Beleidsregel Bestuurlijke boete WerkSaam Westfriesland

 

Inleiding

De inlichtingenplicht is een van de belangrijkste plichten voor mensen die bijstand aanvragen of ontvangen. Hierbij gaat het vooral om het doorgeven van alle zaken die van invloed kunnen zijn op het recht en de hoogte van de uitkering. WerkSaam legt een bestuurlijke boete op bij het verwijtbaar niet nakomen van de inlichtingenplicht van cliënten.

Om te controleren of de door de cliënt opgegeven informatie over de situatie van de cliënt klopt, is het belangrijk dat de cliënt bij WerkSaam bewijs inlevert. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het inleveren van bankafschriften. Als de cliënt dit bewijs niet, onvolledig of niet tijdig inlevert en hem dit te verwijten is, komt deze de inlichtingenplicht niet na. Dit zorgt ervoor dat WerkSaam een bestuurlijke boete moet opleggen.

Het kan leiden tot intrekken, opnieuw beoordelen en/of terugvorderen van de bijstand. Afhankelijk van de situatie van de cliënt wordt de hoogte van de boete bepaald. In sommige gevallen kan WerkSaam er voor kiezen om een schriftelijke waarschuwing te geven.

 

Het dagelijks bestuur van WerkSaam Westfriesland;

 

gezien het advies van de cliëntenraad van WerkSaam Westfriesland van 5 juni 2018;

 

gelet op artikelen:

  • titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 18a van de Participatiewet

  • artikel 20a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en artikel 20a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);

  • artikel 1 en 2 boetebesluit sociale zekerheidswetten;

  • beleidsplan WerkSaam Westfriesland.

 

b e s l u i t :

 

de beleidsregel bestuurlijke boete WerkSaam Westfriesland te wijzigen. De titel en tekst na wijziging luiden als volgt:

 

 

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • 1.

    Cliënt: persoon die een uitkering ontvangt van WerkSaam Westfriesland op grond van de wet.

  • 2.

    Benadelingsbedrag: het bedrag aan uitkering dat als gevolg van het niet nakomen van de inlichtingenplicht teveel is ontvangen. (Art. 18a, lid 1 Pw)

  • 3.

    Bijstandsnorm: de hoogte van de uitkering waar de cliënt recht op heeft.

  • 4.

    Boete: een opgelegde geldstraf voor het niet nakomen van de inlichtingenplicht (Art. 18a, lid 1 Pw en art. 20a, lid 1 IOAW/IOAZ).

  • 5.

    Fictieve draagkracht: het inkomen boven de beslagvrije voet zonder correcties voor verhoogde zorg- of woonlasten.

  • 6.

    Inlichtingenplicht: een regel om alle zaken die van invloed kunnen zijn op het recht en de hoogte van de uitkering door te geven aan WerkSaam.

  • 7.

    Reële draagkracht: het inkomen boven de beslagvrije voet met correcties voor verhoogde zorg- of woonlasten.

  • 8.

    Sanctie: een straf die kan worden opgelegd aan een cliënt die zich niet heeft gehouden aan de inlichtingenplicht.

  • 9.

    WerkSaam: het dagelijks bestuur van WerkSaam Westfriesland.

 

Artikel 2. Bepalen van boetebedrag

  • 1.

    De boete bedraagt 100% van het benadelingsbedrag als het niet nakomen van de inlichtingenplicht heeft geleid tot een benadelingsbedrag.

  • 2.

    Heeft het gedrag niet geleid tot eenbenadelingsbedrag en is een schriftelijke waarschuwing niet voldoende, dan bedraagt de boete € 150,00.

  • 3.

    Bij een benadelingsbedrag is WerkSaam verplicht om de hoogte van de boete te bepalen afhankelijk van de mate van verwijtbaarheid:

    a. opzet: boete 100% benadelingsbedrag.

    b. grove schuld: boete 75% benadelingsbedrag.

    c. geen opzet en grove schuld: boete 50% benadelingsbedrag.

    d. verminderde verwitbaarheid: boete 25%.

  • 4.

    De hoogte van de boete wordt met behulp van fictieve draagkracht bepaald.

  • 5.

    Als het inkomen niet bekend is, wordt de boete berekend op basis van de bijstandsnorm.

  • 6.

    De daadwerkelijke aflossing vindt plaats op basis van de reële draagkracht.

     

Artikel 3. Hoogte van de boete

  • 1.

    Als de maximale boete minder is dan € 340 bij een boete van 100% van het benadelingsbedrag volgt WerkSaam de boeteprocedure licht.

  • 2.

    Als de maximale boete meer is dan € 340 bij een boete van 100% van het benadelingsbedrag volgt WerkSaam de boeteprocedure zwaar.

  • 3.

    De boete wordt afhankelijk van de mate van verwijtbaarheid verlaagd zodat deze binnen de gestelde termijn kan worden voldaan:

    • a.

      opzet: voldoening boete mogelijk binnen 24 maanden.

    • b.

      grove schuld: voldoening boete mogelijk binnen 18 maanden.

    • c.

      geen opzet/geen grove schuld: voldoening boete mogelijk binnen 12 maanden.

    • d.

      verminderde verwijtbaarheid: voldoening boete mogelijk binnen 6 maanden.

 

Artikel 4. Waarschuwing

  • 1.

    WerkSaam geeft bij schending van de inlichtingenplicht een waarschuwing als:

    • a.

      de overtreding van de inlichtingenverplichting niet heeft geleid tot een benadelingsbedrag of het benadelingsbedrag niet hoger is dan € 150, of

    • b.

      de cliënt wel inlichtingen heeft verstrekt die echter onjuist of onvolledig waren, of op andere wijze een wijziging van omstandigheden niet direct heeft gemeld. Uit eigen beweging heeft deze alsnog, binnen 60 dagen nadat de inlichtingen hadden behoren te worden verstrekt, de juiste inlichtingen verstrekt. Dit is gedaan voordat de overtreding is geconstateerd, tenzij de cliënt deze inlichtingen heeft verstrekt in het kader van toezicht op de naleving van een inlichtingenverplichting.

  • 2.

    Als cliënt binnen 24 maanden weer de inlichtingenplicht overtreedt zonder benadelingsbedrag, dan krijgt deze geen waarschuwing meer. Het benadelingsbedrag wordt dan op € 150 vastgesteld, tenzij een afwijkend bedrag noodzakelijk is voor de vaststelling van een evenredige boete conform artikel 2.

 

Artikel 5. Zeer dringende redenen

WerkSaam ziet af van het opleggen van een boete als hiervoor zeer dringende redenen aanwezig zijn.

 

Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze gewijzigde beleidsregel treedt in werking op de dag na die van bekendmaking en werkt terug tot 1 juli 2018.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: beleidsregel bestuurlijke boete WerkSaam Westfriesland.

 

 

Vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 14 juni 2018,

De voorzitter, D. te Grotenhuis

De directeur, M.J. Dölle

 

 

 

Toelichting

 

Algeme n e t oelichting

WerkSaam zorgt ervoor dat mensen die niet voldoende inkomen hebben, van een minimum inkomen worden voorzien. Om te zorgen dat iedereen hiervan gebruik kan maken is het belangrijk dat niemand ten onrechte gebruik maakt deze voorziening.

 

Volgens de wet moeten cliënten die de inlichtingenplicht schenden, het fraudebedrag terugbetalen en een boete krijgen. De hoogte van de boete is maximaal 100% van het benadelingsbedrag. Niet alleen moet WerkSaam naar de verwijtbaarheid kijken maar ook naar hoeveel de cliënt van het inkomen kan missen. Afhankelijk van de verwijtbaarheid moet de boete binnen 6 tot 24 maanden afgelost kunnen worden.

 

WerkSaam heeft beleidsvrijheid bij het vaststellen van de fictieve draagkracht en gaat uit van het inkomen boven de beslagvrije voet. Hierbij wordt geen rekening gehouden met verhoogde zorg- of woonlasten of met vermogen. Als de cliënt onder de kostendelersnorm valt dan stelt het dagelijks bestuur de fictieve inkomsten op de bijstandsnorm voor alleenstaande of gehuwden.

 

De volgende punten zijn vastgelegd in de beleidsregel:

  • -

    WerkSaam maakt gebruik van de mogelijkheid om een waarschuwing op te leggen en legt niet gelijk een boete op;

  • -

    Het vaststellen van de verwijtbaarheid, hierbij wordt aangesloten bij de artikelen van het boetebesluit;

  • -

    Het verlagen van de boete als de fictieve draagkracht onvoldoende is om de boete te betalen.

  •  

Artikel 2 . Bepalen van boetebedrag

WerkSaam beoordeelt voor de vaststelling van de boete de financiële omstandigheden van belanghebbende, in overeenstemming met de richtlijnen van de Centrale Raad van Beroep. Uitgangspunt is dat de boete door de cliënt met de fictieve draagkracht binnen redelijke termijn kan worden voldaan. Bij recidive gaat het om 150% van het benadelingsbedrag.

Bij de fictieve draagkracht gaan we uit van het inkomen boven de beslagvrije voet. Er wordt geen rekening gehouden met:

  • -

    verhoogde zorg- of woonlasten;

  • -

    vermogen (omdat bij het meerekenen van vermogen de boetes hoger kunnen worden en hierdoor ongelijkheid tussen cliënten ontstaat);

  • -

    valt de cliënt onder de kostendelersnorm dan stelt WerkSaam de fictieve inkomsten op de bijstandsnorm voor alleenstaande of gehuwden. (omdat ook kostendelers een boete moeten krijgen bij het schenden van de inlichtingenplicht en in de praktijk gebleken is dat deze werkwijze standhoudt bij de rechtbank)

 

Bij de fictieve draagkracht wordt er geen rekening gehouden met vermogen. Valt de cliënt onder de kostendelersnorm dan stelt Werksaam de fictieve inkomsten vast op de bijstandsnorm voor alleenstaande of gehuwden.

 

In onderstaand schema wordt uitgelegd hoe de bestuurlijke boete wordt berekend:

 

 

 

Artikel 3. De hoogte van de boete

In het onderstaande schema wordt uitgelegd welke invloed de hoogte van de boete heeft op het proces:

 

WerkSaam geeft de cliënt in sommige gevallen een waarschuwing:

  • -

    de inlichtingenplicht wordt niet nagekomen en er wordt niet teveel uitkering ontvangen;

  • -

    er wordt een bedrag van maximaal € 150,00 aan inkomsten ontvangen die niet door de cliënt zijn opgegeven.

 

Een waarschuwing wordt altijd schriftelijk verstuurd, op deze beschikking kan de cliënt in bezwaar gaan.

 

Artikel 4 . Zeer dringende redenen

WerkSaam ziet van een boete af bij zeer dringende redenen. Het gaat hier om uitzonderlijke situaties waarin het opleggen van een boete onaanvaardbare gevolgen heeft voor de cliënt.

Naar boven