basisregistraties adressen en gebouwen (BAG).

4. Gegevens die noodzakelijk zijn in het belang van een goede geografische objectadministratie als bedoeld in de Wet basisregistratie grootschalige topografie (BGT).

5. Gegevens die noodzakelijk zijn in het belang van een goede implementatie van de Omgevingswet.

6. Gegevens die noodzakelijk zijn voor de draagvlakmeting voorafgaand aan de inwerkingtreding van de verordening waarbij het tarief van de BIZ-bijdrage wordt ingesteld, zoals bedoeld in de Wet op de bedrijveninvesteringszones.

7. Gegevens die noodzakelijk zijn voor het vaststellen van het tarief en het heffen van de BIZ-bijdrage ten behoeve van een bedrijveninvesteringszoneplan, zoals bedoeld in de Wet op de bedrijveninvesteringszones.

8. Gegevens die noodzakelijk zijn voor het onderzoek naar volkshuisvesting zoals bedoeld in de Huisvestingswet 2014 en Woningwet.

9. Gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van minimaregelingen zoals bedoeld in de Participatiewet, alsmede het voorbereiden, opstellen en evalueren van het beleidskader dat aan die minimaregelingen ten grondslag ligt.

10. Gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het convenant ‘Vroegsignalering’.

11. Gegevens die noodzakelijk zijn voor milieubeheer en afval- en grondstoffeninzameling, zoals bedoeld in de Wet milieubeheer.

 

Artikel 4 Verstrekking aan Gemeente Berkelland en Bronckhorst

1. Op verzoek worden de in artikel 3 van dit besluit genoemde gegevens aan de gemeente Berkelland en/of Bronckhorst verstrekt.

 

Artikel 5 Verstrekking aan overige bestuursorganen

Gereserveerd.

 

Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

2. Dit besluit wordt aangehaald als ‘Besluit gegevensverstrekking GBTwente’.

 

 

 

 

Toelichting

 

Algemeen

GBTwente beschikt door de uitvoering van de belastingwerkzaamheden over veel (persoons) gegevens die ook voor andere publiekrechtelijke taken van bestuursorganen relevant kunnen zijn. In artikel 67, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen jo. Invorderingswet 1990 is ten aanzien van deze gegevens een geheimhoudingplicht neergelegd. Als gevolg hiervan mag GBTwente de gegevens die zijn verkregen in het kader van de belastingwerkzaamheden niet zonder meer verstrekken aan andere bestuursorganen.

 

Een belangrijke voorwaarde voor het verstrekken van gegevens aan andere bestuursorganen is dat dit geschiedt binnen het wettelijk kader dat artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Invorderingswet 1990. Het dagelijks bestuur van het GBTwente kan voor bepaalde publiekrechtelijke taken bepalen dat de (fiscale) geheimhoudingsplicht niet geldt. Bij het bepalen daarvan moet het dagelijks bestuur rekening houden dat gegevensverstrekking te allen tijde in overeenstemming dient te zijn met de beginselen van proportionaliteit (het doel van de gegevensverstrekking moet in redelijke verhouding zijn met het belang van de geheimhouding) en subsidiariteit (het doel van de gegevensverstrekking moet niet op een andere, minder ingrijpende manier kunnen worden bereikt). Bij het verstrekken van gegevens op grond van dit besluit worden nooit meer gegevens verstrekt dan noodzakelijk voor de goede uitvoering van de publiekrechtelijke taak (dataminimalisatie).

 

Dit besluit bevat een overzicht van gegevens die bestuursorganen periodiek aan GBTwente opvragen.

In andere gevallen, waarin gegevensverstrekking (nog) niet structureel van aard is, kan om ontheffing als bedoeld in artikel 67, derde lid van de Algemene wet inzake de rijksbelastingen en Invorderingswet 1990, verzocht worden. Een ontheffing is in de volgende situaties denkbaar (ontleend aan Kamerstukken II, 2005-2006, 30 322. Nr. 3, p. 19):

 

• voor gegevensverstrekkingen aan belastingplichtigen zelf voor zover de verstrekking niet noodzakelijk is voor de heffing of invordering (op grond van het eerste lid van artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen bestaat in die situatie geen geheimhoudingsplicht) en voor zover de verstrekking in artikel 67, tweede lid, onderdeel c, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen niet is uitgezonderd van de geheimhoudingsplicht. Dit gaat bij het Rijk bijvoorbeeld over verklaringen over inkomen, vermogen en de eventuele afwezigheid van belastingschulden van de belastingplichtige. Bij GBTwente doet zich dit minder voor, maar gedacht zou kunnen worden aan verklaringen dat bepaalde aanslagen zijn voldaan;

 

• voor gegevensverstrekkingen die noodzakelijk zijn voor de goede vervulling van een publiekrechtelijke taak, maar waarbij dit (nog) niet is opgenomen in dit besluit. In dat geval wordt dit besluit na de ad hoc ontheffing aangepast indien het een structurele verstrekking is;

 

• voor incidentele of onvoorziene gevallen waarin gegevensverstrekking gewenst is, bijvoorbeeld vanwege een groot maatschappelijk belang.

 

Voor gegevens die zijn verkregen tijdens de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken geldt in het algemeen de geheimhoudingsplicht van artikel 2:5 Algemene wet bestuursrecht. Voor de verstrekking van WOZ-waarden van niet-woningen geldt dat dit slechts mogelijk is binnen de kaders van artikel 40 van de Wet waardering onroerende zaken. De WOZ-waarde van een niet-woning mag worden verstrekt aan een ieder die kan aantonen een gerechtvaardigd belang te hebben bij de verkrijging daarvan. Het dagelijks bestuur van GBTwente heeft bepaald voor welke publiekrechtelijke taken er sprake is van een gerechtvaardigd belang.

 

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Geen geheimhoudingsplicht

In dit besluit wordt, in overeenstemming met artikel 67, tweede lid, onder b van de Algemene wet inzake rijksbelastingen resp. Invorderingswet 1990, bepaald dat GBTwente is ontheven van de geheimhoudingsplicht voor de genoemde gegevens. Dit artikel bepaalt dat enkel aan de in dit besluit genoemde bestuursorganen gegevens worden verstrekt. Aan die bestuursorganen worden uitsluitend gegevens verstrekt voor de doeleinden die zijn genoemd in dit besluit. Gegevens kunnen enkel verstrekt worden indien deze noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de publiekrechtelijke taak. Bij de beoordeling van de noodzaak van de gegevensverstrekking dient per verzoek rekening te worden gehouden met de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit en de regelgeving met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens in de Algemene verordening gegevensbescherming.

Dit artikel bepaalt tevens dat, ingevolge artikel 40, eerste lid, van de Wet waardering onroerende zaken, het waarde gegeven van een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, enkel wordt verstrekt indien aangetoond kan worden dat er een gerechtvaardigd belang aanwezig is bij de verkrijging daarvan. Onder gerechtvaardigd belang dient in dit geval te worden verstaan: de goede vervulling van een publiekrechtelijke of wettelijke taak.

Uit dit artikel volgt tot slot dat gegevens uitsluitend verstrekt worden op verzoek. De gegevensverstrekking vindt, in overeenstemming met de Algemene verordening gegevensbescherming, plaats op een passende beveiligde wijze. Dit betekent dat er passende technische en organisatorische maatregelen zijn getroffen om de gegevens te beveiligen, alvorens deze te verstrekken.

 

Artikel 2 Verstrekking aan bestuursorganen

Dit artikel regelt de verstrekking van gegevens aan bestuursorganen in de zin van arikel 1:1, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht.

Op dit moment zijn er geen verstrekking van dergelijke gegevens aan bestuursorganen. Met dit artikel is ruimte gereserveerd voor toekomstige verzoeken zodat er geen omnummering hoeft plaats te vinden

 

Artikel 3 Verstrekking aan de deelnemende gemeenten

In dit artikel zijn publiekrechtelijke taken opgenomen waarvoor gegevens verstrekt kunnen worden. Dit betreft publiekrechtelijke taken die voor komen bij deelnemers van GBTwente.

Artikel 3, onderdeel 1: Gegevens die noodzakelijk zijn voor het voorbereiden of vaststellen van belastingverordeningen, begroting en rekening van de deelnemers.

Een deelnemer van GBTwente moet jaarlijks een belastingverordening, begroting en rekening vaststellen. Om de begroting, rekening of tarieven vast te stellen zijn gegevens over bijvoorbeeld de begrote of gerealiseerde belastingopbrengsten noodzakelijk. Dit zijn gegevens waarover enkel GBTwente beschikt. In beginsel verstrekt GBTwente enkel kengetallen en/of totaalcijfers. Dat wil zeggen cijfers die niet tot een persoon, belastingplichtige, belastingschuldige of object zijn te herleiden.

In incidentele gevallen zijn gegevens noodzakelijk die wel tot een persoon, belastingplichtige, belastingschuldige of object zijn te herleiden. Hierbij kan gedacht worden aan een situatie dat een belastingplichtige een dermate groot aandeel heeft in de totale opbrengsten van een belastingsoort dat meer gegevens noodzakelijk zijn. Denk hierbij aan een situatie dat deze belastingplichtige kenbaar maakt dat zij haar activiteiten in het volgende belastingjaar drastisch gaat inperken of haar activiteiten staakt. Dit heeft gevolgen voor de begrote belastingopbrengst voor dat belastingjaar waarop de deelnemer moet anticiperen.

Artikel 3, onderdeel 2: Gegevens met betrekking tot de te heffen, geheven, in te vorderen en ingevorderde belastingen als bedoeld in artikel 28, lid 7, van de ‘Gemeenschappelijke Regeling Gemeentelijk Belastingkantoor Twente 2017’.

Op grond van artikel 28 van de ‘Gemeenschappelijke Regeling Gemeentelijk Belastingkantoor Twente 2017’ zendt het dagelijks bestuur van GBTwente periodiek aan de deelnemers een overzicht van de te heffen, geheven, in te vorderen en ingevorderde belastingen. De gegevens die verstrekt worden betreffen gegevens die niet tot een persoon, belastingplichtige, belastingschuldige of object zijn te herleiden.

Artikel 3, onderdeel 3: Gegevens die noodzakelijk zijn in het belang van een goede gebouwenregistratie als bedoeld in de Wet basisregistraties adressen en gebouwen (BAG).

 

De gemeenten zijn bronhouder van de basisregistraties adressen en gebouwen (BAG) en de basisregistratie grootschalige topografie (BGT). GBTwente is bronhouder van de basisregistratie WOZ. Er bestaat samenhang tussen deze basisregistratie. Over het realiseren van samenhang tussen deze basisregistratie schrijft de Waarderingskamer in de Waarderingsinstructie 2017, pagina 83:

 

“De uitvoering van de Wet WOZ vergt het verwerken van grote hoeveelheden informatie. De WOZ-administratie moet immers steeds een actuele weergave zijn van de werkelijkheid. Diverse basisregistraties uit het stelsel van basisregistraties leveren mutaties die verwerkt moeten worden in de WOZ-administratie en/of signalen over veranderingen in de werkelijkheid die naar verwachting moeten leiden tot mutaties in de WOZ-administratie. Basisregistraties die mutaties leveren die verwerkt moeten worden in de WOZ-administratie of die signalen leveren voor de bijhouding van de WOZ-administratie zijn in ieder geval de Basisregistratie Personen, het Handelsregister, de Basisregistratie Kadaster, de Basisregistraties Adressen en Gebouwen en de Basisregistratie Grootschalige Topografie.

 

Het gebruik van informatie uit basisregistraties is voor overheden verplicht. Deze verplichting betreft dus ook het gebruik van de genoemde basisregistraties bij de uitvoering van de Wet WOZ en de koppeling van de WOZ-administratie (Basisregistratie WOZ) aan deze basisregistraties.

Om te waarborgen dat de informatie uit deze basisregistraties op een adequate, consistente en doelmatige wijze wordt gebruikt en verwerkt, is het belangrijk dat de aansluiting van de WOZ-uitvoering en de WOZ-administratie op deze basisregistraties regelmatig wordt beoordeeld door de gemeente en GBTwente.

 

De aansluiting van de WOZ-administratie en WOZ-uitvoering op andere basisregistraties is overigens geen eenrichtingsverkeer, waarbij de WOZ-uitvoering uitsluitend gebruiker is. Bij koppeling van gegevens, bij verwerking van mutaties en bij uitvoering van WOZ-controles heeft men de plicht de andere basisregistratie te melden, wanneer er mogelijk sprake is van een onjuistheid (terugmelding bij gerede twijfel). En waar de WOZ-uitvoering gebruik maakt van signalen uit andere basisregistraties over mogelijke WOZ-relevante mutaties, leveren de diverse WOZ-activiteiten ook signalen die van belang zijn voor de bijhouding van andere basisregistraties zoals de BAG en de BGT.”

 

Om te waarborgen dat de informatie uit deze basisregistraties op een adequate, consistente en doelmatige wijze wordt gebruikt is het noodzakelijk dat GBTwente, als bronhouder van de WOZ, gegevens uitwisselt met de gemeenten als bronhouder van de BAG en BGT.

 

GBTwente verstrekt voor dit doel aan de gemeenten: adres, postcode, objectsoort, objectsoort omschrijving, objectsoort code, kadastraal perceel, woz-object nummer, bouwjaar, bouwlaag, ontsluiting, objectonderdelen, inhoud, oppervlakte, gebruikscode, BAG-ID.

 

Artikel 3, onderdeel 4: Gegevens die noodzakelijk zijn in het belang van een goede geografische objectadministratie als bedoeld in de Wet basisregistratie grootschalige topografie (BGT).

 

Zie de toelichting bij artikel 3 onderdeel 3.

 

Artikel 3, onderdeel 5: Gegevens die noodzakelijk zijn in het belang van een goede implementatie van de Omgevingswet.

 

De gemeenten hebben een bestand van GBTwente nodig voor het laten verrichten van een Omgevingsscan van de basisdata Omgevingswet (BAG, BGT, BOR, WOZ en bestemmingsplannen) om inzicht te krijgen in de kwaliteit van de basisdata als voorbereiding op de implementatie van de Omgevingswet.

 

Artikel 3, onderdeel 6: Gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een draagvlakmeting voorafgaand aan de inwerkingtreding van de verordening waarbij het tarief van de BIZ-bijdrage wordt ingesteld, zoals bedoeld in de Wet op de bedrijveninvesteringszones.

 

De verordening van de gemeente waarbij de BIZ-bijdrage wordt ingesteld treedt niet in werking dan nadat gebleken is van voldoende steun onder de bijdrageplichtigen. Uit de Wet op de bedrijveninvesteringszones volgt dat van voldoende steun sprake is indien:

 ten minste de helft van de bijdrageplichtigen zich vóór of tegen inwerkingtreding heeftuitgesproken,

 ten minste twee derde deel daarvan zich vóór inwerkingtreding heeft uitgesproken, en

 de som van de WOZ-waarden van onroerende zaken in gebruik bij dan wel in eigendom van bijdrageplichtigen die zich hebben uitgesproken vóór inwerkingtreding hoger is dan de som van de WOZ-waarden in gebruik bij dan wel in eigendom van bijdrageplichtigen die zich hebben uitgesproken tegen inwerkingtreding.

 

Uit het criterium onder c blijkt dat als de eerste twee drempels onder a en b zijn gehaald, er nog een laatste weging volgt: de bijdrageplichtigen die vóór hebben gestemd, dienen gezamenlijk ook meer dan de helft van de WOZ-waarde te vertegenwoordigen. Voor deze weging is het noodzakelijk dat een bepaalde WOZ-waarde of een bepaalde waardeklasse gekoppeld kan worden aan een voor- of tegenstander van de verordening (zie ook Kamerstukken II 2013/14, 33 917, nr. 2 en 3, p. 13).

De verstrekking van de WOZ-waarde van een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient is ingevolge de Wet waardering onroerende zaken toegestaan, indien aangetoond kan worden dat er een gerechtvaardigd belang bestaat bij de verkrijging daarvan. Het gerechtvaardigde belang bestaat in dit geval uit de goede vervulling van de uit de Wet op de bedrijveninvesteringszones voortvloeiende publiekrechtelijke taak van de gemeente.

In afwijking van het bovenstaande blijkt reeds van voldoende steun indien voldaan is aan de criteria onder a en b, en de verordening voorziet in een heffing van een voor iedere bijdrageplichtige gelijk bedrag. Differentiatie naar WOZ-waarde is in dat geval overbodig, waardoor de verstrekking van de WOZ-waarden relevant noch noodzakelijk is.

 

GBTwente verstrekt in het geval dat de verordening voorziet in een gelijk tarief voor de BIZ-bijdrage de volgende gegevens: NAW-gegevens van bijdrageplichtige; toevoeging eigenaar of gebruiker; WOZ-object.

GBTwente verstrekt in het geval dat de verordening voorziet in een niet-gelijk tarief voor de BIZ-bijdrage de volgende gegevens: NAW-gegevens van bijdrageplichtige; toevoeging eigenaar of gebruiker; WOZ-object; WOZ-waarde niet-woning.

 

De betreffende gemeenten zijn op grond van de Wet op de bedrijveninvesteringszones verplicht om in bepaalde situaties een draagvlakmeting uit te voeren. Hiervoor dienen zij te beschikken over actuele en juiste gegevens. Hierover beschikt GBTwente.

 

GBTwente verstrekt voor dit doel aan de betreffende gemeente de volgende gegevens: WOZ-object nummer, huisnummer, huisletter, huisnummertoevoeging, postcode, gebruikscode, omschrijving soort object, vastgestelde waarde op peildatum, heffingsmaatstaf OZB gebruikers, aanduiding eigenaar/gebruiker, voorletters, voorvoegsels, geslachtsnaam/bedrijfsnaam, straatnaam (vestigingsadres en postadres), huisnummer, huisletter, huisnummertoevoeging, postcode, woonplaats.

 

Artikel 3, onderdeel 7: Gegevens die noodzakelijk zijn voor het vaststellen van het tarief van de BIZ-bijdrage ten behoeve van een bedrijven investeringszoneplan, zoals bedoeld in de Wet op de bedrijveninvesteringszones.

 

Op grond van de Wet op de bedrijveninvesteringszones kunnen gemeenten onder de naam BIZ-bijdrage een belasting instellen ter zake van binnen een bepaald gebied in de gemeente gelegen onroerende zaken (bedrijveninvesteringszone), die niet in hoofdzaak tot woning dienen. De BIZ-bijdrage is een bestemmingsheffing die strekt ter bestrijding van de kosten die verbonden zijn aan activiteiten in de openbare ruimte en op het internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

De BIZ-bijdrage kan worden geheven van eigenaren en/of gebruikers. De heffingsmaatstaf van de BIZ-bijdrage is de WOZ-waarde. Het tarief van de BIZ-bijdrage kan voor elke bijdrage plichtige gelijk zijn, maar het kan ook vastgesteld worden op een percentage van de WOZ-waardeklasse. Indien het laatst genoemde geval zich voordoet, dient de gemeente te beschikken over de WOZ-waarden ten einde het tarief van de BIZ-bijdrage vast te kunnen stellen en daarmee de opbrengsten van de heffing te meten. De verstrekking van de WOZ-waarde van een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient is ingevolge de Wet waardering onroerende zaken toegestaan, indien aangetoond kan worden dat er een gerechtvaardigd belang bestaat bij de verkrijging daarvan. Het gerechtvaardigde belang bestaat in dit geval uit de goede vervulling van de uit de Wet op de bedrijveninvesteringszones voortvloeiende publiekrechtelijke taak van de gemeente.

 

GBTwente verstrekt voor dit doel aan de deelnemende gemeenten: WOZ-waarden niet-woning; grondslag onroerende zaakbelasting gebruik niet-woning; het aantal onroerende zaakbelasting plichtige bedrijven; toevoeging eigenaar en/of gebruiker.

 

Artikel 3, onderdeel 8: Gegevens die noodzakelijk zijn voor het onderzoek naar volkshuisvesting zoals bedoeld in de Huisvestingsweg 2014 en Woningwet.

 

Gemeenten zijn op grond van de Huisvestingswet 2014 en de Woningwet gehouden om in het kader van de voorziening in de woningbehoefte onderzoek te verrichten naar volkshuisvesting, teneinde een kwalitatief goed en gedifferentieerd woningaanbod te realiseren dat aansluit op de vraag van zowel huidige als toekomstige inwoners. Daarbij wordt veelal gestreefd naar het levensloop geschikt maken van zowel de bestaande woningvoorraad als nieuwbouw. Om deze doelstellingen te behalen is onder meer een analyse nodig van de huidige woningvoorraad.

GBTwente verstrekt voor dit doel de volgende gegevens aan de deelnemende gemeenten: per adres in de betreffende gemeente; objectcode; bouwjaar; inhoud; vastgestelde waarde; ingangsdatum waarde.

 

Artikel 3, onderdeel 9: Gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van minimaregelingen zoals bedoeld in de Participatiewet, alsmede het voorbereiden, opstellen en evalueren van het beleidskader dat aan die minimaregelingen ten grondslag ligt.

 

Uit de Participatiewet vloeien belangrijke taken voort voor de deelnemende gemeenten op het gebied van armoedebestrijding. Deze taken omvatten onder meer de uitvoering van de minimaregelingen, maar ook het voorbereiden, opstellen en evalueren van het beleid dat aan die minimaregelingen ten grondslag ligt. Om deze taken uit te kunnen voeren hebben deelnemende gemeenten gegevens nodig van GBTwente omtrent het verlenen van kwijtschelding. Inwoners die kwijtschelding van de gemeentelijke heffingen hebben gekregen, behoren immers tot de minimadoelgroep.

In artikel 64 van de Participatiewet is een wettelijk voorschrift tot bekendmaking van gegevens neergelegd voor verschillende instanties. De in deze niet-limitatieve opsomming genoemde instanties zijn gehouden desgevraagd opgaven en inlichtingen te verstrekken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de Participatiewet. De gemeenschappelijke regeling is echter (nog) niet opgenomen in de opsomming. Het dagelijks bestuur erkent evenwel dat de gegevens van GBTwente omtrent het verlenen van kwijtschelding noodzakelijk zijn voor de goede uitvoering van de uit de Participatiewet voortvloeiende publiekrechtelijke taken van de deelnemende gemeenten.

GBTwente verstrekt voor dit doel aan de deelnemende gemeenten: BSN van belastingplichtigen die in het betreffende kalenderjaar of belastingjaar kwijtschelding hebben gekregen.

 

Artikel 3, onderdeel 10: Gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het convenant ‘Vroegsignalering’.

 

Op 10 april 2019 hebben de Twentse gemeenten, woningcorporaties, nutsbedrijven, zorgverzekeraars en GBTwente het convenant ‘Vroegsignalering’ ondertekend. In dit convenant is de samenwerking Vroeg Eropaf Twente geregeld.

 

De samenwerking Vroeg Eropaf Twente is gericht op het voorkomen van problematische schulden van inwoners van de gemeenten bij de partijen. De samenwerking wordt aangegaan in de vorm van een pilot, met de nadrukkelijke bedoeling om gedurende de pilotperiode te onderzoeken hoe vroegsignalering in de gemeenten zo effectief mogelijk kan worden vormgegeven en beoogt een aanvulling te zijn op de huidige praktijk van schuldhulpverlening en preventie van schulden van de gemeenten en deze geenszins te beperken.

 

De gemeente en de signaalpartners werken samen aan de vroegtijdige signalering van betaalachterstanden van inwoners. Het doel hiervan is het zoveel mogelijk voorkomen van (problematische) schuldsituaties door schuldsituaties in een zo vroeg mogelijk stadium te signaleren zodat passende ondersteuning aangeboden kan worden. Gemeenten hebben hierin een centrale rol vanuit hun publieke taak op het gebied van schuldhulpverlening (Wet gemeentelijke schuldhulp-verlening).

Artikel 3, onderdeel 11: Gegevens die noodzakelijk zijn voor milieubeheer en afval- en grondstoffeninzameling, zoals bedoeld in de Wet milieubeheer.

Gemeenten zijn op grond van de Wet milieubeheer verplicht om afvalstoffen in te zamelen. Voor de uitvoering van deze publiekrechtelijke taak hebben zij gegevens van belastingplichtigen nodig, om vast te kunnen stellen waar afval moet worden opgehaald of waar ontheffing is verleend.

GBTwente verstrekt voor dit doel de volgende gegevens aan de deelnemende gemeenten: WOZ-object met BAG-ID; cyclus afvalstoffenheffing.

 

Artikel 4: Verstrekking aan gemeente Berkelland en Bronckhorst

Op verzoek van de gemeente Berkelland en/of Bronckhorst worden dezelfde gegevens geleverd als aan de deelnemende gemeente voor zover het doel van de gegevensverstrekking overeenkomst met de in artikel 3 genoemde doeleinden.

 

Artikel 5: Verstrekking aan overige bestuursorganen

Op dit moment zijn er geen gegevens die uitsluitend voor een publiekrechtelijke taak van een ander bestuursorgaan verstrekt worden. Met dit artikel is ruimte gereserveerd voor toekomstige verzoeken zodat er geen omnummering hoeft plaats te vinden.

 

Artikel 6: Inwerkingtreding en citeertitel

Dit artikel bepaalt dat dit besluit pas inwerking treedt na bekendmaking. Bekendmaking vindt plaats in het Elektronische blad gemeenschappelijke regeling van GBTwente. Het besluit wordt aangehaald als ‘Besluit gegevensverstrekking GBTwente’

Ondertekening d.d. 21 juni 2019

Secretaris

………………………………….

Voorzitter

…………………………………….

De heer dr. R. Toet De heer A.L. Langius

Naar boven