Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

407

Vragen van de leden De Wit, Van Raak en Van Bommel (allen SP) aan de ministers van Justitie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Buitenlandse Zaken over informatie over justitiële onderzoeken naar in Nederland verblijvende Filippijnse activisten. (Ingezonden 17 september 2007)

1

Herinnert u zich uw zorgen over de mensenrechtensituatie op de Filippijnen?1

2

Bestaan er afspraken met buitenlandse diensten die overname van inlichtingen mogelijk maken met Filippijnse veiligheidsautoriteiten als directe of indirecte bestemming? Zo ja, welke afspraken zijn dat?

3

Is het waar dat bij de huiszoekingen in Utrecht en Abcoude computerapparatuur en andere persoonlijke bezittingen als USB-sticks en digitale videocamera’s in beslag zijn genomen van personen die geen verdachten zijn in de zaak-Sison?2

4

Kunt u garanderen dat de informatie die bij de huiszoekingen wordt verworven niet wordt doorgegeven aan buitenlandse diensten, vanwege het risico van buitengerechtelijke executie of vermissing of andere vormen van mensenrechtenschendingen? Zo neen, bent u bereid te voorkomen dat de verzamelde informatie in het politieonderzoek in de zaak Sison wordt doorgegeven aan buitenlandse diensten? Indien neen, waarom niet?

Antwoord

Antwoord van minister Hirsch Ballin (Justitie), mede namens de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Buitenlandse Zaken. (Ontvangen 30 oktober 2007), zie ook Aanhangsel Handelingen nr. 196, vergaderjaar 2007–2008

1

Ja.

2

De inlichtingen- en veiligheidsdiensten onderhouden op grond van artikel 59 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 contact met daarvoor in aanmerking komende buitenlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten. De samenwerking verschilt per land en per dienst en beperkt zich tot terreinen waarop Nederlandse en de buitenlandse diensten gemeenschappelijke belangen hebben. De samenwerking vindt plaats binnen wettelijke kaders en met inachtneming van het Nederlandse buitenlandse beleid, ook op het gebeid van mensenrechten. Dit houdt in dat onder bepaalde voorwaarden inlichtingen aan de buitenlandse diensten kunnen worden verstrekt.

Op grond van de zogenoemde «derdeland-regel» mag de verstrekte informatie echter niet aan anderen worden (door)verstrekt, behoudens toestemming van de verstrekker.

Zoals bekend, kunnen in het openbaar geen mededelingen worden gedaan over de operationele aard en de inhoud van afspraken met buitenlandse diensten. Desgewenst is de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties bereid daarover nadere mededelingen te doen aan de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten.

3

In totaal zijn op negen locaties doorzoekingen verricht met toestemming en onder leiding van een rechter-commissaris. Hierbij zijn onder andere documenten, computers en gegevensdragers in beslag genomen. Deze doorzoekingen zijn ook verricht in woningen van personen die geen verdachte zijn in het strafrechtelijk onderzoek tegen de heer Sison, maar van wie het vermoeden bestond dat zij zouden kunnen beschikken over voorwerpen die van belang zijn voor de waarheidsvinding in deze zaak. Zodra het belang van het onderzoek zich niet meer verzet tegen teruggave, zullen de goederen worden geretourneerd aan de eigenaar. Een deel van de inbeslaggenomen goederen is overigens al geretourneerd.

4

Informatie verworven uit (bijvoorbeeld) huiszoekingen wordt, in het geval die informatie voor de taakuitvoering van de AIVD of MIVD van belang zou kunnen zijn, aan die diensten verstrekt. Voor wat betreft de informatie-uitwisseling met andere inlichtingen- en veiligheidsdiensten verwijs ik u naar het antwoord op vraag 2.

Uiteraard geldt voor uitwisseling van opsporingsinformatie naar andere landen het gebruikelijke regime van internationale rechtshulp.


XNoot
1

 Met name Aanhangsel 358 (2006–2007) antwoord op vraag 4; maar ook Aanhangsel 1151 (2005–2006); Aanhangsel 1570 (2005–2006). Zie ook Trouw 15 juni 2006 «Doodseskaders op brommertjes» en Trouw 11 september 2006 «Elke 36 uur twee moorden». Zie ook: «Rapport inzake Onderzoek naar Geweld tegen Filippijnse Advocaten en Rechters verschijnt op 24 juli 2006; Internationale missie overhandigt eerste exemplaar rapport aan Filippijnse ambassade in Den Haag; Persbericht d.d. 21 juli 2006; Van de Stichting Advocaten voor Advocaten. http://www.advocatenvooradvocaten.nl/projecten-filippijnen.html#filippijnen22juni 2006

XNoot
2

 Brief van mr. Tomlow aan rechter-commissaris in Den Haag, d.d. 4 september 2007.

Naar boven