Vragen van het lid Ten Broeke (VVD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de benoeming van een omstreden hoogleraar tot rapporteur van de VN-Mensenrechtenraad (ingezonden 14 maart 2016).

Antwoord van Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 24 maart 2016).

Vraag 1 t/m 5

Klopt het dat de VN-Mensenrechtenraad de Britse hoogleraar Penny Green heeft benoemd tot rapporteur, belast met het bijhouden van mensenrechtenschendingen in de Palestijnse gebieden?1

Klopt het dat de hoogleraar in kwestie openlijk sympathiseert met de BDS-beweging (Boycot, Desinvesteringen en Sancties), die onder meer een volledige boycot van Israël bepleit? Klopt het tevens dat zij in het verleden zich openlijk heeft afgevraagd waarom Israël niet door de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk wordt gebombardeerd?

Klopt het dat van een rapporteur onpartijdigheid mag worden verwacht? Schrijft de functieomschrijving dit voor?

Hoe beoordeelt u deze aanstelling? Constateert u eveneens dat het niet de eerste keer is dat de VN-Mensenrechtenraad overduidelijk een vooringenomen rapporteur benoemt, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de benoeming van Richard Falk in 2008? Hoe verklaart u dit patroon?

Heeft de Nederlandse regering zich tegen deze aanstelling verzet? Zo ja, hoe?

Antwoord 1 t/m 5

Er heeft nog geen benoeming van de Special Rapporteur voor de mensenrechtensituatie in de Palestijnse Gebieden plaatsgevonden. De Consultative Group, bestaande uit vertegenwoordigers uit de vijf regionale groepen, heeft een «short list» bekend gemaakt waar Penelope Green deel van uitmaakt. De President van de Mensenrechtenraad zal de benoeming op 24 maart bekend maken. Het is dus nog niet zeker of Green de functie zal krijgen. Special Rapporteurs worden geacht onafhankelijk, competent en onpartijdig te rapporteren. Daar zal de regering de rapporteur in zijn of haar werk ook op beoordelen.

Vraag 6

Wat heeft de Nederlandse regering sinds de aanvang van het in 2014 begonnen lidmaatschap van de VN-Mensenrechtenraad ondernomen om de vooringenomenheid jegens Israël aan de orde te stellen en een meer evenwichtige benadering van het Israëlisch-Palestijns conflict te bevorderen?

Antwoord 6

Nederland stelt zich in onderhandelingsprocessen bij VN-organen, waaronder de Mensenrechtenraad, kritisch op ten opzichte van resoluties die Israël en het Midden-Oosten Vredesproces betreffen (zoals aangegeven in de brief aan uw Kamer van 7 januari 2016, met kenmerk 2015Z23129). Nederland let daarbij op feitelijke juistheid en proportionaliteit in taalgebruik over (vermeende) schendingen. Daarbij trekt Nederland zoveel mogelijk in EU-verband op. Nederland pleit voor heroverweging van de EU-positie ten aanzien van de Mensenrechtenraad-resolutie over de bezette Syrische Golan, die door ontwikkelingen in de regio in toenemende mate door de realiteit wordt achterhaald, zonder daarbij afbreuk te doen aan de EU-positie ten aanzien van de Israëlische bezetting van de Golan.

Naar boven