Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
over het bericht dat gemeenten mensen van 27 jaar en ouder, vier weken laten wachten
bij aanvraag van een bijstandsuitkering (ingezonden 10 november 2016).
Antwoord van Staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen
5 december 2016)
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat de Nationale ombudsman wederom klachten heeft
ontvangen over de vier weken zoektermijn voor bijstandsaanvragers van 27 jaar en ouder?
Welke consequenties verbindt u hieraan?1
Antwoord 1
De invoering van de vier weken termijn is bedoeld om jongeren tot 27 jaar – nadat
zij zich hebben gemeld met de intentie om bijstand aan te vragen – eerst zelf actief
te laten zoeken naar passend werk of een geschikte opleiding. Na afloop van de vier
weken zoektijd kan de jongere vervolgens bijstand aanvragen. Gemeenten kunnen overigens
op basis van artikel 18 van de Participatiewet maatwerk leveren indien de situatie
daar om vraagt. Op grond van de Participatiewet is het college van burgemeester en
wethouders echter wél verplicht om een bijstandsaanvraag van personen van 27 jaar
en ouder direct in behandeling te nemen. Zolang binnen een periode van vier weken
na de datum van aanvraag het college geen besluit heeft genomen met betrekking tot
het recht op bijstand, is het college verplicht een voorschot te verstrekken. Indien
het college van deze wettelijke opdracht beleidsmatig afwijkt, is het primair aan
de gemeenteraad om de uitvoering van het beleid te controleren en, indien daar aanleiding
toe wordt gezien, in de Raadsvergadering aan de orde te stellen. Als dit voor de betreffende
burgers niet tot een oplossing leidt, is het uiteindelijk aan de rechter om te oordelen
of en zo ja in hoeverre de gemeente onrechtmatig tot besluitvorming is gekomen.
Vraag 2
Heeft u een overzicht van gemeenten die op deze wijze omgaan met mensen van 27 jaar
en ouder die bijstand aanvragen? Zo ja, kan de Kamer dit ontvangen? Zo nee, bent u
bereid om te onderzoeken welke gemeenten op een soortgelijke manier werken?
Antwoord 2
Ik beschik niet over een overzicht hoe gemeenten met mensen van 27 jaar en ouder die
bijstand aanvragen, omgaan. Ik zie geen aanleiding om in dit kader een onderzoek te
doen. Zoals in antwoord 1 is aangegeven betreft de uitvoering van het beleid op dit
punt, en de beoordeling of dit binnen de wettelijke kaders plaatsvindt, primair een
verantwoordelijkheid van het lokale bestuur.
Vraag 3
Bent u van mening dat er hier sprake is van een ernstige tekortkoming in de rechtmatige
uitvoering van de Participatiewet, temeer omdat door de gemeenten gehanteerde zoekperiode
al eerder aan de orde is geweest? Zo ja, gaat u deze gemeenten een aanwijzing geven?
Zo nee, wanneer is er volgens u sprake van een ernstige tekortkoming en waarom vindt
u het als systeemverantwoordelijke acceptabel als gemeenten zich opstellen als onbetrouwbare
overheid?
Antwoord 3
Zoals in antwoord 1 is aangegeven, is het primair de Gemeenteraad die het college
controleert. Door het minsterie van SZW wordt geen systematisch toezicht uitgeoefend
op de rechtmatige uitvoering van de Participatiewet door individuele gemeenten. In
uitzonderlijke gevallen kan de Minister van SZW de gemeente een aanwijzing geven als
bedoeld in artikel 76 van de Participatiewet. De toepassing van dit instrument is
aan de orde in situaties waarin het zelfsturend vermogen van de gemeente tekortschiet
én waarin naar het oordeel van de Minister van SZW sprake is van een rechtmatigheidstekortkoming
die vanwege aard, intensiteit of duur een wettelijk verankerd fundament van de wet
te zeer schaadt. De inkomenswaarborg is een van die fundamenten. Het toepassen van
een buitenwettelijke zoektermijn voor personen van 27 jaar en ouder vormt in beginsel
geen aanleiding voor rijksingrijpen, mede gelet op de reeds gememoreerde controlerende
rol van de gemeenteraad en het feit dat een belanghebbende zich via bezwaar en beroep
kan verweren tegen een beslissing van het college. In dit verband dient ook onderkend
te worden dat de aanwijzingsbevoegdheid niet kan worden toegepast om te treden in
de besluitvorming in individuele gevallen. De situatie kan anders komen te liggen
indien er signalen zijn dat de contra legemuitvoering van een gemeente zich ook (meer
systematisch) uitstrekt tot de inkomenswaarborg, bijvoorbeeld de voorschotverlening.
Van een dergelijk signaal is evenwel geen sprake.
Vraag 4
Deelt u de mening dat bijstandsgerechtigden van 27 jaar door de onterechte zoektijd
van vier weken sociaaleconomische problemen zoals schulden, dakloosheid, etc. kunnen
krijgen? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen om deze praktijk te stoppen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 4
Zoals ik in antwoord 1 heb aangegeven, is het college gehouden de bijstandsaanvraag
van personen van 27 jaar en ouder direct in behandeling te nemen en indien binnen
een periode van vier weken na de datum van aanvraag nog geen besluit is genomen met
betrekking tot het recht op bijstand, verplicht om een voorschot te verstrekken. Hiermee
wordt voorkomen dat mensen onnodig lang moeten wachten op een uitkering en dat als
gevolg daarvan schulden worden opgebouwd of dat er andere sociale problemen ontstaan.
Daarnaast kunnen gemeenten op basis van artikel 18 van de Participatiewet maatwerk
leveren indien de situatie daar om vraagt. Ik acht het niet nodig om in dit kader
met aanvullende maatregelen te komen.