Beleidsregel Besluit proceskosten bestuursrecht Hefpunt 2015
 
Artikel 1  
Het dagelijks bestuur van Hefpunt,
 
Gelet op artikel 1:3, vierde lid van de Awb, 7:15 Awb en de artikelen 2 en 3 van het Besluit proceskosten bestuursrecht juncto onderdeel C.1. van de bij dat besluit behorende bijlage en bijlage I, punt 4 van de Gemeenschappelijke Regeling Hefpunt;
 
 
B E S L U I T :
 
 
vast te stellen de navolgende Beleidsregel Besluit proceskosten bestuursrecht.
 
 
Artikel 1 Reikwijdte beleidsregel
Deze beleidsregel is  van toepassing bij het vergoeden van kosten die een belanghebbende
in verband met de behandeling van zijn bezwaarschrift tegen een fiscale beschikking redelijkerwijs heeft moeten maken. De beleidsregel ziet op bezwaarschriftenprocedures in het kader van opgelegde waterschapsbelastingen als bedoeld in de artikelen 117 en 122d van de Waterschapswet en artikel 7.2 van de Waterwet en de op basis van deze wetsartikelen door de waterschappen Hunze en Aa’s, Noorderzijlvest en Wetterskip Fryslân vastgestelde verordeningen.
   
 
Artikel 2 Begripsbepalingen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
1. een belastingaanslag:
a. het bedrag van een belastingaanslag tezamen met de bij de belastingaanslag opgelegde
bestuurlijke boete of:
b. indien geen belastingaanslag is vastgesteld, maar wel een bestuurlijke boete is
opgelegd: het bedrag van de boete.
2. belastingaanslag: de voorlopige aanslag en de navorderingsaanslag als bedoeld in artikel 2, derde lid, onder e van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
3. Bpb: Besluit proceskosten bestuursrecht.
4. Awb: Algemene wet bestuursrecht.
5. “de beroepsmatige derde”: de derde die beroepsmatig rechtsbijstand heeft verleend als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, Bpb en hiervoor kosten bij de belanghebbende in rekening heeft gebracht.
 
 
Artikel 3 Kosten door derde beroepsmatige verleende rechtsbijstand
Het bedrag van de kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand zoals vermeld in artikel 1, onderdeel a Bpb wordt vastgesteld door de in de bijlagen van het Bpb genoemde punten per proceshandeling als uitgangspunt te nemen. Deze punten worden vermenigvuldigd met de waarde per punt vermeld in artikel 4 van deze beleidsregel. Het aldus berekende bedrag wordt vermenigvuldigd met een wegingsfactor, als berekend in artikel 6 van deze beleidsregel.
 
 
Artikel 4 Punten proceshandelingen
Aan de hierna genoemde proceshandelingen worden de volgende punten toegekend:
 
A indienen van een bezwaarschrift: 1 punt;
B verschijnen op een hoorzitting: 1 punt;
C verschijnen op een nadere hoorzitting: 0,5 punt.
 
 
Artikel 5 Waarde per punt
De waarde per punt bedraagt het bedrag zoals genoemd onder B2, lid 1 van de bijlage bij het Bpb.
 
 
Artikel 6 Wegingsfactoren
Voor de toepassing van de wegingsfactoren, die zijn genoemd in onderdeel C.1. van de bijlage bij het Bpb, wordt een zaak in beginsel aangemerkt als gemiddeld, tenzij een zaak als licht of  zeer licht dient te worden aangemerkt.
Een zaak wordt aangemerkt als:
A zeer licht (0,25) als de inspanning van de beroepsmatige derde en bewerkelijkheid van de zaak van geringe omvang is te achten. Daarvan is sprake indien:
1. het om een pro forma bezwaarschrift zonder aanvulling gaat;
2. het bezwaarschrift summier gemotiveerd is;
3. het bezwaarschrift is voorzien van een standaardmotivering;
4. het bezwaarschrift is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
B licht (o,50), als de complexiteit van de zaak als laag is aan te merken.
C gemiddeld (1), als de complexiteit van de zaak als gemiddeld is aan te merken.
D zwaar (1,5), als de complexiteit van de zaak als meer dan gemiddeld is aan te merken;
E zeer zwaar (2), als de complexiteit van de zaak als hoog is aan te merken.
 
 
Artikel 7 Reis- en verblijfkosten
Reis- en verblijfkosten van een belanghebbende kunnen voor vergoeding in aanmerking komen. Daarbij geldt als uitgangspunt dat reiskosten worden vergoed op basis van openbaar vervoer per bus of trein 2e klasse, tenzij de reis (redelijkerwijs) per openbaar vervoer niet mogelijk is. In dat geval worden de reiskosten vergoed tegen een bedrag van € 0,28 per kilometer. De hoogte van de vergoeding van verblijfkosten wordt in goede justitie bepaald.
 
Artikel 8 Verletkosten
Verletkosten van een belanghebbende kunnen voor vergoeding in aanmerking komen. De vergoeding van verletkosten vindt in beginsel plaats tegen de werkelijke kosten, waarbij geldt dat het minimum bedrag per uur € 4,54 en het maximum bedrag per uur € 53,09 bedraagt.
 
 
Artikel 9 Kosten uittreksels
Kosten van uittreksels uit de openbare registers, telegrammen, internationale telexen, internationale telefaxen en internationale telefoongesprekken kunnen voor vergoeding in aanmerking komen. De vergoeding van deze kosten vindt in beginsel plaats tegen de werkelijke kosten.
 
 
Artikel 10 Kostenvergoeding belanghebbende
Een proceskostenvergoeding wordt eerst toegekend indien belanghebbende kan aantonen dat de betreffende kosten daadwerkelijk op hem drukken.
 
 
Artikel 11 Betaling kostenvergoeding
Het bedrag aan proceskostenvergoeding wordt overgemaakt op het rekeningnummer van belanghebbende, tenzij belanghebbende uitdrukkelijk een gevolmachtigde heeft gemachtigd om namens hem de proceskostenvergoeding te mogen ontvangen.
 
 
Artikel 12 Gemotiveerd afwijken
De ambtenaar belast met de heffing van waterschapsbelastingen heeft de bevoegdheid om in bijzondere omstandigheden van de vaststelling van de wegingsfactoren, zoals in artikel 6 van deze beleidsregel is vastgelegd, af te wijken. Afwijkingen van hetgeen in deze beleidsregel is bepaald, wordt in de beslissing op bezwaar uitdrukkelijk gemotiveerd.
 
 
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeerartikel
1. Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2015.
2. Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregel besluit proceskosten bestuursrecht Hefpunt 2015”.
 
 
 
Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van Hefpunt, gehouden op 22 januari 2015.
 

Namens deze,

Het dagelijks bestuur van Hefpunt,

ir. J. Bartelds, voorzitter

 

drs. P.W. Geerdink, secretaris

Naar boven