Aanwijzingsbesluit belastingplichtigen Noordelijk Belastingkantoor per 1 januari 2018

 

Vastgesteld door het Voorlopig Bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor op 1 mei 2017.

 

Datum inwerkingtreding: 1 januari 2018.

 

Het Voorlopig Bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor,

 

Gelet op het bepaalde in artikel 1 van de Verordening onroerende-zaakbelastingen, artikel 2 van de Verordening roerende-zaakbelastingen, artikel 2 van de Verordening hondenbelasting, artikel 3 van de Verordening rioolheffing en artikel 3 van de Verordening afvalstoffenheffing; Gelet op het bepaalde in de Waterschapswet, Gelet op het bepaalde in de verordeningen Watersysteemheffing, verordeningen zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing van de waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa’s en wetterskip Fryslân,

 

HEEFT BESLOTEN:

de Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie vast te stellen;

 

1. Eigenaar

  • 1.1.

    vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning

  • 1.2

    de opstaller

  • 1.3

    erfpachter of beklemde meier

  • 1.4

    de eigenaar

  • 1.5

    degene die op andere wijze als genot hebbende naar voren komt, daaronder begrepen de

    bezitter

  •  

2.1 Binnen een categorie, binnen het gebied van waterschap NZV, Hunze en Aa’s of wetterskip

Fryslân wonen of gevestigd zijn

  • 2.1

    die ook als gebruiker wordt aangemerkt

  • 2.2

    degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

  • 2.3

    natuurlijk persoon boven niet natuurlijk persoon

  • 2.4

    de oudste

  • 2.5

    die op een andere wijze bij het Noordelijk Belastingkantoor bekend is als genot hebbende of gebruiker

     

  •  

2.2 Binnen een categorie, binnen Nederland wonen of gevestigd zijn

2.2.1 het grootste aandeel

2.2.2 natuurlijk persoon boven niet natuurlijk persoon

2.2.3 de oudste

2.2.4 die op een andere wijze bij het Noordelijk Belastingkantoor bekend is als genot hebbende of gebruiker

 

2.3 Binnen een categorie, die in het buitenland wonen of gevestigd zijn

2.3.1 het grootste aandeel

2.3.2 natuurlijk persoon boven niet natuurlijk persoon

2.3.3 de oudste

2.3.4 die op een andere wijze bij het Noordelijk Belastingkantoor bekend is genot hebbende of gebruiker

  

3. Gebruikers van niet-woningen (alleen gemeente, bedrijven aanslagen waterschap worden

niet in beleidsregel beschreven).

3.1 degene die als genot hebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van het

belastingobject wordt aangemerkt

3.2 degene die volgens de eigenaar als belastingplichtige moet worden aangemerkt

3.3 degene die volgens NHR als gebruiker moet worden aangemerkt

3.4 natuurlijk persoon boven niet natuurlijk persoon

3.5 de oudste

3.6 degene die op andere wijze als gebruiker van het belastingopbject naar voren komen

 

4. Gebruiker van een woonruimte/afvalstoffenheffing/zuiveringsheffing 

woning/ingezetenenheffing/verontreinigingsheffing woning

4.1 degene die eigenaar is volgens Kadaster en tevens gebruiker via BRP is

4.2 degene die volgens BRP het langst op het betreffende adres staat ingeschreven

4.3 bij gelijktijdige inschrijving de oudste in leeftijd

4.4 degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt

  •  

  • 5.

    Met betrekking tot de hondenbelasting wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld

    ten name van

    5.1 degene die ingevolge onderdeel 4 kan worden aangemerkt als gebruiker van het

    belastingobject waar de hond blijkens de aangifte wordt gehouden

    5.2 degene die op andere wijze als houder van een hond naar voren komt.

     

  • 6.

    Bij aanslagen van verschillende gemeentelijke belastingen verenigd op een aanslagbiljet 

    • 6.1.

      ingevolge onderdelen 1 en 2 kan worden aangewezen

    • 6.2.

      ingevolge onderdeel 3 kan worden aangewezen

    • 6.3.

      ingevolge onderdeel 4 kan worden aangewezen

    • 6.4.

      ingevolge onderdeel 5 kan worden aangewezen  

  •  

  • 7.

    Aangezien de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan een

    belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot

    een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde blijkt.

      

  • 8.

    De onderdelen 1 t/m 6 vinden geen toepassing indien:

    • 8.1

      de aanslag kan worden opgelegd aan degene die met betrekking tot het voorgaande

      belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, gezorgd heeft dat de aanslag

      betaald is en nog steeds belastingplichtig is

    • 8.2

      dat bij het NBK bekend is dat een van de potentiele belastingplichtigen de desbetreffende

      aanslag op zijn/haar naam wil hebben, althans voor zover dit niet leidt tot een mogelijke

      situatie dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd.

        

  • 9.

    Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de

    voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij

    aanvang van de belastingplicht.

      

  • 10.

    Wijzigingen kunnen indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd-pas

    plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.

      

  • 11.

    Indien een belasting niet wordt geheven bij aanslag, maar op een andere wijze, is het

    bepaalde in de onderdelen 1 tot en met 10 overeenkomstig van toepassing.

 

Vastgesteld bij besluit van het voorlopig Bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor van 1 mei 2017.

Datum inwerkingtreding: 1 januari 2018

 

Gedaan te Groningen in de vergadering van 1 mei 2017.

de voorzitter, de secretaris,

 

 

Naar boven