VERORDENING STIMULERINGSFONDS METROPOOLREGIO EINDHOVEN 2018

Het Algemeen Bestuur van de Metropoolregio Eindhoven,

 

Overwegende dat het noodzakelijk is om de regels met betrekking tot uitkeringen uit het Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven vast te leggen;

 

Gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Eindhoven 2015;

 

Op voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d. 28 mei 2018;

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen de navolgende Verordening Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

 

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a)

    Aanvraag: het door de aanvrager ingediende verzoek tot een Subsidie op grond van deze verordening.

  • b)

    Aanvrager: een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersoon die de Subsidie formeel aanvraagt en de verantwoordelijkheid neemt voor de uitvoering en afwikkeling van het project.

  • c)

    Accountant: een openbaar accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 BW.

  • d)

    Adviesgroep: de adviesgroep, die is ingesteld uit de geledingen bedrijfsleven-kennisinstellingen-overheid, met voldoende deskundigheid om objectief en onafhankelijk te kunnen adviseren over Subsidie voor ingediende projecten.

  • e)

    Beleidsregel Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven: de door het Dagelijks Bestuur vastgestelde beleidsregel waarin is uitgewerkt aan welke criteria projecten moeten voldoen om in aanmerking te komen voor een bijdrage uit het Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven.

  • f)

    Brainport Agenda: Het door stakeholders uit onderwijs, overheden en bedrijfsleven gedragen ambitiedocument om de regio Zuidoost-Nederland te laten uitgroeien tot meest innovatieve technologieregio.

  • g)

    Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van de Metropoolregio Eindhoven.

  • h)

    Project: het samenhangende geheel van activiteiten, waarvoor een bijdrage vanuit de Metropoolregio Eindhoven wordt gevraagd.

  • i)

    Regionale Agenda: Het bij aanvang van iedere bestuursperiode door het Algemeen bestuur van de Metropoolregio Eindhoven vast te stellen beleidsdocument, waarin de ambities en doelstellingen van de regionale samenwerking worden vastgelegd.

  • j)

    Revolverend fonds: een fonds, ingesteld met als doel het verlenen van kredieten die gedurende een overeengekomen periode worden afgelost en opnieuw kunnen worden gebruikt.

  • k)

    Subsidie: een subsidie uit het Metropoolregio Eindhoven-budget voor projecten die zijn gericht op het bereiken van de doelstellingen uit de Regionale Agenda van de Metropoolregio Eindhoven en de Brainport Agenda.

  • l)

    Zuidoost-Brabant: het geografische gebied dat betrekking heeft op alle deelnemende gemeenten aan de Metropoolregio Eindhoven, zoals vermeld in de Gemeenschappelijke Regeling van de Metropoolregio Eindhoven.

  • m)

    Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven: de middelen die door Metropoolregio Eindhoven als cofinanciering middels een fonds of als afzonderlijke subsidie kunnen worden ingezet met het oog op het bereiken van de doelstellingen uit de Regionale Agenda van de Metropoolregio Eindhoven en de Brainport Agenda.

  • n)

    Tendersysteem: subsidieverdelingssysteem, waarbij aanvragen voor een bepaald tijdstip moet worden ingediend, waarna alle aanvragen gelijktijdig worden beoordeeld en op grond van kwalitatieve criteria een rangorde voor subsidieverlening kan worden bepaald.

 

Artikel 2 Reikwijdte van de verordening

 

  • 1.

    Doel van deze verordening is om middels subsidie te stimuleren dat de doelstellingen uit de Regionale Agenda van de Metropoolregio Eindhoven en de Brainport Agenda worden bereikt.

 

  • 2.

    Deze verordening is van toepassing op:

 

  • a.

    de subsidiering van projecten, en

     

  • b.

    het financieren van projecten middels het instellen van en/of deelnemen aan fondsen.

 

  • 3.

    Te subsidiëren of te financieren projecten dienen een aantoonbare bijdrage te leveren aan het bereiken van de doelstellingen van de Regionale Agenda van de Metropoolregio Eindhoven en de Brainport Agenda en economische meerwaarde te hebben voor de regio Zuidoost-Brabant.

     

  • 4.

    Selectiecriteria voor subsidiering en financiering worden nader uitgewerkt in een door het Dagelijks Bestuur vast te stellen beleidsregel Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven.

 

Artikel 3 Verdeling van het jaarlijks beschikbaar budget van het Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven

 

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur is bevoegd in het door het Algemeen Bestuur jaarlijks beschikbaar gestelde bedrag voor voeding van het Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven een onderverdeling te maken in een budget voor subsidiëring en een budget voor projectfinanciering via het instellen van of deelnemen aan een afzonderlijk (sub)fonds.

 

  • 2.

    Een fonds als bedoeld in lid 1, kan een intern subfonds zijn of een extern fonds.

 

Artikel 4 Adviesgroep

 

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur stelt een Adviesgroep in.

 

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur bepaalt de samenstelling van de Adviesgroep.

     

  • 3.

    De Adviesgroep adviseert het Dagelijks Bestuur over het al dan niet toekennen van subsidie aan of financiering van projecten die bijdragen aan de regionale doelstellingen als bedoeld in art. 2 lid 3.

 

Hoofdstuk 2 Projectfinanciering via subsidiëring

Paragraaf 1 Algemene subsidievoorwaarden

 

Artikel 5 Algemeen

 

  • 1.

    Voorafgaand aan de subsidievaststelling, wordt een beschikking over subsidieverlening afgegeven.

 

  • 2.

    Verdeling van de jaarlijks beschikbare bedragen vindt plaats aan de hand van een tendersysteem zoals nader uitgewerkt in paragraaf 2 van dit hoofdstuk.

     

  • 3.

    Selectiecriteria zijn vastgelegd in een door het Dagelijks Bestuur vastgestelde beleidsregel Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven.

 

Artikel 6 Subsidieplafond en tenderperioden

  • 1.

    Subsidies worden verstrekt tot maximaal de totale omvang van het in het desbetreffende jaar door het Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur beschikbaar gestelde bedrag voor subsidiering van projecten.

     

  • 2.

    Het jaarlijkse subsidieplafond wordt evenredig gelijkelijk verdeeld over het aantal, door het Dagelijks Bestuur vast te stellen, tenderperiodes.

     

  • 3.

    Indien het periodieke subsidieplafond niet wordt bereikt, dan heeft het Dagelijks Bestuur de bevoegdheid het overschot over te hevelen naar de daaropvolgende periode. Dat geldt ook voor eventuele vrijval.

     

  • 4.

    Het Dagelijks Bestuur kan het jaarlijks beschikbare bedrag anders verdelen over de tenderperiodes alsmede het aantal tenderperiodes per jaar wijzigen.

     

  • 5.

    Indien het Dagelijks Bestuur gebruik maakt van de bevoegdheid als bedoeld in het vorige lid, dan doet zij daarvan openbare mededeling.

     

Artikel 7 Subsidiabele kosten en subsidielimiet

 

  • 1.

    De subsidie heeft betrekking op:

 

  • a.

    Uitvoeringsgerichte projecten;

 

  • b.

    Aanjaagprojecten, bestaande uit studies, verkenningen, voorbereiding en pilots;

 

  • 2.

    Subsidiabel zijn de kosten die zijn opgenomen in de aanvraag en naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur conform de uitgangspunten van de beleidsregel Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven als reëel zijn te beschouwen.

 

  • 3.

    Per project bedraagt de subsidie maximaal 15% van de subsidiabele kosten voor Uitvoeringsgerichte projecten (lid 1 sub a).

 

  • 4.

    Voor Aanjaagprojecten (lid 1 sub b) is de subsidie maximaal 50% van de subsidiabele kosten.

     

  • 5.

    Voor projecten zoals bedoeld in lid 4, geldt een absoluut maximum. Dit absolute maximum wordt door het Dagelijks Bestuur vermeld in de Beleidsregel Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven.

     

 

Paragraaf 2: De subsidieverlening

 

Artikel 8 Aanvraag

 

  • 1.

    De aanvraag ten behoeve van een project wordt ingediend bij het Dagelijks Bestuur vόόr de door hem te bepalen uiterste datum van de tenderperiode.

 

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur zendt de aanvrager binnen 14 dagen een schriftelijke bevestiging van ontvangst van de aanvraag.

 

  • 3.

    Een aanvraag voor Subsidie dient te geschieden door middel van een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier, dat daartoe door het Dagelijks Bestuur beschikbaar wordt gesteld. Daarin moet worden opgenomen:

 

  • a.

    doel van het project;

 

  • b.

    beoogd eindresultaat;

 

  • c.

    plan van aanpak met specificatie van activiteiten;

 

  • d.

    uitvoerende partijen per activiteit;

 

  • e.

    kosten per activiteit en kostensoort;

     

  • f.

    financiering.

 

  • 4.

    Bij het aanvraagformulier worden de volgende bescheiden gevoegd:

 

  • a.

    een gespecificeerde begroting;

 

  • b.

    alle bewijzen voor cofinanciering.

     

  • 5.

    Het Dagelijks Bestuur kan verzoeken de aanvraag te voorzien van nadere onderbouwing door middel van een toelichting en overige bescheiden.

 

Artikel 9 Vereisten van de aanvraag

 

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur toetst of de aanvraag volledig is en aan de aanvraagvereisten voldoet.

     

  • 2.

    Een aanvraag voor een Subsidie kan slechts worden ingediend door één aanvrager, zijnde een rechtspersoon.

 

Artikel 10 Volledige aanvraag

 

  • 1.

    Indien de aanvraag niet volledig is, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld deze alsnog aan te vullen, binnen 14 dagen na dagtekening van de brief waarin dit verzoek wordt gedaan.

 

  • 2.

    Deze termijn kan op verzoek van de aanvrager worden verlengd indien de beoordelingsprocedure hierdoor geen hinder ondervindt.

     

  • 3.

    Indien de aanvraag binnen de gestelde termijn niet of niet volledig is aangevuld, kan het Dagelijks Bestuur besluiten de aanvraag buiten behandeling te laten.

 

Artikel 11 Beslissing op de aanvraag

 

  • 1.

    Na afloop van de termijn waarbinnen subsidie aangevraagd kan worden, worden alle ontvankelijke aanvragen verzameld en ter beoordeling voorgelegd aan de Adviesgroep, zoals bedoeld in artikel 4.

 

  • 2.

    Een aanvraag om subsidie voor een project beoordeelt de Adviesgroep op:

 

  • a.

    De aansluiting bij de uitgangspunten van de Regionale Agenda en de Brainport Agenda conform artikel 3 jo. artikel 4 t/ m 7 van de beleidsregel Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven.

 

  • b.

    De overige weigerings- en toetsingsgronden, zoals opgenomen in de beleidsregel Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven.

 

  • 3.

    Aan de hand van de toetsing zoals bedoeld in lid 2, beoordeelt de Adviesgroep of een aanvraag voor subsidie voor toekenning in aanmerking komt. Te honoreren aanvragen worden opgenomen in een voorgestelde rangorde voor honorering.

 

  • 4.

    De rangorde wordt bepaald door de scores van het project op de indicatoren ‘effectiviteit’, ‘efficiëncy’, ‘lange termijn impact en draagvlak’ en ‘economisch toegevoegde waarde’, zoals uitgewerkt in de beleidsregel Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven.

 

  • 5.

    Aan de te honoreren projecten wordt subsidie verleend voorzover het subsidieplafond voor de betreffende tenderperiode dat toelaat. Het DB kan een minimale score voor toekenning van subsidie vereisen.

     

  • 6.

    Aanvragen om subsidie die het Dagelijks Bestuur afwijst, om welke reden dan ook, dingen niet automatisch mee bij de volgende tender.

 

Artikel 12 Advies

 

  • 1.

    De Adviesgroep stelt een cumulatief advies op aan het Dagelijks Bestuur over de in de betreffende tenderperiode ingediende volledige aanvragen.

 

  • 2.

    Het in lid 1 bedoelde advies maakt onderscheid tussen te honoreren, af te wijzen en voor nadere informatie-inwinning aan te houden aanvragen.

     

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur neemt op basis van het advies van de Adviesgroep, een besluit over de ingediende aanvragen.

     

  • 4.

    Indien het Dagelijks Bestuur afwijkt van het advies van de Adviesgroep, motiveert zij dit en communiceert zij dit aan de Adviesgroep.

 

Artikel 13 Beslistermijn

 

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur neemt binnen twaalf weken na sluiting van de termijn voor het indienen van een aanvraag voor de dan geldende tenderperiode als bedoeld in artikel 6, tweede lid, een besluit over het verlenen van de subsidie op de dan voorliggende volledige aanvragen.

 

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde termijn kan eenmalig met ten hoogste vier weken worden verlengd.

 

  • 3.

    De verlenging wordt schriftelijk medegedeeld aan alle aanvragers.

 

Artikel 14 Besluit tot verlening

 

  • 1.

    Het besluit tot verlening van Subsidie vermeldt minimaal:

 

  • a.

    de start- en einddatum van het project;

 

  • b.

    de maximale Subsidie, zowel absoluut als uitgedrukt in een percentage van de totale subsidiabele kosten;

 

  • c.

    de financieringsopzet;

 

  • d.

    de totale projectkosten die als basis voor de berekening van de Subsidie dienen.

 

  • e.

    eventuele eindbegunstigde van de subsidie en/of uitvoerder van het project.

 

  • 2.

    Het besluit tot verlening van Subsidie kan tevens de kwalitatieve en kwantitatieve doelstelling van het project vermelden.

     

  • 3.

    Voorts vermeldt het besluit de wijze van beschikbaarstelling van de subsidie en de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

 

Artikel 15 Beschikbaarstelling van de subsidie: Bevoorschotting

 

  • 1.

    Voorschotten worden per project verstrekt volgens de bij de beschikking gevoegde ‘Voorwaarden bij beschikking Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven’.

     

  • 2.

    Voorschotten worden verstrekt op basis van een sluitende begroting en wanneer voldaan wordt aan alle verplichtingen die op grond van artikel 16 aan de subsidieverlening zijn verbonden.

 

Artikel 16 Verplichtingen verbonden aan de subsidie

 

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur verbindt aan de Subsidie ten minste de volgende verplichtingen:

 

  • a.

    de aanvrager en eventuele eindbegunstigde en/of uitvoerder handelen in overeenstemming met de Europese en/of nationale regelgeving;

 

  • b.

    de voortgang van de activiteiten waarvoor een bijdrage is verleend, geschiedt in overeenstemming met de bij de aanvraag verschafte gegevens;

 

  • c.

    het bij de verlening vermelde bedrag zal worden uitgegeven aan de in de aanvraag genoemde zaken;

 

  • d.

    de aanvrager draagt zorg voor een projectadministratie, die voldoet aan de in artikel 17 gestelde eisen;

     

  • e.

    de aanvrager rapporteert over de financiële en inhoudelijke status van het project conform het bepaalde in artikel 18;

     

  • f.

    de aanvrager c.q. de eindbegunstigde werkt mee aan financiële en fysieke controles en evaluatieonderzoeken door of namens het Dagelijks Bestuur;

     

  • g.

    de aanvrager werkt mee aan communicatie en publiciteit over het project conform het bepaalde in artikel 20;

     

  • h.

    de uitvoerder c.q. eindbegunstigde verkeert tijdens het project niet in staat van faillissement of heeft geen surséance van betaling verkregen, in welk geval de subsidie onmiddellijk vervalt.

     

Het Dagelijks Bestuur voegt de subsidieverplichtingen toe aan de verleningsbeschikking.

 

  • 2.

    Het project dient uiterlijk binnen zes maanden na verlening van de bijdrage te starten, waarbij de datum zoals vermeld op de projectbeschikking bepalend is.

 

  • 3.

    Onder start van een project wordt verstaan het aangaan van (betaling-)verplichtingen.

 

  • 4.

    De termijn van zes maanden kan op basis van een gemotiveerd schriftelijk verzoek van de aanvrager door het Dagelijks Bestuur worden verlengd ingeval van bijzondere omstandigheden.

 

Artikel 17 Administratievoorschriften

 

  • 1.

    De aanvrager draagt er zorg voor dat een afzonderlijke projectadministratie wordt gevoerd, waarin alle noodzakelijke gegevens tijdig, betrouwbaar en volledig zijn vastgelegd en zijn te verifiëren met bewijsstukken.

 

  • 2.

    De administratie dient aldus te zijn opgezet dat deze voldoende waarborg biedt voor correcte en adequate (tussentijdse) rapportages.

 

  • 3.

    De administratie biedt voldoende mogelijkheden voor een adequate controle op rechtmatigheid en doelmatigheid van het project.

 

  • 4.

    Indien de administratie niet in eigen beheer wordt uitgevoerd, wordt bij de aanvraag opgave gedaan van de instelling die de administratie voert. Op de administratie van deze instelling is het hiervoor bepaalde eveneens van toepassing.

 

Artikel 18 Rapportagevoorschriften

 

  • 1.

    De aanvrager rapporteert, door gebruikmaking van een vaststaand model, over de financiële en inhoudelijke status van het project conform het bepaalde in de subsidiebeschikking.

 

  • 2.

    Rapportage geschiedt door volledige en waarheidsgetrouwe informatie te geven over de voortgang van het project waarvoor een Subsidie is verleend, door middel van daarvoor door de Metropoolregio Eindhoven ter beschikking gestelde en door de aanvrager ondertekende standaardformulieren. Afwijken van het vaststaande model is mogelijk, mits de rapportage minstens de in het model gevraagde informatie verschaft.

 

  • 3.

    Indien de aanvrager niet tevens de uitvoerder en/of eindbegunstigde is van het project, dient de aanvrager ervoor zorg te dragen dat de uitvoerder en/of eindbegunstigde dezelfde medewerking verleent als in voorgaande leden bedoeld. Hieronder valt ook de medewerking aan het rapporteren over de inhoudelijke voortgang, zelfs na het moment waarop het project financieel is afgerond, maar uiterlijk tot het moment waarop de beleidseffecten zoals opgenomen in de aanvraag zijn gerealiseerd.

     

  • 4.

    Binnen twee maanden na ontvangst van de rapportage als bedoeld in het eerste lid, maakt het Dagelijks Bestuur daarover aan de aanvrager zijn gevoelen kenbaar. Het Dagelijks Bestuur deelt daarbij tevens mede of zij voornemens is gebruik te maken van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 21 van deze verordening.

 

Artikel 19 Controle

 

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur heeft het recht om (onaangekondigd) ter plaatse de rechtmatige besteding van de Subsidie te (laten) controleren, de administratie in te zien en daarvan kopieën te maken.

     

  • 2.

    Indien de aanvrager niet tevens de uitvoerder en/of eindbegunstigde is van het project, dient de aanvrager ervoor zorg te dragen dat de uitvoerder en/of eindbegunstigde dezelfde medewerking verleent als in voorgaande leden bedoeld. Hieronder valt ook de medewerking aan het rapporteren over de inhoudelijke voortgang, zelfs na het moment waarop het project financieel is afgerond, maar uiterlijk tot het moment waarop de beleidseffecten zoals opgenomen in de aanvraag zijn gerealiseerd.

 

Artikel 20 Voorschriften met betrekking tot communicatie en publiciteit

  • 1.

    De aanvrager werkt mee aan de uitvoering van taken rond communicatie en publiciteit, hetgeen inhoudt dat bij iedere uiting naar buiten wordt gemeld dat een subsidie voor het project wordt verkregen van de Metropoolregio Eindhoven. Dit betreft zowel een vermelding bij schriftelijke uitingen als ook bij het plaatsen van een bord bij het realiseren van fysieke projecten. Het betreft dan de volgende tekst: “Dit project is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage uit het STIMULERINGSFONDS METROPOOLREGIO EINDHOVEN”. Het Metropoolregio Eindhoven-logo dient daarbij duidelijk zichtbaar te zijn. Dit logo wordt op verzoek door de Metropoolregio Eindhoven digitaal beschikbaar gesteld.

  • 2.

    Indien de aanvrager niet tevens de uitvoerder en/of eindbegunstigde is van het project, dient de aanvrager ervoor zorg te dragen dat de uitvoerder en/of eindbegunstigde dezelfde medewerking verleent als in het voorgaande lid bedoeld.

 

Artikel 21 Intrekking en wijziging van de subsidie

 

Het Dagelijks Bestuur kan de verlening van de Subsidie intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen als bedoeld in artikel 4:48, en 4:50 van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Paragraaf 3 Vaststelling van de subsidie

 

Artikel 22 Aanvraag om vaststelling van de subsidie

 

  • 1.

    De aanvrager dient binnen drie maanden na de einddatum zoals opgenomen in de beschikking van het project, een aanvraag om vaststelling van de subsidie in bij het Dagelijks Bestuur, door gebruikmaking van een vaststaand model. Afwijken van het vaststaande model is mogelijk, mits de rapportage minstens de in het model gevraagde informatie verschaft.

 

  • 2.

    De vaststellingsaanvraag dient voorzien te zijn van:

 

  • a.

    een financieel en inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat aan alle verplichtingen is voldaan;

 

  • b.

    een Rapport van feitelijke bevindingen door een openbare accountant bij vaststellingsverzoeken boven een door het Dagelijks Bestuur in de Beleidsregel Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven nader te bepalen drempelbedrag.

     

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur kan op schriftelijk verzoek van de aanvrager toestaan, dat de indiening van de vaststellingsaanvraag na genoemde drie maanden, doch in elk geval binnen zes maanden na de einddatum van het project, plaatsvindt.

     

  • 4.

    Het verzoek als bedoeld in het vorige lid dient binnen de in lid 1 genoemde termijn van drie maanden te zijn ingediend.

     

  • 5.

    Wanneer bij vaststelling van de subsidie blijkt dat teveel voorschot is uitbetaald, dan zal het Dagelijks Bestuur het teveel betaalde bedrag terugvorderen.

     

Artikel 23 Beslissing op de aanvraag

 

De vastgestelde bijdrage is niet hoger dan de bijdrage zoals vermeld in de beschikking, noch hoger dan het bedrag waar de aanvrager recht op heeft op basis van de controleerbare en in overeenstemming met de voorschriften bij het besluit tot verlening van de Subsidie gemaakte projectkosten.

 

Artikel 24 Beslistermijn

 

Het Dagelijks Bestuur neemt binnen drie maanden na ontvangst van de vaststellingsaanvraag een besluit over de subsidievaststelling.

 

Artikel 25 Inhoud besluit tot vaststelling

 

  • 1.

    Het besluit tot vaststelling vermeldt het bedrag van de definitieve subsidie.

     

  • 2.

    In geval de subsidie lager is vastgesteld dan eerder verleend, vermeldt het Dagelijks Bestuur de reden daarvan.

 

Artikel 26 Beschikbaarstelling: uitbetaling

 

  • 1.

    De uitbetaling van de vastgestelde bijdrage vindt plaats onder verrekening van uitbetaalde voorschotten.

     

  • 2.

    De vastgestelde Subsidie alsmede de toegekende voorschotten worden uitbetaald aan de aanvrager, tenzij deze een derde als eindbegunstigde heeft aangewezen.

 

Artikel 27 Verplichtingen verbonden aan de subsidievaststelling

 

De aanvrager bewaart tot vijf jaar na vaststelling van de subsidie alle bewijsstukken inzake betalingen, ontvangsten en uitgaven betreffende het door Metropoolregio Eindhoven (mede)gefinancierde project.

 

Artikel 28 Intrekken en wijzigen vastgestelde subsidie

 

Het Dagelijks Bestuur kan de vaststelling van de Subsidie intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen als bedoeld in artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Hoofdstuk 3 Projectfinanciering via fondsbijdragen

Artikel 29 Deelnemen aan een extern fonds

 

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur is bevoegd tot het deelnemen aan een extern fonds of soortgelijk stimuleringsinstrument, gericht op het financieel ondersteunen van projecten die aansluiten bij de doelstellingen van de Regionale Agenda en de Brainport Agenda.

 

  • 2.

    Het streven is erop gericht bij deze wijze van financiering een private betrokkenheid en bij voorkeur een privaat trekkerschap te realiseren;

 

  • 3.

    De door het Dagelijks Bestuur ondersteunde fondsen zoals bedoeld in het eerste lid, hebben bij voorkeur een revolverend karakter.

     

  • 4.

    Het Dagelijks Bestuur gaat niet eerder over tot financiering zoals bedoeld in dit artikel, dan na verkregen instemming van de Werkplaats Economische Strategie van de Metropoolregio Eindhoven, of een in de toekomst in te stellen en daarmee gelijk te stellen gremium.

     

  • 5.

    Het Dagelijks Bestuur kan voorwaarden stellen aan deelname aan een extern fonds of soortgelijk stimuleringsinstrument.

     

  • 6.

    Wanneer de voorwaarden als bedoeld in lid 5 niet of niet behoorlijk worden nageleefd door de beheerder van het fonds, is het Dagelijks Bestuur bevoegd om deelname aan een extern fonds of soortgelijk stimuleringsinstrument te wijzigen of te beëindigen. Het Dagelijks Bestuur gaat hier niet toe over, dan na raadpleging van de Werkplaats Economische Strategie van de Metropoolregio Eindhoven, of een in de toekomst in te stellen en daarmee gelijk te stellen gremium.

 

Artikel 30 Instellen van een intern subfonds

 

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur is bevoegd tot het instellen van een intern subfonds, waaruit projecten worden gefinancierd die op een specifiek terrein aansluiten op de uitgangspunten van de Regionale Agenda en de Brainport Agenda, maar waarvoor afwijkende algemene subsidievoorwaarden en een afwijkende procedure en inhoudelijke beoordeling van de individuele projecten gelden.

 

  • 2.

    Het instellen van een subfonds behoeft de instemming van de Werkplaats Economische Strategie van de Metropoolregio Eindhoven, of een in de toekomst in te stellen en daarmee gelijk te stellen gremium.

     

  • 3.

    Algemene subsidievoorwaarden, procedure en beoordelingscriteria voor een intern subfonds sluiten zoveel mogelijk aan bij het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze Verordening Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven 2018. Afwijkingen, teneinde het specifieke karakter van het subfonds zoals bedoeld in lid 1 te waarborgen, legt het Dagelijks Bestuur per subfonds vast in een beleidsregel.

 

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 31 Hardheidsclausule

 

  • 1.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het Dagelijks Bestuur.

 

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen op basis van zwaarwegende motieven af te wijken van het bepaalde in deze verordening.

 

Artikel 32 Rapportage

 

Het Dagelijks Bestuur doet in de eerste helft van elk jaar verslag aan het Algemeen Bestuur over de werking van de verordening in het daaraan voorafgaande kalenderjaar. Hierbij wordt ingegaan op de voortgang in de gehonoreerde projecten en de wijze waarop projecten een bijdrage leveren aan de Regionale Agenda en de Brainport Agenda. Voorts doet het Dagelijks Bestuur verslag van de gehanteerde selectiecriteria en de eventuele uitzonderingssituaties.

 

Artikel 33 Citeertitel

 

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven 2018”.

 

Artikel 34 Intrekkings- en overgangsbepaling

 

De verordening SRE-Stimuleringsfonds van 16 februari 2012 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op aanvragen om subsidie voor projecten die zijn ingediend voor 1 april 2018 en op subsidies die voor deze datum zijn verleend.

 

Artikel 35 Bekendmaking en inwerkingtreding

 

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur maakt de inhoud van deze verordening op de gebruikelijke wijze bekend.

     

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking op de daarvoor wettelijk voorgeschreven wijze.

 

Toelichting

Algemeen

 

Het Stimuleringsfonds Metropoolregio financiert projecten die bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de Regionale Agenda en de Brainport Agenda. Het Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven wordt gevuld met een vaste inwonerbijdrage van de aan de Metropoolregio Eindhoven deelnemende gemeenten. De middelen dienen onder andere als cofinanciering van projecten die ook Europese subsidie krijgen. “Brussel” verstrekt namelijk alleen subsidie aan de regio, wanneer de regio ook zelf investeert. Ook financiert het Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven projecten een bijdrage leveren aan de Regionale Agenda en de Brainport Agenda, maar die niet in aanmerking komen voor Europese subsidies. Er vindt ook cofinanciering plaats op rijks- en provinciale middelen. In de praktijk blijkt dat het Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven een aanjager is van investeringen, die alle aangesloten gemeenten ten goede komen.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 1 begripsbepalingen

 

In de omschrijving van de diverse begrippen, verdient het onderscheid tussen aanvrager, eindbegunstigde en uitvoerder speciale vermelding. Het is mogelijk dat een aanvrager om een subsidie voor een project een ander rechtspersoon is dan de partij die als eindbegunstigde of als uitvoerder van het project heeft te gelden.

De eindbegunstigde is degene aan wie uiteindelijk het subsidiebedrag wordt uitgekeerd. Dat neemt niet weg dat de aanvrager te allen tijde eindverantwoordelijk blijft voor een correcte naleving van het bepaalde in de verordening. Dit geldt met name voor het voldoen aan de verplichtingen die aan de subsidie worden verbonden. Zo dient de aanvrager er voor te zorgen dat een eventuele eindbegunstigde zorgdraagt voor een juiste projectadministratie en dat deze medewerking verleent aan tussentijdse controles. Indien de eindbegunstigde ten aanzien van deze verplichtingen in gebreke blijft kan dat voor de aanvrager nadelige gevolgen opleveren in die zin dat het Dagelijks Bestuur kan besluiten naar beneden bij te stellen of zelfs in te trekken (artikelen 25, 42).

Verder verdient de vermelding van de programmamanager nog enige toelichting. De programmamanager is de Metropoolregio Eindhoven-functionaris die belast is met de inhoudelijke en procesmatige begeleiding van de subsidieaanvragen. De inhoudelijke begeleiding spitst zich toe op het geven van pre-adviezen over ingediende aanvragen aan de Adviesgroep Stimuleringsfonds. De procesmatige begeleiding ziet toe op het doorgeleiden van subsidieaanvragen via de genoemde Adviesgroep naar het Dagelijks Bestuur. Het ligt om praktische redenen voor de hand dat de programmamanager in dit verband enige bevoegdheden gemandateerd krijgt van het Dagelijks Bestuur die voorafgaan aan het besluit over subsidieverlening. Te noemen vallen onder meer het niet ontvankelijk verklaren van onvolledige aanvragen.

 

Artikel 2 Reikwijdte van de verordening

 

De reikwijdte van de verordening is uitdrukkelijk beperkt tot projecten die een bijdrage leveren aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de Regionale Agenda en de Brainport Agenda. De reikwijdte van de verordening strekt zich uit tot subsidiering van projecten en het instellen van interne fondsen door het Dagelijks Bestuur van de Metropoolregio Eindoven, danwel deelnemen aan externe fondsen. In het geval van interne fondsen leidt dit tot subsidieverlening, waarvoor het Dagelijks Bestuur afzonderlijke beleidsregels opstelt. In het geval van externe fondsen gaat het enkel om het bijdragen in de cofinanciering van een door derden beheerd fonds, waarbij concrete toekenning van bijdragen uit een dergelijk fonds geschiedt door de beheerder van dat fonds.

 

Artikel 3 Verdeling van het jaarlijks beschikbaar budget van het Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven

 

Het budget voor het Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven bestaat uit het totaal van de door het Algemeen Bestuur toegekende inwonerbijdragen voor het Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven. In principe wordt dit budget ingezet voor subsidiering van projecten zoals bedoeld in hoofdstuk 2 van de verordening. Vanaf de datum van 1 januari 2012 heeft het Dagelijks Bestuur de bevoegdheid om delen van het budget af te zonderen voor bijdragen in fondsen zoals beschreven in artikel 2. Deelname aan dergelijke fondsen is aan voorwaarden gebonden, met het oog op het borgen van de betrokkenheid van de lokale gemeenten. In artikel 29 wordt daarop nader ingegaan.

 

Artikel 4 Adviesgroep stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven

 

Uitgangspunt bij samenstelling van de Adviesgroep is een evenredige vertegenwoordiging uit bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid (triple helix). Voorzitter van de Adviesgroep is tevens lid van de Werkplaats Economische Strategie van de Metropoolregio Eindhoven. Secretaris van de Adviesgroep is de programmamanager Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven.

De adviserende taak van de Adviesgroep is beperkt tot de subsidies als bedoeld in hoofdstuk 2, tenzij in de toepasselijke beleidsregel anders is bepaald.

 

Artikel 5 Algemeen

 

De Algemene wet bestuursrecht biedt de mogelijkheid om voorafgaand aan een subsidievaststelling een beschikking over subsidieverlening te geven. Van deze mogelijkheid wordt bij subsidie-verstrekking in het kader van het Stimuleringsfonds gebruik gemaakt. Voor de goede orde wordt daarvan in artikel 5 lid 1 melding gemaakt.

 

Artikel 6 Subsidieplafond en tenderperioden

 

In verband met de in artikel 3 lid 1 gecreëerde bevoegdheid tot het instellen van en/of deelnemen in fondsen, is subsidieverstrekking niet alleen afhankelijk van het in het desbetreffende jaar door het Algemeen Bestuur beschikbaar gestelde bedrag voor subsidiering van projecten, maar ook van de eventueel door het Dagelijks Bestuur af te zonderen budgetten voor instellen van en/of deelnemen in deze fondsen.

 

Artikel 7 Subsidiabele kosten en subsidielimiet

 

Onder de subsidiabele kosten vallen onder meer de kosten van personele inzet. In de beleidsregel wordt nader omschreven wat als reële kosten gezien wordt.

 

Artikel 11 Beslissing op de aanvraag

 

Het beoordelen of een project in aanmerking komt voor subsidie uit het Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven vergt bestudering van zowel de verordening als de onderliggende beleidsregel. Beide regelingen in onderlinge samenhang bezien, leiden tot het volgende toetsingsmodel:

 

  • a.

    Toetsing op weigeringsgronden;

 

  • b.

    Toetsing op rangschikkingscriteria.

 

Artikel 12 Advies

 

Het resultaat van de toetsing als bedoeld in artikel 11 is een cumulatief advies, waarin de Adviesgroep aangeeft of een project moet worden gehonoreerd (en zo ja, in welke mate), aangehouden of afgewezen. Uiteindelijk beslist het Dagelijks Bestuur over de subsidieaanvraag. Indien het Dagelijks Bestuur hierbij afwijkt van het advies, dient zij dit te motiveren (artikel 12, lid 4)

 

Artikel 21 Intrekking en wijziging van de verleende subsidie

 

De Algemene wet bestuursrecht kent een limitatieve opsomming van de redenen om een verleende, maar nog niet vastgestelde subsidie ten nadele van de subsidieontvanger te wijzigen of in te trekken.

De Awb maakt daarbij onderscheid tussen een wijziging of intrekking met terugwerkende kracht (artikel 4:48) en een wijziging of intrekking voor de toekomst (artikel 4:50). In het eerste geval houdt de bevoegdheid verband met omstandigheden bij de subsidieontvanger, terwijl dat in het tweede geval omstandigheden bij het bestuursorgaan betreffen. Artikel 4:48, ziet enerzijds toe op een sanctie, anderzijds om een herstel van onjuistheden die niet uitsluitend voor rekening van het bestuursorgaan komen. Het ligt voor de hand dat gebruikmaking van dit artikel tevens leidt tot stopzetting van voorschotten. Verwezen wordt naar artikel 4:56, van de Awb).

De wijzigings- en intrekkingsbevoegdheid is in de verordening opgenomen uit oogpunt van bevoegdheidstoedeling. Het Dagelijks Bestuur is het bevoegde orgaan dat een verleende subsidie kan wijzigen of intrekken.

 

Artikel 28 Intrekking en wijziging vastgestelde subsidie

 

Artikel 4:49 van de Awb regelt de intrekking of wijziging met terugwerkende kracht van de beschikking tot subsidievaststelling. Het artikel bevat een limitatieve opsomming van drie intrekkings- en wijzigingsgronden. Evenals bij de intrekking van een subsidieverlening op grond van artikel 4:48 van de Awb, kan het hier enerzijds gaan om een sanctie, anderzijds om een herstel van onjuistheden die niet uitsluitend voor rekening van het bestuursorgaan komen.

 

Artikel 29 Deelnemen aan een extern fonds

 

De grootste verandering ten opzichte van de situatie zoals die gold tot 1 januari 2012, is de mogelijkheid voor het Dagelijks Bestuur om het jaarlijks beschikbare budget niet geheel ter beschikking te stellen voor projectsubsidiering, maar een deel daarvan af te zonderen voor fondsbijdragen. Hiermee wordt geanticipeerd op de mogelijkheid om deel te kunnen nemen aan externe fondsen die bijdragen aan het bereiken van de doelstelling uit de Regionale Agenda en de Brainport Agenda. Hierbij valt te denken aan het (mede-)voeden van fondsen zoals een valorisatiefonds, innovatiefonds of seed capital fund. Deze fondsen kunnen een regionale oorsprong kennen, maar ook een provinciaal, nationaal of internationaal karakter hebben. De gedachte hierbij is dat hiermee een grotere multiplier op de cofinanciering en externe betrokkenheid c.q. trekkerschap kan worden gerealiseerd. Bij voorkeur kennen deze fondsen een revolverend karakter. Dit betekent dat het uitgangspunt van deze fondsen is dat de aan projecten toegekende middelen uit het fonds in principe terugvloeien in het fonds, waarmee de middelen meermaals kunnen worden ingezet.

 

Artikel 30 Instellen van een intern subfonds

 

Naast het bijdragen aan externe fondsen, is voor het Dagelijks Bestuur ook de mogelijkheid geopend om een eigen subfonds in te stellen. Hiermee wordt geanticipeerd op het stroomlijnen van subsidieprocessen en –regelingen die gericht zijn op het leveren van een bijdrage aan de doelstellingen van de Regionale Agenda en de Brainport Agenda. Een voorbeeld hiervan is de subregeling ‘Adviesregeling SAR’ voor individuele MKB-bedrijven.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van 4 juli 2018

Naar boven