Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Supermarkten zetten telers onder druk met nieuw keurmerk groente en fruit» (ingezonden 5 maart 2018).

Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 23 april 2018).

Vraag 1

Bent u bekend met de afspraken van verschillende supermarkten om te komen tot een nieuw keurmerk?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe verhoudt het uitgangspunt van dit nieuwe keurmerk, dat supermarkten niet verplicht zijn boeren en tuinders extra te betalen om te voldoen aan de extra eisen voor het nieuwe keurmerk, zich tot de passage in het regeerakkoord dat de Autoriteit Consument en Markt (ACM) erop gaat toezien dat boeren en tuinders hogere prijzen ontvangen van afnemers die bovenwettelijke eisen stellen, bijvoorbeeld ten aanzien van duurzaamheid of dierenwelzijn?

Antwoord 2

Als een supermarkt bovenwettelijke eisen stelt, moeten boeren en tuinders gewaardeerd worden voor de extra inzet die daarmee van hen verlangd wordt. In het regeerakkoord staat dat de ACM erop gaat toezien dat boeren en tuinders hogere prijzen ontvangen van afnemers die bovenwettelijk eisen stellen, bijvoorbeeld ten aanzien van duurzaamheid of dierenwelzijn. Over de nadere invulling daarvan zal ik u samen met de Staatssecretaris van EZK voor de zomer informeren en zal daarbij ook de keurmerken meenemen. Dit neemt niet weg dat ik vind dat alle partijen in de keten een morele verantwoordelijkheid hebben én dienen te nemen dat duurzaamheid beloond wordt. Dat kan in de vorm van het bieden van een hogere prijs, maar de waardering kan ook tot uiting komen in bijvoorbeeld leveringszekerheid over een langere periode door bijvoorbeeld langjarige contracten. Ik wil hierover op korte termijn in de bredere context van de passages in de het regeerakkoord over de positie van de boer in de keten het gesprek aangaan met de retail en andere partijen in de keten.

Vraag 3

Deelt u de mening dat aandacht voor duurzaamheid voor producten uit binnen- en ook buitenland belangrijk is, maar dat dit hand in hand moet gaan met een eerlijke vergoeding voor de boer en tuinder? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Voor de verduurzaming van de land- en tuinbouw is het van belang dat de daarmee gepaard gaande inspanningen passend worden beloond. Daar waar een passende beloning onvoldoende tot stand komt moet dit gestimuleerd worden. Het regeerakkoord biedt daarvoor aanknopingspunten en daarover zal ik u voor de zomer informeren.

Vraag 4

Kan de ACM op dit moment toezien op deze afspraken? Zo ja, wat zijn de bevoegdheden? Zo nee, wat zou er in wetgeving veranderd moeten worden om deze bevoegdheden aan de ACM te geven? En mocht er wetgeving voor nodig zijn, wanneer komt deze wetgeving naar de Kamer?

Antwoord 4

De ACM heeft op dit moment geen inzicht in de contracten tussen producenten en afnemers; daar heeft de ACM geen bevoegdheden voor en is ook niet als taak bij de ACM belegd. Op dit moment wordt in kaart gebracht welke opties er zijn om er voor te zorgen dat de extra inspanningen van boeren en tuinders ook worden beloond.

Vraag 5

Deelt u de mening dat als boeren en tuinders niet vergoed worden voor deze stappen de bedrijfsvoering in gevaar komt en daarmee de voedselproductie in Nederland, die al erg duurzaam, efficiënt en van hoge kwaliteit is?

Antwoord 5

Ik vind het van groot belang dat de ketenpartijen in onderling overleg komen tot passende vergoedingen. De overeengekomen vergoedingen dienen naar mijn mening zodanig te zijn dat boeren en tuinders op een economisch duurzame wijze, conform eventuele bovenwettelijk eisen, kunnen produceren.

Naar boven