Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1774

Vragen van het lid Karimi (GroenLinks) over mogelijke Nederlandse betrokkenheid bij onderhandelingen over de verkoop van twee onderzeeërs uit de Zwaardvis-klasse aan Egypte. (Ingezonden 18 augustus 1998)

1

Kent u het artikel «Talks bring sale of Zwaardvis submarines to Egypt closer» in het tijdschrift Jane's Defense Weekly van 8 juli 1998?

2

Is de Nederlandse regering betrokken bij onderhandelingen over de verkoop van twee onderzeeërs uit de Zwaardvis-klasse aan Egypte en hoe is in dat verband de samenwerking met US Foreign Military Funding (FMF) vormgegeven?

3

Waarom is de Nederlandse regering bij deze onderhandelingen betrokken nu de onderzeeërs eigendom zijn van RDM?

4

Hoe is de verhouding tussen de bijdrage van Egypte en de bijdrage van US-FMF in de aanschafkosten van deze onderzeeërs?

5

Voor welk bedrag zijn de onderzeeërs indertijd aan RDM verkocht, wat was toen de boekwaarde en wat zal naar verwachting thans de opbrengst zijn?

6

Deelt u de mening, dat in Egypte dusdanig ernstige schendingen van mensenrechten (Zie jaarboek Amnesty International 1998, p. 150 ev.) voorkomen dat aan dat land geen militair materieel zou moeten worden geleverd? Zo neen, waarom niet?

7

Deelt u de mening, dat gezien het ontwikkelingspeil van Egypte en de armoede onder brede lagen van de bevolking de aanschaf van onderzeeërs door dit land geen prioriteit zou dienen te hebben? Zo neen, waarom niet? Wordt de ontwikkelingsrelatie die Nederland met Egypte onderhoudt niet door deze afschaf gefrustreerd?

8

Bent u bereid de Kamer te zijner tijd op de hoogte te stellen van het verdere verloop van de onderhandelingen?

Antwoord

Antwoord van minister Jorritsma-Lebbink (Economische Zaken), mede namens de ministers van Buitenlandse Zaken en voor Ontwikkelingssamenwerking en de staatssecretaris van Defensie. (Ontvangen 14 september 1998)

1

Ja.

2, 3 en 5

Nederland is geen partij bij de onderhandelingen over de verkoop van twee Zwaardvis-klasse onderzeeboten aan Egypte.

De Egyptische marine heeft in juli van dit jaar, ter vervanging van haar bestaande onderzeebootcapaciteit, de Amerikaanse firma Ingalls Shipbuilding een offerte gevraagd voor diesel-elektrisch voortgestuwde onderzeeboten. Dit bedrijf heeft met Lockheed Martin en RDM Submarines (RDM/S) een samenwerkingsovereenkomst gesloten over een mogelijk modernisatie-programma van de twee Zwaardvis-klasse onderzeeboten. Deze twee boten zijn in december 1995 door de Dienst der Domeinen verkocht aan RDM Technology Holding B.V., waarvan RDM/S deel uitmaakt. Van deze transactie is de Kamer vertrouwelijk op de hoogte gesteld bij brief (M 95022651) van 12 december 1995, van de staatssecretaris van Defensie. In deze brief is gemeld welke bedragen met deze transactie zijn gemoeid.

In genoemde trilaterale samenwerkingsovereenkomst is vastgelegd dat Ingalls Shipbuilding optreedt als hoofdaannemer, verantwoordelijk voor het groot-onderhoud van beide boten, en dat Lockheed-Martin zal bijdragen aan de modernisering van de onderzeeboten. Voor deze opzet is gekozen om het Amerikaanse deel van de toeleveringen zo groot mogelijk te maken, zodat de zogeheten «Foreign Military Funding» (FMF) optimaal kan worden benut. FMF is een instrument van de Amerikaanse overheid om de verwerving van defensie-systemen door bevriende landen te vergemakkelijken. Dit kan door middel van subsidies dan wel schenkingen. Voorwaarde is wel dat Amerikaanse toeleveringen meer dan 51 procent bedragen van de totale financiële omvang van een project.

Uit de gekozen commerciële constructie tussen de betrokken bedrijven enerzijds en de voorziene rol van de Amerikaanse overheid anderzijds, blijkt dat – indien de voorgenomen transactie werkelijk wordt gesloten – RDM/S een vergunning moet aanvragen bij de Nederlandse overheid voor de uitvoer van de twee onderzeeboten naar de Verenigde Staten onder vermelding van de eindbestemming Egypte.

4 en 8

De Egyptische overheid heeft nog niet besloten over het eventueel ter beschikking stellen van financiële middelen voor de aanschaf van twee onderzeeboten.

In verband hiermee heeft de Amerikaanse overheid nog geen besluit kunnen nemen over de hoogte van de FMF-bijdrage.

Overigens zij erop gewezen dat gegevens over dergelijke commerciële activiteiten vertrouwelijk zijn, afgezien nog van het feit dat het verstrekken van gegevens over transacties tussen twee soevereine staten buiten de competentie valt van de Nederlandse overheid. Dit geldt derhalve ook voor het verdere verloop van de onderhandelingen.

6

Vergunningsaanvragen voor de uitvoer van militair materieel, derhalve ook naar Egypte, worden per geval beoordeeld mede gelet op de aard en het eindgebruik van het goed. Elke aanvraag wordt getoetst aan de acht criteria van het wapenexportbeleid in hun onderlinge samenhang en met inachtneming van de recent aanvaarde EU-gedragscode voor wapenexporten.

Schendingen van de mensenrechten in het land van eindbestemming zijn van invloed op de beslissing al dan niet een exportvergunning te verlenen. Een belangrijke overweging daarbij is de mate waarin het risico bestaat dat het te exporteren goed kan worden misbruikt voor interne repressie in het land van eindbestemming. Het lijkt niet goed denkbaar dat dit risico zich ten aanzien van een eventuele levering van onderzeeboten zal kunnen voordoen.

7

Het is aan de Egyptische regering om prioriteiten te stellen voor haar overheidsuitgaven. In dit verband zij erop gewezen dat de Egyptische marine in het begin van de jaren '80 is overgegaan tot de aanschaf van gebruikte onderzeeboten, die naar gangbare opvattingen inmiddels zijn verouderd. De mogelijke aanschaf van de twee Zwaardvis-klasse onderzeeboten zou ter vervanging dienen van deze bestaande onderzeebootcapaciteit.

De Egyptische defensie-uitgaven zijn naar internationale maatstaven niet uitzonderlijk hoog: Egypte geeft meer uit aan onderwijs en gezondheidszorg gezamenlijk dan aan defensie. Overigens is het te verwachten, dat een gedeelte van de kosten niet ten laste zal komen van de Egyptische overheidsuitgaven, maar zal kunnen worden gedekt door een subsidie of schenking onder het FMF. De ontwikkelingsrelatie met Egypte is naar onze mening dan ook niet in het geding.

Naar boven