Besluit van de directeur Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid van 22 maart 2017 inzake plaatsvervanging van de directeur en verdeling van verantwoordelijkheden, rollen en taken binnen het directieteam van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

 

De directeur,

 

Gelet op

- De Vervangingsregeling directeur Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid;

- De Regeling ambtelijke organisatie Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid;

 

Besluit als volgt:

 

Artikel 1. Aanwijzing eerste en tweede plaatsvervanger

 

De heer J.J. Cats wordt aangewezen als eerste plaatsvervanger als bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Vervangingsregeling directeur Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid. De heer M. van der Jagt is tweede plaatsvervanger.

 

Artikel 2. Verantwoordelijkheden, rollen en taken van het directieteam

 

1. Het directieteam, bestaande uit de directeur en de twee adjunct-directeuren, is als collectief verantwoordelijk is voor de strategische agenda, de generieke kaderstelling en de sturing op de totaalopgave van de Omgevingsdienst voor het primaire proces en de bedrijfsvoering.

2. De binnen het directeam gemaakte afspraken over verantwoordelijkheden, rollen en taken zijn als volgt:

a. De directeur is voorzitter van het directieteam en eindverantwoordelijk voor het functioneren van de organisatie.

b. Besluitvorming binnen het directieteam is één en ondeelbaar. Een besluit van de directeur of van een adjunct-directeur geldt als een besluit van het directieteam. Formeel blijft de directeur eindverantwoordelijk voor het genomen besluit.

c. Als collectief is het directieteam verantwoordelijk voor:

i. De strategische agendasetting van de Omgevingsdienst;

ii. Het vertalen van maatschappelijke ontwikkelingen en voorstellen van het bestuur naar de consequenties voor de organisatie;

iii. De organisatie en bedrijfsvoering van de Omgevingsdienst, alsmede de ontwikkeling daarvan;

iv. Integrale aansturing en sturing op de totaalopgave van de Omgevingsdienst;

v. Sturing op unitoverstijgende opgaven, thema’s, ketens en processen.

d. De leden van het directieteam onderhouden de contacten met de bestuurders van de deelnemers in de gemeenschappelijke regeling op strategisch concernniveau (eigenarenkant).

e. De directeur en de adjunct-directeuren zijn aanspreekpunt voor alle unitmanagers bij vraagstukken die betrekking hebben op de in onderdeel c genoemde onderwerpen. De directeur is formeel de enig leidinggevende van de unitmanagers.

 

Artikel 3. Kennisgeving aan het dagelijks en algemeen bestuur

 

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, derde lid, van de Regeling ambtelijke organisatie Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid wordt dit besluit ter kennis gebracht aan het dagelijks bestuur. Het besluit wordt tevens ter kennis gebracht aan het algemeen bestuur.

 

Artikel 4. Slotbepalingen

 

1. Dit besluit wordt conform artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht bekend gemaakt door uitreiking van een afschrift ervan aan de in artikel 1 genoemde personen.

2. Dit besluit wordt conform artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht tevens bekend gemaakt in het publicatieblad van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.

3. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2017.

 

Aldus vastgesteld te Dordrecht op 22 maart 2017.

 

De directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid,

Mr. R. Visser

 

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

Ingevolge artikel 3 van de Vervangingsregeling directeur Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (hierna: de Vervangingsregeling) wordt de directeur bij zijn afwezigheid van meer dan twee opeenvolgende werkdagen vervangen door een adjunct-directeur van de Omgevingsdienst (hierna: OZHZ). In geval van een spoedeisende aangelegenheid kan hiervan worden afgeweken. Onder spoedeisende gelegenheid wordt in elk geval het toepassen van spoedeisende bestuursdwang begrepen overeenkomstig het bepaalde in een mandaatbesluit van een deelnemer in de gemeenschappelijke regeling. De directeur maakt hierover nadere afspraken met zijn plaatsvervanger. Het artikel bepaalt ook dat de directeur één van de adjunct-directeuren aanwijst als eerste plaatsvervanger. De andere adjunct-directeur is dan de tweede plaatsvervanger.

 

Ingevolge artikel 4 van de Vervangingsregeling is de plaatsvervanger bevoegd de taken en verantwoordelijkheden van de directeur uit te oefenen bij diens afwezigheid. De tweede plaatsvervanger is daartoe bevoegd bij afwezigheid van de eerste plaatsvervanger. Indien een bevoegdheid is uitgeoefend door een plaatsvervanger, dient dit in de ondertekening tot uitdrukking te worden gebracht door de gebruikmaking van de woorden ‘plaatsvervangend directeur’, gevolgd door de eigen naam. Er is geen gebruik gemaakt van de in dit artikel aan de directeur gegeven bevoegdheid om instructies te stellen aan de uitoefening van diens taken en verantwoordelijkheden door de eerste en tweede plaatsvervanger.

 

Het Besluit nadere regels ten aanzien van taak en bevoegdheid directeur Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid is ook van toepassing op de plaatsvervanger. Dit besluit bevat onder andere bepalingen over de zorg voor een goede voorbereiding van de vergaderingen van het bestuur, informatieverschaffing en gedegen en tijdige advisering aan het bestuur en het onderhouden van een goede relatie met de deelnemers in de gemeenschappelijke regeling. Voorgeschreven is ook dat de directeur zijn taken, waar nodig, uitoefent in nauwe samenwerking met de adjunct-directeuren.

Artikel 5 van de Vervangingsregeling bepaalt dat de directeur er zoveel mogelijk zorg voor draagt dat bij diens afwezigheid de eerste plaatsvervanger aanwezig is. Indien behalve de directeur ook de eerste plaatsvervanger afwezig is, is op zijn minst de tweede plaatsvervanger aanwezig.

 

Artikel 2

In de nieuwe organisatie van OZHZ per 1 april 2017 is sprake van een directieteam bestaande uit de directeur en twee adjunct-directeuren: een adjunct-directeur met als aandachtsveld het primaire proces en een adjunct-directeur met als aandachtsveld de bedrijfsvoering. De directeur is voorzitter van het directieteam en eindverantwoordelijk voor het functioneren van de organisatie. Binnen het directieteam is de directeur primair verantwoordelijk voor de contacten met opdrachtgevers en externe partijen op bestuurlijk en strategisch niveau.

 

Het directieteam stuurt vanuit het principe van concernsturing. Het directieteam is als collectief verantwoordelijk voor het sturen op de organisatie als geheel en voor de realisatie van de totaalopgave. De adjunct-directeuren fungeren daarmee primair als 'concerndirecteur', ze zijn niet belast met het dagelijks operationeel aansturen van een specifiek organisatieonderdeel. De directieleden verdelen de aandachtsvelden onderling. De agenda van het directieteam wordt hoofdzakelijk gevuld door generieke kaderstelling, voortgang van bestuurlijke doelen / resultaten, unitoverstijgende thema’s, organisatiebrede bedrijfsvoering en organisatieontwikkeling.

 

Artikel 3

Het besluit wordt ter kennis gebracht aan het dagelijks en algemeen bestuur.

 

Artikel 4

In artikel 4 is vastgelegd dat dit besluit op 1 april 2017 in werking treedt. Dit sluit aan bij artikel 9 van de Regeling ambtelijke organisatie Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid en bij artikel 11 van de Vervangingsregeling.

 

Naar boven