Vragen van het lid Gerkens (SP) aan de staatssecretaris van Economische Zaken en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de waarschuwing van de Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN) over het tekort aan Internet Protocol (IP)-adressen (ingezonden 5 februari 2010).

Antwoord van minister Van der Hoeven (Economische Zaken), mede namens de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 12 april 2010). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 1833

Vraag 1

Kent u de waarschuwing van ICANN dat over twee jaar de IP-adressen op zijn? Zo ja, wat is hierop uw reactie?1

Antwoord 1

Ik ben bekend met het bericht waarin ICANN aangeeft dat er nog maar 10% over is van de voorraad IP-adressen (IPv4), die zij op mondiaal niveau toedeelt aan regionale organisaties. Als de behoefte aan nieuwe adressen van deze organisaties in hetzelfde tempo doorgaat, is ICANN binnen 2 jaar door de voorraad heen. ICANN maakt duidelijk dat het eind nu echt in zicht is en ik vind dat een serieus signaal. Het geeft aan dat het nu hard nodig is dat alle gebruikers van IP-adressen in de markt en binnen de overheid vaart maken met de invoering van IPv6 en hun ICT-systemen daarvoor aanpassen.

Vraag 2

Kunt u een indicatie geven over hoeveel Internet Service Providers (ISP's), bedrijven en organisaties zijn over gegaan op Internet Protocol versie 6 (IPv6) of het ondersteunen van IPv6 sinds de instelling van de Taskforce IPv6?

Antwoord 2

Ik beschik niet over precieze gegevens over het aantal Nederlandse Internet Service Providers (ISP’s), bedrijven en organisaties dat over is gegaan op IPv6 of het ondersteunen van IPv6. Ik zal hier pas over beschikken als de eerste resultaten bekend zijn van een monitoring die ik laat uitvoeren door TNO. Zie hiervoor het antwoord op vraag 5.

Wel beschik ik over gegevens uit een onderzoek dat de Europese Commissie recentelijk heeft uitgevoerd naar de stand van zaken in Europa voor wat betreft de overgang naar IPv62. Uit dit onderzoek blijkt dat 56% van de internet service providers in de EU inmiddels IPv6 ondersteunt. Deelnemende Nederlandse ISP´s scoren beduidend hoger: 92%. Uit het onderzoek blijkt ook dat Nederland met een daadwerkelijk IPv6-gebruik van ca. 3% beter scoort dan Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk3. Nederland scoort dus over de gehele linie beter dan de andere EU-landen bij de invoering van IPv6. Deze cijfers maken echter ook duidelijk dat het daadwerkelijke gebruik van IPv6 (ca. 3%) erg laag is ondanks het feit dat de meeste ISP´s IPv6 wel ondersteunen (92%).

Vraag 3

Bent u tevreden over de resultaten van de Taskforce? Wilt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 3

De Task Force heeft de afgelopen jaren hard gewerkt aan het creëren van bewustwording rond het nut en de noodzaak van IPv6, het uitwisselen van kennis over de toepassing van IPv6, en het bereiken van afstemming over de invoering van IPv6. Dit is zichtbaar in de branche van de internet service providers waar de Task Force zich als eerste op heeft gericht. De Task Force heeft gehoor gevonden bij de grote providers, die nu allemaal werken aan de invoering van IPv6, zij het in verschillende stadia. Daarnaast zijn nagenoeg alle middelgrote providers inmiddels ook bezig of al operationeel op het gebied van IPv6 (zie ook het antwoord op vraag 2). Ik zie dus dat er ontwikkelingen op gang zijn gebracht waar de Task Force een belangrijke rol heeft gespeeld.

Vraag 4

Wat kan de Taskforce doen aan de stagnatie die nu is ontstaan bij het bedrijfsleven?4

Antwoord 4

Ik ben van mening dat het bedrijfsleven de invoering van IPv6 uitstelt omdat er nog steeds onvoldoende besef is van de urgentie van de overstap. Het besef groeit echter wel en de Task Force heeft in 2009 een sterke toename gesignaleerd van het aantal informatieaanvragen door bedrijven. De Task Force moet daarom in 2010 blijven inzetten op het verder vergroten van de bewustwording bij het bedrijfsleven en het geven van voorlichting om de invoering van IPv6 te versnellen.

Daarnaast is het goed dat de Task Force in 2010 wederom de uitreiking van IPv6-awards organiseert. De Task Force heeft deze awards voor het eerst in 2009 georganiseerd. Ze hebben veel aandacht getrokken en daarmee bijgedragen aan bewustwording. Deze awards in diverse categorieën (overheid, bedrijfsleven, providers, particulieren en pers) zijn gesponsord door het bedrijfsleven.

Vraag 5

Ziet u aanleiding om de Taskforce te versterken zodat in Nederland meer werk gemaakt gaat worden van de invoering van IPv6? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke stappen gaat u ondernemen?

Antwoord 5

De Task Force is in 2005 opgericht in opdracht van het ministerie van Economische Zaken om het bewustwordingsproces rond IPv6 op gang te brengen. De financiering van de Task Force was tijdelijk van aard en had als doel om marktpartijen vertrouwd te maken met een nog onbekende standaard. De achterliggende gedachte was dat de markt de migratie naar IPv6 op den duur zelf zou oppakken zodat overheidssteun niet meer nodig zou zijn. Ik blijf van mening dat het principieel aan de markt zelf is om IPv6 op te pakken en toe te passen zonder overheidssteun, hetgeen tot nu toe altijd met succes is gebeurd bij andere nieuwe en innovatieve internetstandaarden. Net zoals de markt heeft de overheid daarbij ook haar eigen verantwoordelijkheid en ben ik van mening dat zij binnen enkele jaren al haar diensten die zij via internet aan haar burgers beschikbaar stelt, toegankelijk moet maken via IPv6 (zie daarvoor het laatste deel van mijn antwoord op vraag 6).

Ondanks de inspanningen van de IPv6 Task Force komt het daadwerkelijke gebruik van IPv6 nog steeds niet goed op gang (zie ook het antwoord op vraag 2). De steun van EZ voor de Task Force blijkt dus nog steeds nodig, reden waarom ik in 2009 heb besloten de financiering van de Task Force met een jaar te verlengen. Om een beter zicht te krijgen op de snelheid van invoering van IPv6 heb ik daarnaast TNO eind 2009 opdracht gegeven om vanaf 2010 de ontwikkeling van IPv6 in Nederland halfjaarlijks te monitoren. Ik verwacht medio dit jaar een nul-meting te ontvangen en een eerste vergelijkbare meting einde van dit jaar. Als uit deze monitoring blijkt dat de invoering van IPv6 nog steeds onvoldoende op gang komt, dan zal ik versterking van de Task Force serieus overwegen.

Vraag 6

Bent u van plan IPv6 als standaard voorwaarde op te laten nemen bij alle overheidsaanbestedingen, ook op lokaal niveau? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

IPv6 is al opgenomen in de lijst met aanbevolen open standaarden van het College Standaardisatie, die bedoeld is als hulpmiddel voor overheidsorganisaties bij aanbestedingen en het opzetten van nieuwe ICT-projecten. Zoals ik u heb toegezegd tijdens het VAO5 op 24 maart jl. zal de standaard IPv6 voorgedragen worden voor opname op de zogeheten «pas-toe-of-leg-uit»-lijst van het College Standaardisatie. Wanneer IPv6 op deze «pas toe of leg uit»-lijst staat, is de Rijksoverheid verplicht zonder nadere uitleg IPv6 mee te nemen bij de inkoop en aanbesteding van ICT-diensten en ICT-producten bij nieuwbouw, verbouw of contractverlenging Medeoverheden hebben zich via bestuurlijke afspraken gecommitteerd aan het volgen van het beleid voor open standaarden, maar hebben daarin wel een eigen verantwoordelijkheid.

Middels opname van IPv6 op de «pas-toe-of-leg-uit»-lijst is de daadwerkelijke invoering van IPv6 op dat moment nog niet gerealiseerd. Daarom is het belangrijk dat de rijksoverheid het goede voorbeeld geeft en zelf IPv6 tijdig invoert. Niet alleen richting bedrijven maar ook richting medeoverheden. Om dit te bevorderen heb ik in 2009 het initiatief genomen om de invoering van IPv6 en het starten van pilots te stimuleren. In dat kader hebben BZK en EZ IPv6 geagendeerd bij de ICCIO, de Interdepartementale Commissie van CIO’s (Chief Information Officers) die verantwoordelijk is voor de coördinatie van de informatievoorziening en het ICT-beleid van de rijksdienst en onder voorzitterschap staat van BZK.

Samen met BZK heb ik op ambtelijk niveau IPv6 ook bij de medeoverheden geagendeerd.


XNoot
1

ICANN, 29 januari 2010

http://www.icann.org/en/announcements/announcement-29jan10-en.htm

XNoot
2

Zie voor de eerste uitkomsten http://www.ripe.net/ripe/meetings/ripe-59/presentations/botterman-v6-survey.pdf

XNoot
3

Dit betekent dat maar ca. 3% van de bezoekers van een website die over IPv4 en IPv6 bereikbaar is daadwerkelijk IPv6 gebruikt.

XNoot
4

Computable.nl, 14 januari 2010: «Bedrijven schuiven invoering IPv6 voor zich uit»

http://www.computable.nl/artikel/ict_topics/internet/3219449/1282763/bedrijven-schuiven-invoering-ipv6-voor-zich-uit.html?utm_source=Nieuwsbrief&utm_medium=E-mail&utm_campaign=Redactiemailing

XNoot
5

Het plenair debat ter afronding van het algemeen overleg over de Voortgangsrapportage van de ICT-Agenda 2008–2011

Naar boven