Vragen van de leden Kooiman en Gesthuizen ( beiden SP) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het publiceren van 112-meldingen op internet (ingezonden 17 december 2012).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 15 maart 2013). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 1026).

Vraag 1

Bent u bekend met het feit dat 112-meldingen vrijwel direct zichtbaar zijn op diverse websites en dat daarbij soms zelfs het feitelijke adres van de melder of het adres waar de melding betrekking op heeft wordt weergegeven?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is het doel van het delen van deze informatie?

Antwoord 2

De media hebben een belangrijke rol bij het informeren van de maatschappij over (grootschalige) incidenten. Voor dit doel wordt vanuit o.a. de Veiligheidsregio’s en vanuit de politie informatie over de locaties van incidenten aan de media verstrekt.

Daarnaast is het nu nog zo dat hulpdiensten middels het P2000 systeem gealarmeerd worden over een 112-melding. Deze meldingen kunnen op dit moment nog met behulp van een scanner worden opgepikt en vervolgens worden gepubliceerd op websites. In de nabije toekomst zal het P2000 berichtenverkeer gecodeerd worden verstuurd waardoor het «scannen» van de berichten niet meer mogelijk is.

Vraag 3

Welke wet maakt dit mogelijk? Aan welke voorwaarden moet worden voldaan?

Antwoord 3

Artikel 3 van de Politiewet 2012 biedt – indien er geen sprake is van een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van personen – ruimte tot het verstrekken van gegevens over incidenten. De verstrekking vloeit voort uit een goede uitvoering van de politietaak. Hoewel locatiegevens strikt genomen geen persoonsgegevens zijn, kunnen die in sommige gevallen door de ontvangers aan personen gerelateerd worden. Het is daarom noodzakelijk om tot een scherpe afweging te komen tussen het verstrekken van informatie in het algemeen belang en de invloed hiervan op de privacy van betrokken personen. Voor het verstrekken van informatie bij (grootschalige) incidenten zal een richtlijn worden bepaald. Hierbij zal de weging tussen bovengenoemde belangen nadrukkelijk moeten plaatsvinden. De richtlijn zal in de eerste helft van 2013 in werking treden.

Vraag 4

Waarom worden zelfs feitelijke adresgegevens van melders op deze sites weergegeven? Hoe verhoudt zich dit tot de privacy van deze melders?

Antwoord 4

Mijn verantwoordelijkheid strekt zich primair tot de verstrekking van gegevens over de locaties van incidenten aan de media. Zoals hierboven aangegeven zal er voor de verstrekking van gegevens over incidenten ten behoeve van het publieke belang van de berichtgeving aan burgers een nadrukkelijke afweging gemaakt moeten worden die zijn beslag krijgt in nationale richtlijnen voor de verstrekking van informatie over incidenten aan de media. Het scannen van het berichtenverkeer van de politie zal in de nabije toekomst niet meer mogelijk zijn.

Vraag 5, 6

Deelt u de mening, dat het ongewenst is dat deze persoonlijke informatie van mensen openbaar wordt? Zo nee, waarom niet?

Deelt u de opvatting dat volstaan kan worden met publicatie van de melding en bijvoorbeeld de buurt waar de melding betrekking op heeft, zoals op sommige sites wordt gehanteerd? Zo ja, bent u bereid dit als norm te stellen en publicatie van feitelijke adressen onmogelijk te maken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5, 6

Ik deel uw zorgen over de publicatie van privacy gevoelige gegevens op internet. Naast de richtlijn (zie vraag 4) die wordt opgesteld zal ik daarom tevens in overleg treden met de Nederlandse Vereniging van Journalisten om over het gebruik van incidentgegevens afspraken te maken. Hierover zal ik u dit voorjaar nader berichten.

Naar boven