Vragen van Jasper vanDijk (SP) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over incassobureaus (ingezonden 10 mei 2017).

Antwoord van Minister Blok (Veiligheid en Justitie), mede namens de Minister van Economische Zaken (ontvangen 27 juni 2017). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 2031.

Vraag 1, 2, 3 en 5

Wat vindt u van de uitzending van Radar over «de werkwijze van incassobureaus»?1

Hoe oordeelt u over de wanpraktijken (zoals het hanteren van willekeurige boetes en het onterecht dreigen met deurwaarders) van het bedrijf «Nederlandse Incassocentrale»? Waarom is dit bedrijf nog niet aangepakt door het Openbaar Ministerie (OM) of de Autoriteit Consument en Markt (ACM)?

Deelt u de mening dat dit soort bedrijven misbruik maakt van het feit dat (niet zelden laaggeletterde) mensen niet precies op de hoogte zijn van de regels?

Deelt u de mening dat zo snel mogelijk maatregelen moeten worden genomen tegen bedrijven als de Nederlandse Incassocentrale? Zo ja, wanneer krijgt de Kamer hierover uitsluitsel?

Antwoord 1, 2, 3 en 5

De werkwijze van incassobureaus zoals geschetst in de Radar uitzending van 8 mei jl. keur ik af. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft in november vorig jaar aangekondigd handhavend op te treden in de incassosector.2 De ACM heeft bedrijfsbezoeken afgelegd. De ACM kan, op basis van de wet, geen mededelingen doen over of zij onderzoek doet naar specifiek genoemde bedrijven. Voorts loopt er een grootschalig rechercheonderzoek naar incassofraude, waarover ik lopende het onderzoek verder geen mededelingen doe anders dan in het persbericht van de politie hierover.3 De Kamer zal te zijner tijd over deze acties worden geïnformeerd.

Vraag 4

Deelt u de mening ten aanzien van het voorstel om mensen altijd eerst een betalingsregeling aan te bieden, voordat wordt overgegaan tot incasso? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?4

Antwoord 4

Uitgangspunt is dat mensen financiële verplichtingen die zij aangaan volledig moeten nakomen. Als betaling achterwege blijft, mag een schuldeiser actie ondernemen om op betaling aan te dringen (aanmaningen e.d.). Er zijn echter situaties denkbaar waarin een schuldenaar wel wil maar niet kan betalen. Dan is het wenselijk dat de schuldenaar met zijn schuldeiser een betalingsregeling probeert te treffen en dat gebeurt in de praktijk ook vaak. Het treffen van een betalingsregeling is voor schuldenaren in meerdere opzichten minder belastend en de kans dat een vordering op deze wijze alsnog wordt voldaan is ook in het belang van de schuldeiser.

Vraag 6

Bent u bereid om wetgeving te maken opdat een einde komt aan dit soort wanpraktijken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Met wetten als het Burgerlijk Wetboek (met de regels over de normering buitengerechtelijke incassokosten, oneerlijke handelspraktijken en onverschuldigde betaling), de Wet handhaving consumentenbescherming en het Wetboek van Strafrecht op grond waarvan strafrechtelijk kan worden opgetreden in geval van onder meer bedreiging of fraude, zijn consumenten beschermd.

Om mensen meer bewust te maken van hun rechten wordt door betrokken partijen steeds beter voorzien in goede voorlichting en gemakkelijk toegankelijke informatie. Zo is de ACM in het najaar van 2016 gestart met een voorlichtingscampagne om consumenten weerbaar te maken tegen oneerlijke praktijken in de incassobranche onder het motto «Incasso? Betaal, maar alleen als het klopt». Handhaving (van de huidige regelgeving) zal wanpraktijken minder aantrekkelijk moeten maken. De resultaten van de in het antwoord op de vragen 1,2,3 en 5 genoemde handhavingstrajecten die nu lopen wacht ik nu eerst af. Daarnaast zijn er ook vanuit de markt initiatieven die ik toejuich. Zo is de Nederlandse Vereniging van gecertificeerde Incasso- ondernemingen (NVI) ver in het aanscherpen van haar keurmerk en zie ik in de markt meer aandacht voor maatschappelijk verantwoord incasseren.

Naar boven