Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1047

Vragen van de leden Fritsma, De Roon en Wilders (allen PVV) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Justitie en voor Wonen, Wijken en Integratie over het bericht dat een gesprekspartner van de minister voor Wonen, Wijken en Integratie gelieerd is aan de Moslim Broederschap. (Ingezonden 29 november 2007)

1

Kent u het bericht «Gesprekspartner Vogelaar bij Moslim Broederschap»?1

2

Deelt u de zorgen over het feit dat de Amerikaanse onderzoeksinstelling NEFA in een rapport oordeelt dat de heer Bouyafa de afgelopen jaren een bundeling van islamitische organisaties creëerde die sympathiseren met de fundamentalistische Moslim Broederschap? Zo neen, waarom niet?

3

Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat de heer Bouyafa als gesprekspartner van de Nederlandse overheid fungeert? Zo neen, waarom niet?

4

Heeft de AIVD inmiddels aanwijzingen dat de heer Bouyafa of de organisaties waaraan hij verbonden, is een risico vormen voor de Nederlandse of de internationale veiligheid?

5

Wilt u bevorderen dat de Federatie Islamitische Organisaties Nederland, de Stichting Europe Trust Nederland en de Stichting Nederlands Instituut voor Humane Studies, worden ontbonden indien blijkt dat zij sympathiseren met de fundamentalistische Moslim Broederschap? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Antwoord van minister Ter Horst (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de ministers van Justitie en voor Wonen, Wijken en Integratie. (Ontvangen 15 januari 2008)

1

Ja.

2

Nee. Naar mijn weten is de heer Bouyafa wel verbonden aan verschillende islamitische organisaties, waaronder organisaties die sympathiseren met de Moslim Broederschap, maar ik heb geen aanwijzingen dat de heer Bouyafa of de organisaties waaraan hij verbonden is, thans in Nederland een risico vormen voor de nationale veiligheid.

3

Nee. Zie het antwoord op vraag 2.

4

Nee. Zie het antwoord op vraag 2.

5

Nee, louter het feit dat een organisatie sympathiseert met de Moslim Broederschap is voor mij thans geen reden om stappen tegen deze organisatie te nemen. In antwoorden op eerdere schriftelijke vragen1 heb ik reeds aangegeven dat de Moslim Broederschap niet is te zien als een monolithische organisatie, maar eerder als een veelheid van nationale en lokale bewegingen met verschillende doelstellingen die naar plaats en tijd verschillen.


XNoot
1

 De Telegraaf, 28 november 2007.

XNoot
1

 Tweede Kamer vergaderjaar 2007–2008, Aanhangsel, nr. 450.

Naar boven