De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende de noodzaak om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 1,5°C
en de daarvoor noodzakelijke transitie naar duurzame energie;
constaterende dat het beleid van de rijksoverheid daarom gericht is op het verminderen
van het gebruik van fossiele brandstoffen;
overwegende dat de Mijnbouwwet een transitieperiode moet overbruggen van het tijdperk
van fossiele brandstoffen naar een tijdperk van duurzaam opgewerkte energie;
constaterende dat de huidige Mijnbouwwet de focus legt op doelmatige winning van delfstoffen
als olie en gas en niet op de effecten van de winning en het gebruik van fossiele
brandstoffen op veiligheid, milieu en klimaat;
overwegende dat mijnbouwactiviteiten eveneens effecten kunnen hebben op veiligheid,
volksgezondheid, milieu en natuur, maar dat de Mijnbouwwet ten onrechte geen afwegingskader
biedt om deze effecten zwaar mee te wegen in de vergunningverlening voor mijnbouw;
verzoekt de regering, met een voorstel voor een transitiewet te komen die de Mijnbouwwet
zal vervangen en die gericht is op het faciliteren van de transitie van fossiele naar
duurzame energie, waarmee de regering de mogelijkheid krijgt om een expliciete afweging
te maken tussen mijnbouwbelangen en de belangen van een gezond klimaat en een veilige
leefomgeving,
en gaat over tot de orde van de dag.
Wassenberg