Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1306

Vragen van het lid Oedayraj Singh Varma (GroenLinks) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie over de politieinval bij het persbureau Özgürlük. (Ingezonden 20 april 2000)

1

Hebt u kennisgenomen van de inval die vorige week heeft plaatsgevonden bij het persbureau Özgürlük aan de Witte de Withstraat in Amsterdam? Kloppen de persberichten1 als zouden op diezelfde dag nog enkele politie-invallen bij Turken zijn uitgevoerd in het kader van een onderzoek van de Officier van Justitie Breda?2 Betreft het invallen in het kader van hetzelfde onderzoek? Zo neen, is er enige relatie tussen de verschillende invallen?

2

Is er voorafgaand aan de inval bij Özgürlük of bij (de) andere invallen overleg en/of samenwerking geweest met opsporings- en/of politiediensten in andere landen, bijvoorbeeld België en Turkije? Zo ja, welke instanties en/of welke functionarissen betreft het precies? Wat was het doel van dit internationale overleg en/of samenwerking, op basis van welke grondslag(en) en met welke doelen is er met die landen en/of diensten samengewerkt?

3

Is er enige relatie tussen deze inval(len) en/of onderhavige (strafrechtelijk) onderzoek(en) en uw bezoek aan Turkije van 19 april? Zo ja, in welk kader en op welke wijze is (zal) er in Turkije over deze zaak overlegd (worden)? Zo neen, kunt u de Kamer inlichten over alle (geplande) onderhandelingen, verdragen en/of overeenkomsten die tijdens uw bezoek aan Turkije aan de orde komen (zijn geweest)?

4

Hebt u aanwijzingen dat politieke Turkse organisaties, groeperingen en/of personen het EK2000 willen aangrijpen voor het organiseren van demonstraties, manifestaties dan wel andere (il)legale politieke of criminele activiteiten? Zo ja, over welke aanwijzingen beschikt u?

5

Bent u van mening dat de inbeslagname van de inventaris van een persbureau in principe strijdig is met de persvrijheid, de vrijheid van nieuwsgaring en/of de vrijheid van meningsuiting? Welke feiten en omstandigheden waren in de onderhavige zaak redenen om tot een inval over te gaan? Kunt u zich vinden in de proportionaliteit van het optreden van de politie bij de huiszoeking en de inbeslagname bij Özgürlük, daar het werk van het persbureau voor enige tijd stil kan komen te liggen?

6

Bent u van mening dat de inbeslaggenomen inventaris zo spoedig mogelijk aan de rechtmatige eigenaren moet worden teruggegeven? Wanneer zal dit gebeuren?

7

Kunt u deze vragen met spoed beantwoorden?

Antwoord

Antwoord van minister Korthals (Justitie), mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. (Ontvangen 24 mei 2000)

1, 2 en 6

Het College van procureurs-generaal heeft het volgende medegedeeld.

Op 10 april 2000 zijn op vijf adressen in Nederland, onder leiding van een Nederlandse rechter-commissaris, doorzoekingen gedaan naar aanleiding van een daartoe strekkend rechtshulpverzoek van de onderzoeksrechter in de rechtbank van eerste aanleg te Brugge in België. Er is binnengetreden met een arrestatieteam.

In het rechtshulpverzoek, dat via de Belgische Nationale Magistraat en het Landelijk Parket ter uitvoering aan het Kernteam Noord- en Oost-Nederland was toegezonden, wordt als reden voor de doorzoekingen genoemd een aantal strafbare feiten die, kort gezegd, naar Belgisch recht verdenking van bendevorming – onder bende wordt in dit verband verstaan een vereniging die het oogmerk heeft om een aanslag te plegen op personen of eigendommen – en illegaal wapenbezit opleveren.

De aanleiding voor het onderzoek is de vondst van een groot aantal wapens en munitie te Knokke-Heist in september 1999. Bij een huiszoeking die toen heeft plaatsgevonden werden documenten aangetroffen die erop duidden dat vanaf diverse adressen in Nederland geldbedragen waren overgemaakt naar personen in Turkije. Vermoed werd, aldus de beschrijving in het rechtshulpverzoek, dat het zou gaan om betalingen aan (andere) leden van de veronderstelde bende waarnaar in België onderzoek wordt gedaan.

Bij de voorbereiding van de uitvoering bleek dat een onderzoek gaande was onder leiding van het Openbaar Ministerie te Breda naar afpersingspraktijken waarbij leden van dezelfde dadergroep betrokken leken te zijn. In het kader van dat onderzoek werden voorbereidingen getroffen voor het doen van een aantal andere doorzoekingen. Om operationele redenen is overlegd om tot afstemming van datum en tijd te komen.

Uit het rechtshulpverzoek bleek niet dat een van de adressen ten aanzien waarvan verzocht was een doorzoeking te laten plaatsvinden, een persbureau betrof. Wel was op grond van informatie van de Kamer van Koophandel bekend geworden dat op een van de genoemde adressen de Stichting Persbureau Özgürlük stond ingeschreven. Het Belgisch rechtshulpverzoek gaf aan dat een aantal natuurlijke personen vanaf dat adres diverse verdachte betalingen zou hebben verricht.

De Belgische autoriteiten hadden verzocht om tot inbeslagneming over te gaan van «alle relevante stukken (agenda's, telefoonregisters, telefoonrekeningen, elektronische organisers, computers, GSM's, schriftelijke bescheiden zoals brieven, rapporten, pamfletten, identiteitspapieren, stempels ...)». Op het adres waar het persbureau gevestigd is, zijn, met instemming van de bij de doorzoeking aanwezige rechter-commissaris, een aantal GSM's, een aantal computers en diverse papieren bescheiden inbeslaggenomen. De meeste inbeslaggenomen voorwerpen zijn inmiddels onderzocht en weer teruggegeven. Een groot aantal diskettes/informatiedragers is niet teruggegeven. Aan de rechtbank zal verlof worden gevraagd deze aan de Belgische autoriteiten te mogen overhandigen.

3

Er is geen relatie tussen de inval bij het persbureau Özgürlük en het bezoek van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan Turkije op 19 april. In het kader van het EK2000 zijn alle deelnemende landen bezocht. Met al deze landen is een joint statement getekend. In het joint statement dat door de respectieve ministers van Binnenlandse Zaken is getekend, is vastgelegd hoe de informatievoorziening met betrekking tot supporters die Nederland en België bezoeken zal verlopen en hoe de politiesamenwerking gestalte krijgt.

4

Op dit moment zijn er geen concrete aanwijzingen dat Turkse organisaties, groeperingen en/of personen het EK2000 willen aangrijpen voor het organiseren van demonstraties, manifestaties dan wel andere (il)legale politieke of criminele activiteiten.

5

Indien het persbureau in verband met de inbeslagname van GSM's, computers en papieren bescheiden tijdelijk zijn werk als persbureau niet of moeilijk heeft kunnen uitoefenen, kan gesteld worden dat sprake is van een beperking van de vrijheid van meningsuiting van het persbureau. Van belang is dat de inbeslagname niet heeft plaatsgevonden op grond van de inhoud van publicaties van het persbureau, maar in het kader van een strafrechtelijk onderzoek in verband met onder meer de verdenking van illegaal wapenbezit. Hiermee is sprake van een op grond van artikel 10 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden toegestaan doel voor een beperking van de vrijheid van meningsuiting.

Doordat het merendeel van de inbeslaggenomen voorwerpen snel kon worden teruggegeven is de eventuele inbreuk slechts van beperkte duur geweest. Waar het hier een doorzoeking en inbeslagneming betreft die heeft plaatsgehad met toestemming van de rechter-commissaris in een nog lopend Belgisch onderzoek, past het niet om een oordeel te geven over de proportionaliteit van de maatregel.


XNoot
1

Volkskrant, 13 april jl. en Parool 14 april jl.

XNoot
2

Volkskrant, 10 april jl.

Naar boven