86ste vergadering
2005-2006
86
-
Stemmingen
Aan de orde zijn de stemmingenin verband met het
wetsvoorstel Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging
te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het vervallen van
de bepaling inzake het voorzitterschap van de gemeenteraad en van provinciale
staten (29978).
(Zie vergadering van 1 juni 2006.)
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.
De heer
Van der Staaij
SGP
Voorzitter. Het voorstel tot het uit de Grondwet halen van de regeling
van het voorzitterschap van de gemeenteraad en van provinciale staten roept
bij de SGP-fractie geen warme gevoelens op. Het voorstel is in zijn ontstaansgeschiedenis
namelijk nogal verknoopt met de aan het begin van deze kabinetsperiode bestaande
plannen voor de invoering van de gekozen burgemeester. De stranding van die
plannen is door ons juist wél met enthousiasme begroet. Daar staat
tegenover dat zuiver naar de inhoud beoordeeld, de voorgestelde grondwetsherziening
bij de SGP-fractie niet op fundamentele bezwaren stuit. Je kunt er inderdaad
grote vraagtekens bij zetten of de vraag wie het voorzitterschap van vergaderingen
van de gemeenteraad en van provinciale staten moet vervullen, in de Grondwet
dwingend geregeld moet worden. De intentie om juist de decentrale bestuursorganen
hierbij zelf meer vrijheid te bieden, spreekt ons aan, zeker nu de strikte
handhaving van de huidige constitutionele verplichting nogal eens spanning
oplevert met de praktijk van de dualisering. Dit is voor ons, alles bij elkaar
genomen, genoeg reden om nu vóór deze terugtred van de Grondwetgeving
te stemmen.
De artikelen I tot en met III en de beweegreden worden zonder stemming
aangenomen.
In stemming komt het wetsvoorstel.
Ik constateer dat dit wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.