Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2110

Vragen van het lid Van Velzen (SP) aan de minister van Defensie over de uitbreiding van het schotelpark NSO in Burum. (ingezonden 13 juli 2005)

1

Is het waar dat de behoefte tot onderschepping van berichten door de Nationale Sigint Organisatie (NSO) vereist dat de schotels van de NSO binnen de zogeheten footprint van het Xantic-station in Burum blijven?1 Zijn er andere technische mogelijkheden?

2

Is het waar dat het tot de taken van het station van de NSO behoort om communicatie die via het Xantic-grondstation wordt verwerkt te onderscheppen? Indien neen, wat zijn dan de feiten? Kunt u garanderen dat de NSO uitsluitend communicatie, bedoeld voor Xantic, uit de lucht zal opvangen, zoals in overeenstemming is met artikel 26 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (WIV)?2 Zo niet, welke andere communicatie kan worden opgevangen? Wat wordt met dergelijke informatie gedaan?

3

Zal de NSO uitsluitend niet-kabelgebonden informatie aftappen of beschikt de NSO over mogelijkheden kabelgebonden informatie volgens artikel 26 van de WIV af te tappen?3 Zo ja, zal de NSO daarvan gebruik maken? Wordt er wellicht een kabelverbinding tussen Xantic en de NSO installaties aangelegd? Kunt u uw antwoord toelichten?

4

Is het waar dat het resultaat van een onderzoek van de Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst (MIVD) naar de factoren die van invloed zijn op de veiligheid van de geplande NSO-locatie in Burum geheim is? Is het tevens waar dat de uitkomst van dit onderzoek uitsluitend aan de burgemeesters van Kollumerland c.a. en van De Marne is meegedeeld? Klopt het dat de burgemeesters van deze gemeenten de uitkomst aan niemand mogen meedelen? Zo ja, wat zijn hiervoor de redenen?

5

Deelt u de mening dat de inzet van een satellietgrondstation voor het onderscheppen van informatie in het kader van de strijd tegen het internationale terrorisme de symboolfunctie verhoogt van een dergelijk object voor terroristen? Deelt u de mening dat dit leidt tot een verhoogd risico voor het object om doelwit te worden van terroristische acties? Indien neen, waarom niet?

6

Zijn er andere locaties dan in Burum die de NSO zal gebruiken voor de interceptie en verwerking van telecommunicatie? Zo ja, welke zijn dat?

7

Worden andere bestaande locaties uitgebreid? Zo ja, welke plaatsen zijn dat, en op welke wijze vindt de uitbreiding daar plaats? Moet de verwerkingscapaciteit van het Strategisch Verbindingsinlichtingen Centrum (SVIC) op het marineterrein Kattenburg in Amsterdam ook worden uitgebreid? Zijn hiervoor al stappen ondernomen? Kunt u uw antwoord toelichten?

8

Kunt u de noodzakelijkheid van de uitbreiding van de interceptiecapaciteit kwantificeren? Waarom moet deze capaciteit groeien van 2 naar 20 schotels?

9

Kunt u aangeven welk aandeel van de groei daadwerkelijk bedoeld is voor de inlichtingenbehoefte van de Algemene Inlichtingenen Veiligheidsdienst (AIVD) en de MIVD?

10

Bestaat de mogelijkheid dat de te creëren satellietinterceptie-capaciteit deels, permanent of tijdelijk, ter beschikking gesteld zal worden van derden zoals de relevante diensten van de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Duitsland, Frankrijk en/of de NAVO en de EU? Is hierover op enigerlei moment overleg geweest met vertegenwoordigers van deze landen en internationale organisaties of bestaat het voornemen hiertoe? Zo ja, met wie, en kunt u de afspraken daarover aan de Kamer meedelen? Indien neen, waarom niet?

11

Is het waar dat de MIVD uitsluitend onderzoek heeft gedaan naar de invloed van criminelen, politieke activisten en terroristen op de veiligheid voor de omwonenden? Zo ja, waarom is in de analyse niet de kwetsbaarheid van de locatie voor aanvallen tijdens een oorlog of een gewapend conflict meegenomen? Is het tijdens een oorlog niet voor de hand liggend dat een tegenstander de Nederlandse diensten «doof en blind» wil maken? Heeft zo'n aanval geen effect op de veiligheid van de omwonenden? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord

Antwoord van minister Kamp (Defensie). (Ontvangen 9 augustus 2005)

1

Een goede ontvangst van telecommunicatieverkeer afkomstig van communicatiesatellieten vereist dat schotelantennes in de zogeheten «footprint» staan van satellieten. Dat geldt ook voor schotels waarmee telecommunicatieverkeer wordt onderschept. Een «footprint» van een communicatiesatelliet strekt zich uit over een gebied van enkele honderden kilometers in doorsnee. De keuze van een locatie voor het vestigen van een satellietgrondstation is daarom niet beperkt tot de locatie van het Xantic-station in Burum. De keuze voor Burum is gemaakt vanwege een gunstig perspectief voor spoedige realisatie van de noodzakelijke uitbreiding van de satellietinterceptiecapaciteit.

2, 3, 6 en 9

Het Xantic-grondstation vervult geen enkele rol bij de uitoefening van de taken van de NSO. Het antennepark, dat momenteel ten behoeve van de NSO in ontwikkeling is, wordt gebouwd op defensieterrein. De schotelantennes van de NSO zullen vanaf de locaties Burum en Zoutkamp niet-kabelgebonden telecommunicatie afkomstig van satellieten ontvangen en opnemen hetgeen ter beschikking gesteld aan de MIVD en de AIVD die hier, met inachtneming van de Wiv 2002, gebruik van maken voor hun wettelijke taakuitvoering.

4

Het resultaat van het onderzoek van de MIVD naar de factoren die van invloed zijn op de externe veiligheid van een satellietgrondstation is verstrekt aan de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Kollumerland en De Marne. Het resultaat van het onderzoek is openbaar.

5

Neen. Er zijn noch aanwijzingen, noch ervaringen dat terroristen zich direct richten tegen dit soort doelen. Ook zijn er geen aanwijzingen dat hierin verandering is te verwachten.

7

De uitbreiding van de satellietinterceptiecapaciteit is voorzien in Burum. Het Strategisch Verbindingsinlichtingen Centrum in Amsterdam is opgeheven.

8

De groei van de interceptiecapaciteit is noodzakelijk om de informatiepositie van de AIVD en MIVD te versterken ten behoeve van onder andere terrorismebestrijding en het tegengaan van de verspreiding van massavernietigingswapens. De behoefte aan interceptiecapaciteit is eveneens toegenomen in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van crisisbeheersingsoperaties.

10

Daar waar internationale samenwerking betrekking heeft op technische samenwerking op het gebied van Sigint zijn de diensten bevoegd deze samenwerking, na verkregen toestemming door de betrokken minister of ministers, zelfstandig dan wel gezamenlijk aan te gaan en zal de Nationale Sigint Organisatie de werkzaamheden voortvloeiende uit deze technische samenwerking feitelijk uitvoeren. Over operationele activiteiten wordt de Commissie voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten vertrouwelijk geïnformeerd.

11

Het risico van een grootschalige aanval met conventionele middelen op het bondgenootschappelijk grondgebied en daarmee Nederland is thans vrijwel uitgesloten. Directe conventionele bedreigingen hebben plaats gemaakt voor een scala aan risico's voor onze nationale veiligheid. (Internationaal) terrorisme vormt één van deze risico's. Mede in het licht daarvan is het onderzoek van de MIVD naar de factoren die van invloed zijn op de externe veiligheid van een satellietgrondstation vooral gericht op de invloed van activiteiten van terroristen, criminelen en politieke activisten in relatie tot de veiligheid van omwonenden.


XNoot
1

Brief van de minister van Defensie, d.d. 24 januari 2005 over de stand van zaken Nationale Sigint Organisatie (27 925, nr. 156) en www.bof.nl/nso.htm «Nationale Sigint Organisatie bouwtekeningen».

XNoot
2

Kamerstuk 27 591, nr. 1.

XNoot
3

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002; Artikel 26 lid 1.

Naar boven