Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1845

Vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over geplande naaktfietstocht Veluwe op 12 juni. (Ingezonden 3 juni 2004)

1

Heeft u kennisgenomen van de geplande naaktfietstocht op 12 juni, waarbij het de intentie is, dat enige honderden fietsers naakt een fietstocht maken over openbare wegen op de Veluwe?1

2

In hoeverre is deze naaktfietstocht in strijd met artikel 430a Wetboek van strafrecht, dan wel in strijd met andere wettelijke bepalingen?

3

Indien dit initiatief strijdt met wettelijke bepalingen, bent u dan bereid de organisatoren van deze naaktfietstocht hiervan op de hoogte te brengen?

4

Hoe beoordeelt u deze naaktfietstocht, mede in het licht van de huidige discussie over waarden en normen en mede gezien het feit dat deze naaktfietstocht bij velen in de desbetreffende omgeving ernstige aanstoot zal geven?

5

Hoe beoordeelt u het feit, dat de gemeente Apeldoorn heeft aangegeven geen actie te zullen ondernemen om deze tocht te beletten?

6

Welke (juridische) middelen staan het bevoegd gezag ter beschikking om een dergelijke naaktfietstocht desgewenst te beletten? Bent u bereid te bevorderen, dat van deze middelen gebruik wordt gemaakt?

7

Is de argumentatie van de gemeente Apeldoorn dat de initiatiefnemers geen vergunning nodig hebben voor deze naaktfietstocht juridisch correct?

8

Bent u bereid te bevorderen – middels overleg met de gemeente Apeldoorn of anderszins – dat deze naaktfietstocht geen doorgang zal vinden?

9

Bent u bereid deze schriftelijke vragen te beantwoorden vóór 12 juni a.s.?

Antwoord

Antwoord van minister Donner (Justitie), mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. (Ontvangen 1 juli 2004)

1

Ja.

2

Het is juist dat de naaktfietstocht, als deze gehouden wordt buiten door de gemeenteraad als geschikt voor ongeklede openbare recreatie aangewezen plaatsen, in strijd is met artikel 430a Wetboek van Strafrecht. Artikel 239 Wetboek van Strafrecht (schennis van de eerbaarheid) is mogelijk eveneens van toepassing.

4

Naast het juridische bezwaar, zoals verwoord bij antwoord 2, ben ik van mening dat een dergelijke fietstocht, met de wetenschap dat passanten hier aanstoot aan kunnen nemen, ook om redenen van fatsoen en respect voor de gevoelens van anderen niet in openbaar gebied gehouden zou moeten worden. Als daar behoefte aan bestaat zijn er gebieden waar naaktrecreatie is toegestaan.

3, 5, 6, 7 en 8

Uit informatie van het arrondissementsparket Zutphen is gebleken dat de politie de initiatiefnemers heeft geïnformeerd omtrent het feit dat de geplande naaktfietstocht mogelijk een overtreding van de hierboven genoemde strafbare feiten zou opleveren.

In overleg met de Korpsbeheerder en de Korpschef is afgesproken dat slechts in strafrechtelijke zin zou worden ingegrepen indien er uit klachten of aangiftes van burgers zou blijken dat er strafbare feiten werden gepleegd. Voorts zou er worden ingegrepen in het geval de deelnemers aan de fietstocht zich binnen de bebouwde kom van Apeldoorn of Voorst zouden begeven.

Indien de deelnemers na een waarschuwing geen gehoor zouden geven aan het verzoek van de politie zich te kleden zou er proces-verbaal worden opgemaakt.

De voorwaarden waaronder de naaktfietstocht zou mogen plaatsvinden is van tevoren aan de initiatiefnemers van de tocht via de politie kenbaar gemaakt.

Thans is gebleken dat de deelnemers aan de naaktfietstocht zich overeenkomstig de afspraken buiten de bebouwde kom van de gemeente Apeldoorn hebben ontkleed. In verband met de vele inkomende klachten van burgers heeft de politie echter aanleiding gezien de deelnemers aan de fietstocht te verzoeken zich te kleden. Hieraan werd onmiddellijk gehoor gegeven waarna de fietstocht zonder verdere incidenten is verlopen.

Tot slot merk ik op dat het hier gaat om een lokale aangelegenheid, waarbij de burgemeester verantwoordelijk is voor de openbare orde en de Officier van Justitie voor de strafrechtelijke rechtshandhaving, en dat de activiteit reeds heeft plaatsgevonden. Om die redenen zal ik volstaan met het in kennis stellen van de gemeente Apeldoorn van deze antwoorden.

9

Dit is niet mogelijk gebleken.


XNoot
1

Reformatorisch Dagblad, 28 mei jl.

Naar boven